• No results found

Hoofdstuk 4: Zijn er andere mogelijkheden om erfgenamen beter te beschermen

4.3 Beneficiaire aanvaarding van rechtswege

Mijn laatste aanbeveling betreft een voorstel tot invoering van de standaard beneficiaire aanvaarding, zoals al veelvuldig in de literatuur is bepleit.75 Deze oplossing verhelpt zowel de problemen rondom de zuivere aanvaarding door gedragingen en het probleem van de onverwachte schulden. Te pleiten valt voor beneficiaire aanvaarding van

rechtswege met daarbij een termijn van drie maanden waarbinnen een erfgenaam alsnog 75 Radboudrapport 2012, p. 7, Biemans 2015, Kolkman 2016.

een verklaring voor zuivere aanvaarding of verwerping kan afleggen. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij de termijn van beraad uit artikel 4:185 BW. Op grond van bijzondere omstandigheden zou deze termijn door de kantonrechter een of meerdere malen verlengd kunnen worden.

Bij deze aanbeveling zou ik willen aanhaken bij route 1 uit het Radboudrapport waarbij erfgenamen alleen bij negatieve nalatenschappen de formele vereffeningsprocedure van afdeling 4.6.3 dienen te volgen. Indien erfgenamen kunnen aantonen dat de nalatenschap ruimschoots toereikend is om de schulden van de erflater te voldoen, hoeven zij de nalatenschap niet volgens de formele vereffeningsregels af te wikkelen. Minister Van der Steur vreest echter dat erfgenamen onvoldoende in staat zijn om vast te stellen of de nalatenschap ruimschoots toereikend is, waardoor zij het gevaar lopen toch met hun privévermogen aansprakelijk te worden ex artikel 4:184 lid 1 onder d BW indien zij in ernstige mate tekortschieten in de vervulling van hun verplichtingen als vereffenaar en hen daarvan een verwijt kan worden gemaakt. Hij is daarom van mening dat er een schijnzekerheid voor erfgenamen ontstaat.76

Echter als ik het risico van artikel 4:184 lid 1 onder d BW vergelijk met de zuivere aanvaarding door gedragingen, dan ben ik van mening dat de gevolgen bij zuivere aanvaarding door gedragingen voor erfgenamen van groter omvang zijn. Onder de nieuwe wet blijft een erfgenaam die door gedragingen zuiver aanvaardt met zijn gehele privévermogen aansprakelijk voor de schulden van erflater die niet uit de nalatenschap voldaan kunnen worden, terwijl dit bij beneficiaire aanvaarding pas het geval is als de erfgenaam in de vervulling van zijn verplichtingen als vereffenaar ernstig tekort schiet en hem hier een verwijt van kan worden gemaakt. De drempel ligt in het laatste geval dus veel hoger en de kans dat de privéaansprakelijkheid uit artikel 4:184 lid 1 onder d BW zich voordoet is vele malen kleiner dan het geval is bij zuivere aanvaarding door gedragingen. Dit argument van de minister gaat dus niet op.

Daarnaast geeft de minister aan dat standaard beneficiaire aanvaarding leidt tot een aanzienlijke belasting van het gerechtelijk apparaat.77 Zowel in positieve als in negatieve nalatenschappen zou een erfgenaam zich namelijk tot de kantonrechter moeten wenden. Dit argument snijdt naar mijn mening wel hout, vandaar dat ik heb gezocht naar een idee om dit anders in te richten.

76 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 224, nr. 5.

Hiervoor heb ik mijn toevlucht gezocht tot de Uitvoeringswet Verordening Erfrecht over de Europese Erfrechtverklaring.78 Blijkens artikel 8 van deze wet heeft de Nederlandse regering ervoor gekozen om de notaris de Europese verklaring van erfrecht op te laten stellen.79 De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie is blij met deze rol voor de notaris.80 Andere Europese landen hebben ervoor gekozen om de rechter deze taak te geven. De Nederlandse regering heeft besloten om de rechter enkel een soort controle- functie te geven, blijkens artikel 9 van de Uitvoeringswet Verordening Erfrecht.81 Naar mijn idee is iets soortgelijks mogelijk bij de beneficiaire aanvaarding van

rechtswege. Ook daarbij kan de notaris een meer omvattende taak toebedeeld krijgen. Ik zou mij bijvoorbeeld kunnen voorstellen dat erfgenamen zich bij beneficiaire aanvaarding tot de notaris in plaats van tot de kantonrechter moeten wenden. Bij positieve nalaten- schappen kan de notaris de erfgenaam vrijstellen van de verplichting om de wettelijke vereffeningsprocedure te volgen en indien sprake is van een negatieve nalatenschap dient de erfgenaam dit te melden aan de notaris en kan de notaris verdere instructies geven. Mijns inziens moeten voor de kosten van deze taken standaardtarieven worden ingevoerd, zoals bij de rechtbank vaste bedragen aan griffierecht verschuldigd zijn. Voor een

verklaring van beneficiaire aanvaarding dient een erfgenaam bij de rechtbank een bedrag van € 123 te voldoen.82 Voor de afhandeling van een beneficiair aanvaardde nalatenschap bij een notaris zouden soortgelijke tarieven kunnen gelden. Dit bedrag dient door de erfgenaam te worden voldaan.

Net als bij de afgifte van de verklaring van erfrecht zou de notaris ook bij bovenstaande taken een inspanningsverplichting moeten hebben. De notaris spant zich zo goed mogelijk in om het gewenste doel te bereiken, maar van een garantie is geen sprake.83 In de situatie dat de notaris, zoals voorgesteld, een grotere rol krijgt toebedeeld bij de beneficiaire aanvaarding zou moeten gelden dat er hoge eisen mogen worden gesteld aan zijn

inspanningsverplichting. De aansprakelijkheid van de notaris wordt echter beperkt in het geval hij zijn onderzoek nauwkeurig heeft uitgevoerd, maar er toch fouten zijn ontstaan

78 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 33 851, nr. 430.

79 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 33 851, nr. 430.

80 https://www.knb.nl/nieuwsberichten/uitvoeringswet-europese-erfrechtverordening- aangenomen.

81 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 33 851, nr. 430.

82https://www.rechtspraak.nl/Hoe-werkt-het-recht/Kosten-

rechtszaak/Griffierecht/Paginas/Griffierecht-kanton.aspx

doordat hem onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt. Tenzij de notaris hiervan op de hoogte was of had kunnen zijn op grond van bijzondere omstandigheden.84

Indien een schuldeiser of een andere belanghebbende van mening is dat de erfgenaam of de notaris zich niet aan de regels houdt, heeft hij/zij de mogelijkheid om zich tot de rechter te wenden. Langs die weg krijgt de rechter alleen een controlefunctie en ontstaat er geen overbelasting van de rechterlijke macht.

Conclusie

Op 1 september jongstleden is de Wet bescherming erfgenamen tegen schulden in werking getreden. Deze nieuwe wet probeert op twee punten een oplossing te geven voor de problemen die onder de oude wetgeving speelden. Ik heb onderzocht of de wetgever hier voldoende in is geslaagd of dat er nog andere aanpassingen nodig zijn. Mijn centrale probleemstelling luidde dan ook als volgt:

Verbetert de nieuwe wet de rechtspositie van erfgenamen bij nalatenschappen met een negatief saldo in vergelijking tot de oude wetgeving voldoende, of zijn er andere aanpassingen nodig?

Problematisch onder de oude wetgeving was de situatie waarbij een erfgenaam door gedragingen een nalatenschap onbewust zuiver aanvaardde. Dit omdat een ruime hoeveelheid gedragingen kon vallen onder de bewoordingen van het oude artikel 4:192 lid 1 BW. Een tweede probleem deed zich voor bij de onverwachte schulden waarmee een erfgenaam pas bekend werd nadat hij de nalatenschap al zuiver had aanvaard. Ingeval van een ontoereikende nalatenschap, was de erfgenaam gehouden de schuld uit zijn eigen vermogen te voldoen.

In het Radboudrapport hebben het Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen en Netwerk Notarissen drie routes beschreven om bovenstaande problemen te kunnen voorkomen. Minister Van der Steur heeft de derde oplossing uit dit rapport als uitgangspunt genomen voor de nieuwe wet, waarin de gedragingen die leiden tot zuivere aanvaarding worden beperkt en waarbij er een mogelijkheid bestaat om na zuivere aanvaarding alsnog beneficiair te aanvaarden ingeval van ontdekking van een onverwachte schuld.

In de nieuwe wet heeft de minister dus aangesloten bij route 3 van het Radboudrapport door ten eerste de gedragingen die leiden tot zuivere aanvaarding te beperken. De formulering van artikel 4:192 lid 1 BW is aangepast. Een erfgenaam aanvaardt de

nalatenschap nu alleen zuiver indien hij nalatenschapsgoederen verkoopt, bezwaart of op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt.

Na een analyse van de keuze voor het woord ‘verkoopt’ ben ik tot de conclusie gekomen dat de minister zijn keuze niet goed heeft doordacht. De argumenten die hij in dit kader aanvoert zijn juridisch namelijk niet correct. De laatste stand van zaken is nu dat de minister voor artikel 4:192 lid 1 BW aansluiting gaat zoeken bij artikel 1:88 lid 1 onder a BW. Vanwege de ratio van artikel 1:88 lid 1 onder a BW is ook dit onjuist en kan de minister in mijn visie beter in het geheel afstappen van het woord ‘verkoopt’ en de obligatoire overeenkomst buiten beschouwing laten. In plaats van het woord ‘verkoopt’ kan dan het woord ‘vervreemdt’ komen te staan. Dit is juridisch wel correct.

Bovenstaande discussie staat echter los van de vraag of de problemen rondom de zuivere aanvaarding door gedragingen na de aanpassing van artikel 4:192 lid 1 BW zijn opgelost. Niet kan worden ontkend dat enkele gedragingen die onder de oude wet leidden tot zuivere aanvaarding daar nu niet meer toe zullen leiden. De erkenning van een schuld van de nalatenschap door een erfgenaam en het instellen van een rechtsvordering die een erfgenaam toekomt zullen bijvoorbeeld niet meer leiden tot zuivere aanvaarding. Schuldeisers worden door deze handelingen immers niet benadeeld.

Echter kan niet geconcludeerd worden dat de problemen rondom de zuivere aanvaarding met de nieuwe wet voldoende zijn opgelost. In de praktijk zal de nieuwe wetgeving ten opzichte van de oude wetgeving erfgenamen niet de gewenste duidelijkheid bieden. Er zijn nog steeds veel nuances in de gedragingen die erfgenamen wel en niet mogen verrichten en de kans dat een erfgenaam onbewust de nalatenschap aanvaardt door zich als zuiver aanvaard hebbende erfgenaam te gedragen is nog even groot als voorheen. De nieuwe wet tracht ook een oplossing te bieden voor het probleem dat zich voordoet bij de ontdekking van een onverwachte schuld nadat een erfgenaam de nalatenschap al zuiver heeft aanvaard. Indien de nalatenschap nog moet worden afgewikkeld, kan de erfgenaam de rechter verzoeken om alsnog beneficiair te aanvaarden. Wanneer alle bekende schulden van de nalatenschap zijn voldaan, kan de erfgenaam de rechter vragen om ontheffing van de verplichting om de schuld uit zijn eigen vermogen te voldoen.

Ook dit artikel zal een erfgenaam geen extra bescherming bieden ten opzichte van de oude wetgeving. Vrijwel geen enkele schuld zal kunnen voldoen aan alle criteria van artikel 4:194a BW. De memorie van toelichting noemt alleen als voorbeeld van een onverwachte schuld de vordering uit onrechtmatige daad die iemand nog op de erflater heeft. Slechts in echte uitzonderingssituaties kan de rechter tot de conclusie komen dat sprake is van een onverwachte schuld.

Om erfgenamen wel adequaat te kunnen beschermen tegen nalatenschapsschulden zal de wet dus op een andere manier aangepast moeten worden. Voor erfgenamen die zuiver aanvaarden door gedragingen kan daarvoor als eerste gedacht worden aan een

aansprakelijkheid van de erfgenaam in privé tot het bedrag van de waardevermindering van de nalatenschap die is ontstaan door de handeling van de erfgenaam. Zo kan voorkomen worden dat een erfgenaam met een enkele gedraging direct aansprakelijk gehouden kan worden voor het geheel aan nalatenschapsschulden.

Voor de onverwachte schulden zou een wijziging van de huidige regel daaromtrent uitkomst kunnen bieden. Bijvoorbeeld door de bewijslast dat een erfgenaam de

onverwachte schuld kende dan wel behoorde te kennen bij de schuldeiser neer te leggen. Zodoende wordt een erfgenaam niet geconfronteerd met de bewijslast van een

ontkenning. Ook is het in het belang van de erfgenaam om de laatste voorwaarde uit artikel 4:194a lid 2 BW weg te laten aangezien een erfgenaam al snel de schuldeiser het vertrouwen kan geven dat zijn schuld voldaan zal gaan worden, terwijl de erfgenaam zich niet bewust is van de consequenties.

de standaard wordt. Erfgenamen aanvaarden van rechtswege beneficiair indien een nalatenschap openvalt. Dit is de beste oplossing om beide problemen het hoofd te bieden. Erfgenamen kunnen dan niet meer door gedragingen met hun privévermogen

aansprakelijk worden voor nalatenschapsschulden en bij onverwachte schulden loopt een erfgenaam niet het risico dat hij deze uit zijn eigen vermogen moet voldoen. In de literatuur wordt deze mogelijkheid ook veelvuldig bepleit. Misschien gaat minister Van der Steur ook overstag als blijkt dat de problemen voor erfgenamen zich onverminderd blijven voordoen.

Kortom, uit bovenstaande blijkt dat de nieuwe wet de rechtspositie van erfgenamen bij nalatenschappen met een negatief saldo onvoldoende verbetert in vergelijking met de oude wetgeving. Er zijn andere aanpassingen nodig om erfgenamen adequaat te

beschermen tegen de risico’s van zuivere aanvaarding door gedragingen en onverwachte schulden. Wellicht dat een van mijn ideeën daaraan een bijdrage kan leveren.

Literatuuroverzicht

Literatuur:

Asser/Perrick 2013

C. Asser en S. Perrick, Asser 4 Erfrecht en schenking, Kluwer: Deventer 2013

Biemans 2015, p. 956-962

J.W.A. Biemans, ‘Wetsvoorstel BETS is beter dan BETOS, maar helaas (nog) geen standaard beneficiaire aanvaarding’, WPNR 2015, afl. 7083, p. 956-962

A.R.de Bruijn, W.G. Huijgen en B.E. Reinhartz, Het Nederlandse

Huwelijksvermogensrecht, Kluwer: Deventer 2012

Kolkman 2016, p. 765-766

W.D. Kolkman, ‘Nieuwe wetgeving bescherming erfgenamen tegen schulden’, WPNR

2016, afl. 7121, p. 765-766

Kolkman 2016/18

W.D. Kolkman, ‘Betere bescherming erfgenamen tegen schulden’, KWEP 2016, afl. 18.

Kolkman 2016/30

W.D. Kolkman, ‘Kroniek Erfrecht’, FJR 2016, afl. 30.

Luijten en Meijer 2011, p. 73-75

E.A.A. Luijten en W.R. Meijer, ‘‘Vernietiging’ van een zuivere aanvaarding van een nalatenschap’, TE 2011, afl. 4, p. 73-75

Mellema-Kranenburg 2012

T.J. Mellema-Kranenburg, ‘Eenmaal zuiver aanvaard altijd zuiver aanvaard!’ JBN, 2012/4

Van Mourik e.a. 2015

M.J.A. van Mourik e.a., Handboek erfrecht, Kluwer: Deventer 2015

Van den Outenaar 2016

E. van den Outenaar, (2016, 9 september), Minder snel in de schuld na een erfenis,

de Volkskrant, p. 27

Radboud Universiteit Nijmegen & Netwerk Notarissen 2012

Radboud universiteit Nijmegen & Netwerk notarissen, ‘Erven zonder financiële

zorgen?!’, rapport 2012 http://www.netwerknotarissen.nl/nieuws/168/rapport-erven-

zonder-financile-zorgen-digitaal-beschikbaar <11 juli 2016>

Reinhartz, in GS Erfrecht art. 192 BW 4, aant. 3

B.E. Reinhartz, ‘Niet als zuivere aanvaarding te kwalificeren’ in Groene Serie Erfrecht, Deventer: Kluwer (online)

Jurisprudentie:

HR 26 april 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC4853

HR 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1489 m.nt. Perrick HR 22 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1284

HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:288

Hof Den Haag, 28 juni 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1985 Rb. Alkmaar, 17 februari 2009, ECLI:NL:RBALK:2009:BI1984

Rb. Assen (sector Kanton Emmen), 19 oktober 2010, ECLI:NL:RBASS:2010:BQ:7094 Parlementaire stukken:

Eerste Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 224, nr. C (Brief van de minister van veiligheid en justitie)

Eerste Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 224, nr. D (Verslag van een schriftelijk overleg)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 224, nr. 226 (Publicatie van wet)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 224, nr. 5 (Nota naar aanleiding van het verslag)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 224, nr. 2 (Voorstel van wet)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 224, nr. 3 (Memorie van Toelichting) Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 33 851, nr. 430 (Publicatie van wet)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, 33 400 VI, nr. 94 (Brief van de staatssecretaris van veiligheid en justitie)

Tweede Kamer, Parlementaire Geschiedenis Vastellingswet Boek 4 BW, p. 933-934 (Memorie van Antwoord)

Elektronische bronnen:

http://nos.nl/artikel/367443-erven-huis-zorgt-voor-problemen.html, geraadpleegd op 9 juni 2016

http://www.telegraaf.nl/overgeld/consument/20959468/__Charlotte__23___erft__belastin gschuld_van_haar_overleden_moeder__.html, geraadpleegd op 9 juni 2016

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/06/07/steun-in-de-eerste-kamer-voor- betere-bescherming-erfgenaam, geraadpleegd op 10 september 2016

https://www.knb.nl/nieuwsberichten/uitvoeringswet-europese-erfrechtverordening- aangenomen, geraadpleegd op 4 november 2016

https://www.rechtspraak.nl/Hoe-werkt-het-recht/Kosten

rechtszaak/Griffierecht/Paginas/Griffierecht-kanton.aspx, geraadpleegd op 21 december 2016