• No results found

5. Conclusie

5.2 Beperkingen en aanbevelingen

Bij dit onderzoek zijn een aantal beperkingen naar voren gekomen, daarnaast doe ik mede gebaseerd op deze beperkingen een aantal aanbevelingen voor vervolg onderzoek. Ten eerste is er in dit onderzoek niet gekeken naar het feit of ondernemingen zich aan de code Tabaksblat hielden en of ze daarbij toepassen of uitleggen waarom ze er van af zijn geweken. Als dit in een vervolgonderzoek wel gedaan wordt kunnen er aparte groepen gemaakt worden van ondernemingen die de code toepassen of uitleggen op bepaalde punten die relevant zijn voor dit onderzoek. Dit kan mogelijk resulteren in andere resultaten voor ondernemingen die afwijken van de code in vergelijking met ondernemingen die de code toepassen.

Ten tweede is er bij de toetsing of code Tabaksblat invloed heeft op de relatie tussen ondernemingsprestatie en CEO compensatie geen rekening mee gehouden dat er mogelijk nog andere factoren zijn die deze versterkte relatie veroorzaakt kunnen hebben. Het gaat hier namelijk puur om het verschil tussen 2002-2003 en 2004-2007. In deze periode zouden er bijvoorbeeld ook meer invloeden vanuit het buitenland overgewaaid kunnen zijn naar Nederland waardoor dat eigenlijk de veroorzaker is van de versterkte relatie. Mogelijk zijn er ook steeds meer buitenlandse CEO’s gekomen waardoor er een positievere relatie is ontstaan in Nederland. Er zijn dus veel mogelijke factoren buiten de invoering van Code Tabaksblat die mogelijk verantwoordelijk zijn voor de versterkte relatie. Het effect van de invoering van code Tabaksblat zou in vervolgonderzoeken mogelijk beter onderzocht kunnen worden door naar de toepassing van de bepalingen van de code te kijken per onderneming voor invoering van de code en dit te vergelijken met de situatie na invoering, dit is vergelijkbaar met het onderzoek van Chhaochharia & Grinstein (2009).

Een derde beperking van dit onderzoek is dat er alleen financiële ratio’s gebaseerd op de winst genomen zijn om ondernemingsprestaties te meten. Bij een vervolgstudie zouden mogelijk ook

35 andere prestatiemaatstaven genomen kunnen worden zoals bijvoorbeeld “Total Shareholder Return” en mogelijke ook niet-financiële maatstaven die tegenwoordig steeds meer gebruikt worden in contracten van bestuurders. Mogelijk zou een combinatie hiervan ook een ander beeld geven en het effect van de ondernemingsprestaties op de totale CEO Compensatie nog verder versterken doordat er met meerdere maatstaven rekening is gehouden waar bestuurders ook voor beloond worden.

Ten vierde heb ik in mijn onderzoek een populatie van alleen AEX en AMX ondernemingen waar uiteindelijk maar een sample van 31 ondernemingen van overbleef. Als in een volgend onderzoek de sample uitgebreid zou worden met meerdere ondernemingen uit bijvoorbeeld de kleinere ASCX beurs of grote niet beursgenoteerde ondernemingen zou de relatie van ondernemingsprestatie op CEO Compensatie mogelijk veranderen. Daarnaast zou er dan ook een vergelijking gemaakt kunnen worden tussen beursgenoteerde ondernemingen en niet genoteerde ondernemingen. Bij niet-genoteerde ondernemingen zou er weer een hele andere relatie kunnen zijn omdat daar de code niet voor geldt en deze groep daardoor als controle groep zou kunnen dienen in het onderzoek.

Ten vijfde is in de tijdsperiode in dit onderzoek van 2002-2007 de ROA en ROE elk jaar alleen maar gestegen. In die zelfde periode zijn de lonen ook elk jaar gestegen. Het zou toeval kunnen zijn dat de lonen meestegen en dat de invloed van de ondernemingsprestatie op de CEO compensatie daardoor ontstaan is. Het zou voor een vervolg onderzoek daarom goed zijn om ook jaren mee te nemen waarin de economie slechter ging zoals 2008 of 2009. Hierdoor kan er gekeken worden of de relatie nog net zo sterk is als de gemiddelde ondernemingsprestaties dalen in plaats van alleen maar stijgen. Dit kan ook de reden zijn dat Otten et al. (2008) geen relatie vonden en Van der laan et al. (2010) en dit onderzoek wel.

Een zesde beperking in dit onderzoek is dat er geen rekening is gehouden met de algemene trend van de beurs of sector waar de onderneming werkzaam is. Wanneer de prestaties van ondernemingen worden afgezet tegen de natuurlijke trend van de markt is de prestatie van een CEO meer correct meetbaar. Op deze manier zou een CEO wiens onderneming winststijging heeft, waarbij deze stijging onder de algemene trend is, niet meer als positieve prestatie gezien worden maar als negatief. Door het onderzoek op deze manier in te richten zou de pay-for-performance relatie er mogelijk anders uit komen te zien.

36 Tot slot is er in dit onderzoek geen rekening gehouden met de corporate governance structuur van de ondernemingen. Zo is er geen verschil gemaakt tussen ondernemingen met een one-tier of two-tier structuur of verschillende sterktes van de RvC. De sterkte van het toezicht zou volgens de agency theory een verlagend effect kunnen hebben op de CEO beloning en mogelijk zorgen voor een betere koppeling tussen ondernemingsprestaties en CEO beloning. In een vervolgonderzoek zouden deze variabelen mee genomen kunnen worden om te testen of deze invloed uitoefenen op de invloed van ondernemingsprestaties op CEO compensatie.

37

Referenties

Aguilera, R. and Cuervo-Cazurra, A., (2009). Codes of good governance. Corporate governance: an international review, 17 (3), 376–387.

Akkermans D, van Ees H, van Witteloostuijn A, et al. (2007), Corporate Governance in the Netherlands: an overview of the application of the Tabaksblat Code in 2004. Corporate Governance: An International Review 15(6):1106-1118

Baker, G.P. and B.J. Hall (2004), CEO Incentives and Firm Size, Journal of Labor Economics 22(4), pp.767-798.

Beatty, R.P. and E.J. Zajac (1994), Managerial incentives, monitoring, and risk bearing: A study of executive compensation, ownership, and board structure in initial public offerings. Administrative Science Quarterly 39(2), pp.313-335.

Bebchuk L, Fried J., (2003) Executive Compensation as an Agency Problem. Journal Of Economic Perspectives.;17(3): p71-92.

Bebchuk, L., Fried, J. M., & Walker, D. I. (2002). Managerial Power and Rent Extraction in the Design of Executive Compensation. University Of Chicago Law Review, 69(3), 751. Bebchuk, L. A., & Fried, J. M. (2006). Pay without Performance: Overview of the issues.

Academy Of Management Perspectives, 20(1), 5-24.

Bertrand, M.; Mullainathan, S. (2001) Are CEOs Rewarded for Luck? The Ones without Principles Are, Quarterly Journal of Economics, 166, pp. 901-932.

Black, F. and Scholes, M. (1973), The pricing of options and corporate liabilities, Journal of Political Economy 81, pp.637-659.

Bloom, M. and G.T. Milkovich (1998), Relationships among risk, incentive pay, and organizational performance, Academy of Management Journal, 41(3), pp.283-297.

Blumberg, B., Cooper, D.R. and Schindler, P.S., (2005). Business Research Methods. McGrawHill Education, Berkshire.

Chhaochharia, V., & Grinstein, Y. (2009). CEO Compensation and Board Structure. Journal Of Finance, 64(1), 231-261.

Conyon, M.J. and Murphy K.J. (2000), The prince and the pauper? CEO pay in the United States and United Kingdom, The Economic Journal 110, pp.640-671.

Conyon, M.J., & Schwalbach, J. (2000). Executive Compensation: Evidence from the UK and Germany. Long Range Planning, 33: 504-526.

38 Core, J. E., Holthausen, R. W., Larcker, D. F., (1999). Corporate governance, chief executive officer compensation, and firm performance. Journal of Financial Economics, 51(3), 371-406 Coville, T. (2013). Post-Sarbanes-Oxley Changes in the Composition of Boards: Have they

impacted CEO Compensation?. Review Of Business, 33(2), 55-66.

Dorff, M. B. (2005). Does One Hand Wash the Other? Testing the Managerial Power and Optimal Contracting Theories of Executive Compensation. Journal Of Corporation Law, 30(2), 255-307.

Duffhues, P., Kabir, R., (2008). Is the pay–performance relationship always positive?: Evidence from the Netherlands. Journal of Multinational Financial Management, 18(1)45-60 Easterbrook, F.H. (1984), Two agency cost explanations of dividends, American Economic

Review 74(4), pp.650-659.

Edwards, J. S., Eggert, W., & Weichenrieder, A. J. (2009). Corporate Governance and Pay for Performance: Evidence from Germany. Economics Of Governance, 10(1), 1-26

Eisenhardt, K. M., (1989). Agency Theory: An Assessment and Review. Academy of Management Review, 14(1): p57-74

Elsaid E., Davidson W., & Wang, X. (2011), CEO Successor Compensation: Outside versus Inside Successions. Journal of Management and Governance, 15(2): 187-205

van Essen, M., Heugens, P. P., Otten, J., & van Oosterhout, J. J. (2012). An Institution-Based View of Executive Compensation: A Multilevel Meta-analytic Test. Journal Of International Business Studies, 43(4), 396-423.

Fama, E. F., & Jensen, M. C. (1983). Separation of ownership and control. Journal of Law and Economics, 26, 301–326.

Girma, S., S. Thompson and P. Wright (2007), Corporate governance reforms and executive compensation determination: evidence from the UK, Manchester School 75(1), pp.65-81. Gomez-Mejia, L.R. and Wiseman, R.M. (1997), ‘Reframing executive compensation: An

assessment, and outlook,’ Journal of Management, 23, pp. 291–374.

Groenewald, E., 2005. Corporate governance in the Netherlands: from the Verdam Report of 1964 to the Tabaksblat Code of 2003. European business organization law review, 6 (2), 291–311.

Hall, B.J. and J. Liebman (1998), Are CEOs really paid like bureaucrats?, Quarterly Journal of Economics 113 (3), pp.653-691.

39 Hooghiemstra, R. (2012) What determines the informativeness of firms' explanations for deviations from the Dutch corporate governance code?, Accounting and Business Research, 42 (1), 1-27

Hooghiemstra, R., & van Ees, H. (2011). Uniformity as Response to Soft Law: Evidence from Compliance and Non-compliance with the Dutch Corporate Governance Code. Regulation And Governance, 5(4), 480-498.

Jensen, M. C., & Meckling, W. H. (1976). Theory of the firm: managerial behavior, agency costs and ownership structure. Journal Of Financial Economics, 3(4), 305-360

Jensen, M. C., & Murphy, K. J. (1990). Performance Pay and Top-Management Incentives. Journal Of Political Economy, 98(2), 225-264.

Jones, M. J. (1988). “A longitudinal study of the readability of the chairman’s narratives in the corporate reports of a UK company”. Accounting and Business Research, 18: 297-305 Jong, A. de and Roosenboom, P. G. J. (2002) De praktijk sinds 1997. In Corporate

Governance in Nederland 2002 – De stand van zaken. Amsterdam: NCGS.

Kaserer, C. and N. Wagner (2004), Executive pay, free float and firm performance: evidence from Germany, working paper.

Kunz, A. H., & Pfaff, D. (2002). Agency theory, performance evaluation, and the hypothetical construct of intrinsic motivation. Accounting, Organizations & Society, 27(3), 275-295

Lambert RA, Larcker DA,Weigelt K (1993) The structure of organizational incentives. Administrative Science Quarter, 38, p438–461

Madura, J., A.D. Martin and K.A. Jessel (1996), Determinants of CEO compensation in small publicly-traded businesses, American Business Review 14, pp.80-88.

McKnight, P.J. and C. Tomkins (1999), Top executive pay in the United Kingdom: a corporate governance dilemma, International Journal of the Economics of Business 6(2), pp.223-243.

Mertens, G.M.H., N. Knop and R. Strootman (2007), Pay-for-performance in Nederland 2002-2006, De praktijk en aanbevelingen voor de toekomst, Kluwer research base.

Murphy, K. J. (1985). Corporate performance and managerial remuneration an empirical analysis. Journal Of Accounting & Economics, 7(1/2/3), 11-42

40 Nyberg, A.J., Fulmer, I. S., Gerhart, B., Carpenter, M. (2010), Agency theory revisted: CEO return and shareholder interest alignment, Academy of Management Journal; Vol. 53 Issue 5, p1029-1049.

Otten, J., Schenk, H. and Verwer, A. (2008), ‘De code Tabaksblat en de beloning van CEOs in Nederland,’ Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 82, pp. 445–453.

Parkinson, J. (1993), Corporate Power and Responsibility: Issues in the Theory of Company Law, Oxford University Press, Oxford.

Perry, T., & Zenner, M. (2001). Pay for Performance? Government Regulation and the Structure of Compensation Contracts. Journal Of Financial Economics, 62(3), 453-488. Paligorova, T. (2008). The Effect of the Sarbanes-Oxley Act on CEO Pay for Luck. Working

paper, 50 pages.

Tosi, H.L., Werner, S., Katz, J.P. and Gomez-Mejia, L.R. (2000), ‘How much does performance matter? A meta-analysis of CEO pay studies,’ Journal of Management, 26, pp. 301–339.

Van der Laan, G., Van Ees, H., & Van Witteloostuijn, A. (2010). Is Pay Related to Performance in the Netherlands? An Analysis of Dutch Executive Compensation, 2002-2006. De Economist, 158(2), 123-149

Zheng, Y (2009), The Impact of CEO Tenure on CEO Compensation: Evidence from Inside CEOs vs. Outside CEOs, working paper, Long Island University, New York.

GERELATEERDE DOCUMENTEN