• No results found

6. Conclusie

6.1 Beperkingen en suggesties voor verder onderzoek

Het unieke aan dit onderzoek is dat het de eerste keer is dat de drie perspectieven (complementair, substitutie, interactie) van de control-trust nexus gecombineerd onderzocht zijn middels een experiment. Behalve het feit dat niet gebruik is gemaakt van een reeds bestaand experimenteel ontwerp maar een geheel nieuw experiment is ontworpen dat voldoet aan de doelen van het onderzoek en data van eerste hand verzameld is, is er ook gebruik gemaakt van triangulatie om de gevonden relaties stevig te testen, hiertoe zijn twee verschillende vragenlijsten gebruikt. Daarnaast is gebruik gemaakt van complexe statistische testen om de robuustheid van de gevonden relaties te waarborgen (Ancova’s en regressie analyses).

Een mogelijke beperking van het gebruiken van experimenteel onderzoek onder studenten is dat zij anders kunnen reageren dan mensen in het bedrijfsleven. Echter in dit geval gaat het om studenten die zelf ook in het bedrijfsleven functioneren als auditor of controller en dus vanuit hun

praktijkervaring beredeneren en een goede afspiegeling weergeven van de maatschappij.

Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat studenten mogelijk terughoudend hebben gereageerd uit angst dat hun reactie openbaar zou worden. Eén van de studenten stelde de vraag waarom het nodig is dat zij hun naam en studentnummer moeten vermelden, het was duidelijk dat zij zich hier

41 ongemakkelijk bij voelde. Ook bleek achteraf dat 2 studenten hun studentnr. en naam niet hebben vermeld.

De resultaten uit de experimenten zijn getest door zogenaamde exit-tests, slechts in het geval van hypothese 1 werd ondersteuning gevonden voor het experiment door de vragenlijsten. Ondanks dat de resultaten zijn getest door 2 exit vragenlijsten zijn en de respondenten in verschillende

bedrijfstakken en bedrijfsgrootte functioneren, zijn de resultaten beperkt te generaliseren zoals met alle experimenten en dient het experiment vaker herhaald te worden met een grotere steekproef.

Daarnaast is in dit onderzoek uitgegaan van gelijke posities en gelijke kansen voor alle deelnemers, terwijl in een echte situatie vaak verschil in power is. Er is een andere dynamiek wanneer een groot bedrijf of een krachtig bedrijf met een kleiner of minder krachtig bedrijf onderhandeld over een samenwerking. Van alle variabelen die geïdentificeerd zijn als een factor van onderhandeling is power de belangrijkste (De Dreu & Van Kleef, 2004; in Abbeele, 2006). Partners met minder power neigen om lagere verwachtingen te hebben, eisen minder, maken meer concessies en verdienen vaak minder dan degene met meer power (Pruitt & Carnevale, 1993; in Abbeele, 2006).

In toekomstig onderzoek zou gekeken kunnen worden wat de invloed is van informatie vooraf. Het zou interessant zijn om te testen of het toevoegen van relevante informatie over de partner tot een significant verschil leidt in gedrag ten opzichte van een partner waarover vooraf weinig bekend is. En wat zou het effect zijn als men moet betalen voor de informatie. Hoeveel respondenten zouden willen betalen voor informatie over de partner die voor een x percentage correct is en welke gevolgen dit heeft op de samenwerking.

Het is aannemelijk dat respondenten anders reageren als er meer op het spel staat, dus als de inzet wordt verhoogd. Voor sommige mensen zal het besluit om wel of niet opportunistisch te zijn afhangen van de hoogte van de mogelijk te behalen winst. Dit zou getest kunnen worden door de winst uit opportunisme te verdubbelen en te vergelijken met de control groep. Het is bekend dat mensen anders reageren op monetary beloningen, door het inzetten van echt geld is het mogelijk om realistischere nabootsing te creëren van de werkelijkheid.

Ten slotte is het goed om te kijken of de onderzoeksresultaten uit dit onderzoek zouden blijven staan als er geen outside option was, dus geen derde partij waarmee eventueel zaken gedaan kan worden. Dan zou de deelnemer aan het experiment geen opportunisme meer kunnen vertonen maar nog steeds een keuze uit coöperatief en non-coöperatief gedrag. Het is de vraag of het uitschakelen van

42 de outside optie leidt tot meer samenwerking. Het is interessant om dit te onderzoeken want in de empirie zijn er markten met slechts een klein beperkt aantal bedrijven, waardoor partijen min of meer op elkaar aangewezen zijn. Het hebben van een alternatieve onderhandelingspartner verlaagt de afhankelijkheid van de andere en verzwakt simultaan de positie van de andere partij (Thibaut en Kelley, 1959; Emerson, 1962, in Abbeele, 2006).

43

Bibliografie

Abbeele, A, (2006), Management control of interfirm relations: the role of information, KU Leuven, nr 229 Anderson, SW., & Sedatole. K.L. (2003) Management Accounting for the extended enterprise: Performance

management for strategic alliances and networked partners. In management accounting in the digital economy, ed. A. Bhimani, 36-73, Oxford, UK: Oxford University Press.

Baker, D. F. (2008), "Peer Assessment in small Groups: a Comparison of Methods", Journal of Management

Education, 32 (2), 183–209.

Barnoussi, A.Z. (2015) Leidt meer beheersing tot meer vertrouwen in interfirm relaties

Barua, A., P. Konana, A. B. Whinston, and F. Yin. 2004. An empirical investigation of net-enabled

business value. MIS Quarterly 28 (4): 585–620.

Chow, I. H. (2008) “How Trust Reduces Transaction Costs and Enhances Performance in China’s Business” SAM Advanced Management Journal, pp. 25-34

Coletti A, Sedatole K. & Towry K.L. (2005). The effect of control on trust and cooperation in collaborative

environments, The Accounting Review, 80(2), pp 477-500

Das, T. K., & Teng, B. (2001). Trust, Control, and Risk in Strategic Alliances: An Integrated Framework.

Organization Studies, pp. 251-283.

Dekker, H.C. (2003a), Value chain Analysis in interfirm relationships; a field study. Manangement Accounting

Research, 14(1), pp 1-23

Dekker, H. C. (2004). Control of inter-organizational relationships: Evidence on appropriation concerns and

coordination requirements. Accounting, Organizations and Society, 29, 27–49.

Enzle, M.E. en S.C. Anderson (1993), Surveillant intentions and intrinsic motivation. Journal of Personality and

Social Psychology, 64, 257-266.

Grossman, M. (2004). The role of trust and collaboration in the Internet-enabled supply chain.

Journal of American Academy of Business 5 (2): 391–96.

Gulati, R., and H. Singh. (1998). The architecture of cooperation: Managing coordination costs and

appropriation concerns in strategic alliances. Administrative Science Quarterly 43 (4): 781–814.

Elkouri, F en Elkouri E, (1985), How Arbitration Works Washington, DC: Bureau of National Affairs.

Hatzakis, T. (2009) “Towards a Framework of Trust Attribution Styles” British Journal of Management, 20, pp. 448-460

Hopwood, A.G. (1996). Looking across rather than up and down: on the need to explore the lateral processing of

information. Accounting, Organizations and Society, 21, 589-590.

Ittner C.D. & Larcker D.F. (2001). Assessing empirical research in managerial accounting: a value-based

management perspective. Journal of Accounting and Economics, 32, pp 349-410

Jap, S. D. Anderson, E. (2003) “Safeguarding Interorganizational Performance and Continuity Under Ex Post Opportunism” Management Science, 49, 12, pp. 1684-1701

Kerr en Kaufman-Gilliland, (1994), Communication, commitment, and cooperation in social dilemmas, Journal

of Personality and social Psychology, 66, 513-529

Lau, E. Rowlinson, S. (2009) “Interpersonal trust and inter-firm trust in construction projects” Construction Management and Economics, 27, pp. 539-554

44 Langfield-Smith, K. (2008) “The relations between transactional characteristics, trust and risk in the start-up

phase of a collaborative alliance” Management Accounting Research, 19, pp. 344-364

Lindenberg, S. (2000), it takes both trust and lack of mistrust the workings of cooperation and relational

signaling in contractual relationships, Journal of Management and Goverannce, 4.

Mayer R.C., Davis and Schoorman, (1995), An integrative model of orgnaizaltional trust, Academy of

Management Review, 20

Nicolaou A.I., Sedatole, K.L., Laknton, N.K, (2011) Integrated Information Systems and Alliance Partner Trust,

Contemporary Accounting Research Vol. 28 No. 3

Nooteboom, B (1997) “Grondslagen en grenzen van vertrouwen” Filosofie in bedrijf, 25, pp. 7-14

Powell, W., K. Koput, and L Smith-Doerr (1996), Interoganizational collaboration and the locus of innovation,

Administrative science quarterly, 41, 116-145

Sprinkle G.B. (2003). Perspectives on experimental research in managerial accounting. Accounting,

Organisations and Society, 28 (2-3), pp 287-318

Tomkins, C. (2001). Interdependencies, trust and information in relationships, alliances, and networks.

Accounting, Organizations and Society, 26, 161-191

Verricourt, k. Jain, N. Bearden, A. Fillopwicz, 2013, Sex, Risk and the newsvendor, Journal of operations management, volume 31, issues 1-2.

Vlaar, P.W.L., Van Den Bosch, Frans, A.J. & Volberda, H.W. (2006). Vertrouwen, formalisering en prestaties

in inter-organisatorische relaties: Naar een integraal raamwerk. MAB, 80, pp. 17-25.

Vlosky, R. P., D. T. Wilson, and R. B. Vlosky. 1997. Closing the inter-organizational information systems relationship satisfaction gap. Journal of Marketing Practice 3 (2): 75–86.

Vosselman, E. en J. Van der Meer-Kooistra, (2000). Management control of interfirm transactional

relationships: The case of industrial renovation and maintenance. Accounting, Organizations and Society, 25.

Vosselman, E. & J. van der Meer-Kooistra, (2009a). Accounting for control and trust building in interfirm

transactional relationships, Accounting, Organizations and Society, 34

Vosselman, E. & J. van der Meer-Kooistra, (2009b). Accounting, beheersing en de opbouw van vertrouwen in

uitbestedingsrelaties, MAB 83, pp. 301-308

Wang, E. T. G., and H. L. Wei. (2007). Inter-organizational governance value creation: Coordinating

for information visibility and flexibility in supply chains. Decision Sciences 38 (4): 647–74.

Woolthuis, Hillebrand en B. Nooteboom, (2005), Trust, contract and relationship development, in: Organization

Studies, vol. 26, pp. 813-840.

E.S.M. Zasada, 2013, Het meten van vertrouwen tussen organisaties, Open Universiteit, Faculteit Managementwetenschappen.

45