• No results found

Beperkingen en Toekomstig Onderzoek

5. DISCUSSIE

5.4 Beperkingen en Toekomstig Onderzoek

De eerste beperking van dit onderzoek is het gebruik van de Flesch Reading Ease formule voor het bepalen van de leesbaarheid van de jaarverslagen. In hoofdstuk drie is al kort ingegaan op een aantal beperkingen en is aangegeven waarom het gebruik van de formule toch gerechtvaardigd is, hier zal nog wat verder worden ingegaan op de beperkingen. In eerder gedane onderzoeken vraagt men zich af in hoeverre een formule de leesbaarheid van een tekst goed kan bepalen (Adelberg, 1979; Jones & Shoemaker, 1994). Eén van de beperkingen van het gebruik van een leesbaarheidsformule is het feit dat het zich alleen richt op die onderdelen in een tekst die gemeten kunnen worden (woordlengte en zinslengte) en andere belangrijke aspecten als de tekstopbouw, de opmaak en de achtergrondkennis van de

gebruiker buiten beschouwing laat (Courtis, 1998). Door het weglaten van onder andere de tabellen, grafieken en afbeeldingen kan de situatie ontstaan dat een tekst een onnodig hoge leesbaarheidsscore krijgt op basis van de formule. Schrijvers kunnen deze onderdelen juist toevoegen om een moeilijk stuk tekst te verduidelijken. Een andere beperking wordt genoemd in het artikel van Feenstra (2012) die aangeeft dat doordat de formules veelal zijn ontwikkeld voor het basisonderwijs, niet is aangetoond dat ze ook toegepast kunnen worden op meer specialistische teksten als het jaarverslag. Ook zijn de leesbaarheidsformules relatief oud en is men er destijds van uitgegaan dat met de leesbaarheid ook de begrijpelijkheid van een tekst wordt aangetoond. De begrippen leesbaarheid en begrijpelijkheid worden vaak dan ook als synoniem van elkaar gebruikt (Adelberg & Razek, 1984). Echter is er steeds meer aandacht voor de vraag of met een leesbaarheidsformule de begrijpelijkheid van een tekst wel kan worden gemeten. Onder andere Smith en Taffler (1992) stellen dat dit niet het geval is; om de begrijpelijkheid van een tekst te kunnen meten moet worden gekeken naar de kenmerken van de lezer. Deze worden in de traditionele leesbaarheidsformules buiten beschouwing gelaten.

Toekomstige onderzoeken kunnen dus ingaan op de wijze waarop zowel de leesbaarheid als de begrijpelijkheid van een jaarverslag worden bepaald. Door gebruik te maken van twee verschillende methoden, kan een beter beeld worden verkregen van de mate waarin een tekst door een bepaalde doelgroep kan worden gelezen en begrepen. Er kan bijvoorbeeld een kwalitatief onderzoek worden uitgevoerd waarbij testlezers (van verschillende doelgroepen) een jaarverslagen moeten beoordelen. Deze uitkomsten kunnen dan worden vergeleken met de leesbaarheidsscores verkregen uit de formule.

Een tweede beperking van dit onderzoek is dat het vanwege de tijd niet mogelijk is het gehele jaarverslag te selecteren voor het bepalen van de leesbaarheidsscore, maar drie onderdelen daarvan. Per onderdeel zijn 100 woorden van het begin, midden en eind geselecteerd op basis waarvan de leesbaarheidsscore is bepaald. Hierdoor is de leesbaarheidsscore bepaald aan de hand van een klein deel van het jaarverslag die als representatief voor het gehele jaarverslag is gesteld. Met name met betrekking tot de ‘midden sectie’ kan niet met zekerheid worden gezegd dat wanneer het onderzoek opnieuw wordt uitgevoerd, dezelfde stukken tekst worden geselecteerd en kunnen dus andere scores worden verkregen.

Toekomstige onderzoeken kunnen het gehele jaarverslag mee nemen in de berekening om deze beperking te voorkomen. Ook kan in plaats van het gehele jaarverslag één onderdeel in zijn geheel worden geselecteerd, waarna gekeken wordt wat de leesbaarheid van dat deel is en waardoor deze wordt beïnvloed.

Een derde beperking is de omvang van de dataset. Door het selecteren van slechts twee jaren zijn de analyses uitgevoerd met een dataset die maximaal 100 ondernemingen betreft. Door

missing values zijn in dit onderzoek de analyses uitgevoerd met een dataset van 95

jaarverslagen. De kleine dataset kan een reden zijn dat in dit onderzoek geen significante verbanden zijn gevonden. Ook de zeer lage verklaringskracht kan worden verklaard door een (te) kleine dataset.

Toekomstige onderzoeken kunnen om die reden de dataset vergroten door bijvoorbeeld meerdere crisisjaren en na de crisis jaren mee te nemen. Ook kan een verband worden gelegd met de leesbaarheid van de jaarverslagen voor de financiële crisis waardoor het aantal te onderzoeken jaarverslagen nog verder wordt uitgebreid en een extra analyse wordt toegevoegd. Hierdoor krijgt men ook inzicht in de leesbaarheid van de jaarverslagen voor de crisis, toen de vormgeving van de gepubliceerde stukken nog wat minder in het zicht van de regelgever en de markt stond. Uit de lage verklaringskracht blijkt dat er nog erg veel andere variabelen van invloed zijn op de modellen. In toekomstige onderzoeken kunnen meer

karakteristieken van de RvC en/of ondernemingsspecifieke kenmerken worden meegenomen waardoor dit onderzoek wordt uitgebreid. Echter moet worden opgemerkt dat het uitbreiden van de dataset (met meer jaren en meer variabelen) geen garantie is voor het vinden van significante verbanden en een betere verklaringskracht. Het kan ook zo zijn dat de resultaten uit dit onderzoek worden bevestigd.

LITERATUURLIJST

Adelberg, A. H. (1979). Narrative disclosures contained in financial reports: Means of communication or manipulation? Accounting and Business Research, 9(35): 179-189. Adelberg, A. H., & Razek, J. R. (1984). The cloze procedure: A methodology for determining

the understanding of accounting textbooks. The Accounting Review, 59(1): 109-122. Anderson, R. C., Mansi, S. A., & Reeb, D. M. (2004). Board characteristics, accounting report

integrity, and the cost of debt. Journal of Accounting and Economics, 37(4): 315-342. Autoriteit Financiële Markten. (2014) Rapport In Balans.

Autoriteit Financiële Markten. (2015) Rapport In Balans.

Baker, H. E. III & Kare, D. D. (1992). Relationship between annual report readability and corporate financial performance. Management Research News, 15(1): 1-4.

Beasley, M. S. (1996). An empirical analysis of the relation between the board of director composistion and financial statement fraud. The Accounting Review, 71(4): 443-465. Bloomfield, R. J. (2002). The “incomplete revelation hypothesis” and financial reporting.

Accounting Horizons, 16(3): 233-243.

Byrd, J. W., & Hickman, K. A. (1992). Do outside directors monitor managers? Evidence from tender offer bids. Journal of Financial Economics, 32(2): 195-207.

Carcello, J. V., & Neal, T. L. (2003). Audit committee characteristics and auditor dismissals following “new” going concern reports. The Accounting Review, 78(1): 95-117.

Cen, Z., & Cai. R. (2013). Impression management in Chinese corporations: A study of chairperson’s statements from the most and least profitable Chinese companies. Asia

Pacific Business Review, 19(4): 490-505.

Clatworthy, M., & Jones, M. J. (2001). The effect of thematic structure on the variability of annual report readability. Accounting, Auditing & Accountability Journal, 14(3): 311-326.

Clatworthy, M. A., & Jones, M. J. (2006). Differential patterns of textual characteristics and company performance in the chairman’s statement. Accounting, Auditing &

Accountability Journal, 19(4): 493-511.

Cohen, J., Krishnamoorthy, G., & Wright, A. (2004). The corporate governance mosaic and financial reporting quality. Journal of Accounting Literature, 23: 87-152.

Costa, G. A., Oliveira, L. C., Rodrigues, L. L., & Craig, R. (2013). Factors associated with the publication of a CEO letter. Corporate Communications: An International Journal, 18(4): 432-450.

Courtis, J. K. (1986). An investigation into annual report readability and corporate risk-return relationships. Accounting and Business Research, 16(4): 285-94.

Courtis, J. K. (1995). Readability of annual reports: Western versus Asian evidence.

Accounting, Auditing & Accountability Journal, 8(2): 4-17.

Courtis, J. K. (1998). Annual report readability variability: Tests of the obfuscation hypothesis. Accounting, Auditing & Accountability Journal, 11(4): 459-472.

Courtis, J. K. (2004). Corporate report obfuscation: Artefact or phenomenon? Britisch

Accounting Review, 36(3): 291-312.

Dale, E., & Chall, J. S. (1949). The concept of readability. National Council of Teachers of

English, 26(1): 19-26.

Dechow, P., Ge, W., & Schrand, C. (2010). Understanding earnings quality: A review of the proxies, their determinants and their consequences. Journal of Accounting and

Economics, 50(2-3): 344-401.

Dechow, P. M., Sloan, R. G., & Sweeney, A. P. (1996). Causes and consequences of earnings manipulation: An analysis of firms subject to enforcement actions by the SEC.

Contemporary Accounting Research, 13(1): 1-36.

Eisenhardt, K. M. (1989). Agency theory: An assessment and review. Academy of

Management Review, 14(1): 57-74.

Fama, E. F., & Jensen, M. C. (1983). Seperation of ownership and control. Journal of Law

and Economics, 26(2): 301-325.

Feenstra, D. (2012). Ontwikkelingen in het leesbaarheidsonderzoek van narratieve accountingteksten. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie.

García-Meca, E., Parra, I., Larrán, M., & Martínez, I. (2005). The explanatory factors of intellectual capital disclosure to financial analysts. European Accounting Review, 14(1): 63-94.

García Osma, B., & Gill-de-Albornoz Noguer, B. (2007). The effect of the board composition and its monitoring committees on earnings management: Evidence from Spain.

Corporate Governance, 15(6): 1413-1428.

García-Sánchez, I. M. (2010). The effectiveness of corporate governance: Board structure and business technical efficiency in Spain. Central European Journal of Operations

Research, 18(3): 311-339.

Healy, P. (1977). Can you understand the footnotes to financial statements? Accounting

Journal, 219-22.

Huang, S. (2013). Board tenure and firm performance. Working paper. INSEAD Business School.

Jensen, M. C., & Meckling, W. H. (1976). Theory of the firm: Managerial behavior, agency costs and ownership structure. Journal of Financial Economics, 3(4): 305-360.

Jones, M. J. (1988). A longitudinal study of the readability of the chairmen’s narratives in the corporate reports of a UK company. Accounting and Business Research, 18(72): 297-305.

Jones, M. J. (1996). Readability of annual reports: Western versus Asian evidence – a comment to contextualize. Accounting, Auditing & Accountability Journal, 9(2): 86-91.

Jones, M. J., & Shoemaker, P. A. (1994). Accounting narratives: A review of empirical studies of content and readability. Journal of Accounting Literature, 13: 142.

Klare, R. G. (1964). The measurement of readability. Iowa State University Press.

Khanna, K., & Irvine, H. (2012). Communicating the financial impact of the global financial crisis: A study of the annual reports of Australian NFP aid and development organizations. Paper presented at UniSA (CAGS) seminar series, Perth, May.

Lang, M., & Lundholm, R. (1993). Cross-sectional determinants of analyst ratings of corporate disclosures. Journal of Accounting Research, 31(2): 246-271.

Laksmana, I., Tietz, W., & Yang, Y. (2012). Compensation discussion and analysis (CD&A): Readability and management obfuscation. Journal of Accounting and Public Policy, 31(2): 185-203.

Lebar, M. A. (1982). A general semantics analysis of selections of the 10-k, the annual report to shareholders, and the financial press release. The Accounting Review, 57(1): 176-189.

Leung, S., Parker, L., & Courtis, J. (2015). Impression management through minimal narrative disclosure in annual reports. The British Accounting Review, 47(3): 275-289. Li, F. (2008). Annual report readability, current earnings, and earnings persistence. Journal of

Accounting & Economics, 45(2-3): 221-247.

Linsley, P. M., & Lawrence, M. J. (2007). Risk reporting by the largest UK companies: Readability and lack of obfuscation. Accounting, Auditing & Accountability Journal, 20(4): 620-627.

Meek, G. K., Roberts, C. B., & Gray, S. J. (1995). Factors influencing voluntary annual report disclosures by U.S., U.K. and Continental European multinational corporations.

Journal of International Business Studies, 26(3): 555-572.

Merkl-Davies, D., & Brennan, N. (2007). Discretionary disclosure strategies in corporate narratives: Incremental information or impression management? Journal of

Morck, R., Shleifer, A., & Vishny, R. W. (1988). Management ownership and market valuation: An empirical analysis. Journal of Fianancial Economics, 20(1-2): 293-315. NBA, (2014). In het publiek belang: Maatregelen ter verbetering van de kwaliteit en

onafhankelijkheid van de accountantscontrole.

Nederlandse corporate governance code, (2008). Beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen.

Pashalian, S. & Crissy, W. J. E. (1952). Corporate annual reports are difficult, dull reading, human interest value low, survey shows. Journal of Accountancy, August: 215.

Patelli, L., & Pedrini, M. (2014). Is the optimism in CEO’s letters to shareholders sincere? Impression management versus communicative action during the economic crisis.

Journal of Business Ethics, 124(1): 19-34.

Public Oversight Board. (1993). Issues confronting the accounting profession. PWC (2013). Spotlight.

Reeb, D., & Upadhyay, A. (2007). Hierarchal boards. Financial Management Asscociation Annual Meetings, Orlando.

Rennekamp, K. (2012). Processing fluency and investors’ reactions to disclosure readability.

Journal of Accounting Research, 50(5): 1319-1354.

Schroeder, N., & Gibson, C. (1990). Readability of management’s discussion and analysis.

Accounting Horizons, 4: 78-87.

Smith, J. E., & Smith, N. P. (1971). Readability: A measure of the performance of the communication function of financial reporting. The Accounting Review, 46(3): 552-561.

Smith, M., & Taffler, R. (1992). Readability and understandability: Different measures of the textual complexity of accounting narrative. Accounting, Auditing and Accountability

Journal, 5(4): 84-98.

Smith, M., & Taffler, R. (1995). The incremental effect of narrative accounting information in corporate annual reports. Journal of Business Finance & Accounting, 22(8): 1195-1210.

Soper, F. J., & Dolphin, R. (1964). Readability and corporate annual reports. American

Accounting Association, 39(2): 358-362.

Srinidhi, B., Gul, F. A., & Tsui, J. (2011). Female directors and earnings quality.

Contemporary Accounting Research, 28(5): 1610-1644.

Subramanian, R., Insley, R. G., & Blackwell, R. D. (1993). Performance and readability: A comparison of annual reports of profitable and unprofitable companies. International

Vafaes, N. (2003). Length of board tenure and outside director independence. Journal of

Business Finance & Accounting, 30(7-8): 1043-1064.

Vergauwen, P. G. M. C., & Van Alem, F. J. C. (2005). Annual report IC disclosures in The Netherlands, France and Germany. Journal of Intellectual Capital, 6(1): 89-104. Xie, B., Davidson III, W. N., & DaDalt, P. J. (2003). Earnings management and corporate

governance: The role of the board and the audit committee. Journal of Corporate

Finance, 9(3): 295-316.

Yermack, D. (1996). Higher market valuation of companies with a small board of directors.