• No results found

Beperkingen en aanbevelingen

In document OVERTUIGEN MET KLEDING EN ARGUMENTEN (pagina 28-33)

6. DISCUSSIE

6.1 Beperkingen en aanbevelingen

Tijdens de analyse van de data bleek de onderlinge samenhang van de items bij de concepten betrokkenheid en attitude onvoldoende. Voor de items van attitude (goed, negatief, onbelangrijk, noodzakelijk) zou dit kunnen komen door de vraagstelling: “Als ik vanaf nu minder dan 4 koppen koffie drink dan is dat..”. Deze vraag is lastig in te vullen als je dat gedrag al uitvoert, waardoor proefpersonen mogelijk problemen hebben ondervonden met het beantwoorden. Wellicht had de vraag beter kunnen gaan over de attitude tegenover het drinken van koffie in het algemeen en niet over het drinken van minder dan vier koppen koffie. Er is gekozen om attitude aan de hand van twee verschillende items te meten. Echter, de gevonden driewegsinteractie bij attitude ‘belangrijk’ is daarom slechts gebaseerd

29 op één item van attitude. Het zou betrouwbaarder zijn om de afhankelijke variabelen aan de hand van meerdere samenhangende items te meten.

Daarnaast waren de items voor betrokkenheid ook niet voldoende samenhangend. Dit kan komen doordat er twee onderwerpen werden bevraagd: gezondheid en koffie. De items voor betrokkenheid bij gezondheid bleken als aparte cluster wel een goede cronbach’s alfa te hebben, maar items voor betrokkenheid bij koffie niet. Dat laatste is daarom gebaseerd op het item: “Ik drink graag koffie”, aangezien dit het best weergeeft in hoeverre iemand betrokken is bij koffie. Echter, betrokkenheid bij koffie is dus gebaseerd op één item, wat de betrouwbaarheid niet ten goede komt. Ook betrokkenheid bij koffie zou daarom aan de hand van een cluster van samenhangende items bevraagd moeten worden.

Verder kon de significante interactie tussen geloofwaardigheid en argumentkwaliteit op gedragsintentie niet worden verklaard aan de hand van een opvolganalyse (t-test). Resultaten daarvan bleken namelijk niet significant. Vervolgonderzoek is nodig om te kijken hoe de factoren elkaar precies beïnvloeden.

Als laatste werd de bron met formele kleding door de participanten niet als geloofwaardiger beoordeeld dan de bron met informele kleding (manipulatiecheck). Dit zou kunnen komen doordat zij slechts één afbeelding zagen en dus niet konden vergelijken, zoals de participanten in het vooronderzoek. Een andere verklaring is dat de afbeelding in de tekst stond en de participanten de instructie kregen om de ‘volgende tekst zorgvuldig te lezen’. De bestudering van de afbeelding zou daardoor mogelijk overgeslagen kunnen zijn. Echter, resultaten van het onderzoek geven wel verschillen aan met betrekking tot het effect van de meer en minder geloofwaardige bron in combinatie met sterke en zwakke argumenten. Het is daardoor lastig de resultaten te interpreteren op het kledingseffect. In vervolgonderzoek zou ervoor gekozen kunnen worden de participanten eerst de afbeelding te laten beoordelen en vervolgens de afbeelding met tekst te laten lezen. Daardoor kunnen effecten met betrekking tot geloofwaardigheid beter worden toegekend aan het kledingseffect.

Het onderzoek kent dus enkele tekortkomingen. Desalniettemin bieden de gevonden resultaten informatie over wanneer het binnen de gezondheidscommunicatie, over een alledaags product met gezondheidsrisico’s (koffie), nodig is een boodschap te focussen op argumenten en op de boodschapper. Op basis van dit onderzoek kan namelijk worden gesteld dat een boodschap, gericht aan personen die laag betrokken zijn bij het onderwerp, het meeste effect heeft op de attitude (belangrijk/onbelangrijk), als er sterke argumenten worden gebruikt en er een bron met informele kleding wordt getoond.

30

LITERATUUR

Baarda, B., & De Goede, M. P. M. (2009). Basisboek methoden en technieken. Handleiding voor

het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Baarda, B. (2014). Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek.

Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V.

Baxter, L.A. & E. Babbie. (2003). The basics of communication research. Boston: Wadsworth

Behling, D. U. & Williams, E. A. (1991). Influence of dress on perceptions of intelligence and

expectations of scholastic achievement. Clothing and Textiles Research Journal, 9(4), pp. 1-7

Bohner, G., Ruder, M. & Erb, H. (2002). When expertise backfires: Contrast and assimilation

effects in persuasion. British Journal of Social Psychology, 41(4), pp. 495-519

Burgoon, J. K., Buller, D. B., & Woodall, W. G. (1996). Nonverbal Communication: The unspoken

dialogue. New York: McGraw-Hill.

Burgoon, J. K., Dunbar, N. E., & Segrin, C. (2002). Nonverbal Influence. In Dillard, J. P., & Pfau,

M. (Eds), The Persuasion Handbook: Developments in Theory and Practice. Thousand Oaks:

SAGE Publications, Inc.

Burgoon, J. K. & Dunbar, N. E. (1998). InterPersonal dominance as a situationally,

interactionally, and relationally contingent social skill. Paper presented at the annual

conference of the Western States Communication Association, Denver, CO.

Carli, L (2001). Gender and Socal Influence. Journal of Social Issues, Vol. 57, No.4, 723-741.

Carpenter, C. J. (2015). A Meta-Analysis of the ELM’s Argument Quality × Processing Type

Predictions. Human Communication Research 41, pp. 501-534. doi:10.1111/hcre.12054

Eagly, A. & Chaiken, S. (1993). The psychology of attitudes. Fort Worth: Harcourt, Brace &

Jovanovich

Falomir‐Pichastor, J. M., Butera, F., & Mugny, G. (2002). Persuasive constraint and expert

versus non-expert influence in intention to quit smoking. European Journal of Social

Psychology, 32(2), pp. 209-222

Fishbein, M. & Azjen, I. (2010). Predicting and changing behaviour: The reasoned action

approach. New York: Psychology Press.

Frewer, L. J., Howard, C., Hedderley, D. & Shepherd, R. (1997). The Elaboration Likelihood

Model and Communication About Food Risks. Risk Analysis 17(6), pp. 759-770

Hahn, U., Harris, A. J. L., & Corner, A. J. (2009). Argument content and argument source: An

exploration. Informal Logic, 29, 337-367. doi: 10.22329/il.v29i4.2903

31

Hoeken, H. (1998). Het ontwerp van overtuigende teksten. Bussum: Coutinho.

Hoeken, H. (2001). Anecdotal, Statistical, and Causal Evidence: Their Perceived and Actual

Persuasiveness. Argumentation, 15(4), pp. 425-437

Hoeken, H., Hornikx, J., Hustinx, L. (2012). Overtuigende teksten: onderzoek en ontwerp.

Bussum: Coutinho.

Honcoop, S. (2014). Wat doet koffie met ons brein? Geraadpleegd van

https://newscientist.nl/blogs/wat-doet-koffie-met-ons-brein/

International Agency for Research on Cancer (IARC): Marc J. Gunter, Neil Murphy, Amanda J.

Cross et al. (2017). Coffee Drinking and Mortality in 10 European Countries: A Multinational

Cohort Study. Annals of Internal Medicin 167(4), pp. 236-247.

Jansen, C. (2015). Drie soorten boodschappen in de gezondheidscommunicatie. Wat weten

we over determinanten van succes of falen? Internationale Neerlandistiek, 53(2), pp. 89-111

Jansen, F., & Janssen, D. (2010). Effects of positive politeness strategies in business letters.

Journal of Pragmatics, 42, pp. 2531–2548

Lips, H. M. (1991). Women, men, and power. Mountain View, CA:Mayfield

Maes, A., Ummelen, N., & Hoeken, H. (1996). Instructieve teksten: Analyse, ontwerp en

evaluatie. Bussum: Coutinho.

O’Keefe, D. J. (2016). Persuasion. Theory and Research (3e editie). California: SAGE

Publications, Inc.

O’Keefe, D. J. (2002). Persuasion: Theory and research (2e editie). Thousand Oaks, CA: SAGE.

Park, D. H., Lee, J., & Han, I. (2007). The effect of on-line reviews on consumer purchasing

intention: the moderating role of involvement. International Journal of electronic commerce,

11(4), pp. 125-148

Park, H. S., Levine, T. R., Westerman, K., C. Y., Orfgen, T., Foregger, S. (2007).The effects of

argument quality and involvement type on attitude formation and attitude change: a test of

dual-process and social judgement predictions. Human Communication Research, 33(1), pp.

88-102.

Petty, R. E., & Cacioppo, J. T. (1979). Issue involvement can increase or decrease persuasion

by enhancing message-relevant cognitive responses. Journal of Personality and Social

Psychology, 37, pp. 1915-1926.

Petty, R. E. & Cacioppo, J.T. (1981). Attitudes and persuasion: Classis and contemporary

32

Petty, R. E., Cacioppo, J. T. & Schumann, D. (1983). Central and Peripheral Routes to

Advertising Effectiveness: The Moderating Role of Involvement. Journal of Consumer Research

10(2), pp. 135-146.

Petty, R. E., and Cacioppo, J. T. (1984). Source Factors and the Elaboration Likelihood Model

of Persuasion. In NA - Advances in Consumer Research Volume 11, eds. Thomas C. Kinnear,

Provo, UT : Association for Consumer Research, pp. 668-672.

Petty, R. E. & Cacioppo, J. T. (1986). The elaboration likelihood model of persuasion. Advances

in experimental social psychology, 19, 126-127.

Petty, R.E., Cacioppo, J. T., and Goldman, R. (1981). Personal involvement as a determinant of

argument-based persuasion. Journal of Personality and Social Psychology, 41(5), pp. 847-855.

Pornpitakpan, C. (2003). The persuasive effect of circadian arousal, endorser expertise, and

argument strength in advertising. Journal of Global Marketing, 17(2-3), pp. 141-172.

Pornpitakpan, C. (2004). The persuasiveness of source credibility: A critical review of five

decades' evidence. Journal of Applied Social Psychology, 34, 243-281.

RIVM (z.d.). Koffie – Achtergronddocument bij Richtlijnen goede voeding 2015. Geraadpleegd

van

https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2015/11/04/koffie-achtergronddocument-bij-richtlijnen-goede-voeding-2015

Segrin, C. (1993). The effects of nonverbal behaviour on outcomes of compliance gaining

attempts. Communication Studies, 44, pp. 169-187

van Enschot-van Dijk, R., Hustinx, L., & Hoeken, H. (2003). The concept of argument quality in

the elaboration likelihood model: A normative and empirical approach to Petty and Cacioppo’s

“strong” and “weak” arguments. In F. H. van Eemeren, J. A. Blair, C. A. Willard, & A. F. Snoeck

Henkemand (Eds.), Anyone who has a view: Theoretical contributions to the study of

argumentation (pp 319-335). Amsterdam: Kluwer.

Voedingscentrum (z.d.). Cafeïne. Geraadpleegd van

https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/cafeine.aspx

Wilson, E. J., & Sherrell, D.L. (1993). Source Effects In Communication and Persuasion

Research: A Meta-Analysis of Effect Size. Journal of the Academy of Marketing Science, 21 (2),

101-112

33

BIJLAGEN

Bijlage 1 – materiaal per conditie

In document OVERTUIGEN MET KLEDING EN ARGUMENTEN (pagina 28-33)

GERELATEERDE DOCUMENTEN