• No results found

5. Conclusie en aanbevelingen

5.4. Beperkingen en aanbevelingen

Tijdens het uitvoeren van dit onderzoek kwamen enkele beperkingen naar voren, waardoor het van belang is dat de verkregen resultaten met enige bedachtzaamheid worden geïnterpreteerd. Bovendien werden de vragenlijsten ingevuld op basis van een zelfrapportage, waardoor er een mogelijke invloed is van sociaal wenselijke antwoorden of telescoping. Dit laatste verwijst naar de aanwezigheid van geheugenfouten, waarbij respondenten een gebeurtenis vergeten zijn of deze gebeurtenis verkeerd situeren in de tijd. Bijgevolg kan een verkeerd referentiekader ontstaan, wat tevens een invloed zal uitoefenen op de verkregen resultaten (Billiet & Waege, 2010; Verstraete, Maes & Hublet, 2008). Ook de beperkte wendbaarheid van de websurvey gaat gepaard met een geringe diepgang, waardoor slechts een beperkt beeld wordt verkregen van deze online gedragingen (Hardyns, 2019). Derhalve wordt aangeraden om in vervolgonderzoek de zelfrapportagelijsten te combineren met interviews, zodat een grotere diepgang en bijgevolg helderheid wordt verkregen.

De resultaten die in deze studie werden bekomen, kennen namelijk geen veralgemeenbaarheid. Een steekproef is slechts representatief als de omvang en de samenstelling ervan toelaten om de resultaten te veralgemenen naar de ruimere populatie (Billiet & Waege, 2010). Hoewel de samenstelling werd bekomen via een randomisatie, kan toch worden vastgesteld dat bepaalde groepen respondenten vaker gerepresenteerd worden. Een voorbeeld om dit te staven betreft de verdeling van de steekproef over de verschillende onderwijstypes. Een kleine meerderheid volgt namelijk een richting binnen het onderwijstype van het ASO, wat vaak gepaard gaat met een positief schoolklimaat. De ervaring van het schoolklimaat wordt tevens beïnvloed door het geslacht van de respondent, waarbij onderzoek aantoont dat meisjes het schoolklimaat positiever ervaren dan jongens. Ook in de gerealiseerde steekproef van deze studie zijn meisjes sterker gerepresenteerd dan jongens. Bijgevolg is het mogelijk dat dit ertoe heeft geleid dat een hogere correlatie werd teruggevonden inzake de invloed van de school op het daderschap van jongeren inzake cyberpesten en sexting dan in de algemene populatie aanwezig is. Het eerder beperkte aantal bereikte respondenten heeft er eveneens toe geleid dat de resultaten van dit onderzoek niet te veralgemenen zijn naar de algemene populatie.

36

6. Bibliografie

Albury, K. (2015). Selfies, Sexts, and Sneaky Hats: Young People’s Understandings of Gendered Practices of Self-Representation. International Journal of Communicatio, 9. Geraadpleegd van https://ijoc.org/index.php/ijoc/article/viewFile/3132/1396

Baelden, D. (2013). Jongeren en sociale media: input voor sensibiliseringsacties rond privacy geletterdheid (Rapport voor EMSOC, User Empowerment in a Social Media Culture ed.).

Barrense-Dias, Y., Berchtold, A., Suris, J.-C., & Akre, C. (2017). Sexting and the definition issue. Journal of Adolescent Health.

Billiet, Jaak. 2010. ‘De selectie van de eenheden: -steekproeven’. in Een samenleving onderzocht: Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Antwerpen: De Boeck.

Binik, Y. M., Mah, K., & Kiesler, S. (1999). Ethical issues in conducting sex research on the Internet. The journal of Sex Research, 82(85).

Cook, C.R., Williams, K.R., Guerra, N.G., Kim, T.E., & Sadek, S. (2010). Predictors of bullying and victimization in childhood and adolescence: A meta-analytic investigation. School Psychology Quarterly, 25(2), 65-83

Dejonckheere, Peter. 2017. Internetgebruik bij kinderen en jongeren. https://ontwikkelingspsychologie1.files.wordpress.com

Döring, N. (2014). Consensual sexting among adolescents. Risk prevention through abstinence education or safer sexting. Cyberpsychology: Journal of Psychosocial Research on Cyberspace, 8(1, artikel 9).

Drouin, M., Ross, J., & Tobin, E. (z.d.). Sexting: A new, digital vehicle for intimate partner aggression? Computer in Human Behavior, 50(0).

Englander, E. K. (2015). Coerced sexting and revenge porn among teens. Bullying, Teen Aggression & Social Media.

Gabriels, K. (2016). Onlife. Lannoo.

Gordon-Messer, D., Bauermeister, J. A., Grodzinski, A., & Zimmerman, M. (2013). Sexting Among Young Adults. Journal of Adolescent Health, 52(3), 301–306.

37 Huyghebaert, P. (2017, oktober 10). Zo voorkom je dat je slachtoffer wordt van sexting

misbruik.

Kosenko, K., Luurs, G., & Binder, A. R. (2017). Sexting and sexual behavior, 2011-2015: A critical review and meta-analysis of a growing literature. Journal of Computer

Mediated Communication, 22(3), 141–160.

Kowalski, R.M., Limber, S.P., & Agatston, P.W. (2008). Cyber bullying: bullying in the digital age. Malden: Blackwell Publishing

Lembrechts, L. (2011). Cyberpesten: als de grenzen van de echte en de virtuele wereld vervagen. Panopticon, 6, 21-35.

Lenhart, A. (2009). Teens and sexting: How and why minor teens are sending sexually suggestive nude of nearly nude images via text messaging? Washington: Pew Research Center.

Lippman, J. R., & Campbell, S. W. (2014). Damned if you do, damned if you don’t... if you’re a girl: Relational and normative contexts of adolescent sexting in the United States. Journal of Children and Media, 8(4), 371–386.

Mediaraven, & LINC. (2016). Onderzoeksrapport Apestaartjaren 6. Gent: Mediaraven. Mediawijs. (2019). Dossier: Cyberpesten. Geraadpleegd van

https://mediawijs.be/dossiers/dossier-cyberpesten

Mediawijs, & Mediaraven. (2018). Apestaartjaren: de digitale leefwereld van kinderen en jongeren. Gent: Mediaraven.

MIOS. (2013). DICA-studie: Developmental Issues in Cyberpesten among Adolescents. Antwerpen: MIOS

Monks, C.P., & Coyne, I. (2011). Bullying in different contexts. Cambridge: Cambridge University Press

Naezer, M. M., & Krebbekx, W. (2019). Sexting vanuit het perspectief van jongeren: Lessen voor de professionele praktijk. Tijdschrift voor Seksuologie, 43(2), 86–91.

Qing, L. (2006). Cyberpesten in Schools: A research of Gender Differences. School Psychology International, 27(2).

Ryoo, J. H., Wang, C., & Swearer, S. M. (2015). Examination of the change in latent statuses in bullying behaviors across time. 30(1), 105–122.

38 Sedee, M. (2017). Hoe behoed je je kind voor sexting en cyberpesten?. Geraadpleegd van

https://www.nrc.nl/nieuws/2017/11/21/hoe-behoed-je-je-kind-voor-sexting-en cyberpesten-14125579-a1582025

Sensoa. (z.d.-a). Cyberpesten. Geraadpleegd van

https://www.seksualiteit.be/voorlichting/jongeren-online/cyberpesten Sensoa. (z.d.-b). Waarom doet iemand aan cyberpesten? Geraadpleegd van

https://www.allesoverseks.be/waarom-doet-iemand-aan-cyberpesten

Smith, P.K., Mahdavi, J., Carvalho, M., Fisher, S., Russell, S., & Tippett, N. (2008). Cyberbullying: its nature and impact in secondary school pupils. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 49(4), 376-385.

Sue, V. M., & Ritter, L. A. (2007). Conducting Online Surveys. SAGE Publications, INC. Symons, K., Ponnet, K., Walrave, M., & Heirman, W. (2017). Jongeren Online!

Onderzoeksresultaten. Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen - Odisee.

Temple, J. R., & Choi, H. (2014). Longitudinal association between teen sexting and sexual behavior. Pediatrics, 134(5), e1287–e1292.

Van Malderen, S. (2019, februari 6). “Ik werd in de val gelokt door klasgenote”: Megan vertelt in kortfilm hoe die ene naaktfoto haar leven veranderde. Het Laatste Nieuws. Van Ouytsel, J., Van Gool, E., Walrave, M., Ponnet, K., & Peeters, E. (2017). Sexting:

Adolescents’ perceptions of the applications used for, motives for, and consequences of sexting. Journal of Youth Studies, 20(4), 446–470.

Van Ouytsel, J., Walrave, M., Ponnet, K., Heirman, W., & d’Haenens, L. (2014). Prevalentie van sexting bij Vlaamse jongeren: een verkennende studie. Tijdschrift voor

orthopedagogiek, kinderpsychiatrie en klinische kinderpsychologie, 39(4), 114–126. Vanbuel, V., & Van laere, M. (2006). Cyberpesten: de eerste lijn. Klasse voor leerkrachten,

23, 50.

Vandebosch, H., & Cleemput, K. (2008). Defining cyberpesten: a qualitative research into the perceptions of youngsters. Cyberpsychology & behavior, 11(4), 499–503.

Vandebosch, H., Van Cleemput, K., Mortelmans, D., & Walrave, M. (2006). Cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Brussel: viWTA.

39 Vandebosch, H., Poels, K., Van Cleemput, K., Bastiaensens, S., Debourdeaudhuij, I., DeSmet, A., De Troyer, O., Van Broeckhoven, F., Gutierrez, E., Samyn, K., Van Hoecke, S., & Janssens, O. (2012). Zes jaar onderzoek naar cyberpesten in Vlaanderen, België en daarbuiten: Een overzicht van de bevindingen (Friendlu ATTAC). MIOS, Fysieke activiteit, fitheid en gezondheid, WISE, ELIT.

Vanden Abeele, M., Campbell, S. W., Eggermont, S., & Roe, K. (2014). Sexting, Mobile Porn Use, and Peer Group Dynamics: Boys’ and Girls’ Self-Perceived Popularity, Need for Popularity, and Perceived Peer Pressure. Media Psychology, 17(1), 6–33. Vissenberg, J., & d’Haenens, L. (2020). Online risico’s en weerbaarheid. EU Kids Online

2020: Resultaten uit Vlaanderen. Instituut voor Mediastudies.

Walrave, M., Demoulin, M., Heirman, W., & Perre, A. (2009). Cyberpesten: pesten in bits & bytes. Brussel: Internet Rights Observatory.

Walrave, M., Ponnet, K., Van Ouytsel, J., Van Gool, E., Heirman, W., & Verbeek, A. (2015). Whether or not to engage in sexting: Explaining adolescent sexting behaviour by applying the prototype willingness model. Telematics and Informatics, 32(4), 796– 808.

Willard, N. (2007). Cyberpesten and cyberthreats. Responding to the challenge of online social aggression, threats, and distress. Verenigde staten: Research Press Inc.

40

7. Bijlagen

7.1. Wetenschapspopulariserende samenvatting

Cyberpesten en sexting, online fenomenen die hand in hand gaan.

In welke mate gaan cyberpesten en sexting met elkaar in relatie? Uit onderzoek bij Vlaamse jongeren met een leeftijd tussen 12 en 18 jaar blijkt het daderschap van cyberpesten en sexting wel degelijk een verband te kennen. Zo is er sprake van een gemeenschappelijk profiel alsook gemeenschappelijke risico- en beschermingsfactoren. Onderzoeksdoel en methodologie

Het doel van dit onderzoek bestaat uit het achterhalen van de wisselwerking tussen de online fenomenen cyberpesten en sexting. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag opgesteld: “In welke mate gaan cyberpesten en sexting met elkaar in relatie?”.

Resultaten

Profiel dader van cyberpesten en sexting

Cyberpesten en sexting zijn fenomenen die alsmaar meer in de samenleving voorkomen, waarbij het voornamelijk wordt doorgevoerd door jongeren met een leeftijd van 16 tot 18 jaar. Jongens geven vaker dan meisjes aan dat zij ooit al dader zijn geweest van cyberpesten. In het kader van sexting blijken de meisjes dan weer vaker dader te zijn geweest. Een laatste belangrijke karaktereigenschap van de dader is het aantal uur deze op sociale media spendeert, aangezien intensieve internetgebruikers het vaakste dader worden van beide gedragingen. Het gebrek aan fysiek contact en verveling

Een sterke meerderheid van de respondenten geeft aan dat het gebrek aan fysiek contact een belangrijke motivator is om gedragingen zoals cyberpesten en sexting te stellen. De grote afstand en het gevoel van onzichtbaarheid zorgen er namelijk voor dat de gevolgen niet direct zichtbaar zijn en dat het makkelijker is om de emoties en verlangens te uiten. Daarnaast is ook het opzoeken van sensatie en tijdverdrijf een belangrijke motivator, aangezien jongeren die aan cyberpesten en sexting doen vaak een adrenalineopstoot ervaren en hierdoor verveling tegengaan.

Zelfcontrole en controle door de omgeving

De daders van cyberpesten en sexting in dit onderzoek beschikken in een beduidend mindere mate over zelfcontrole. Dit zorgt er dan ook voor dat deze personen minder snel zullen nadenken over de inhoud van de boodschap die zij willen overbrengen. Ook in het kader van de deelname aan sexting zullen zij minder vaak stilstaan bij de mogelijke gevolgen, waardoor zij ook vaak herkenbaar zullen zijn op de beelden. Een controle die wordt doorgevoerd door de omgeving is verder ook van belang. Zo blijkt de informatievoorziening van de school, vrienden en ouders ervoor te zorgen dat jongeren minder snel zullen deelnemen aan beide gedragingen.

41 Conclusie en discussie

Uit het gevoerde onderzoek kan geconcludeerd worden dat een samenhang kan worden teruggevonden tussen beide gedragingen. Desondanks is er nog steeds een tekort aan diepgaand onderzoek dat zich focust op beide gedragingen. Hierdoor is het dan ook van belang dat toekomstig onderzoek zich naast het afnemen van enquêtes ook bezighoudt met het uitvoeren van interviews.

42

7.2. Datamanagementplan

Heading Comment

Admin Details Project name: De relatie tussen sexting en cyberpesten onderzocht. Een verkennend kwantitatief onderzoek

Principal Investigator/Researcher: Shari Ophalvens Institution: Universiteit Gent

Administrative Data Date of first version: 12/02/2020 Date of last update: 15/05/2020

Data Collection 1. What data will you collect or create?

Er wordt gebruik gemaakt van ruwe data die wordt verkregen via een online enquête bij Vlaamse jongeren die gebruiker zijn van sociale media en een leeftijd kennen tussen 12 en 18 jaar. De verkregen data bedraagt ± 200 kilobyte, wegens een kleinschalig empirisch onderzoek. Deze data nemen tevens de vorm van numerieke data aan.

2. How will the data be collected or created?

De online enquête wordt afgenomen via het online platform ‘Limesurvey’. Deze worden nadien omgezet naar het programma ‘SPSS’, wat gebruikt zal worden om analyses door te voeren. Deze bestanden worden telkens gestructureerd aan de hand van bestandsnamen, waarbij de volgende eigenschappen steeds worden aangegeven: het type data, het type variabele. Op deze manier wordt het terugvinden van het correcte bestand vergemakkelijkt.

Data Documentation and Metadata

1. How will you document the data?

De data wordt bewaard aan de hand van enkele SPSS-bestanden op een USB-stick en laptop. Deze worden ten alle tijden veilig opgeborgen, waarbij zij tevens versleuteld zullen zijn. Deze bestanden worden eveneens vergezeld van informatie inzake het terugvinden van de data, alsook de interpretatie ervan. Zo wordt voorzien in een uitleg over de variabelen, de operationalisering en

43 de bijhorende codes. Verder wordt ook meegedeeld hoe de data werd verzameld, geanalyseerd en geïnterpreteerd.

Ethics, Legal Issues and Confidentiality

1. How will you manage ethics? Choose one of the options from the dropdown menu and briefly motivate your choice in the ‘Comment’ box below.

De gekozen optie: Approval by the Ethical Committee of the Faculty is desirable.

Hoewel geen aanvraag werd gedaan bij de ethische commissie, is het van belang om rekening te houden met de ethische en deontologische aspecten van het onderzoek. Zo wordt gebruik gemaakt van persoonlijke gegevens, waarbij de anonimiteit van de respondenten ten alle tijdens verzekerd dient te zijn. Aan de respondenten werd eveneens van bij het begin van het onderzoek meegedeeld dat de enquête volledig vertrouwelijk zal gebeuren, waarbij geen enkel antwoord gekoppeld zou kunnen worden aan de respondent. Hierdoor kan dan ook gesteld worden dat een goedkeuring van de ethische commissie gewenst is.

2. How will you manage any confidentiality issues?

Tijdens het onderzoek wordt gebruikt gemaakt van persoonlijke informatie inzake de betrokkenheid bij sexting en cyberpesten. Bijgevolg is het van belang dat hier steeds vertrouwelijk mee wordt omgegaan, waarbij de anonimiteit gewaarborgd dient te zijn. de respondenten dienen gedurende het volledige onderzoek dan ook nooit hun identiteit mee te delen.

3. How will you manage intellectual property right issues? Gedurende het verzamelen van de data wordt telkens voorzien in een verwijzing naar de oorspronkelijke onderzoeker wanneer een reeds bestaande schaal wordt gebruikt. Op deze manier worden de auteursrechten alsook de intellectuele rechten gerespecteerd.

44 Data Storage and

Backup during Research

1. How will you store and backup data during research? De data wordt gedurende het onderzoek bewaard aan de hand van enkele SPSS-bestanden op een USB-stick en laptop. Deze worden ten alle tijden veilig opgeborgen, en zullen tevens versleuteld zijn. Indien deze bestanden toch zouden verdwijnen, kan gebruik gemaakt worden van de gearchiveerde enquêtes die terug te vinden zijn op het online platform ‘Limesurvey’. Deze laat namelijk toe dat de verkregen antwoorden op de vragenlijst opnieuw overgezet kunnen worden naar databestanden. Tot deze enquête heeft enkel de onderzoeker toegang, waardoor de data opnieuw beschermd zijn.

2. How will you ensure that stored data are secure?

De verkregen data wordt bewaard aan de hand van enkele SPSS- bestanden op een USB-stick en laptop. Deze bestanden worden ten alle tijden veilig opgeborgen en zullen tevens versleuteld zijn. De data die opgevraagd kunnen worden via de online enquête is enkel toegankelijk voor de onderzoeker wegens enkele wachtwoorden. Data Selection and

Preservation after Research

1. Which data should be retained for preservation and/or sharing?

De data worden gedurende drie jaar bewaard door de onderzoeker zodat een controle op de analyses mogelijk blijft. Gedurende deze periode is het tevens mogelijk om de data te delen met andere actoren, waaronder de promotor/supervisor Dhr. Lieven Pauwels. Het delen van deze data is mogelijk aangezien de persoonlijke informatie volledig geanonimiseerd is, en bijgevolg niet geplaatst kan worden bij een welbepaalde respondent.

2. What is the long-term preservation plan for the selected datasets?

45 Data Sharing 1. Are any restrictions on data sharing required?

In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van persoonlijke informatie, waardoor het delen van de data niet zomaar mogelijk is. Aan de respondenten werd immers meegedeeld dat de verkregen antwoorden gebruikt zullen worden in het eigen wetenschappelijk onderzoek, waarbij alle anonimiteit en vertrouwelijkheid wordt gewaarborgd. Bijgevolg is het van belang dat wanneer de data toch gedeeld wordt met anderen, deze data volledig geanonimiseerd dient te zijn. Geen enkel antwoord mag te herleiden zijn naar een welbepaalde respondent.

2. How will you share the data selected for sharing?

De verkregen data wordt enkel op verzoek gedeeld met andere actoren. Dit zal gebeuren via een USB-stick of vertrouwelijke e- mail.

Responsibilities and Resources

1. Who will be responsible for data management?

Het datamanagement wordt doorgevoerd door de onderzoeker, Shari Ophalvens

2. Will you need additional resources to implement your data management plan?

46

7.3. Vragenlijst

Beste respondent,

Mijn naam is Shari Ophalvens, studente criminologische wetenschappen aan de Universiteit van Gent. In het kader van mijn masterproef rond de relatie tussen sexting en cyberpesten onder Vlaamse jongeren, ben ik op zoek naar respondenten die de Nederlandse taal bemachtigen, gebruiker zijn van sociale media, en een leeftijd kennen tussen 12 en 18 jaar. Deze enquête zal ongeveer 10 minuten in beslag nemen, waarbij tal van vragen worden gesteld over jouw gedrag op het online platform. Hierbij worden de verzamelde gegevens volledig confidentieel geanalyseerd, waarbij de deelname volledig vrijwillig zal zijn, je kan de enquête dan ook op elk moment beëindigen.

Onder de deelnemers zal een bon van 25 euro van de site bol.com verloot worden.

Bij vragen, opmerkingen, of moeilijkheden kunt u steeds contact opnemen met mezelf via mijn facebook-account of via Shari.Ophalvens@Ugent.be

47 Vraag 1. Mijn biologisch geslacht is:  jongen  meisje

Vraag 2. Mijn leeftijd is:  12 tot 15 jaar  16 tot 18 jaar

Vraag 3. Het onderwijstype dat ik momenteel volg is:  BSO  TSO  ASO  KSO

Vraag 4. De onderwijsgraad waarin ik mij:  eerste graad  tweede graad  derde graad

momenteel bevind is:

Vraag 5. Ik beschik over een eigen computer:  nee  ja

of laptop

Vraag 6. Ik beschik over een eigen smartphone:  nee  ja

Vraag 7. Ik spendeer gemiddeld …:  minder dan één uur  één tot twee uur

per dag op sociale media  twee tot drie uur  drie tot vier uur  meer dan vier

uur

Vraag 8. Ik heb ooit al iemand beledigd via sociale media:  nee  ja

Vraag 8.1. Zo ja, hoeveel keer heb je dit:  niet  enkele keren per maand  enkele keren

gedrag gesteld gedurende de laatste 12 per week  dagelijks

maanden?

Vraag 9. Ik heb ooit al iemand bedreigd via sociale media:  nee  ja Hieronder volgen enkele vragen over uw achtergrondkenmerken.

Hieronder volgen enkele vragen over uw gebruik van sociale media.

De volgende vragen pijlen naar jouw ervaringen met sociale media en de gedragingen die hierop kunnen plaatsvinden vanuit een daderperspectief. Gelieve deze vragen zo eerlijk mogelijk te beantwoorden.

48 Vraag 9.1. Zo ja, hoeveel keer heb je dit:  niet  enkele keren per maand  enkele keren

gedrag gesteld gedurende de laatste 12 per week  dagelijks

maanden?

Vraag 10. Ik heb ooit al iemand uitgelachen via sociale media:  nee  ja

Vraag 10.1. Zo ja, hoeveel keer heb je dit:  niet  enkele keren per maand  enkele

gedrag gesteld gedurende de laatste 12 keren per week  dagelijks

maanden?

Vraag 11. Ik heb ooit al eens een naaktfoto, -video, of:  nee  ja

seksvideo van mezelf gemaakt.

Vraag 11.1. Zo ja, hoeveel keer heb je dit:  niet  enkele keren per maand  enkele

gedrag gesteld gedurende de laatste 12 keren per week  dagelijks

maanden?

Vraag 12. Ik heb ooit al eens een naaktfoto, -video, of:  nee  ja

seksvideo van mezelf doorgestuurd

Vraag 12.1. Zo ja, hoeveel keer heb je dit:  niet  minder dan de helft  meer dan de

gedrag gesteld gedurende de laatste 12 helft  altijd

maanden?

Vraag 13. Ik heb ooit al eens seksuele gedragingen:  nee  ja

gesteld via een webcam

* Met seksuele gedragingen wordt verwezen naar het uitkleden van zichzelf, het stellen van

seksuele handelingen alsook het praten over seks

Vraag 13.1. Zo ja, hoeveel keer heb je dit:  niet  enkele keren per maand  enkele

gedrag gesteld gedurende de laatste 12 keren per week  dagelijks

49 Vraag 14. Ik heb ooit al eens een naaktfoto, -video of:  nee  ja

GERELATEERDE DOCUMENTEN