• No results found

In deze alinea wordt beschreven hoe ouders en hulpverlener de seksuele opvoeding van kinderen en jongeren met LVB en ASS beleven. Veertig procent van de respondenten voelt zich grotendeels verantwoordelijk voor de seksuele opvoeding van hun kind en de cliënt. Dit komt overeen met eerder onderzoek, waaruit blijkt dat verzorgers over het algemeen vinden dat zij een belangrijke taak hebben in de seksuele opvoeding (Byers, 2011; de Graaf 2013). Meer dan 40 procent van de respondenten maakt zich minstens 1 tot 2 keer per maand zorgen over de seksuele ontwikkeling. Dit percentage is groot ten opzichte van resultaten uit eerder onderzoek, waar een enkele moeder en leidster zich zorgen maakt over de seksuele ontwikkeling opvoeding (Zwiep, 2008). Daarnaast omschrijft bijna dertig procent van de respondenten de seksuele opvoeding als ‘eerder moeilijk dan makkelijk’.

Tijdens gesprekken over seksualiteit weet een kwart van de respondenten niet goed welke woorden zij moeten gebruiken. Dit komt overeen met cijfers uit recent onderzoek van de Graaf (2013), waarin ouders aangeven soms niet goed te weten hoe zij iets uit moeten leggen in voor het kind begrijpelijke taal. Driekwart van de respondenten vindt dat hun kinderen en de cliënten recht hebben op eerlijke informatie en probeert een open sfeer te creëren omtrent seksualiteit. Deze bevinding komt overeen met recent onderzoek van de Graaf (2013), waaruit blijkt dat tweederde van de ouders in Nederland altijd eerlijk antwoord geeft wanneer hun kind vragen stelt over relaties of seksualiteit. De gesprekken over seksualiteit vinden meer dan 90 procent van de respondenten niet onfatsoenlijk en denken niet dat het aanzet tot vroegtijdig seksueel gedrag. Ook deze bevindingen zijn grotendeels overeenkomstig met wat ouders in Nederland vinden, enkel een percentage van vier tot vijf procent praat niet met hun kind over seksualiteit omdat het bang is dat het aanzet tot seks (de Graaf, 2013).

Wat betreft het communiceren over seksualiteit met kinderen en cliënten lijken respondenten het belangrijk te vinden om stil te staan bij onderwerpen die samen lijken te vallen onder het weerbaarheid. Zo benadrukt 82 procent van de respondenten dat hun kinderen en de cliënten niet mee mogen gaan met vreemden.

Ongeveer driekwart van de respondenten praat met hun kinderen en de cliënten over dat zij de baas zijn over hun eigen lichaam en het ‘nee’ zeggen tegen handelingen en aanrakingen die zij niet willen. Uit onderzoek van de Graaf (2013) komt naar voren dat het leren aangeven van grenzen op alle leeftijden een van de meest besproken onderwerpen is tussen ouders en kinderen wanneer zij praten over seksualiteit.

6.3 Behoefte aan ondersteuning

De laatste vraag die aan de respondenten is gesteld is in hoeverre en op welke wijze zij behoefte hebben aan ondersteuning in de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding van hun kind of de cliënt met LVB en ASS.

Tweederde van de respondenten geeft aan dat zij, al dan niet in verschillende mate, behoefte hebben aan ondersteuning. Uit eerdere onderzoeken naar de ondersteuningsbehoeften van ouders blijkt dat in zijn algemeenheid veel ouders behoefte hebben aan opvoedingsondersteuning, variërend van de helft tot de meerderheid (Sneijders, 2006). Cijfers uit onderhavig onderzoek komen daarmee grotendeels overeen met wat uit eerdere onderzoeken is gebleken.

Meer dan 95 procent van de respondenten wil informatie en advies over de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding van een psycholoog of orthopedagoog. Dit komt overeen met waar ouders van kinderen zonder ontwikkelingsproblemen hulp zoeken (Sneijders, 2006; Nys, 2008). Echter, ouders van kinderen zonder ontwikkelingsproblemen zoeken psychologen of orthopedagogen pas in een later stadium, wanneer zij niet meer met hun vragen bij vrienden en familieleden terecht kunnen (Hoogenboezem en van der Meer, 2009). Meer dan 90 procent ontvangt daarnaast graag informatie en advies van hulpverleners van cliënten of ouders van kinderen met LVB en ASS. Dit is een groter percentage dan blijkt uit eerder onderzoek naar ondersteuningsbehoefte van ouders (Prinsen et al., 2012). Uit de richtlijn Opvoedingsondersteuning van het Nederlandse Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) blijkt dat veel ouders naar een jeugdarts of jeugdverpleegkundige stappen wanneer zij vragen hebben over de opvoeding (Prinsen et al., 2012). Dit komt overeen met de resultaten uit dit onderzoek, meer dan driekwart van de respondenten wil namelijk informatie en advies over de seksuele opvoeding afkomstig van een Arts Verstandelijk Gehandicapten (AVG).

Uit een literatuurstudie blijkt dat ouders graag informatie over opvoeden inwinnen via websites, persoonlijke gesprekken met een deskundige, themabijeenkomsten, ouderavonden, spreekuren, gesprekken met andere ouders en

tijdschriften (Speetjens, van der Linden en Goossens, 2009). De onderzoeksresultaten

van dit onderzoeken laten zien dat de respondenten hierin niet verschillen met bovengenoemde ouders: alle respondenten willen informatie en adviezen ontvangen middels een website met informatie en advies over de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding van kinderen en jongeren met LVB en ASS. Bijna alle ouders willen lezingen bijwonen over zowel de seksuele ontwikkeling als de seksuele opvoeding van kinderen en jongeren met LVB en ASS. Meer dan 90 procent van de respondenten heeft behoefte aan boeken met praktische tips en meer dan 80 procent wil graag een spreekuur met een professional. Deze voorkeuren van ouders blijken in de praktijk effectieve werkvormen te zijn (Kobussen, 2005).

6.4 Conclusie

Nu rest de vraag, ‘Hoe ervaren ouders en hulpverleners de seksuele ontwikkeling en

de seksuele opvoeding van kinderen en cliënten met LVB en ASS?’. Het geheel

overzien lijkt het erop dat ouders en hulpverleners seksueel getinte gedragingen bij kinderen en cliënten met LVB en ASS signaleren. Daarnaast is het goed denkbaar dat de wijze waarop de respondenten aangeven de seksuele opvoeding te beleven, overeenkomt met de kernpunten van de autoritatieve opvoedstijl. Het creëren van een open sfeer omtrent seksualiteit, praten over seksualiteit, aandacht besteden aan onderwerpen die te maken hebben met weerbaarheid en eerlijke informatie geven over seksualiteit zijn namelijk onderdelen van een autoritatieve seksuele opvoeding (Zwiep, 2008). Respondenten hebben behoefte aan ondersteuning in de seksuele opvoeding van professionals, andere ouders of hulpverleners van kinderen met LVB en ASS en de Arts Verstandelijk Gehandicapten. Informatie en adviezen vergaren zij het liefst via een website, lezingen, boeken en tijdens spreekuren. De manier waarop de respondenten de seksuele opvoeding ervaren, kent verschillen, maar ook zeker gelijkenissen met hoe ouders van kinderen zonder ontwikkelingsstoornis de seksuele opvoeding ervaren.

6.5 Reflectie

De bevindingen uit onderhavig onderzoek hebben bijgedragen aan een kennisverbreding over hoe ouders en hulpverleners de seksuele ontwikkeling en seksuele opvoeding van kinderen met LVB en ASS ervaren.

Het onderzoek heeft eveneens enkele beperkingen. De vragenlijst van het onderzoek is zelf samengesteld op eerdere lijsten uit kwantitatief en kwalitatief onderzoek, maar niet eerder getest op betrouwbaarheid. Daarnaast bleken respondenten de vragenlijst lang te vinden, hetgeen de hoge dropout rate mogelijkerwijs kan verklaren. Ook bevat het onderzoek relatief weinig respondenten, waardoor generaliseerbare uitspraken voor de gehele populatie niet mogelijk is. 6.6 Aanbevelingen

Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten uit het onderzoek kunnen een aantal aanbevelingen worden gedaan. Allereerst zullen aanbevelingen worden gedaan voor toekomstig onderzoek. Vervolgens zullen aanbevelingen voor in de praktijk besproken worden.

6.6.1 Toekomstig onderzoek

Voor toekomst onderzoek is het allereerst waardevol om een grotere groep respondenten te bestuderen. Door een onderzoek met meer respondenten kunnen er meer omvattende uitspraken worden gedaan over hoe ouders en hulpverleners de seksuele opvoeding beleven. Daarnaast wordt aangeraden om bij vervolgonderzoek de respondenten op een andere wijze te werven. Hoewel een vragenlijst te allen tijde anoniem ingevuld moet kunnen worden, is een persoonlijke benaderingswijze van respondenten van essentieel belang bij onderwerpen als seksualiteit. Door de discrepantie tussen de literatuur en de onderzoeksresultaten betreffende de hoeveelheid seksuele gedragingen kinderen en adolescenten op hebben gedaan onder de 25jaar, is het interessant om onderzoek uit te voeren naar de seksuele ervaringen van jongeren met LVB en ASS. Tot slot is het bijzonder interessant om kwalitatief onderzoek uit te voeren onder kinderen en jongeren met LVB en ASS, aangezien in eerdere en huidig onderzoek ouders en hulpverleners zijn ondervraagd over deze kinderen en jongeren. Hun mening en beleving is echter evenveel, al dan niet meer, waard.

6.6.2 Aanbevelingen voor de praktijk

Respondenten geven aan behoefte te hebben aan ondersteuning in de seksuele ontwikkeling. Aangezien alle respondenten behoefte hebben aan een website met informatie en adviezen over de seksuele ontwikkeling en de seksuele opvoeding van kinderen met LVB en ASS, is deze wens van respondenten in de praktijk gebracht. Vanaf heden zal de website www.beestjebijdenaam.nl fungeren als de website voor ouders, hulpverleners en kinderen zelf om informatie en advies in te winnen over seksualiteit. Door middel van de menu’s van de website zullen overige aanbevelingen worden gedaan.

Ouders & Hulpverleners: Veel ouders en hulpverleners hebben in het

opmerkingen veld onderaan de vragenlijst genoteerd dat zij graag kennis nemen van de uitkomsten van het onderzoek. Daarom is het raadzaam om op een pagina voor ouders en hulpverleners de resultaten van het onderzoek te presenteren.

Kinderen: Aangezien er weinig, of inadequate, informatie te vinden is over

seksualiteit voor kinderen, jongeren en adolescenten met LVB en ASS moet er een overzichtspagina komen die zich richt op het informeren van deze kinderen, jongeren en adolescenten.

Activiteiten: Lezingen, ouderbijeenkomsten en lotgenotencontacten zijn voor

ouders en hulpverleners een belangrijke bron om informatie en adviezen op te doen. Daarom is het gewenst activiteiten die zich voordoen in de toekomst met als onderwerp LVB, ASS en seksualiteit te bundelen en te presenteren op de website.

Literatuur: Respondenten hebben aangegeven behoefte te hebben aan boeken

met praktische tips. Het is daarom van belang dat er een overzicht komt met boeken met praktische tips voor de seksuele opvoeding. Daarnaast moet er een overzicht komen met boeken die ouders en hulpverleners kunnen voorleggen aan hun kinderen en de cliënten met LVB en ASS. Deze boeken moeten duidelijke tekst en illustraties bevatten en aansluiten bij het niveau van de kinderen, jongeren en adolescenten.

Contact: De behoefte bestaat om vragen over de seksuele ontwikkeling en

creëren waar ouders, hulpverleners, kinderen, jongeren en adolescenten anoniem vragen kunnen stellen aan een professional. Naarmate er meerdere overeenkomstige vragen zijn gesteld kunnen de antwoorden gebundeld worden op een frequently asked

7. Literatuurlijst

American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and Statistical Manual for Mental

Disorders. 4th edition, Text Revision (DSM-IV-TR) Washington, DC: American

Psychiatric Press.

Ailey, S. H., Marks, B. A., Crisp, C., & Hahn, J. E. (2003). Promoting sexuality across the life span for individuals with intellectual and developmental disabilities. Nursing Clinics of North America, 38, 229-252.

Baarda, D. B., de Goede, M. P. M., & van Dijkum, C. J. (2011) Basisboek Statistiek met SPSS. Groningen: Wolters-Noordhof.

Berckelaer-Onnes, I.A. van, Scholte, E.M., en Spek, A.A., (2010). Theory of mind in adults with HFA and Asperger Syndrome. Journal of Autism and Developmental Disorders, 40 (3), pp. 280-289.

Blijd-Hoogewys, E.M.A. (2006): Verklaringsmodellen van autisme & seksualiteit.

Wetenschapelijk tijdschrift Autisme. Nr 3, 123-126

Bosch, E. (1999). Seksualiteit en relatievorming van mensen met een verstandelijke handicap: een praktijk- en discussieboek. Baarn: Uitgeverij H. Nelissen. Bronfenbrenner, U. (1979). The ecology of human development: Experiments by

nature and design (1979). Cambridge: Harvard University Press.

Bryman, A. (2008). Socials Research Methods (3e editie). Oxford: University Press.

Bucx, F. (2011). 'Gezinsrapport 2011 : een portret van het gezinsleven in Nederland'. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)

Byers, E., S. (2011). Beyond the birds and the bees and was it good for you? Thirty years of

research on sexual communication. Canadian Psychology, 52, 20-28.

Cense, M., Werf, W. van der, Haastrecht, P. van & Zimbile, F. (2012) Maak seks lekker duidelijk. Strategie van de leefstijlcampagne seksuele weerbaarheid TSG 4.

Cheng, M.M., & Udry, J.R. (2004) Sexual Experiences of Adolescents with Low Cognitive Abilities in the U.S. In: Journal of Developmental and Physical Disabilities, vol. 17, no. 2, p. 155-172.

Embregts, P. (2009). Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Menslievende

professionalisering in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

Arnhem: HAN University Press.

Emmen, R: (2003) Seksualiteit binnen het autistische spectrum: een verkenning.

Wetenschappelijk tijdschrift Autisme. Nr 2, 44-53

Eysenck, M. W. (2004). Psychology: An International Perspective. Hove: Psychology Press Field, A. P. (2009). Discovering statistics using SPSS: and sex and drugs and rock 'n' roll

Gennep, A. van (1997). Paradigma-verschuiving in de visie op zorg voor mensen met een verstandelijke handicap. Tijdschrift voor Orthopedagogiek. 36, 189-201

Graaf, H. de & Rademakers, J. (2003). Seks in de groei. Een verkennend onderzoek naar de

(pre-) seksuele ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. RNG-studies. Delft: Eburon

Graaf, H. de, en Rademakers, J. (2007) Seksueel gedrag en seksuele gevoelens van prepuberale kinderen. Tijdschrift voor Seksuologie. Nr 4, 184-194.

Graaf, H. de, Vanwesenbeeck, I., Woertman, L., & Meeus, W. (2009). Opvoeding en

seksuele ontwikkeling van adolescenten: Een literatuurstudie. Pedagogiek, 29, 10–31. Graaf, H. de, Kruijer, H., Acker, J. van, & Meijer, S. (2012). Seks onder je 25e: Seksuele

gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012. Delft: Eburon.

Graaf, H. de (2013). Bloemetjes en bijtjes of zaadjes en eitjes? (Opvattingen over) seksuele opvoeding in Nederland. Pedagogiek, 33 (1), 21-37

Gezondheidsraad (2009). 'Autismespectrumstoornissen: een leven lang anders'. Den Haag: Gezondheidsraad.

Hagan, J. F., Shaw, J. S., & Duncan, P. (2008). Theme 8: Promoting healthy sexual development and sexuality. In Bright futures: Guidelines for health supervision of

infants, children, and adolescents.

Janssen, A. (2005). Seksuele voorlichting aan mensen met een verstandelijke beperking en ASS. Autisme en seksualiteit: opstellen over autisme in relatie tot seksualiteit en

intimiteit (p. 31-36). Maklu.

Janssens, K., Felten, H. & Frans, E. (2010). Seksueel (grensoverschrijdend) gedrag: balanceren tussen openheid en normen stellen. In: Groot, R. e.a. (2010).

Grensoverschrijdend gedrag van pubers. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

Hellemans, H. (2004). Autismespectrumstoornissen en seksualiteit: een onontgonnen terrein?

Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme. Nr 3, 122-133

Hofman, M. E. (2012). Jongeren met een lichte verstandelijke beperking en seksuele gezondheid. Afstudeeronderzoek. Groningen: Sense Noord Holland.

Hoogenboezem, G., & Meer, van der J. (2009). CJG en de wensen en verwachtingen van ouders en jongeren: samenvatting van bestaand onderzoek. Gouda: JSO.

Inspectie voor de Gezondheidszorg (2010). Cultuuromslag terugdringen vrijheidsbeperking bij kwetsbare groepen in langdurige zorg volop gaande. Den Haag: IGZ.

Kerig, P.K. & Wenar, C. (2006). Developmental psychopathology, from infancy through

adolescence. McGraw-Hill, fifth edition

Kersten, M. (2003). Seksualiteit bij mensen met een handicap: Een analyse van bestaande

kennis en aanwijzingen voor praktijk en verdere kennisverwerving. Utrecht: LKNG.

Kok, G., Maassen, R., Maaskant, M., & Curfs, L. M. G. (2009). Zorgverleners over

seksualiteit van mensen met verstandelijke beperkingen; een kwalitatief onderzoek.

Kobussen, M. (2005). Notitie opvoedingsondersteuning. Nijmegen: GGD Regio Nijmegen. Kraijer, D.W. (2004). Handboek autismespectrum- stoornissen en verstandelijke beperking.

Lisse: Harcourt Book Publishers.

Langendonk, M. M., R. Lindeboom, R. Drost and A. E. Boon (2012). “Seksuele gezondheid in de (dag)klinische jeugd-ggz.” Kind en Adolescent 33(4): 271-278. (3rd ed.) (pp. 169-176). Elk Grove Village, IL: American Academy of Pediatrics.

Lee, L., Marjanovic, van A., Wijsen, C., & Mouthaan, I. (2005). Gezocht: handboek seksuele opvoeding. Een exploratie van knelpunten en ondersteuningsbehoeften van ouders bij de seksuele opvoeding van hun kinderen. Utrecht: Rutgers Nisso Groep.

Maartens, J., Coevering, M. van de, & Staal, J. (2005). Basis lesprogramma LVG-doelgroep. Breda: Orthopedagogisch Centrum Brabant.

Matson, J. L., & Shoemaker, M. (2009). Intellectual disability and its relationship to autism spectrum disorders. Research in Developmental Disabilities, 30, 1107– 1114. Maris, S., Vlugt van der I., Deurloo, J. & Lanting, C. (2014). JGZ-richtlijn Seksuele

ontwikkeling (0-19 jaar). Handelen bij normale, afwijkende en zorgwekkende

seksuele ontwikkeling. Utrecht: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.

Murphy, N., & Young, P. C. (2005). Sexuality in children and adolescents with disabilities. Developmental Medicine and Child Neurology, 47(9), 640–644.

Noens, I. & Van IJzendoorn, R. (2007). Autisme in orthopedagogisch perspectief. Amsterdam: Boom.

Neijmeijer, L., Moerdijk, L., Veneberg, G., & Muusse, C. (2010). Licht verstandelijk gehandicapten in de GGZ. Een verkennend onderzoek. Utrecht: Trimbos-instituut. Nys, K. (2008). Ouders in perspectief: theoretische onderbouwing en evaluatie van vraag- en

perspectief- gericht opvoedingsondersteunend groepswerk met maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven.

Ozonoff, S., Pennington, B.F., & Rogers, S.J. (1991). Executive function deficits in high- functioning autistic individuals: relationship to theory of mind. J. Child Psychol. Psychiatry 32, 1081–1105

Pellen, J., en Steege, van der M. (2013). Naschoolse dagbehandeling voor kinderen met een lichte verstandelijke beperking. Op weg naar een beschreven en erkende interventie. Kind en Adolescent (2): 66-73.

Prinsen, B., M. L’Hoir, M. de Ruiter, M. Oudhof, M. Kamphuis, M. de Wolff en L. Alpay (2012), ‘Richtlijn opvoedingsondersteuning. Voor opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen in de jeugdgezondheidszorg in de context van het Centrum voor Jeugd en Gezin’. Utrecht / Leiden, Nederlands Jeugdinstituut / TNO

Ras, M., I. Woittiez, H. van Kempen en K. Sadiraj. (2010) Steeds meer verstandelijk gehandicapten? Ontwikkelingen in vraag en gebruik van zorg voor verstandelijk gehandicapten 1998-2008. Den Haag: SCP

Schaafsma, D, Stoffelen J. M. T., Kok, G. & Curfs, L.M.G. (2013). Exploring the development of existing sex education programmes for people with intellectual

disabilities; an intervention mapping approach. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 26(2), 157-66.

Schalock, R. L., Borthwick-Duffy, S. A., Bradley, V. J., Buntinx, W. H. E., Coulter, D. L., Craig E. M., et al., (2010). Intellectual disability: Definition, classification, and systems of supports. Washington DC: American Association on Intellectual and Developmental Disorders.

Schuurman, M.I.M. (2003) ‘Zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid van mensen met een verstandelijke handicap.’ In: Signalering Ethiek en Gezondheid, RVZ.

Siebelink, E. M., Jong, M. D. T. de, Taal, E., & Roelvink, L., (2006). Sexuality and people with intellectual disabilities: Assessment of knowledge, attitudes, experiences, and needs. Mental Retardation, 22, 283-294.

Snijders, J. (2006). Ouders en hun behoeften aan opvoedingsondersteuning. Utrecht: NJI. Servais, L. (2006). Sexual Health Care in Persons with Intellectual Disabilities. In: Mental

Retardation and Developmental Disabilities Research Reviews, vol. 12, p. 48-56.

Siebenbruner J., Zimmer-Gembeck M. J., Egeland B. (2007). Sexual partners and contraceptive use: A 16-year prospective study predicting abstinence and risk behavior. Journal of Research on Adolescence, 17, 179-206.

Speetjens, P., Linden, D. van der, & Goossens, F. (2009). Kennis over opvoeden. De vragen van ouders, het aanbod van de overheid en de mogelijkheden van de markt. Utrecht: Trimbos-instituut.

Valenti-Hein, D., & Choinski, C. (2007). Relationships and sexuality in adolescence and young adulthood. In A. Carr, G. OჼReilly, P. Noonan, & J. McEvoy (Eds.). The hand- book of intellectual disability and clinical psychology practice (pp. 729-755). London: Routledge.

Vandereycken, C. A. L. Hoogduin & P. M. G. Emmelkamp (2008.), Handboek psychopathologie deel 1: Basisbegrippen. Houten, NL: Bohn Stafleu van Loghum. Vandemeulebroecke, L., Van Crombrugge, H., Janssens, J., & Colpin, H. (2002).

Gezinspedagogiek. Deel II: Opvoedingsondersteuning. Antwerpen – Apeldoorn:

Garant.

Verhulst, F.C., Verheij, F. & Ferdinand, R.F. (2007). Kinder – en Jeugdpsychiatrie;

Psychopathologie. Assen: Van Gorcum.

Vermeire, K. (2005). Kwalitatief onderzoek bij ouders naar de ondersteuningsbehoeften bij

de relationele en seksuele vorming van hun kinderen. Antwerpen: Sensoa.

Vermeulen, P., & Carette, S. (2011). Relaties@autisme.kom. Berchem: Uitgeverij EPO. World Health Organization (WHO) (2006). Defining Sexual Health: Report of a Technical

Consultation on Sexual Health, 28–31 January 2002. Geneva: WHO.

Wubs, J. (2010), 'Liefde en leiding. Vier verschillende opvoedstijlen', in: Diekstra, R. en M. van Hintum. 'Opvoedingscanon. Omdat over kinderen zoveel meer te weten valt'. Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker.

Zwiep, C., & Colegem, G. (2009). Seksualiteit in de kinderopvang. De invloed van leidsters op de seksuele ontwikkeling. Pedagogiek, 29, 32-44.  

Zwiep, C. S. (2008). De seksuele opvoeding van jonge kinderen. Ervaringen van moeders en

leidsters. Amsterdam: Pedagogisch projectbureau Kind&Zo.

Zwiep, C.S. (2010). Wat is wijsheid? Seksuele opvoeding van jonge kinderen. Amsterdam: SWP.

8. Bijlagen

8.1 Bijlage 1: Informed consent

Informatie en toestemming Beste deelnemer,

Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Lees daarom onderstaande tekst zorgvuldig door en aarzel niet om opheldering te vragen over deze tekst, mocht deze niet duidelijk zijn.