• No results found

6. CONCLUSIE

6.3 Beoordeling verschillen

Het hanteren van één ontslagstelsel zorgt ervoor dat voor alle werknemers hetzelfde rechtssysteem gaat gelden. Hiermee worden alle werknemers in beginsel gelijk behandeld Hieronder wordt per onderdeel besproken welke betekenis de wijzigingen hebben voor de ambtenaar aan de hand van de elementen uit hoofdstuk 2.

6.3.1 Ontslagstelsel

De rechtszekerheid wordt voor de ambtenaar in de Wwz geborgd doordat er sprake is van een gesloten ontslagsysteem. De feitelijke ongelijkheid tussen werkgever en werknemer wordt gecompenseerd door rechtszekerheid te bieden aan de werknemer door middel van het stellen van regels betreffende ontslaggronden. Er wordt rechtszekerheid geboden doordat invulling is gegeven aan wanneer sprake is van een redelijke grond. Door de limitatieve keuze van ontslaggronden wordt de werkgever gedwongen een expliciete keuze te maken voor een ontslaggrond en net zoals nu het geval is, dient de werkgever nog steeds te motiveren in hoeverre hij in redelijkheid tot het ontslag heeft kunnen komen. Indien er eventueel een beroepsprocedure volgt, is het voor de rechter makkelijker te controleren of de ontslaggrond deugdelijk is.159 Geconcludeerd kan worden dat de gezien het feit dat er in Wwz ook sprake is van een gesloten ontslagsysteem er weinig verandert op het gebied van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de ambtenaren. De jurisprudentie zal moeten uitwijzen in hoeverre dit gesloten ontslag daadwerkelijk gesloten is.

6.3.2 Vergoeding

De vaste transitievergoeding geeft rechtszekerheid en rechtsgelijkheid, zij het dat er nog onduidelijkheid is over de gevolgen voor de bovenwettelijke ontslaguitkering. De bepaling van de hoogte van de transitievergoeding is niet aan het oordeel van de rechter overgelaten maar wordt is wettelijk bepaald (art. 7:673 lid 2). Dit creëert aan de ene kant rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de ambtenaar, er is een eenduidig vergoedingensysteem ontwikkeld

159

38

waarmee de eerlijkheid bevorderd wordt. Echter, in het huidige ambtenarenrecht heeft de ambtenaar bij ontslag naast de WW-uitkering in sommige gevallen recht op een aanvullende uitkering vanuit de rechtpositionele regeling. De ambtenaar had deze rechtszekerheid en rechtsgelijkheid hiermee ook al. Onduidelijk is wat de gevolgen zijn voor de ambtenaar met betrekking tot de boven- en nawettelijke uitkering. Maar gelet op het wetsvoorstel Wwz is niet te concluderen dat dit tot een verslechtering zal gaan leiden voor de ambtenaar. Het huidige ‘plusje’ voor de ambtenaren wordt een ‘muizengaatje’. Voor het toekennen van het muizengaatje zal de jurisprudentie uitsluitsel moeten geven, dit is in het licht van het rechtszekerheidsbeginsel een onzekere factor, waarbij niet duidelijk is of gelijke gevallen gelijk behandeld worden. Dit geeft enigszins een verslechtering voor de rechtszekerheid van de ambtenaar.

6.3.3 Rechtsbescherming

Op het gebied van rechtsbescherming gaan ambtenaren er niet op achteruit; zij kunnen in beroep gaan, hoger beroep en cassatie instellen, bij ontbinding of opzegging van de arbeidsovereenkomst.160 De invoering van de mogelijkheden van beroep en hoger beroep in de Wwz geeft de ambtenaar niet per se een verbetering op het gebied van het sneller bieden van rechtszekerheid over de beëindiging van de aanstelling. Door de lange procedures bij de verschillende beroepsmogelijkheden wordt de rechtszekerheid niet verbeterd voor de ambtenaren ten opzichte van het huidige ambtenarenrecht. De partijen kunnen jaren in onzekerheid blijven over de vraag of de arbeidsverhouding nu is geëindigd of niet. Dit volgt ook uit het feit dat de mogelijkheid tot ontslag met terugwerkende kracht aanwezig blijft.161 De preventieve toets is nieuw voor ambtenaren, dit geeft een extra vorm van rechtsbescherming. Door de preventieve toets krijgt de ambtenaar meer beroepsmogelijkheden. Bij cao kan een ontslagcommissie en bezwaarprocedure worden ingesteld voor rechtspositionele besluiten (voor bijvoorbeeld overplaatsing, beoordeling, functiewaardering, het niet toekennen van bevordering of een vergoeding), waardoor op dit gebied niets hoeft te veranderen.162 De hoorprocedure blijft bestaan, hierdoor verandert er niets aan de mate van zorgvuldigheid voor de overheidswerknemer ten opzichte van het huidige ambtenarenrecht.163

6.4 Omgekeerde normalisering?

Het civiele arbeidsrecht is op het huidige ambtenarenrecht gaan lijken. Het initiatiefwetsvoorstel Normalisering rechtspositie ambtenaren zal daardoor in materieel opzicht geen wezenlijke gevolgen hebben of hoeven te hebben voor ambtenaren. Door de wijzigingen die in de Wwz zijn ingevoerd krijgen ambtenaren te maken met een civiel ontslagrecht dat erg lijkt op het huidige ambtenarenrecht. De materiële normen voor ontslag zijn bijna gelijk aan de normen uit het huidige ambtenarenrecht en de jurisprudentie van de CRvB. De Wwz krijgt namelijk een gesloten stelsel van ontslaggronden dat erg lijkt op het

160 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33 818, nr. 3, p. 31 161

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 818, nr. 3, p. 35

162

Eerste Kamer, vergaderjaar 2013- 2014, 33818, nr E en C

163

39

gesloten stelsel in het ambtenarenrecht. Tevens dient er sprake te zijn van een voldragen ontslaggrond; een gebrekkig onderbouwd ontslag kan niet (meer) gerepareerd worden door middel van een hogere ontslagvergoeding. Ook is rechtsbescherming bij meerdere instanties mogelijk zoals dat in het ambtenarenrecht ook geldt.

Nieuw element voor de ambtenaar wordt dat er bij het einde van het dienstverband (van ten minste twee jaar) op initiatief van de werkgever in principe recht heeft op een transitievergoeding. Ook wordt de eenzijdige vaststelling van arbeidsvoorwaarden door de overheidswerkgever vervangen door een tweezijdige, in de praktijk kon deze eenzijdigheid echter al sterk worden genuanceerd.164 De ambtenaar krijgt net zoals nu rechtsbescherming bij meerdere instanties, maar dan via de civiele rechter. De interne bezwaarprocedure tegen besluiten van de overheidswerkgever omtrent rechtspositionele besluiten vervalt in principe, maar kan alsnog bij CAO nader worden geregeld.165 De term ‘ambtenaar’ blijft bestaan en ook blijft de Ambtenarenwet van kracht voor de onderwerpen die aan de bijzondere status van de overheidswerkgever gelieerd zijn zoals; integriteit, geheimhouding, beperking van bepaalde grondrechten (zoals vrije meningsuiting, betoging, vereniging, vergadering).166

De stelling van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren, dat het ambtenarenrecht veel meer aangrijpingspunten voor rechtsbescherming biedt dan de civiele arbeidsovereenkomst gaat door de invoering van de Wwz eigenlijk niet meer op.167 Het lijkt er namelijk nu op dat door de invoering van de Wwz de ongelijkheidscompensatie en de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de ambtenaar gelijk blijven, danwel beter worden op sommige onderdelen. De verschillen tussen de civiele en publieke werknemer zijn (of hoeven dat niet te zijn) niet zo groot en de vraag is dus of het afschaffen van de publieke arbeidsrecht ten faveure van het civiele arbeidsrecht nu wel zo’n vooruitgang is en afweegt tegen kosten die met deze wijziging gemoeid zullen gaan.168 De wetgever zal daarom moeten bedenken of het beoogde doel van het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren - namelijk gelijkheid in rechtspositie tussen de civiele werknemer en de overheidswerknemer - wel opweegt tegen de impact en kosten van de normalisering, terwijl de verschillen niet zo groot blijken te zijn door de verambtelijking van het civiele arbeidsrecht.

164

Van Zuthpen, De rechtspositie van de rijksambtenaar. Aanstelling en ontslag, 1991, p. 73/74

165 Eerste Kamer, vergaderjaar 2013/2014, 33818, nr. E en C 166

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 32550, nr. 6, p. 20.

167

Tweede Kamer, vergaderjaar, 2010-2011, 32 550, nr. 6, p. 6/7

168

40

Literatuurlijst

Kamerstukken

- Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, 33566, nr. 15 - Tweede Kamer, vergaderjaar 2013- 2014, 33 818, nr. 3 - Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33818, nr.7 - Eerste Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33818, nr. C - Eerste Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33818, nr. E - Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 32550, nr. 6 - Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 32550, nr. 8 - Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32550, nr. 48 - Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32550, nr. 49 - Eerste Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 32 550, nr. E

Literatuur

- Bakels, H.L., Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, Deventer: Kluwer 2007

- Beltzer, R.M., Knegt, R. en Rijs A.D.M. van, Vergoedingen bij ontslag van werknemers

en ambtenaren, Den Haag 1999

- Boot, G., Arbeidsrechtelijk bescherming (diss. Leiden), Den Haag: Sdu Uitgevers 2005 - Christe, D., Hummel, N., Lanting, B.B.B. (red) en Sprengers, L.C.J., Inleiding Nederlands

Ambtenarenrecht, Den Haag: Boom juridische uitgevers 2014

- Genderen, D.M. van & C. Kat, Arbeidsrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003 - Heerma van Voss, G.J.J., Inleiding in het Nederlands sociaal recht, Den Haag: Boom

Juridische uitgevers, 2013

- Heerma van Voss, G.J.J., Goed werkgeverschap als bron van vernieuwing van het

arbeidsrecht, Deventer, Kluwer, 1999

- Jansen, C. & Loonstra, C., Opstellen van de historische ontwikkelingen van het

arbeidsrecht, Den Haag: Boom Juridische, 2013

- Karssen T.A., W.D. de Vos, Ambtenarenrecht toegelicht 2013-2014, Sdu 2013 - Naves, H. C., de ambtenaar en zijn besluiten, in L.C.L. Sprengers (red.) Heeft de

ambtelijke status nog toekomst?, Den Haag: CAOP 2005

- Noordam, F.M., Een kontje van de werkgever, in: Betten e.a. 1997, p. 369-380

- Peijpe, T. van, Ongelijkheidscompensatie in het ontslagrecht, in: Betten e.a. 1997, p. 369- 380

- Pennarts, H.F.T., Beginselen van behoorlijk bestuur, Maklu, 2008

- Scholten, P., Verzamelde geschriften, Zwolle: W.E. Tjeenk Willink 1980, p. 395-412 - Van Drongelen e.a., Ontslagprocedures in de publieke sector, SDU Den Haag, 2011 - Velo, Th. A., Inzicht in het ambtenarenrecht, Maklu, 2008

- Zuthpen, van 1991, De rechtspositie van de rijksambtenaar. Aanstelling en ontslag, Den Haag: Vuga 1991

Publicaties

- Bennaars, J.H., ‘De opzegging: preventief en duaal, maar dan anders’, Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk 2014/1

- Bij de Vaate, D. M. A. & Hummel, N., De wet werk en zekerheid: omgekeerde

41

- Bij de Vaate, D.M.A., Sociaal Akkoord en hervorming van het ontslagrecht: lessen uit

Duitsland, Nederlands Juristenblad 2013/1490

- Brekel, M.C.J. van den, Ontslagvergoeding ambtenaar het beste van twee werelden?, Tijdschrift voor ambtenarenrecht 2011/2

- Brouwer, H.J. & Meulen G.H.J., ter,‘Redelijke grond; van een gesloten naar een open

ontslagstelsel’, Tijdschrift voor ambtenarenrecht 2006/november

- Duk R.A.A. & Grapperhaus F.B.J., Drucker, Levenbach en het Wetsvoorstel Werk en

Zekerheid, Tijdschrift Recht en Arbeid 2014/3

- Duk, R.A.A., art 7:669 Wetsvoorstel Werk en Zekerheid: de rechter als bureaucraat, Tijdschrift Recht en Arbeid 2014/26

- Fenema, E. van & Gerrits I., De toverspreuk van de Centrale Raad van Beroep, ArbeidsRecht 2011/57

- Gelderen, M. van, Einde van ambtenarenrecht is in zicht, 2010, www.ontslag.nl - Grapperhaus, F.B.J., De toren van Babel en het in het Wetsvoorstel Werk en Zekerheid

beoogde nieuwe ontslagstelsel,Tijdschrift Recht en Arbeid 2014/22

- Heijden, P.F. van der, ‘Een nieuwe rechtorde van de arbeid’, Nederlands Juristenblad 1997, p. 1837-1844

- Houweling, A.R., Een nieuwe repressieve rechterlijke toetsing van het ontslag. Een

‘reële grond’ voor juridisering en rechtsonzekerheid?, Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk

2012/7

- Karssen, T.A, Nog toekomst voor het ambtenarenrecht?, Tijdschrift voor ambtenarenrecht 2011/januari

- Karssen, T. A, Ontwikkelingen initiatiefwetsvoorstel normalisering rechtspositie

ambtenaren en hervorming civiele ontslagrecht’ Tijdschrift voor ambtenarenrecht

2014/maart

- Kruit, P., De ontsagvergoeding: transitie van billlijkheid naar forfaitair, of toch weer

bilijkheid?, Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk 1/2014

- Loonstra, C.J. & Sick, P.Th., ‘Het wetsvoorstel werk en zekerheid (33818) in vogelvlucht:

dekt de vlag de lading?’, Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk 2014/1

- Niessen, C. R., De ambtelijke status: verder normaliseren of afschaffen? Tijdschrift voor ambtenarenrecht 2006/januari

- Oudenhuijsen, M.J., De ambtenaar is bij ontslag vaak slechter af dan de civiele

werknemer, ArbeidsRecht 2012 49

- Schouten, B., ‘Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten: over de omvang van een

muizengaatje’, Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk 2014/9

- Sillevis Smitt, T., ‘Zoeken naar het muizengaatje’, Advocatenblad 2014-4, p.36-38 - Uhlenbroek, H., Ambtenaar of werknemer, is er nog verschil?, ArbeidsRecht 2001, 18 - Velo, Th.A., Mindere of verminderende rechtsbescherming van de ambtenaar in

vergelijking tot de werknemer in het civiele arbeidsrecht, Sociaal Recht 2006/75

- Verhulp, E., ‘Over ontslagrecht, economie en onrecht’, Sociaal Recht 2007/1 - Vermeulen, K.P.D. & Gent, C.I. van, Ambtenaren worden gewone werknemers,

Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk 2011/2

- Vermeulen, K.P.D., Van Awb naar WWZ: ontslagproces van de genormaliseerde

ambtenaar, Tijdschrift voor ambtenarenrecht 2015/Februari

- Wetzels, W.J.J., ‘Het nieuwe arbeidsprocesrecht: wordt het eenvoudiger?, Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk 2014(1)/11

42

- Trb. 1984, 17, Verdrag betreffende de beëindiging van het dienstverband op initiatie) van

de werkgever (Verdrag Nr. 158 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar achtenzestigste zitting),Genève, 22 juni 1982

- Rapport van de Commissie Duaal Ontslagstelsel, advies van het duale ontslagrecht, Den Haag 15 november 2000

- Rapport van de werkgroep Normalisatie rechtspositie overheidspersoneel, Buitengewoon

normaal, Interdepartementaal beleidsonderzoek 2004-2005, nr. 6

- Werkgroep Herziening Ontslagrecht, Internationaalrechtelijke aspecten van het nieuwe ontslagrecht

- Werkgroep Normalisatie rechtspositie overheidspersoneel, 2004-2005,

- Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland, Wetsvoorstel werk en zekerheid, ‘33818

in praktijk gebracht’, samenvattend verslag

Jurisprudentie

Centrale Raad van Beroep

- CRvB 8 maart 1984, ECLI:NL:CRVB:1984:AK2376

- CRvB 8 maart 1988, TAR 1988/103 en ECLI:NL:CRVB:1988:AL7936 - CRvB 1 juli 1993, ECLI:NL:CRVB:1993:ZB4824

- CRvB 21 december 1994, ECLI:NL:CRVB:1994:ZB5509 - CRvB 21 december 1994, ECLI:NL:CRVB:1994:ZB5510 - CRvB 5 januari 1995, ECLI:NL:CRVB:1995:AK5921 - CRvB 22 augustus 1996, ECLI:NL:CRVB:1996:ZB6361

- CRvB 26 juni 1997, TAR 1997, 188en ECLI:NL:CRVB:1997:ZB7224 - CRvB 6 november 2003, TAR 2004/28 en ECLI:NLCRVB:2003:AN8009. - CRvB 29 april 2004, TAR 2004/111en ECLI:NL:CRVB:2004:AO9267 - CRvB 9 december 2004, ECLI:NL:CRVB:2004:AR7757

- CRvB 28 april 2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AT4891 - CRvB 9 maart 2006 ECLI:NL:CRVB:2006:AV4589 - CRvB 28 september 2006, ECLI:NL:CRVB:2006:AY9666 - CRvB 22 februari 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BA0551

- CRvB 6 september 2007, TAR 2007/196 en ECLI:NL:CRVB:2007:BB4033. - CRvB 24 januari 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BC4308 - CRvB 28 februari 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BC5608 - CRvB 22 mei 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BD3361 - CRvB 16 april 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BI2994 - CRvB 23 april 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BI3114 - CRvB 13 augustus 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BJ5687 - CRvB 9 december 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BO8173. - CRvB 12 mei 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BQ5275 - CRvB 28 februari 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2043 Hoge Raad - HR 8 april 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1322 Rechtbank

- Rb. Haarlem 13 januari 1997, ECLI:NL:RBHAA:1997:ZF0268

GERELATEERDE DOCUMENTEN