• No results found

Beperkingen en Aanbevelingen voor Vervolgonderzoek

In het huidige onderzoek was er slechts beperkte tijd beschikbaar voor de dataverzameling door het relatief laat beschikbaar komen van de nieuw ontwikkelde versie van Breindebaas en de enigszins moeizame werving van respondenten. Ondanks de kleine respondentengroep, is er een goede eerste indruk ontstaan van de validiteit en betrouwbaarheid. Volgens de central limit theorem zal een grotere groep respondenten (N > 30) de kans op normaliteit laten toenemen (Field, 2018). Dit geeft dan een betere weerspiegeling van de populatiegemiddelden. Het is daarom aanbevelingswaardig om de psychometrische kwaliteiten van Breindebaas en andere toepassingsvormen van de AAT bij mensen met een LVB en een stoornis in alcoholgebruik in vervolgonderzoek bij een grotere respondentengroep te gaan beoordelen.

Bij de meeste respondenten is het gelukt om de test-hertest-periode van een week te handhaven. Bij drie respondenten was de periode tussen de twee metingen, door persoonlijke omstandigheden bij de respondent, opgelopen tot respectievelijk 9, 12 en 14 dagen. Hoewel die periode van een week overeenkwam met de onderzoeken van Eide et al. (2002) en Reinecke et al. (2015), zijn er ook studies die een langere periode dan een week hanteren zoals het

onderzoek van Brown et al. (2014). In die onderzoeken wordt niet ingegaan op de rationale van de test-hertest-periode. Het lijkt vooral voor de hand te liggen dat er geen lange periode tussen mag liggen waarin er te veel verandert voor respondenten, waardoor er mogelijk andere

resultaten naar voren komen in de tweede meting, en dat het tijdsinterval bij iedere respondenten ongeveer hetzelfde is.

Een technische tekortkoming van de app Breindebaas is het gegeven dat de

taakvariabelen (veegrichting en dranktype) niet evenredig verdeeld zijn per meting van tachtig afbeeldingen. Over vier taakvariabelen is het wenselijk dat er twintig afbeeldingen per

taakvariabele getoond worden. Voorafgaand aan het onderzoek was dit ook de bedoeling. Pas tijdens de fase van dataverzameling werd duidelijk dat dit niet het geval is. De hoeveelheid afbeeldingen van de taakvariabelen schommelen rond de 20 met enkele uitschieters van 14 tot 26 afbeeldingen per variabele. Hoewel het totaal altijd op tachtig afbeeldingen ligt, en per blok op veertig, worden de taakvariabelen in willekeurige frequentie getoond.

Daarnaast kwam het een aantal keren voor dat een afbeelding met gelijke instructie (bijvoorbeeld benader alcohol) meer dan drie keer achter elkaar getoond werd. Hierdoor ontstaat het risico dat respondenten steeds sneller gaan reageren door gewenning en een foutieve

32 veegrichting uitvoeren zodra een afbeelding verschijnt van een omgekeerde instructie (zoals vermijd non-alcohol). Hoewel dit slechts enkele keren voorkwam, gaat dit ten koste van de validiteit en betrouwbaarheid van de meting. Overigens werden te snelle reacties en foutieve veegrichtingen verwijderd en vervangen door gecorrigeerde data. Bij een toekomstige update van Breindebaas dient het algoritme gewijzigd te worden zodat maximaal driemaal achter elkaar het dranktype met gelijke instructie getoond wordt en dat de aangeboden taakvariabelen in een evenredig verdeelde hoeveelheid afbeeldingen voorkomt.

Een andere technische tekortkoming zorgde ervoor dat bij twee respondenten de tweede meting herhaald moest worden wegens problemen met de data-opslag in de back-end van Breindebaas. Bij één respondent vond die hernieuwde meting direct na de mislukte meting plaats, bij de ander een week later. Doordat er geen verschil is in CoV van de gehele groep bij beide meetmomenten is het oefeneffect in meting 2 ten opzichte van meting 1 uitgesloten.

Eerdere pogingen om ook de niet-alcoholhoudende dranken te personaliseren strandden op foutmeldingen in de app. Daarom zijn de niet-alcoholhoudende dranken niet gepersonaliseerd. De app blijkt nog onvoldoende gebruiksvriendelijk om personalisatie van de afbeeldingen in bijzijn van een cliënt op een juiste manier in te voeren. Er wordt verondersteld dat personalisatie van de niet-alcoholhoudende dranken kan bijdragen aan een betere

betrouwbaarheid.

Om de interne consistentie te kunnen toetsen in vervolgonderzoek is het van belang dat Breindebaas wordt aangepast door iedere afbeelding minimaal twee keer aan te bieden: een keer met de vermijdingsinstructie en een keer met een toenaderingsinstructie. Dit is ook gedaan in ander onderzoek (Kersbergen, Woud, & Field, 2015; Van Duijvenbode et al., 2016). Op deze wijze kunnen de bias-scores (verschilscores tussen vermijd- en benaderopdrachten) per

afbeelding getoetst worden op interne consistentie. Hiermee kan de variatie in de sterkte van de cognitieve vertekeningen binnen één persoon en meting beoordeeld worden. Daarbij is het ook aan te raden om de afbeeldingen met persoonlijke drinkvoorkeuren zelfs vaker dan twee keer aan te bieden, zodat de personalisatie ook specifiek op merk, niet alleen op dranktype, toegepast wordt. Het ligt in de lijn der verwachting dat de test-hertestbetrouwbaarheid dan verder toeneemt.

Om een beter beeld te krijgen van de invloed van craving op automatische actietendensen, zijn manieren die op een objectieve manier craving kunnen meten aan te bevelen waarbij respondenten geworven worden die ook daadwerkelijk craving hebben en herkennen. Een voorbeeld hiervan is een biosensor, gecombineerd met een smartphone-app, die de fysiologische verschijnselen van craving meet (Van Lier et al., 2017).

33 Tot slot wordt aangeraden om te onderzoeken wat de effecten zijn van de

trainingsvariant van Breindebaas op het drinkgedrag van mensen met LVB, de zogenaamde cognitive bias modification. Uit enkele bronnen blijkt dat de trainingsversie van de AAT bij mensen zonder LVB kan bijdragen in afname van alcoholgebruik en de kans op terugval verkleint (Eberl et al., 2013; Wiers & Salemink, 2015). Hierbij worden in herhaalde trainingssessies met Breindebaas alle afbeeldingen van alcohol weggeveegd en alle niet-alcoholhoudende dranken naar zich toe geveegd. Op die manier kunnen de impliciete hersenprocessen die gericht zijn op automatische toenaderingsacties naar alcohol rechtstreeks beïnvloed worden zodat die

toenaderingsacties verminderen of zelfs verdwijnen met als gevolg een afname van alcoholconsumptie.