• No results found

Dit onderzoek kent beperkingen die erkend moeten worden. Allereerst bestaat het risico bij de gebruikte inhoudsanalyses dat relevante informatie over het hoofd kan worden gezien en dat er wellicht verkeerde conclusies uit het onderzoek worden getrokken. Daarnaast wordt geen onderscheid gemaakt in scores bij ondernemingen wanneer meerdere indicaties voor 'environmental impact' worden vernoemd die dezelfde score krijgen toegekend. Tevens is in het onderzoek niet duidelijk of de genoemde informatie in het duurzaamheidsverslag volledig is, omdat interne informatie niet bekend is. Door middel van een case study zou in toekomstig onderzoek meer diepgang in dit onderzoeksgebied gecreëerd kunnen worden over de volledigheid van de 'environmental impact disclosure' en de motivaties van ondernemingen.

Voor de dataverzameling rondom media-aandacht is een zoekstring gebruikt in Lexis Nexis. Het risico hierbij is dat artikelen die wel betrekking hebben op de onderneming over het hoofd worden gezien doordat andere woorden dan de zoekstring zijn gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld komen door afkortingen of andere spelling. Tevens worden resultaten met dezelfde zoekstring, maar die geen betrekking hebben op de onderneming, opgenomen in de dataset.

Het onderzoek is uitgevoerd over duurzaamheidsverslaggeving binnen een jaar, waardoor het een momentopname is. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op meerdere jaren om over een langere periode conclusies te trekken. Daarnaast is de uiteindelijke sample die is gebruikt relatief klein. Van de 129 ondernemingen die in de Sustainability Disclosure Database van de GRI zijn opgenomen zijn de duurzaamheidsverslagen van 68 ondernemingen geanalyseerd. Ondernemingen zonder complete data in Orbis of zonder pdf link naar een duurzaamheidsverslag zijn uit de sample verwijderd, waardoor de sample niet de gehele populatie Nederlandse ondernemingen vertegenwoordigt. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op andere of meerdere landen buiten Nederland, om te analyseren of resultaten daar anders zouden zijn. Tevens zou naast duurzaamheidsverslagen, het internet betrokken kunnen worden als onderzoeksobject.

Op het gebied van 'impact disclosure' zouden in de toekomst de People en Profit dimensies meegenomen kunnen worden, die in dit onderzoek buiten beschouwing zijn gelaten. Dit is tevens nauwelijks onderzocht en zou op het gebied van onderzoek een bijdrage kunnen leveren.

LITERATUUR

ANP bericht (20 juni 2013). Singapore is bosbranden Indonesie beu: teveel smog. Geraadpleegd op 10 oktober 2014 via http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2664/Nieuws/article/detail/3461818/2013/06/20/Singapore-is-bosbranden-Indonesie-beu-teveel-smog.dhtml.

Bakker, P. (5 maart 2013). Accountants will save the world [weblog bericht]. Geraadpleegd op 10 oktober 2014 via http://blogs.hbr.org/2013/03/accountants-will-save-the-worl/.

Boulding (1956). General systems theory - the skeleton of science. Management Science vol.2(3): 197 – 208. Braam, G. (2014). Determinanten van milieuverslaggeving. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie vol.

88(4): 127-133.

Branco, M.C. en Rodrigues, L.L. (2008). Factors influencing social responsibility disclosure by Portuguese companies. Journal of Business Ethics vol. 83: 685 – 701.

Deming, W.E. (1986). Out of the Crisis. Cambridge: Massachusetts Institute of Technology Center for Advanced Engineering Study.

Epstein, M.J. en Rejc Buhovac, A. (2014). Making sustainability work: best practices in managing and measuring

corporate social, environmental and economic impacts. San Francisco: Berret-Koehler.

Elkington, J. (1997). Cannibals with forks. The Triple Bottom Line of twenty-first century business. Capstone, Oxford.

EY (n.a.). EY ondertekent Green Deal over transparantie en sociaal kapitaal. Geraadpleegd op 10 oktober 2014 via http://www.ey.com/NL/nl/Newsroom/NEWS-EY-ondertekent-green-deal-over-transparantie-van-natuurlijk-en-sociaal-kapitaal.

Fayol, H. (1967). General and industrial management. Londen: Pitman. Field, A. (2009). Discovering statistics using SPSS. London: SAGE Publications.

Freeman, R.E. (1984). Strategic management: a stakeholder approach. Boston: Pitman.

Freeman, I. en Hasnaoui, A. (2011). The meaning of corporate social responsibility: the vision of four nations.

Journal of Business Ethics vol. 100(3): 419 – 443.

Global Reporting Initiative (2012). Sustainability disclosure database: data legend.

Global Reporting Initiative (2013). G4 Sustainability reporting guidelines: implementation manual.

Global Reporting Initiative (2013). G4 Sustainability reporting guidelines: reporting principles and standard disclosures.

Gray, R., Kouhy, R., en Lavers, S. (1995). Corporate social and environmental reporting: a review of the literature and a longitudinal study of UK disclosure. Accounting, Auditing & Accountability Journal vol. 8(2): 47 – 77. Gray, R., Owen, D., Adams, C. (1996). Accounting and Accountability: Changes and Challenges in Corporate Social

and Environmental Reporting. Prentice Hall Europe: Hemel Hempstead.

Greenpeace (17 maart 2010). Kitkat bedreigt bestaan orang-oetan. Geraadpleegd op 10 oktober 2014 via http://www.greenpeace.nl/news/kitkat-bedreigt-bestaan-orang/.

Greenpeace (17 mei 2010). Nestlé gunt orang-oetans een break: voedingsbedrijf zal niet langer palmolie uit

bosvernietiging gebruiken. Geraadpleegd op 10 oktober 2014 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/persberichten/nestle-gunt-orang-oetans-een-break/.

Junior, R.M., Best, P.J. en Cotter, J. (2014). Sustainability reporting and assurance: a historical analysis on a world-wide phenomenon. Journal of Business Ethics vol. 120: 1 – 11.

Kamp-Roelands, A.E.M. (2004). De controle van milieuverslaggeving. Maandblad voor Accountancy en

Bedrijfseconomie vol. 78(11): 479 – 488.

Kamp-Roelands, A.E.M. en Waard, D.A. de (2008). De kwaliteit van maatschappelijke verslagen in Nederland.

Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie vol. 82(12): 531 – 540.

Maas, V.S. (2011). Maatschappelijke prestaties van organisaties: van outputmeting naar impactmeting.

Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie vol. 85(11): 563 – 573.

Marrewijk, M. van (2003). Concepts and definitions of CSR and corporate sustainability: between agency and communion. Journal of Business Ethics vol. 44: 95 – 105.

Milne, J.M. en Gray, R. (2013). W(h)ither ecology? The triple bottom line, the Global Reporting Initiative, and corporate sustainability reporting. Journal of Business Ethics vol. 118: 13 – 29.

Moroney, R., Windsor, C., Aw, Y.T. (2012). Evidence of assurance enhancing the quality of voluntary environmental disclosures: an empirical analysis. Accounting & Finance vol. 52(3): 903 – 939.

Morzinski, J.A. en Montagnini, M.L. (2002). Logic modeling: a tool for improving educational programs. Journal of

Palliative Medicine vol. 5(4): 566 – 570.

Simnett, R., Vanstraelen, Al., Chua, W.F. (2009). Assurance on sustainability reports: an international comparison.

Accounting Review vol. 84: 937 – 967.

Sociaal-Economische Raad (2000). De winst van waarden. Advies over maatschappelijk ondernemen. Den Haag. Taylor, F.W. (1911). The principles of scientific management. New York: Harper.

Weber, M. (1948). The protestant ethic and the spirit of capitalism. New York: Scribner.

Weiss, A.P. (2007). Measuring the impact of medical research: moving from outputs to outcomes. American

Journal of Psychiatry vol. 164(2): 206 – 14.

Wet Milieubeheer (1979). Geraadpleegd op 6 december 2014 via http://wetten.overheid.nl/BWBR0003245/. W.K. Kellogg Foundation (2001). The logic model development guide. Geraadpleegd op 6 december 2014 via

http://www.epa.gov/evaluate/pdf/eval-guides/logic-model-development-guide.pdf

Wood, D.J. (2010). Measuring corporate social performance: a review. International Journal of Management

BIJLAGEN

Bijlage A - SER’s (2000, p. 87) beschrijving People, Planet en Profit

People: “De zorg voor People is zowel intern (op het eigen personeel) als extern (op de samenleving daarbuiten)

gericht. De sociale dimensie van maatschappelijk ondernemen begint met goede arbeidsverhoudingen en een stimulerend sociaal beleid dat ruimte biedt aan de inbreng en eigen verantwoordelijkheid van werknemers, de emplooibaarheid bevordert, ruimte biedt voor het combineren van arbeid- en zorgtaken en etnische minderheden in het arbeidsproces inschakelt. De sociale dimensie betreft niet alleen het werkklimaat binnen de poort maar ook de leefbaarheid buiten de poort, met inbegrip van het bijdragen aan de kwaliteit van de directe woon-, werk- en leefomgeving en het respecteren van mensenrechten en arbeidsnormen in andere landen. Van een sociaalbewust ondernemen kan worden gesproken wanneer de aandacht voor de sociale dimensie is geïntegreerd in de bedrijfsvoering en daarmee tot een (pro)actieve opstelling van de onderneming leidt. Daarbij hoort ook doorzichtigheid van ondernemershandelen.”

Planet: “Planet houdt in dat de zorg voor de natuurlijke leefomgeving wordt geïntegreerd in de bedrijfsvoering.

Dat vraagt om een (pro-)actieve opstelling van bedrijven ten aanzien van milieuvraagstukken. Strategisch bedrijfsmilieumanagement omvat mede integraal ketenbeheer (of, wat ruimer bezien, eco-efficiency: het leveren van goederen en diensten die menselijke behoeften vervullen, bijdragen aan de kwaliteit van het leven en tegelijkertijd steeds minder beslag leggen op grondstoffen en de opnamecapaciteit van het ecologisch systeem). Belangrijke voorwaarden voor het succesvol doorvoeren van eco-efficiënte verbeteringen door bedrijven zijn externe druk, de manoeuvreerruimte om te veranderen en de mogelijkheden om een competitief voordeel te behalen. De SER vindt dat het ondernemershandelen transparant moet zijn, zodat voor andere partijen inzichtelijk is op welke wijze een onderneming de milieubelasting tracht te minimaliseren.”

Profit: “Profit betreft de waardeschepping door het voortbrengen van goederen en diensten en door het scheppen

van werkgelegenheid en bronnen van inkomensverwerving. Winst vormt een uitdrukking van de maatschappelijke waardering voor de producten van de onderneming en voor de doelmatigheid waarmee productiefactoren worden ingezet. De gerichtheid op winst (op lange termijn) moet de financiële basis voor de continuïteit van de onderneming verschaffen. Profit vormt daarmee basis en randvoorwaarde voor het goed vormgeven van de twee andere dimensies van verantwoord ondernemen.”

Bijlage B - Weiss’ (2007, p. 207) ‘logic model’ voor medisch onderzoek Bijlage C - Morzinski en Montagnini’s (2002, p. 567) vier categorieën van ‘logic modeling’

Bijlage D - De selectie ondernemingen die zijn opgenomen in de sample

1 ABN AMRO Holding 35 Mourik

2 Agrifirm 36 Nederlandse Spoorwegen (NS)

3 Ahold 37 Nutreco

4 Akzo Nobel NV 38 Ordina

5 Alliander 39 Philips

6 ANWB 40 PLUS

7 ARCADIS 41 Pon

8 ASML 42 Port of Rotterdam

9 ASN Bank 43 PostNL

10 Attero 44 Rabobank

11 Ballast Nedam 45 ROCKWOOL Benelux

12 Bavaria 46 Roto Smeets Group

13 Beelen 47 Royal BAM Group

14 BNG Bank 48 Royal Dutch Shell

15 Boskalis 49 SBM Offshore

16 Bouwinvest 50 SNS Reaal Groep

17 Crown Van Gelder 51 Ten Cate

18 De Nederlandsche Bank 52 TenneT

19 Deloitte Netherlands 53 TMG

20 Delta Lloyd 54 TNT Express

21 DSM 55 Triodos Bank Internationaal

22 Forbo Flooring 56 Unica groep

23 FrieslandCampina 57 Unilever

24 Gemalto 58 UPC

25 GP Groot 59 USG People

26 Heijmans 60 Van Gansewinkel Group

27 Heineken N.V. 61 Van Lanschot

28 Holland Casino 62 Van Werven

29 HVC 63 Vesteda Investment Management

30 ING Group 64 Vodafone Netherlands

31 Jumbo 65 Wereldhave

32 Kendrion N.V. 66 Witteveen+Bos

33 KPN 67 Wolters Kluwer

34 MN 68 Zeeman

Bijlage E - De company names in Orbis van de geselecteerde ondernemingen

1 ABN AMRO GROUP N.V. 35 JOH. MOURIK & CO. HOLDING B.V. 2 KONINKLIJKE COOPERATIE AGRIFIRM U.A. 36 N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

3 KONINKLIJKE AHOLD NV 37 NUTRECO N.V.

4 AKZO NOBEL NV 38 ORDINA NV

5 ALLIANDER N.V. 39 KONINKLIJKE PHILIPS N.V.

6 ANWB B.V. 40 PLUS HOLDING B.V.

7 ARCADIS NV 41 PON HOLDINGS B.V.

8 ASML HOLDING N.V. 42 HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.

9 ALGEMENE SPAARBANK VOOR NEDERLAND -ASN BANK NV 43 POSTNL N.V.

10 ATTERO HOLDING N.V. 44 COOPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BOERENLEENBANK B.A

11 BALLAST NEDAM N.V. 45 ROCKWOOL BENELUX HOLDING B.V.

12 BAVARIA N.V. 46 ROTO SMEETS GROUP N.V.

13 BEELEN ACTIVITEITEN BEHEER B.V. 47 KONINKLIJKE BAM GROEP NV 14 BANK NEDERLANDSE GEMEENTEN NV, BNG 48 ROYAL DUTCH SHELL PLC 15 KONINKLIJKE BOSKALIS WESTMINSTER NV 49 SBM OFFSHORE N.V. 16 BOUWINVEST REAL ESTATE INVESTMENTMANAGEMENT B.V. 50 SNS REAAL NV

17 CROWN VAN GELDER N.V. 51 ROYAL TEN CATE NV

18 NEDERLANDSCHE BANK NV (DE) 52 TENNET HOLDING B.V.

19 DELOITTE HOLDING B.V. 53 TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.

20 DELTA LLOYD NV 54 TNT EXPRESS N.V.

21 KONINKLIJKE DSM N.V. 55 TRIODOS BANK NV

22 FORBO FLOORING B.V. 56 UNICA GROEP B.V.

23 ZUIVELCOOPERATIE FRIESLANDCAMPINA U.A. 57 UNILEVER GROUP

24 GEMALTO N.V. 58 UPC NEDERLAND B.V.

25 G.P. GROOT B.V. 59 USG PEOPLE N.V.

26 HEIJMANS NV 60 VAN GANSEWINKEL GROEP B.V.

27 HEINEKEN NV 61 VAN LANSCHOT NV

28 NATIONALE STICHTING TOT EXPLOITATIE VANCASINOSPELEN IN NEDERLAND 62 VAN WERVEN HOLDING B.V.

29 N.V. HVC 63 VESTEDA INVESTMENT MANAGEMENT B.V.

30 ING GROEP NV 64 VODAFONE LIBERTEL B.V.

31 JUMBO GROEP HOLDING B.V. 65 WERELDHAVE NV

32 KENDRION N.V. 66 WITTEVEEN+BOS N.V.

33 KONINKLIJKE KPN NV 67 WOLTERS KLUWER NV

34 MN SERVICES N.V. 68 ZEEMAN GROEP B.V.

Bijlage F - 'Environmental Impact Disclosure': de vragenlijst en codering voor de inhoudsanalyses van de duurzaamheidsverslagen

Vraag Codering

(1) Materialen

1 Wordt beschreven wat de doelstellingen omtrent

‘environmental impact’ bij materialen zijn? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 punt) 2 Wordt positieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent materialen beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 3 Wordt negatieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent materialen beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 4 Wordt positieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent materialen beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 5 Wordt negatieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent materialen beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 6 Wordt beschreven wat de onderneming doet om de

positieve ‘environmental impact’ van de onderneming omtrent materialen te vergroten?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

7 Wordt beschreven wat de onderneming doet om negatieve ‘environmental impact’ omtrent materialen te minimaliseren?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

(2) Energie

8 Wordt beschreven wat de doelstellingen omtrent

‘environmental impact’ bij energie zijn? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 punt) 9 Wordt positieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent energie beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 10 Wordt negatieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent energie beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

11 Wordt positieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent energie beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 12 Wordt negatieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent energie beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 13 Wordt beschreven wat de onderneming doet om de

positieve ‘environmental impact’ van de onderneming omtrent energie te vergroten?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

14 Wordt beschreven wat de onderneming doet om negatieve ‘environmental impact’ omtrent energie te minimaliseren?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

(3) Water

15 Wordt beschreven wat de doelstellingen omtrent

‘environmental impact’ bij water zijn? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 punt) 16 Wordt positieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent water beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 17 Wordt negatieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent water beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 18 Wordt positieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent water beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 19 Wordt negatieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent water beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 20 Wordt beschreven wat de onderneming doet om de

positieve ‘environmental impact’ van de onderneming omtrent water te vergroten?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

21 Wordt beschreven wat de onderneming doet om negatieve ‘environmental impact’ omtrent water te minimaliseren?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

(4) Emissies

22 Wordt beschreven wat de doelstellingen omtrent

‘environmental impact’ bij emissies zijn? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 punt) 23 Wordt positieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent emissies beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 24 Wordt negatieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent emissies beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 25 Wordt positieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent emissies beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 26 Wordt negatieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent emissies beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 27 Wordt beschreven wat de onderneming doet om de

positieve ‘environmental impact’ van de onderneming omtrent emissies te vergroten?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

28 Wordt beschreven wat de onderneming doet om negatieve ‘environmental impact’ omtrent emissies te minimaliseren?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

(5) Afval

29 Wordt beschreven wat de doelstellingen omtrent

‘environmental impact’ bij afval zijn? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 punt) 30 Wordt positieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent afval beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 31 Wordt negatieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent afval beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 32 Wordt positieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent afval beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

33 Wordt negatieve indirecte ‘environmental impact’ van de onderneming omtrent afval beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 34 Wordt beschreven wat de onderneming doet om de

positieve ‘environmental impact’ van de onderneming omtrent afval te vergroten?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

35 Wordt beschreven wat de onderneming doet om negatieve ‘environmental impact’ omtrent afval te minimaliseren?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

(6) Algemeen

36 Wordt beschreven wat de doelstellingen omtrent ‘environmental impact’ bij afval zijn?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 punt) 37 Wordt positieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent afval beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 38 Wordt negatieve directe ‘environmental impact’ van

de onderneming omtrent afval beschreven?

- Nee (0 pnt)

- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 39 Wordt positieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent afval beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 40 Wordt negatieve indirecte ‘environmental impact’

van de onderneming omtrent afval beschreven? - Nee (0 pnt)- Ja, alleen benoemd (1 pnt) - Ja, objectief en meetbaar (2 pnt)

- Ja, objectief en meetbaar en vergelijkbaar (3 pnt) 41 Wordt beschreven wat de onderneming doet om de

positieve ‘environmental impact’ van de onderneming omtrent afval te vergroten?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

42 Wordt beschreven wat de onderneming doet om negatieve ‘environmental impact’ omtrent afval te minimaliseren?

- Nee (0 pnt) - Ja (1 pnt)

- Ja, benoemd en de impact van de activiteiten wordt beschreven (2 pnt)

Bijlage G - Voorbeelden van de inhoudsanalyses van de duurzaamheidsverslagen

Wordt beschreven wat de doelstellingen omtrent ‘environmental impact’ zijn? (1 pnt) Effectievere grondstofketens door verminderen van de hoeveelheid afval

Heijmans, p. 18

Wordt positieve directe ‘environmental impact’ van de onderneming beschreven? (1 pnt)

Ballast Nedam operates in a number of specialized ares in the market segment for reusable materials that require cleaning

Ballast Nedam, p. 36

Wordt negatieve directe ‘environmental impact’ van de onderneming beschreven? (3 pnt) Tabel geëmitteerd versus vermeden CO2

HVC, p. 51

Wordt positieve indirecte ‘environmental impact’ van de onderneming beschreven? (3 pnt) Tabel geëmitteerd versus vermeden CO2

HVC, p. 51

Wordt negatieve indirecte ‘environmental impact’ van de onderneming beschreven? (1 pnt)

Heijmans voert ook jaarlijks ketenanalyses uit. Voor de inkoop van betonmortel door Wegen en Civiel worden de mogelijkheden onderzocht om minimaal 50% van het volume in te gaan kopen CO2-arme bindmiddelen en/of minimaal 20% secundaire materialen.

Heijmans, p. 22

Wordt beschreven wat de onderneming doet om de positieve ‘environmental impact’ van de onderneming te vergroten? (2 pnt)

Vermeden CO2-emissie 26 kton

HVC, p. 5.

Wordt beschreven wat de onderneming doet om negatieve ‘environmental impact’ te minimaliseren? (1 pnt) Duurzaamheid een rol laten spelen in de keten. 60-70% van de omzet is ingekocht in de vorm van diensten of producten. Door duurzaamheid een rol te laten spelen wordt impact gecreëerd in de gehele keten.

Bijlage H - Variabele 'bedrijfstak': de US SIC en SBI2008 codes in Orbis van de geselecteerde ondernemingen

1 US SIC 6021 National commercial banks

2 SBI2008 8110 Combined facilities support activities 3 US SIC 5411 Grocery stores

4 US SIC 2834 Pharmaceutical preparations 5 SBI2008 3512 Transmission of electricity

6 SBI2008 7990 Other reservation service and related activities 7 US SIC 8711 Engineering services

8 US SIC 3674 Semiconductors and related devices 9 US SIC 6035 Savings institutions, federally chartered

10 SBI2008 35111 Production of electricity by thermal, nuclear and thermal power 11 US SIC 1629 Heavy construction, not elsewhere classified

12 SBI2008 1107 Manufacture of soft drinks; production of mineral waters and other bottled waters 13 SBI2008 6420 Financial holdings

14 US SIC 6111 Federal and federally-sponsored credit agencies 15 US SIC 1629 Heavy construction, not elsewhere classified 16 SBI2008 6420 Financial holdings

17 US SIC 2621 Paper mills

18 US SIC 6011 Federal reserve banks 19 SBI2008 69202 Accounting consultants

20 US SIC 6712 Offices of bank holding companies

21 US SIC 2899 Chemicals and chemical preparations, not elsewhere specified manufacturing 22 SBI2008 2223 Manufacture of builders' ware of plastic

23 SBI2008 1051 Manufacture of dairy products (excl. ice cream) 24 US SIC 7371 Computer programming services

25 SBI2008 45192 Trade and repair of heavy commercial vehicles (no import of new) 26 US SIC 1522 General contractors- residential buildings, other than single-family 27 US SIC 2082 Malt beverages

28 SBI2008 92001 Gambling and gaming (no amusement machines) 29 SBI2008 3821 Treatment and disposal of non-hazardous waste 30 US SIC 6712 Offices of bank holding companies

31 SBI2008 4711 Supermarkets and such with a general assortment of food and drink