• No results found

Beleid gericht op inburgering en naturalisatie .1 Veronderstelde mechanismen en contexten

mechanismen en uitkomsten van het integratiebeleid zoals ontleend

4.3 Beleid gericht op inburgering en naturalisatie .1 Veronderstelde mechanismen en contexten

In deze paragraaf analyseren we de veronderstelde mechanismen die ten grondslag liggen aan het beleid gericht op inburgering en naturalisatie. We gebruiken hiervoor de twee evaluatieonderzoeken die we aantroffen: de evaluatie van de naturalisatietoets en het oriëntatieprogramma voor geestelijke bedienaren (zie Tabel 8):

Volgens het inburgeringsbeleid moeten de geestelijke bedienaren verplicht inburgeren56. De overheid heeft in 2002 een apart oriëntatieprogramma voor hen opgezet. Ten tijde van de evaluatie, zag het programma er uit als volgr (van Gemert, e.a. 2004)57: in het oriëntatieprogramma werden geestelijke bedienaren geïnformeerd over diverse (niet-materiële) facetten van de Nederlandse

samenleving. Dit gebeurde door middel van centrale bijeenkomsten met speciale thema’s waarbij de thema’s aangevuld werden met een aantal maatschappelijke aspecten. Er werd kennis over de Nederlandse maatschappij aangeboden met speciale aandacht voor de functie-uitoefening van geestelijke bedienaren. Ook werd in het programma gewerkt aan het verbeteren van de kennis van de Nederlandse taal, met speciale aandacht voor functiespecifieke facetten van het Nederlands. Binnen het kader van dit programma werden de geestelijke

bedienaren voorafgaande aan het oriëntatieprogramma geacht het reguliere

inburgeringsprogramma te volgen. Het programma kon in de eigen woonomgeving worden gevolgd. Het oriëntatieprogramma was bedoeld voor alle geestelijke

bedienaren, zowel nieuw- als oudkomers.

56 Zie noot 28 onder paragraaf 3.2.3 voor de definitie van ‘geestelijke bedienaren’.

57 Sinds 1 januari 2007, met het inwerking treden van de Wet Inburgering is een nieuwe situatie ontstaan. Geestelijke bedienaren vormen in deze Wet een bijzondere doelgroep voor wie aanvullende eisen dan andere groepen gelden (E-Nieuwsbrief Geestelijke Bedienaren Project Modernisering Inburgering, december 2006).

Door het in werking treden van de herziene Rijkswet op het Nederlanderschap is ook de eis ingevoerd dat iedereen die 18 jaar of ouder is en die genaturaliseerd wil worden een naturalisatietoets moet afleggen58. Het doel is om in een uniforme, objectieve en

eenduidige vorm de mate van inburgering in de Nederlandse samenleving te toetsen. Met behulp van de toets wordt de kennis van de Nederlandse taal, Nederlandse maatschappij en de Nederlandse staatsinrichting getest.

Deze beleidsmaatregelen berusten op de volgende veronderstellingen:

Verondersteld sociaal mechanisme 1: Overdracht van de kennis van de Nederlandse samenleving

– Als vreemdelingen een goede kennis van de Nederlandse maatschappij en de staatsinrichting (werk, inkomen, geldzaken, wonen, gezondheidszorg, verkeer en vervoer — elementen waarop de vreemdeling getoetst wordt-) hebben, kunnen ze geacht worden ingeburgerd te zijn in de Nederlandse samenleving. Zij kunnen zich dan namelijk redden in de Nederlandse samenleving en eraan participeren. Dit leidt vervolgens tot een volwaardig Nederlanderschap. Na het verwerven van deze kennis kunnen de vreemdelingen participeren in de

Nederlandse samenleving en zich redden (Evaluatie Naturalisatietoets). – Geestelijke bedienaren hebben een voorbeeldfunctie voor de achterban.

Daarom volgen ze een (aanvullende) oriëntatiecursus, zelfs als ze tijdelijk in Nederland verblijven. Hierdoor zijn ze beter geïnformeerd over diverse (niet-materiële) facetten van de Nederlandse samenleving, speciaal met het oog op de functie-uitoefening. Dit leidt ertoe dat hun kennis van en inzicht in de Nederlandse samenleving en de Nederlandse normen en waarden vergroot worden. Hierdoor integreren de geestelijke bedienaren beter

(Oriëntatieprogramma Geestelijke Bedienaren).

Verondersteld sociaal mechanisme 2: kennis van de Nederlandse taal

– Spreek-, lees- en schrijfvaardigheid59 wordt als een must gezien voor een volwaardig Nederlanderschap. Door deze kennis kunnen de vreemdelingen participeren in de Nederlandse samenleving en zich redden (Evaluatie Naturalisatietoets).

– Door het volgen van een apart oriëntatieprogramma verbeteren de geestelijke bedienaren hun kennis van de Nederlandse taal. Dit leidt tot een betere integratie (Oriëntatieprogramma Geestelijke Bedienaren).

Verondersteld sociaal mechanisme 3: overdracht van basale normen en waarden – Via de moskee beïnvloeden de islamitische geestelijke bedienaren de

geloofsgemeenschap. Kennis van de Nederlandse samenleving en de taal, Nederlandse normen en waarden worden hierdoor overgedragen aan de gemeenschap (de geestelijke bedienaren als ‘bruggenbouwers’). Dit leidt tot gedragsverandering bij leden van de gemeenschap en dat bevordert de integratie van de geloofsgemeenschap (Oriëntatieprogramma Geestelijke Bedienaren).

58 In sommige gevallen kan men een beroep doen op vrijstelling of ontheffing voor het afleggen van de toets.

59 Dat wil zeggen dat iemand zich verstaanbaar kan maken in het Nederlands, en dat wat iemand vertelt of opschrijft, voor anderen begrijpelijk is. Men hoeft niet vlekkeloos Nederlands te kunnen spreken of schrijven (IND, 2004).

74

4.3.2 Feitelijke werking en resultaten van de beleidsmaatregelen/-programma’s

In beide evaluaties worden op geen enkele wijze uitspraken gedaan over de feitelijke werking van de veronderstelde mechanismen die aan deze

beleidsinstrumenten ten grondslag liggen. Deze zijn ook niet af te leiden uit de resultaten zoals die zijn beschreven.

Een van de doelen van de evaluatie van de naturalisatietoets was te kijken of de invoering van de naturalisatietoets effect heeft gehad op het aantal aanvragen; zo meten de auteurs het effect van de naturalisatietoets op de naturalisatieprocedure. De geïnterviewde kandidaten gaven aan dat het soort werk, de opleiding, en het omgaan met Nederlanders belangrijkere indicaties voor de mate van inburgering zijn dan de naturalisatietoets. De enige harde conclusie van de evaluatie is dat het aantal aanvragen voor naturalisatie met ruim 75% gedaald is tussen de invoering van de toets (1 april 2003) en de peildatum van het onderzoek (30 september 2004). Wat betreft de uitvoering van de toets concluderen de auteurs dat verschillen in de uitvoering van de toets bij verschillende Regionale Opleiding Centra (ROC) niet tot verschillende slagingspercentages leiden.

Wat betreft het oriëntatieprogramma voor geestelijke bedienaren melden de auteurs dat deelnemers, docenten en trajectbegeleiders positief waren over de cursus. De imams gaven aan dat ze een beter inzicht hadden gekregen in de Nederlandse samenleving, en dat ze goed op de hoogte waren gekomen van de Nederlandse opvattingen, vooral op een aantal controversiële punten. Ze zeiden dat ze hier rekening mee gingen houden. Een knelpunt in de uitvoering van de cursus was het beperkte taalniveau van de cursisten, waardoor het Nederlandstalige cursusmateriaal slecht bruikbaar was. Uit de resultaten kan ook afgeleid worden dat organisatorische en logistieke problemen met betrekking tot de werving, aanmelding en selectie van deelnemers en de implementatie van de cursus (programma integriteit) problemen opleverden. Daarnaast was er, volgens de auteurs, geen afstemming tussen de algemene inburgeringcursus en de

Tabel 8 Overzicht van recent evaluatieonderzoek naar de inburgering en naturalisatie van allochtonen: beleidsinstrumenten, context, mechanismen en resultaten

Onderzoek Beleidsinterventie en beoogde effecten

Veronderstelde mechanismen Context(en) Feitelijke werking van de beleidsinterventie (koppeling aan veronderstelde mechanismen; overige factoren) Resultaten INDIAC (2004) Evaluatie Naturalisatietoets

De Naturalisatietoets beoogt een objectief, uniform, en eenduidig instrument te zijn om de mate van inburgering in de Nederlandse samenleving te toetsen

Niet geëxpliciteerd maar kunnen deels afgeleid worden:

- kennis van de Nederlandse taal - kennis van de Nederlandse samenleving en staatsinrichting leiden tot volwaardig

Nederlanderschap (meedoen en zich redden)

- De Naturalisatietoets is bedoeld voor allochtonen van 18 jaar en ouder die Nederlander willen worden

Koppeling aan veronderstelde mechanismen:

geen koppeling

Overige factoren: niet genoemd

- na de invoering van de naturalisatietoets is het aantal aanvragen met ruim 75% gedaald - verschillen in de uitvoering van de toets bij de ROC’s leiden niet tot verschillende slagingspercentages; - meer voorlichting over vrij-stellingsregeling nodig - volgens de mening van kandi-daten zijn het soort werk en opleiding en omgaan met Neder-landers belangrijker voor de mate van inburgering dan de toets Gemert e.a. (2004).

Apart inburgeren? Evaluatie oriëntatie-programma voor geestelijke bedienaren

Door een apart oriëntatieprogram-ma voor geestelijke bedienaren integreert deze groep zo goed mogelijk in de samenleving, en kunnen zij als bruggenbouwers functioneren tussen de eigen geloofsgemeenschap en de Neder-landse samenleving

Door:

- vergroten van kennis/ inzicht in de samenleving en in Nederlandse normen en waarden

- overdracht van deze kennis/ inzicht in de samenleving en van Nederlandse normen en waarden aan de eigen geloofsgemeenschap functioneren de geestelijke bedienaren als “bruggenbouwers”

- Het oriëntatieprogramma was bedoeld voor geestelijke bedienaren die zowel nieuw- als oudkomers zijn.

Koppeling aan veronderstelde mechanismen:

geen koppeling

Overige factoren:

- gebrek aan kennis van de Nederlandse taal is een knelpunt in de uitvoering

- zowel cursisten als docenten zijn positief over de cursus

- er is geen afstemming tussen het reguliere en dit specifieke inburge-ringstraject

76

4.4 Beleid gericht op de preventie en bestrijding van criminaliteit