• No results found

Beoordelingscriteria bebouwingsthema "Bedrijven in het buitengebied"

In document Huidige welstandsnota (pagina 100-103)

5.14. Thema 10 Buitengebied

5.14.7. Beoordelingscriteria bebouwingsthema "Bedrijven in het buitengebied"

Er is sprake van een "bedrijf in het buitengebied" indien:

het een bedrijf is, gelegen in het buitengebied en niet aangemerkt wordt als een (traditionele) boerderij in het buitengebied, overige agrarische bedrijven, of een recreatiegebied.

Wanneer het hoofdgebouw aan deze kenmerken voldoet, dan zijn de onderstaande criteria van toepassing.

Hoofdaspecten (van toepassing bij welstandsniveau 1, 2 en 3) Algemeen

De stedenbouwkundige en architectonische samenhang staat bij elke ingreep voorop.

Voor zover niet in tegenspraak met de in deze paragraaf gestelde criteria zijn de sneltoetscriteria van toepassing voor aan- en uitbouwen,

bijgebouwen en overkappingen, kozijn- en gevelwijzigingen, dakkapellen, erfafscheidingen, dakramen, zonnepanelen en –collectoren, spriet-, staaf-en schotelantstaaf-ennes, rolhekkstaaf-en, luikstaaf-en staaf-en rolluikstaaf-en zoals deze zijn gesteld in hoofdstuk 6.

Plaatsing en situering

Nieuwbouw dient qua plaatsing te passen binnen het bestaande bebouwingspatroon.

In een lint moet de openheid tussen twee bebouwingselementen of complexen bewaard blijven.

De afstand tot de vestigingsas van het lint (de weg/waterloop waaraan wordt gebouwd) dient overeen te komen met die van de belendende bebouwingselementen of -complexen.

Bij lintbebouwing en vrijstaande bebouwing moet aansluiting worden gezocht bij de (al dan niet historisch bepaalde) structuurlijnen in het landschap.

In geval van meerdere gebouwen op één perceel wordt de bebouwing geclusterd.

In geval van een woonhuis en losse bedrijfsgebouwen wordt de bedrijfsbebouwing achter de woning gesitueerd.

Massa en vorm

De hoofdvormen moeten bestaan uit enkelvoudige bebouwingsmassa's met duidelijke kappen.

Elke bouwmassa moet zijn eigen karakteristiek hebben, maar moet passen bij de bouwmassa's in de omgeving.

De bouwhoogte is aangepast, en past in het landschap: woningen worden maximaal in 2 bouwlagen met kap gebouwd. Bedrijfsgebouwen zijn visueel opgebouwd uit één laag met een kap.

De kapvorm van de bebouwing bestaat uit een zadeldak of een afgeleide van dit daktype.

De hoofdvorm dient eenduidig te zijn en bij aanpassingen van individuele panden dient de hoofdvorm duidelijk herkenbaar te blijven.

Toevoegingen als dakkapellen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa van de woning

Gevelopbouw

Bij verbouwing of renovatie van de woning dient de oorspronkelijke gevelopbouw te worden gerespecteerd.

Bij splitsing van de woning moet de architectonische eenheid van het oorspronkelijke pand behouden blijven.

De toevoegingen aan de woning, zoals aan- en uitbouwen, dakkapellen en dakramen zijn ondergeschikt of aangepast aan de hoofdstructuur en de gevelritmiek van het bestaande pand en afgestemd op het specifieke architectonische karakter van het pand.

Zeer grote lengtes van bedrijfsgebouwen zijn door materiaal- en kleurgebruik geleed.

Materialen (hoofdvlakken)

Glas, spiegelende oppervlakken, kunststof en volkernplaat mogen niet worden toegepast.

Bij renovatie en/of verbouwing van de woning dient het oorspronkelijke materiaalgebruik uitgangspunt te zijn.

Daken van de woning gedekt met pannen, gevels opgebouwd uit baksteen en/of hout.

Gevels van de bedrijfsgebouwen zijn opgebouwd uit één of een combinatie van de volgende materialen; geprofileerd stalen plaat (golfplaat of

damwandprofiel), baksteen, houten delen. Indien geprofileerde stalen platen worden toegepast dient voor alle gevelvlakken van de agrarische bedrijfsgebouwen die tot één cluster behoren ofwel een verticale richting, ofwel een horizontale richting te worden toegepast.

Daken van de bedrijfsgebouwen zijn opgebouwd uit één of een combinatie van de volgende materialen; geprofileerd stalen plaat (golfplaat of

damwandprofiel), dakpannen.

Kleuren (hoofdvlakken)

Bij renovatie en/of verbouwing van de woning dient het oorspronkelijke kleurgebruik uitgangspunt te zijn.

Bij nieuwbouw van de woning de hoofdmaterialen in aardkleuren of donkere kleur toepassen.

De kleuren van de bedrijfsgebouwen dienen afgestemd te zijn op de karakteristiek van het landschap. Grijsgroen voor gevels en daken in het geval van een geprofileerde stalen plaat, baksteen (donker)rood, houten delen donker groen of zwart.

Grote vlakken mogen geen sterke kleurcontrasten tonen.

Deelaspecten (van toepassing bij welstandsniveau 1 en 2) Compositie massa onderdelen

-Gevelindeling

Bij nieuwbouw, verbouwing of renovatie wordt aangesloten bij de richting en de maatverhoudingen van de bestaande gevelopeningen.

De (gevel-)indeling van toevoegingen aan de woning zoals aan- en uitbouwen, bijgebouwen, dakkapellen en dakramen is afgestemd op de gevelindeling van de hoofdbouw.

Bij nieuwbouw, verbouwing of renovatie zijn gevels van de

bedrijfsgebouwen afgestemd op de schaal en de maat van de belendende gebouwen.

Grote vlakken van de bedrijfsgebouwen hebben een structuur of onderverdeling.

Materialen (deelvlakken)

Glas, spiegelende oppervlakken, kunststof en volkernplaat mogen niet worden toegepast.

Bij verbouwing of renovatie van de woning is het oorspronkelijke

materiaalgebruik voor puien, (voor-)deuren en garagedeuren uitgangspunt.

Delen van de gevels van bedrijfsgebouwen zijn opgebouwd uit één of een combinatie van de volgende materialen; geprofileerd stalen plaat (golfplaat of damwandprofiel), baksteen, houten delen.

Kleuren (deelvlakken)

Bij verbouwing of renovatie van de woning dient het oorspronkelijke kleurgebruik van puien, (voor-)deuren en garagedeuren uitgangspunt te zijn.

De kleuren van de deelvlakken van bedrijfsgebouwen zoals delen van de gevel, deuren, poorten, bedrijfsdeuren etc. dienen afgestemd te zijn op de karakteristiek van het landschap. Grijsgroen voor gevels en daken in het geval van een geprofileerde stalen plaat, baksteen (donker)rood, houten delen donker groen of zwart.

Grote vlakken mogen geen sterke kleurcontrasten tonen.

Detailaspecten (van toepassing bij welstandsniveau 1) Materialen (details)

Bij nieuwbouw, verbouwing of renovatie van de woning is het

oorspronkelijke materiaalgebruik voor kozijnen, draaiende delen, lijsten, boeiboorden en eventuele gootomtimmeringen uitgangspunt.

Kleurgebruik (details)

-Detaillering

Authentieke detaillering zoals overstekken, geaccentueerde lijsten en siermetselwerk wordt bij verbouw van de woning behouden.

Bij verbouwing of renovatie van de woning wordt zorgvuldig omgegaan (herstel, interpretatie) met de detaillering van de kap, de gevelopeningen en het metselwerk.

De detaillering van toevoegingen aan de woning zoals aan- en uitbouwen, bijgebouwen, dakkapellen en dakramen is afgestemd op de detaillering van de hoofdbouw.

Serres en erkers aan de woning worden met een zelfde aandacht voor detaillering als die voor het hoofdgebouw uitgevoerd.

In document Huidige welstandsnota (pagina 100-103)