• No results found

Behoud en ontwikkeling van Noord-Hollandse cultuurlandschappen

In document Structuurvisie NH 2040 (pagina 49-53)

De verschillende landschappen en de rijkdom aan cultuurhistorie zijn de kracht van Noord- Holland. De veenweiden, de droogmakerijen, de West-Friese Omringdijk, de Stelling van Amsterdam en het Blauwe Hart (Markermeer-IJmeer) zijn geliefd en uniek. Ze maken Noord- Holland tot een prettige provincie om te wonen, te werken en te recreëren. De landschappen zijn van groot belang voor de aantrekkelijkheid van Noord-Holland als vestigingsplaats voor internationaal concurrerende bedrijven en hun kenniswerkers.

De Provincie Noord-Holland wil deze (cultuur)landschappen optimaal gebruiken door hun kenmerken te koesteren en te benutten bij nieuwe ontwikkelingen. De Provincie zorgt dat ontwikkelingen die buiten bestaand bebouwd gebied tot stand komen, plaatsvinden op basis van de karakteristieke eigenschappen, het zogenaamde Landschaps-DNA, van de

verschillende landschappen.

Nieuwe plannen dienen de ontwikkelingsgeschiedenis, de ordeningsprincipes en

bebouwingskarakteristiek van het landschap en de inpassing in de wijdere omgeving als uitgangspunt te hanteren. Mogelijke negatieve effecten dienen te worden gecompenseerd. Pas na het aantonen van nut en noodzaak en het verkennen van binnenstedelijke

verdichtings- en transformatiemogelijkheden, worden ontwikkelingen buiten bestaand bebouwd gebied door een ontheffing toegestaan. De “Adviescommissie voor Ruimtelijke Ontwikkelingen” (ARO) adviseert Gedeputeerde Staten over ruimtelijke ontwikkelingen buiten het bestaand bebouwd gebied. De ARO heeft als doel te adviseren over de kwaliteit van beoogde uitbreiding en kwaliteit van de landschappelijke inpassing.

De Provincie Noord-Holland onderscheidt de volgende landschapstypen: ! Jong duinlandschap ! Strandwallen en strandvlaktelandschap ! Keileemlandschap ! Stuwwallenlandschap ! Oude zeekleilandschap ! Aandijkingenlandschap ! Veenweidelandschap ! Droogmakerijen

De Provincie Noord-Holland omschrijft ruimtelijke kwaliteit aan de hand van kernkwaliteiten van het landschap. Natuurlijke omstandigheden en vooral ook menselijk handelen, hebben in ieder landschap hun eigen sporen nagelaten. Nieuwe ontwikkelingen moeten zich tot deze karakteristieken verhouden. Elk landschapstype heeft zijn eigen specifieke kernkwaliteiten die gebieden een eigen karaker en identiteit geven. De voornaamste kernkwaliteiten zijn: archeologie en tijdsdiepte (tezamen ‘ondergrond’), aardkundige waarden, historische structuurlijnen, cultuurhistorische objecten en openheid, duisternis en stilte (tezamen landschaps-DNA) en dorps-DNA.

Uitvoeringsprogramma:

- Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkelingen (ARO) en verordening artikel 4.

- Leidraad Landschap en Cultuurhistorie.

- Integrale gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder.

- Integrale gebiedsontwikkeling Wieringerrandmeer.

- Integrale gebiedsontwikkeling Wonen in het Groen.

- Nationaal landschap Groene Hart.

- Nationaal landschap Laag-Holland.

- Nationaal landschap Stelling van Amsterdam.

- Nationaal landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie.

- Grootschalige windmolenparken.

- Onderzoek landgoederen.

- Integrale gebiedsontwikkeling Blauwe Hart.

- Project kustplaatsen.

5.1.1. Archeologie en tijdsdiepte

Hoe ouder de bewoningsgeschiedenis, hoe groter de gelaagdheid en daarmee de tijdsdiepte van het landschap. In het huidige landschap zijn nog steeds structuren en objecten uit verschillende perioden van de geschiedenis te herkennen. Hoe langer de

ontwikkelingsgeschiedenis, hoe meer ‘lagen’ van deze objecten over elkaar heen liggen. In elke periode wordt weer een nieuwe laag toegevoegd.

Zo hebben de oude zeekleilandschappen, de strandwallen en strandvlaktelandschappen en het veenweidelandschap een grote tijdsdiepte en hebben de op het water gewonnen

landschappen als de droogmakerijen en het aandijkingenlandschap een kleinere tijdsdiepte. De provincie Noord-Holland gaat uit van een ontwikkelingsgerichte benadering; ook

tegenwoordige ruimtelijke ontwikkelingen vormen het landschap, zodat zorgvuldig wordt omgegaan met de bestaande (historische) kenmerken van het landschap.

De Provincie Noord-Holland wil dat de gelaagdheid van het landschap als kernkwaliteit wordt meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen.

5.1.2. Aardkundige waarden

De Provincie beschermt ook de ondergrond van de bijzondere landschappen. Zolang aardkundige verschijningsvormen (zoals stuwwallen, duinen, wadden en beekdalen)

onaangetast zijn, vertellen ze veel over de ontstaansgeschiedenis van Noord-Holland en de krachten die daarbij een rol speelden: wind, water, ijs en getijden. Behoud en ontwikkeling van aardkundige waarden is van belang gezien de onschatbare waarde van aardkundig erfgoed voor de inwoners van Noord-Holland en Nederland. De provincie heeft 17 aardkundige monumenten en 63 gebieden aangewezen als aardkundig waardevol. 5.1.3. Beleving van landschappen: openheid, duisternis en stilte

Een kenmerk van het landschap dat bepalend is voor de waarneming en beleving van het landschap is openheid. De mate van openheid wordt bepaald door de mate waarin elementen zoals beplanting, bebouwing en grondlichamen boven de ooghoogte van de waarnemer afwezig zijn. Ook duisternis en stilte zijn belangrijke kernwaarden van de beleving van een landschap. De Provincie Noord-Holland wil dat openheid en beleving van landschappen als kernkwaliteit worden meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen op drie niveaus:

- gehele provincie: beschermen van een aantal kenmerkende zeer open, donkere en stille gebieden op provinciale schaal;

- landschapstype: de voor een bepaald landschapstype kenmerkende typologie van

openheid of geslotenheid en “ruimtevorm”;

- lokale situatie: de visuele beleving van de openheid in een specifieke situatie op basis

van de zogenaamde ‘zichtveldmethode’. 5.1.4. Dorps-DNA

Onder dorps-DNA verstaat de Provincie Noord-Holland de kernkwaliteiten van de Noord- Hollandse dorpen. Noord-Holland heeft een grote verscheidenheid aan dorpen tussen en binnen de verschillende landschapstypen. Ze zijn in de afgelopen eeuw sterk gegroeid en hebben (deels) hun oorspronkelijke structuur en identiteit verloren. De provincie Noord- Holland wil dat nieuwe ontwikkelingen aan de randen van deze dorpen ook plaatsvinden op basis van hun kernkwaliteiten.

5.1.5. Structuurdragers van provinciaal belang

Structuurdragers van provinciaal belang zijn medebepalend voor de identiteit en beleving van het Noord-Hollandse landschap. Het kan gaan om lijnvormige structuren, of om samenhangende objecten met een unieke verschijningsvorm in Noord-Holland. De Provincie onderscheidt de volgende historische structuurlijnen en objecten van bovenlokaal belang:

! Grote militaire structuren

! Industrieel erfgoed Noordzeekanaal gebied ! Historische dijken ! Historische waterwegen ! Historische spoorlijnen ! Stolpboerderijen ! Molens ! Landgoederen

! Provinciaal beschermde objecten en structuren ! Vuurtorens

! Watertorens

Uitvoeringsprogramma:

- Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkelingen (ARO) en verordening artikel 4.

Themakaart Behoud en ontwikkeling van natuurgebieden

NB: De kaarten zijn op A3-formaat bijgevoegd (Totaalkaart en themakaarten bij Structuurvisie Noord-Holland 2040)

In document Structuurvisie NH 2040 (pagina 49-53)