• No results found

Belangrijke tools binnen het onderwijs en de hulpverlening

In document Hoogsensitiviteit, een talent! (pagina 41-44)

2 Methode, plan van aanpak

2.1 PDCA-cyclus

2.2.3 Belangrijke tools binnen het onderwijs en de hulpverlening

2.2.3.1 Overprikkeling

Een eerste item dat vaak voorkomt bij een hoogsensitieve leerling/cliënt is overprikkeling. Het wordt allemaal te veel en dit komt vaak tot uiting met vervelend gedrag. De signalen die op overprikkeling wijzen, zijn: praten in de slaap, knarsetanden, moeilijk slaap kunnen vatten, slecht eten, pijn in de buik, problemen met de concentratie, weinig zelfvertrouwen, snel wenen en boos zijn. Het hoofd zit als het ware te vol met informatie.

Op de oudercursus geeft men verschillende tips mee om met overprikkeling om te gaan. Alvorens dit wordt behandeld, is het als hulpverlener/leerkracht van belang om eerst de overprikkeling bij zichzelf te detecteren. Dit kan door af en toe een time-out in te lassen, tot rust te komen en in contact met zichzelf te treden. Ga hierna pas terug in contact met de cliënt/leerling. Er worden drie zaken behandeld in de oudercursus, namelijk: “Wat te doen vooraleer de overprikkeling plaatsvindt”, “wat te doen tijdens de overprikkeling” en “wat te doen na de overprikkeling” bij een hoogsensitief persoon.

Om te voorkomen dat er een overprikkeling plaatsvindt, is het belangrijk om te zorgen voor voldoende bewegingsmomenten of momenten waarop de hoogsensitieve persoon zich kan uitleven. Voorzie een break en haal de hoogsensitieve persoon uit zijn lange concentratie. Laat bij een schoolsituatie bv. de leerling een brief brengen naar de directeur.

De leerkracht en de hulpverlener hebben een voorbeeldfunctie en staan model voor het kind/cliënt. Zorg voor een time-out, vermeld wat er wordt gedaan en wat rust inhoudt voor u als persoon. Het aanbrengen van structuur geeft rust. Zorg voor een duidelijke (week)planning. Vaak zal de hoogsensitieve persoon zijn agenda overvol zetten. Zorg dat men samen met de cliënt/leerling telkens een aantal blokjes voorziet als ontspanning of reserve. Leer hen een “afspraak met zichzelf” (zelfzorg) in te plannen. De hoogsensitieve persoon helpen met het stellen van grenzen en neen durven zeggen is een belangrijke stap.

Hou rekening met het feit dat een hoogsensitief persoon meer tijd nodig heeft dan een doorsnee persoon. Dit heeft o.a. te maken met de diepgaande verwerking, waarbij men alles goed observeert en een afwachtende houding aanneemt. Professor Elke Van zegt dat men een hoogsensitief persoon kan vergelijken met een dieselauto. Geef de tijd om te starten. Eénmaal ze gestart zijn, zijn ze vertrokken.

40 Overprikkeling kan ook plaatsvinden door teveel aan prikkels in de omgeving. Schakel deze omgevingsfactoren zoveel mogelijk uit. Denk hierbij aan het dempen van licht en geluid, vermijd te felle kleuren, voldoende zuurstof voorzien, opruimen van teveel aan materiaal en geluiddempende vloerbekleding. Een cliënt/leerling zal niet graag in het midden van een lokaal zitten, maar geef hem een plaats zoveel mogelijk aan de zijkant, weg van het raam.

Tijdens de overprikkeling is het als ergotherapeut, hulpverlener of leerkracht niet mogelijk om hierop in te gaan. Een gouden raad is een “coldpack” te gebruiken. De hoogsensitieve persoon zal letterlijk en figuurlijk afkoelen.

Na de overprikkeling wordt aan een hoogsensitieve persoon gevraagd wat de oorzaak van overprikkeling is. Na een overprikkeling is het van belang om als hulpverlener/leerkracht opnieuw te starten vanuit vertrouwen. Linda T’Kindt legt dit uit a.d.h.v het schema van Voets (zie onderstaand schema). Door als leerkracht/hulpverlener te reageren op de overprikkeling vanuit een angst en de situatie te willen beheersen, krijg je uiteindelijk een reactie waarin men agressief en kwaad reageert vanuit bezorgdheid. Als men echter reageert vanuit vertrouwen, zal men deze angst gaan beheren en tijd en ruimte creeëren om te herstarten.

Figuur 7: Schema van Voets

T’Kindt, L. (2016). 3-delige cursus Omgaan met je hooggevoelig kind. Gent: HSP-Vlaanderen.

Andere handige tools bij het voorkomen van overprikkeling of wanneer men in overprikkeling zit, zijn: ademhalingsoefeningen en visualisatieoefeningen. Bij een visualisatieoefening beeldt men zich een situatie in waarbij men tot rust komt.

Bij de ademhaling past Linda T’Kindt de 365-regel toe. Dit wordt in onderstaande prent verduidelijkt. Drie maal per dag oefenen op de ademhaling gedurende 5 minuten. De opwaartse lijn stelt het inademen voor, de neerwaartse lijn stelt het uitademen voor. Het kan helpen om een koptelefoon met muziek op te zetten.

41

2.2.3.2 Communicatie

Als leerkracht of als hulpverlener haalt Linda T’Kindt het geheugensteuntje van NIVEA-smeren aan, dat staat voor: “Niet invullen voor een ander”. Maak tijd om te luisteren. Betrek de persoon en ga op zoek naar de eventuele klacht achter het gedrag. Praat erover en help de hoogsensitieve persoon bij het benoemen van wat men voelt in zijn lichaam.

Ten eerste “luisteren”. Straal rust uit en neem de juiste stoel- en ooghoogte in. Laat de persoon vertellen zonder hem/haar te onderbreken. Herken de gevoelens door regelmatig te bevestigen. Vervolgens is het belangrijk om als leerkracht en hulpverlener “authentiek” te zijn. Zowel non- verbaal (in lichaamstaal) als verbaal. Benoem het gevoel, ook al is het negatief.

Het derde punt is het herkennen van de eigen angsten en onzekerheden. Hou rekening met de eigen ontwikkeling en opvoeding. Dit kan onrechtstreeks invloed uitoefenen op de communicatie. Maak een onderscheid tussen de angst van het kind en de angst als hulpverlener of leerkracht. Als hoogsensitieve leerkracht/hulpverlener is dit zeker belangrijk, aangezien je makkelijker stemmingen overneemt.

Een vierde punt is de “ik-boodschap”. Door hiervan gebruik te maken wordt het probleem niet rechtstreeks bij de persoon gelegd.

Een uitdrukking dat Linda T’Kindt regelmatig gebruikt, is: “Laat alle impressie expressie worden, anders wordt het depressie”. Laat de persoon creatief tekenen of creatief tot uiting brengen wat er in zijn hoofd omgaat. Door alles op te kroppen maakt men meer kans op psych(osomat)ische klachten.

Er zijn echter ook valkuilen verbonden aan de communicatie met een hoogsensitief kind.

Let onder meer op met het geven van direct advies en laat de persoon eerst zelf een oplossing vinden door bv. een extra vraag te stellen.

Een overzicht van de verschillende tips in communicatie met een hoogsensitief kind kan men terug vinden in bijlage E.

42

In document Hoogsensitiviteit, een talent! (pagina 41-44)