werd. Dat is niet plotseling gebeurd. Ik heb er drie jaar over gedaan: informatie
verzameld en zo. Toen geloofde ik. Ik had het punt bereikt dat ik zei: ‘Okay Jezus,
ik wéét dat Je er bent. Ik wil Jou in mijn leven.’(Weet je, ik heb 78 singles gemaakt,
72 daarvan zijn in de Engelse top-dertig gekomen.) Het laatste zetje naar Jezus? Hoe
dat in zijn werk ging? Luister, als je gelooft ben je nog niet zomaar christen. Ik las
in Openbaringen
III, vers 20. Jezus zegt daar: ‘Zie ik sta aan de deur, en ik klop;
indien iemand mijne stem zal horen, en de deur opendoen, zal ik tot hem komen...’
Ik dacht bij mezelf: als Jezus bij mij voor de deur staat, dan moet ik Hem opendoen.
Het was zo'n deur, zoals die daar in deze hotelkamer, met een klink aan één kant. Ik
hoefde maar één ding te doen. Gewoon zeggen: welkom Jezus!
Zo moeilijk is het niet om een christen te zijn in de showbizz. Het is moeilijker om
dat op school te zijn. Je wordt dan onvolwassen genoemd, je wordt dikwijls
uitgesloten. Je klasgenoten noemen je dan gauw een vroompie, halfzacht. Als je
ouder wordt is het makkelijker om christen te zijn hoewel het natuurlijk niet echt
gemakkelijk is in de showbizz. Maar op school!! Andere kinderen noemen je een
mietje of een gek! En dat is niet leuk, je wilt vrienden hebben. Dan laten kinderen
de Heer dikwijls in de steek. Ik zèlf ben Anglicaans gedoopt maar ik ga naar een
baptistenkerk omdat die mij meer aanstaat. Een kwestie van smaak; toch is er één
plaats waar alle christenen samenkomen: aan de voet van het kruis.
In mijn song What's a good boy doin' in a rock and roll band’ beantwoord ik deze
vraag in het liedje zelf. ‘If you got a reason teil it in my face, why should the devil
have all the good music?’ Alle muziek hoort bij God. Alle muziek is door Hem
uitgevonden. Jezus was een historische figuur, die heeft echt geleefd, als je bij Hem
begint, dan kun je vanzelf tot God komen.
Welnee, Boeddha is geen God! Jezus heeft toch gezegd: ‘Ik ben de waarheid.’
Een enorme uitspraak. Als dat niet waar is, was Jezus een verschrikkelijke leugenaar.
Maar als het waar is, dan is Hij, Jezus, de enige weg naar God. Waarom naar iets
anders zoeken als je een Jezus, een God hebt?
Nog steeds ben ik een zondaar. Dat besef ik juist door het christendom. Ik ben slecht
en heb vergeving nodig.
Rock and roll wordt geassocieerd met rebellie, agressie. Maar het komt er niet uit
voort, dat zou betekenen dat God iets slecht geschapen heeft. Wij maken het slecht.
Ik houd van rock and roll en ik wil die gebruiken om Gods woord te verspreiden.
Muziek is neutraal, zij kan niet slecht zijn. Als er slechte rock is, zou dat dan
betekenen dat ik geen goeie zou mogen maken? Ik wil doorgaan met goeie rock en
bij voorbeeld zeggen tegen Mick Jagger: ‘Je kan vloeken wat je wilt, op al je platen,
maar dat is heel slecht.’ Jagger heeft van die songs die verantwoordelijkheidsgevoel
missen. De sfeer is slecht. In ‘Some girls’ vloekt hij zo verschrikkelijk. Niet alleen
The Stones, maar ook veel andere groepen schilderen drugs als iets goeds af.
Onverantwoordelijk. Het zijn net kleine kinderen die een vies spelletje spelen. Het
gaat over leven en dood, hier op aarde. De meeste kinderen die als dertienjarigen
drugs gebruikten, leven nu niet meer, denk ik. Nee, ik ken Mick niet. Toch wil ik
graag met hem praten. Zij zijn wel volwassener geworden, die Stones. Hoewel... dat
‘Some girls’... Hoe heet dat andere nummer ook weer trielatatala... [Richard bedoelt
‘Miss you’,
B.
B.] heb ik in mijn jukebox. ‘I love it.’ Bij andere platen, denk ik: hoe
kan Jagger dat toch doen! Waarom zingt-ie zo, hij weet dat veel jonge mensen
luisteren! Zou het hem dan niks kunnen schelen? Hij vindt het natuurlijk prima om
over drugs te zingen.
Ik heb ook gedronken en gevloekt. De ouders van toen waren ook bang voor ons.
Ze denken - en ze dachten - dat de popcultuur kinderen op het verkeerde pad brengt.
Ach, de popmuziek is zo lang voor de duivel gebruikt, we moeten ervoor zorgen dat
hij er met zijn poten vanaf blijft. Het is en blijft Gods muziek. Nee, nee joh, de wereld
is ècht slecht. Als je de mensen eruit gooit, is zij prima. Als jij de wereld niet wilt,
wil God hem ook niet. Hij wil dat wij voor het goede kiezen. Tuurlijk, Hij kan
PPGGGHHH
!!!! zeggen... en dan is het in orde. Maar Hij schiep ons met een vrije wil.
Als er een rock and roll was zonder mensen zou het fantaaaaastische muziek zijn.
Toen ik werd bekeerd, vonden sommige collega's mij gek, een sissy. Maar ze kwamen
wèl terug! Niemand durfde het me in mijn gezicht te zeggen dat ik gek was. Behalve
één lid van The Shadows, John Rostill. Dat was een hele, hele overtuigde atheïst. Ik
haatte hem daar niet om. Maar hij is dood. Medelijden had ik met hem. Het is de
laatste persoon om wie ik gehuild heb. Gejankt heb ik toen hij overleed. Ik voelde
dat ik hem niet echt gekend had. Hij wìlde dood, vreselijk, vreselijk.
Iedereen moet God leren kennen. Daar wil ik mijn leven aan wijden. God, God,
hij is zo fantaaaaaastisch!! God te brengen op scholen en universiteiten, is er iets
mooiers? O, o, o, God, die moet nummer 1 zijn! We kunnen niet allemaal dominee
zijn, ik moet ervoor zorgen een zo goed mogelijk zanger te zijn. Waarom verpesten
anderen de rock toch? Waarom toch?!
In document
Boudewijn Büch, Rock 'n' roll · dbnl
(pagina 61-64)