• No results found

BEGROTING AGENTSCHAPPEN 1. Dienst Uitvoering Onderwijs

In deze paragraaf is de begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorgani-satie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.

In de onderstaande tabel 1 is een meerjarige raming van de baten en lasten voor de DUO-begroting opgenomen.

Tabel 1 Begroting van baten en lasten voor het jaar 2018 (bedragen x € 1.000) Stand

Slotwet 2016

Vast-gestelde begroting 2017

2018 2019 2020 2021 2022

Baten

Omzet moederdepartement 275.629 208.086 215.350 209.746 208.493 203.634 203.602

Omzet overige departementen 38.915 32.850 51.000 38.200 38.200 38.200 38.200

Omzet derden 5.851 5.045 7.235 7.235 7.235 7.235 7.235

Rentebaten 0 0 0 0 0 0 0

Vrijval voorzieningen 618 0 0 0 0 0 0

Bijzondere baten 0 0 0 0 0 0 0

Totaal baten 321.013 245.981 273.585 255.181 253.928 249.069 249.037

Lasten

Apparaatskosten 313.167 238.981 270.585 248.181 246.928 242.069 242.037

personele kosten 228.767 151.960 195.585 183.081 183.081 179.081 179.081

waarvan eigen

personeel 132.625 130.660 142.498 151.494 151.494 152.494 152.494

waarvan externe

inhuur 90.782 14.300 46.087 24.587 24.587 19.587 19.587

waarvan overige

personele kosten 5.360 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000

materiële kosten 84.400 87.021 75.000 65.100 63.847 62.988 62.956

waarvan apparaat ICT 20.718 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000

waarvan bijdrage aan

SSO’s 19.620 12.500 21.000 21.000 21.000 21.000 21.000

waarvan overige

materiële kosten 44.062 54.521 34.000 24.100 22.847 21.988 21.956

Rentelasten 12 0 0 0 0 0 0

Afschrijvingskosten 7.672 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000

materieel 6.983 7.000 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000

waarvan apparaat ICT 6.039 5.500 5.500 5.500 5.500 5.500 5.500

immaterieel 689 0 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000

Overige kosten 1.610 0 0 0 0 0 0

dotaties voorzieningen 1.610 0 0 0 0 0 0

Stand Slotwet 2016

Vast-gestelde begroting 2017

2018 2019 2020 2021 2022

bijzondere lasten 0 0 0 0 0 0 0

Totaal lasten 322.461 245.981 277.585 255.181 253.928 249.069 249.037

Saldo van baten en lasten gewone

bedrijfsuitoefening – 1.448 0 – 4.000 0 0 0 0

Agentschapdeel Vpb lasten 55 0 0 0 0 0 0

Saldo van baten en lasten – 1.503 0 – 4.000 0 0 0 0

Toelichting op de begroting van baten en lasten:

De begroting van DUO laat voor 2018 een tekort van € 4,0 miljoen zien als gevolg het noodzakelijk benodigd onderhoud. Zie ook paragraaf

«Randvoorwaarden exploitatie DUO».

Baten

Omzet moederdepartement

De opbrengst moederdepartement betreft de inkomsten voor geleverde diensten en producten aan de opdrachtgever OCW. Van de omzet moederdepartement 2018 is € 173,2 miljoen gerelateerd aan de vijf hoofdproducten, te weten Bekostiging (€ 34,7 miljoen, zijnde 20 procent), Studiefinanciering (€ 80,2 miljoen, zijnde 46 procent), Examens (€ 22,2 miljoen, zijnde 13 procent), Registers (€ 30,6 miljoen, zijnde 18 procent), Informatiediensten (€ 5,6 miljoen, zijnde 3 procent).

Daarnaast is in de begroting € 42,2 miljoen opgenomen voor de imple-mentatie van beleidswijzigingen. De dalende lijn in de opbrengst

moederdepartement wordt veroorzaakt door de ingeboekte taakstellingen over de periode 2015 tot en met 2018, oplopend naar € 44,1 miljoen. De aanpak wordt gedomineerd door de thema’s «efficiency waar het nog kan» en «vereenvoudiging en versobering waar het moet». In de

meerjarenbegroting zijn maatregelen op het gebied van efficiency (€ 12,7 miljoen) en baten Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 13,0 miljoen), de Hervormingsagenda en Compacte Rijksdienst (€ 3,0 miljoen) en vereenvoudiging van regels en taken (€ 15,4 miljoen) verwerkt. Voor de maatregelen vallend onder deregulering is DUO voor de realisatie afhankelijk van vereenvoudiging van wet- en regelgeving.

Randvoorwaarden exploitatie DUO

De digitale infrastructuur onderwijs bij DUO is van essentieel belang voor de dienstverlening en communicatie aan studenten, instellingen en ouders/burgers. De druk op het gebruik van deze voorzieningen is de afgelopen jaren toegenomen. Dit heeft gevolgen voor de digitalisering.

Deze ontwikkeling vraagt om een ICT-landschap dat up to date is en blijft.

Het is dan ook onontkoombaar om meerjarig nieuw budget te gaan toevoegen voor onderhoud en proactieve vervanging en vernieuwing van het ICT-landschap. Daarnaast is er op het vlak van compliance nieuwe wet- en regelgeving te weten; de Algemene Verordening Gegevensbe-scherming (AVG) en Baseline Informatie Rijksdienst 2 (BIR2), die meerkosten met zich meebrengen. Het gaat hier om een aanvullend benodigd bedrag van € 12,0 miljoen in 2018 oplopend naar € 27,0 miljoen in 2022. In de afweging van deze uitgaven ten opzichte van de al

aanwezige problematiek op de OCW-begroting en door de demissionaire status van het Kabinet is binnen de begroting 2018 geen ruimte gevonden voor deze uitgaven. In de voorjaarsnotabesluitvorming 2018 zal deze

problematiek alsnog in de afweging worden meegenomen. Gegeven de onontkoombaarheid van de eerder geschetste problematiek en de noodzakelijk te maken stappen in het onderhoud van DUO laat de begroting voor 2018 een geprognosticeerd tekort van € 4,0 miljoen zien.

Omzet overige departementen

De omzet Overige departementen betreft opbrengsten in verband met uitvoering inburgeringstaken (€ 22,2 miljoen), uitvoering programma directe financiering kinderopvang (€ 12,8 miljoen) en uitvoering landelijk register kinderopvang (€ 6,3 miljoen) voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, werkzaamheden ten behoeve van het examen Wet financieel toezicht (€ 2,5 miljoen) en werkzaamheden ten behoeve van Belastingdienst (€ 0,1 miljoen) in opdracht van het Ministerie van Financiën, print- en couverteerwerkzaamheden ten behoeve van het CJIB van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (€ 1,2 miljoen), werkzaam-heden Groen Onderwijs ten behoeve van het Ministerie van Economische Zaken (€ 0,3 miljoen), compensatie van loonkosten voor gedetacheerde medewerkers (€ 0,8 miljoen) en werkzaamheden in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken (€ 0,2 miljoen). Daarnaast is € 4,6 miljoen aan omzet opgenomen in verband met werkzaamheden uitge-voerd voor meerdere overheidsinstellingen binnen de Shared Service Organisatie welke onder DUO valt.

De stijging ten opzichte van voorgaande jaren hangt samen met de uitvoering van het programma Directe Financiering Kinderopvang en de uitbreiding van de werkzaamheden in het kader van de inburgeringstaken.

De financiering voor Directe Financiering Kinderopvang voor de jaren 2019 en verder moet nog geregeld worden. Dit verklaart de daling in de omzet in de jaren na 2018.

Omzet derden

Bij omzet derden gaat om met name te innen leges voor OCW examens (€ 3,5 miljoen), leges voortvloeiende uit diverse overige OCW taken (€ 1,1 miljoen) en opbrengsten voor het uitvoeren van (bekostigingsgerela-teerde) werkzaamheden voor het Participatiefonds (€ 1,6 miljoen) alsmede werkzaamheden uitgevoerd binnen de Shared Service Organi-satie (€ 1,0 miljoen).

Lasten

Personele kosten

De personele kosten betreffen de kosten van eigen personeel (€ 142,5 miljoen) op basis van de gemiddelde loonkosten, de begrote kosten voor externe inhuur (€ 46,1 miljoen) en een reële inschatting van de overige personele kosten (€ 7,0 miljoen). De stijging van externe inhuur ten opzichte van de begroting 2017 is het gevolg van de her-rubricering van de kosten van uitbesteed werk die nu onder de definitie van externen vallen en voorheen waren gerubriceerd als materiële kosten (deze her-rubricering is evenens verwerkt in de eerste suppletoire begroting 2017. De oorspronkelijke stand van de vastgestelde begroting voor het uitvoeringsjaar 2017 is daar verhoogd van € 14,3 miljoen naar € 71,1 miljoen). De stijging van het eigen personeel hangt samen met het verambtelijken van relatief dure externen op het gebied van automati-sering naar «goedkopere» ambtenaren om zodoende kostenreductie te realiseren.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan onder meer uit vaste lasten, zoals kosten informatievoorziening en automatisering (€ 20,0 miljoen), externe

diensten, communicatiemiddelen en overige kosten (€ 34,0 miljoen) en de bijdrage aan de Shared Service Organisatie (€ 21,0 miljoen) welke met name betrekking heeft op de huisvestingskosten (deze zijn voor 2018 en verder nu ondergebracht onder de post bijdrage Shared Service Organi-satie, hetgeen het verschil is met 2017). De daling hangt samen met de eerder genoemde her-rubricering van uitbesteed werk.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten betreffen materiële en immateriële vaste activa.

Tabel 2 Kasstroomoverzicht over het jaar 2018 (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving Stand

Slotwet 2016

Vastgestelde begroting 2017

2018 2019 2020 2021 2022

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2018 +

depositore-keningen 45.426 46.440 11.440 14.040 15.288 15.288 15.288

+/+ totaal ontvangsten

operationele kasstroom 315.540 245.981 273.585 255.181 253.928 249.069 249.037 –/– totaal uitgaven

operationele kasstroom – 320.244 – 273.981 – 263.985 – 246.933 – 246.928 – 242.069 – 242.037 2. Totaal operationele

kasstroom – 4.704 – 7.000 9.600 8.248 7.000 7.000 7.000

–/– totaal investeringen – 9.889 – 7.000 – 9.600 – 8.248 – 7.000 – 7.000 – 7.000 +/+totaal boekwaarde

desinvesteringen 53 0 0 0 0 0 0

Totaal

investeringskas-stroom – 9.836 – 7.000 – 9.600 – 8.248 – 7.000 – 7.000 – 7.000

3. –/– eenmalige uitkering aan

moederdepartement 0 0 0 0 0 0 0

+/+ eenmalige storting door

het moederdepartement 0 0 0 0 0 0 0

–/– aflossingen op leningen – 314 0 0 0 0 0 0

+/+ beroep op leenfaciliteit 0 0 2.600 1.248 0 0 0

4. Totaal

financieringskas-stroom – 314 0 2.600 1.248 0 0 0

5. Rekening courant RHB 31 december 2018 + stand depositorekeningen

(+1+2+3+4) 30.572 11.440 14.040 15.288 15.288 15.288 15.288

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De operationele kasstroom is het saldo ontvangsten moederdepartement, overige departementen en Derden waar aan uitgaven tegen overstaan aan crediteuren en personeel. Het totaal van investeringen (onder andere apparatuur voor het rekencentrum: aanschaf servers en storageappa-ratuur) is gelijk aan de zogenoemde vervangingsinvesteringen voor de materiële vaste activa en zijn gelijk aan de bruto afschrijvingskosten van deze activa. De afbouw van de balanspositie in 2017 hangt onder meer samen met de afbouw schuld moederdepartement in dit jaar.

Doelmatigheid Tabel 3 Doelmatigheidsindicatoren

Slotwet 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Generiek Deel

Omzet Bekostiging1 21% 100,0 98,5 97,0 95,6 94,1 92,7

Omzet Studiefinanciering1 49% 100,0 91,3 90,0 88,6 87,3 86,0

Omzet Examens1 13% 100,0 98,5 97,0 95,6 94,1 92,7

Omzet Registers1 14% 100,0 94,5 93,1 91,7 90,3 89,0

Omzet Informatiediensten1 3% 100,0 98,5 97,0 95,6 94,1 92,7

FTE-totaal (excl. externe inhuur) 1.805 1.880 2.036 2.164 2.164 2.178 2.178

Tarieven/uur

ICT gerelateerd 104 104 104 104 104 104 104

Overige uren 74 74 74 74 74 74 74

Saldo baten en lasten (%) – 0,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Kwaliteitsindicatoren

Klantcontact digitaal 6 6 6 6 6 6 6

Klantcontact traditioneel 7 7 7 7 7 7 7

1 Index 2017 is gelijk aan 100.

Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst.

Stijging in de doelmatigheid kan meerjarig worden bereikt door een lagere kostprijs (bij gelijke kwaliteit) of een hogere kwaliteit (bij gelijke kostprijs).

In de gepresenteerde reeks voor DUO (tabel 3) geldt een sterke focus op kostenbeheersing en kwaliteitsverbetering van dienstverlening. Het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS) is hier een belangrijk voorbeeld van. Door deze vernieuwing is het tevens mogelijk deels de efficiencytaakstelling van het kabinet te realiseren. De indexgetallen van de onderscheiden producten laten dit zien. Naar aanleiding van de doorlichting baten-lasten agentschap DUO, vanuit het Ministerie van Financiën, was aangegeven dat DUO in de Rijksbegroting 2017 zou komen met een herziening van het kostprijsmodel «Lightmodel DUO», maar als gevolg van de lopende uniformering «Bijdrage agentschappen» zal dit pas na 2018, op grond van de nieuwe definities, kunnen worden doorgevoerd.

De specifieke taakstelling voor DUO over de periode 2015 tot en met 2018, oplopend naar € 44,1 miljoen, zal in 2018 volledig zijn gerealiseerd.

Een majeure ontwikkeling waar de komende tijd aan wordt gewerkt is een verbetering van de telefonische toegankelijkheid en meer persoonlijke benadering naar onze klanten. Dit betreft met name klanten in moeilijke situaties om bij hen maatschappelijke problemen als betalingsachter-standen in schulden te voorkomen. Dit is ook naar voren gekomen in een onderzoek van de Nationale ombudsman.

Toelichting Doelmatigheidsindicatoren

Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. De doelmatigheidsindicatoren geven inzicht in de ontwikkeling van de prijsefficiency per product, exclusief volumina ontwikkelingen. Op basis van het taakstellingsplan DUO 2014–2018 zijn de effecten geraamd op het gebied van efficiency maatregelen, effecten Compacte Rijksdienst en baten PVS. Dit vormt de basis voor de ontwikkeling van bovenstaande generieke doelmatigheidsindicatoren. De dereguleringsmaatregelen zijn buiten beschouwing gelaten. Deze maatregelen vallen buiten de scope van de doelmatigheid. Met de ingegeven prijsefficiency en de samenhan-gende doelmatigheidsontwikkeling wordt gestreefd om budgetneutraal te realiseren waarbij de gemaakte kosten vanuit de omzet gedekt worden.

Voor 2018 is dit, als gevolg van noodzakelijk onderhoud, niet gelukt.

FTE totaal: De bezetting van ARAR laat ten opzichte van 2017 een stijging zien als gevolg van de geplande omzetting van relatief duur extern personeel naar goedkoper intern personeel gerelateerd aan de opgelegde apparaatstaakstelling en de verambtelijking van uitzendkrachten passend op het Rijksbrede beleid voor flexwerk. Tevens heeft DUO de ambitie om minder afhankelijk te zijn van extern personeel hetgeen betekent dat de jaren 2018 en 2019 in het teken zullen staan van verdere verambtelijking van met name extern ICT personeel.

Projecttarief per uur: Het projecttarief per uur (€ 104) is een gemiddeld uurtarief in- en externe inzet ten behoeve van systeem- en procesaanpas-singen.

Meerwerktarief per uur: Voor niet ICT-gerelateerde inzet geldt een lager tarief van € 74 per uur.

De efficiency c.q. doelmatigheidstaakstellingen zijn financieel ingeboekt op de budgetten van DUO. De ingeboekte taakstelling wordt ingevuld door efficiency te behalen. Hierdoor kunnen de tarieven op gelijk niveau worden gehouden.

Indicatoren: Klanttevredenheid Klantcontact digitaal norm 6 en Klanttevre-denheid klantcontact traditioneel norm 7. Het betreft hier respectievelijk de tevredenheid van individuele klanten op de kanalen Mijn DUO en de website (digitaal) en tevredenheid op de kanalen telefonie, email en balie (traditioneel), op een schaal van 1 tot en met 10.

2. Nationaal Archief