• No results found

5. CONCLUSIE EN DISCUSSIE

5.2 D ISCUSSIE

5.2.3 Benoemen van schakelbewijs door de zittingsrechter

Het doel van deze scriptie is niet het toetsen van de toelaatbaarheid van een schakelbewijsconstructie in het Nederlands strafrecht, toch zal hier kort op worden ingegaan. Het beginsel van wederhoor brengt met zich mee dat de verdediging zijn standpunt moet kunnen uiten en daarop een toelichting moet kunnen geven tijdens de terechtzitting. Het onmiddellijkheidsbeginsel behelst daarnaast onder andere dat de rechter zijn beslissing baseert op basis van het bewijsmateriaal dat ter zitting door hemzelf of ten overstaan van hem naar voren is gebracht. Artikel 301 lid 4 Wetboek

van Strafvordering brengt met zich mee dat er geen acht op stukken wordt geslagen

die niet zijn voorgelezen of dat deze worden vervangen door een mondelinge mededeling van de korte inhoud. In de situatie waarin beide procespartijen geen acht slaan op het gebruik van schakelbewijs en ook de rechter niet laat blijken dat hij zou kunnen overgaan op een schakelbewijsconstructie en wel de bewezenverklaring van feit [1] gebruikt voor als bewijsmiddel voor feit [2]115, kan de vraag worden gesteld of dit toelaatbaar is in het licht van bovengenoemde rechtsbeginselen en de artikelen 301 lid 4 Wetboek van Strafvordering, 6 EVRM en 14 IVBPR. De verdediging heeft namelijk in die omstandigheid niet zijn standpunt kunnen laten blijken over de schakelbewijsconstructie, omdat men niet wist dat dit als bewijsmateriaal zou kunnen worden gebruikt voor de bewezenverklaring. Daarnaast is het bewijsmiddel, de bewezenverklaring die in het vonnis tot uiting is gekomen, niet benoemd tijdens de terechtzitting en is het stuk niet voorgehouden.

Om een dergelijke verrassingsbeslissing tegen te gaan, zou er kunnen worden gekeken naar hoe dit wordt ondervangen bij het gebruik van feiten van algemene bekendheid. Feiten van algemene bekendheid behoeven geen bewijs en hoeven niet op zitting ter sprake te zijn gebracht. Ingeval er discussie zou kunnen ontstaan over de vraag of een specifiek gegeven algemeen bekend is, moet dit ter sprake worden gebracht tijdens de terechtzitting.116 Eenzelfde benadering zou kunnen worden gezocht bij het gebruik van schakelbewijs; indien er geen schakelbewijsconstructie ter sprake is gebracht door procespartijen, dan zou de zittingsrechter dit aan de orde kunnen brengen. In het licht van de onpartijdige rechter zou de rechter niet de aankomende bewezenverklaring kunnen uitspreken. Wat wellicht wel zou kunnen, is het benoemen van de overeenkomsten tussen de modus operandi van de verschillende feiten. De verdediging zou daaromtrent dan zijn zienswijze kunnen uiten.

Hoewel het gebruik van een schakelbewijsconstructie voor de bewijsbeslissing tijdens het onderzoek ter terechtzitting vaak ter sprake wordt gebracht door de officier van justitie, is dit niet in alle zaken het geval117. Het is voorbij het doel van deze studie om

115 Ingeval bewijsmiddelen worden geschakeld is dit probleem er niet, aangezien de bewijsmiddelen worden

besproken bij het andere feit ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting.

116 Hoge Raad 11 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0291,NJ 1950, 680.

117 Zie als voorbeeld rechtbank Zeeland-West-Brabant 23 oktober 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:6836. De

officier van justitie en de verdediging vragen beiden voor feit drie vrijspraak. De rechtbank gaat echter over op het gebruik van schakelbewijs en acht het feit bewezen.

dit uitvoeriger te onderzoeken of de zittingsrechter op enige manier het gebruik van

schakelbewijs aan de orde moet stellen tijdens de terechtzitting in het licht van het onmiddellijkheidsbeginsel, het beginsel van hoor en wederhoor en het recht op een fair trial. Dit zou onderwerp voor een vervolgstudie kunnen zijn.

Bibliografie

Literatuur

Van der Aa & Okur 2011

S. Van der Aa & P. Okur, ‘‘Slachtoffer’ of ‘aangever’ van seksueel misbruik: Nomen est omen?’, Delinkt en Delinkwent, afl. 41, 909-927.

Barkhuysen, Van Emmerk & Rieter 2008

T. Barkhuysen, M.L. Van Emmerik & E.R. Rieter, Procederen over mensenrechten onder het EVRM, het IVBPR en andere VN-verdragen, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2008.

Corstens/Borgers 2014

GJ.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, bewerkt door M.J. Borgers, Deventer: Kluwer 2014.

Crombag & Cohen 1991

H.F.M. Crombag & M.J. Cohen, ‘Ook rechters maken menselijke fouten’, in: P.J. van Koppen & H.F.M. Crombag, Demenselijkef actor, Arnhem: Gouda Quint 1991. Demeersseman 2009

B. Demeersseman, ‘Mogelijkheden voor gebruik van schakelbewijs’, Trema 2009, afl. 4, p. 149-156.

Fliek 1990

F.C. Fliek, ‘De Rechters’, in: B. Molenaar, Rechters, de opkomst van de zwarte macht, Bloemendaal: Aramith 1990.

Garé 1994

D. Garé, Het onmiddellijkheidsbeginsel in het Nederlands strafproces (diss. Maastricht), Arnhem: Gouda Quint 1994.

Gommer 2007

H. Gommer, ‘Onbewuste denkprocessen maken motivering tot noodzaak’, Trema: afl. 4, p. 127-134.

Groenhuijsen & De Hullu 2002

M.S. Groenhuijsen & J. De Hullu, Het hoger beroep, in: M.S. Groenhuijsen en G. Knigge (red.), Dwangmiddelen en rechtsmiddelen, derde interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001, Kluwer: Deventer 2002.

Van Koppen 2010

P.J. van Koppen, Reizen met mijn rechter: psychologie van het recht, Deventer: Kluwer 2010.

Mevis 2009

P.A.M. Mevis, Capita strafrecht; Een thematische inleiding, Nijmegen: Ars Aequi 2009.

De Mooij 2005

H.J. de Mooij, ‘Een pen is geen keukenmixer’, in J.G. Brouwer (red.), Wat maakt een goed jurist?, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005.

Nijboer 2000

J.F. Nijboer, Strafrechtelijk bewijsrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2000. Nijboer 2010

J.F. Nijboer, Bewijsrecht: Het bewijsrecht geregeld?, Nijmegen: Wolf Legal Publicers 2010.

Scholten 1974

C. Asser, P. Scholten en G.J. Scholten, Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. Algemeen deel, Zwolle: Tjeenk Willink 1974.

Smith 2005

C.E. Smith, Regels van rechtsvinding, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005, Vriend 2013

K. Vriend, `Inzichtelijk gebruik van schakelbewijs in strafzaken: een Bayesiaans perspectief’, EeR 2013, afl.4, p. 130-134.

De Wilde 2008

B. de Wilde, `Bewijsminimumregels als waarborgen voor de waarheidsvinding in strafzaken?’, in: J.H. Crijns, P.P.J. van der Meij, J.M. ten Voorde (red.), De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008.

De Wilde 2009

B. de Wilde, `Schakelconstructies in bewijsmotiveringen’, Delikt en Delinkwent 2009, afl. 6, p. 563-588.

De Winter 2005

R.R. de Winter, ‘Rationele artisticiteit’, in: J.G. Brouwer (red.), Wat maakt een goed jurist?, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2005.

De Zoete 2014

J. de Zoete e.a., `Het gebruik van schakelbewijs; juridische en kanstheoretische gezichtspunten, EeR 2014, afl. 5, p. 153-167.

Jurisprudentie Rechtbank

Rechtbank ’s-Gravenhage 24 maart 2003, LJN AF6172.

Rechtbank Rotterdam 12 april 2010, ECLI:NL:RBROT:2010:BM0727. Rechtbank ’s-Gravenhage 6 mei 2010, ECLI:NL:RBSGR:2010:BM3559 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 23 juli 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:4870. Rechtbank Noord-Holland 24 december 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:12363. Rechtbank Noord-Holland 24 juni 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:5724.

Rechtbank Gelderland 5 augustus 2015 ECLI:NL:RBGEL:2015:5210.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 september 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:11142. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 23 oktober 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:6836. Rechtbank Noord-Holland 25 maart 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:2530.

Rechtbank Gelderland 23 maart 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:1999. Rechtbank Amsterdam 21 mei 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BW6148. Gerechtshof

Gerechtshof ’s-Gravenhage 18 juni 2004, LJN AP2846. Gerechtshof Amsterdam 13 juli 2006, LJN AY3864. Gerechtshof Arnhem 14 april 2010, LJN BM0876. Gerechtshof ’s-Gravenhage 18 juni 2004, LJN AP2846.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 13 augustus 2015 ECLI:NL:GHSHE:2015:3200. Gerechtshof Amsterdam 3 augustus 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4554.

Gerechtshof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885. Gerechtshof ’s-Gravenhage 30 oktober 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:5112. Gerechtshof Amsterdam 3 september 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3641. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 23 februari 2012, ECLI:NL:GHSHE:BV6697. Hoge Raad

Hoge Raad 14 maart 2006, LJN AU5496, NJ 2007, 345 m.n.t. P.A.M. Mevis. Hoge Raad 15 januari 2008, NJ 2008, 61.

Hoge Raad 15 november 2011, NJ 2012, 279 m.nt. Reijntjes. Hoge Raad 23 januari 2007, NJ 2007, 81.

Hoge Raad 24 juni 2003, NJ 2004, 165. Hoge Raad 26 februari 1952, NJ 1952, 675. Hoge Raad 13 januari 1941, NJ 1941, 480. Hoge Raad 20 oktober 1998, NJ 1999, 49.

Hoge Raad 11 juni 2002, NJ 2002, 459.

Hoge Raad 11 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0291,NJ 1950, 680. Hoge Raad 26 augustus 1958, NJ 1959, 95.

Hoge Raad 29 juni 2004, LJN AO5710. Europees Hof voor de Rechten van de Mens

EHRM 17 oktober 2000, nr. 38194/97, Karakasis t. Griekenland. EHRM 1 juli 2003, nr. 37801/97, Suomunen t. Finland.

EHRM 16 december 1992, nr. 12945/87, Hadjanastassio t. Griekenland. EHRM 19 april 1994, nr. 16034/90, Van de Hurk t. Nederland.

xfEHRM 9 december 1994, nr. 18064/91, Balani t. Spanje. EHRM 30 november 2004, nr. 26890/95, Kukkola t. Finland. EHRM 19 december 1997, nr. 20772/92, Helle t. Finland. EHRM 21 mei 2002, nr. 28856/95, Jokela t. Finland. EHRM 6 september 2005, nr. 65518/01, Salov t. Oekraïne. EHRM 27 september 2001, nr. 49684/99, Hirvisaari t. Finland. EHRM 5 april 2005, NJ 2005, 551, Scheper t. Nederland.

EHRM 8 april 2003, nr. 14399/02, Massey t. Verenigd Koninkrijk. EHRM 9 september 1998, nr. 37120/97, R.M.B. t. Verenigd Koninkrijk. EHRM 14 januari 1998, nr. 27521/95, Stürm t. Zwitserland.

Bijlage

Zaken die zijn gebruikt voor dit onderzoek. Zaak Vindplaats Rechtbank Overijssel, 17 mei 2016 ECLI:NL:RBOVE:2016:1687 Rechtbank ‘s-Gravenhage, 7 april 2016 ECLI:NL:RBDHA:2016:3759 Rechtbank Noord-Holland, 22 maart 2016 ECLI:NL:RBNHO:2016:2306 Rechtbank Overijssel, 15 februari 2016 ECLI:NL:RBOVE:2016:494 Rechtbank Overijssel, 26 november 2015 ECLI:NL:RBOVE:2015:5242 Rechtbank Limburg, 4 november 2015 ECLI:NL:RBLIM:2015:9315 Rechtbank Noord-Holland, 30 oktober 2015 ECLI:NL:RBNHO:2015:9445 Rechtbank Overijssel 30 oktober 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:4854 Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23 oktober 2015 ECLI:NL:RBZWB:2015:6836 Rechtbank ‘s-Gravenhage, 25 september 2015 ECLI:NL:RBDHA:2015:11142 Rechtbank Gelderland, 5 augustus 2015 ECLI:NL:RBGEL:2015:5210 Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23 juli 2015 ECLI:NL:RBZWB:2015:4870 Rechtbank Oost-Brabant, 21 juli 2015 ECLI:NL:RBOBR:2015:4306 Rechtbank Noord-Holland, 25 maart 2015 ECLI:NL:RBNHO:2015:2530 Rechtbank Gelderland, 23 maart 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:1999 Rechtbank Rotterdam, 3 maart 2015 ECLI:NL:RBROT:2015:1425 Rechtbank Noord-Holland, 24 december 2014 ECLI:NL:RBNHO:2014:12363 Rechtbank Rotterdam, 10 december 2014 ECLI:NLRBROT:2014:10038 Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29 juli 2014 ECLI:NL:RBZWB:2014:5364 Rechtbank Noord-Holland, 24 juni 2014 ECLI:NL:RBNHO:2014:5724

Zaak Vindplaats Gerechtshof Amsterdam, 18 maart 2016 ECLI:NL:GHAMS:2016:1201 Gerechtshof Amsterdam, 15 december 2015 ECLI:NL:GHAMS:2015:5698 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 13 augustus 2015 ECLI:NL:GHSHE:2015:3200 Gerechtshof Amsterdam, 3 augustus 2015 ECLI:NL:GHAMS:2015:4554 Gerechtshof Amsterdam, 3 september 2014 ECLI:NL:GHAMS:2014:3641 Gerechtshof ‘s-Gravenhage, 30 oktober 2013 ECLI:NL:GHDHA:2013:5112 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 2 juli 2013 ECLI:NL:GHSHE:2013:2647 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25 juni 2013 ECLI:NL:GHARL:2013:4428 Gerechtshof Amsterdam, 26 april 2013 ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26 april 2013 ECLI:NL:GHARL:2013:6093 Gerechtshof Amsterdam, 21 december 2012 ECLI:NL:GHAMS:2012:BY7123 Gerechtshof Amsterdam, 6 november 2012 ECLI:NL:GHAMS:2012:BY2562 Gerechtshof Arnhem, 5 november 2012 ECLI:NL:GHARN:2012:BY4818 Gerechtshof Amsterdam, 17 september 2012 ECLI:GHAMS:2012:BY0654 Gerechtshof Arnhem, 26 juni 2012 ECLI:NL:GHARN:2012:BW9404 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 15 mei 2012 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW6684 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 23 februari 2012 ECLI:NL:GHSHE:2012:BV6697 Gerechtshof Amsterdam, 14 februari 2012 ECLI:NL:GHAMS:2012:BW3326 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 11 oktober 2011 ECLI:NL:GHSHE:2011:BT7167 Gerechtshof Amsterdam, 13 september 2010 ECLI:NL:GHAMS:2010:BN7812