• No results found

beïnvloeden en de wijk als geheel versterken

In document Magazine: Werken aan vitale wijken (pagina 25-28)

INHOUD 25/31

Werken aan vitale wijken_Praktijkvoorbeelden_7. De gezonde wijk Selwerd

Willen we steden aantrekkelijk en evenwichtig houden, dan is het belangrijk om te voor-komen dat buurten afglijden. Dit magazine schetst in vogelvlucht hoe steden kunnen omgaan met deze uitdaging. Maar vormen de gepresenteerde aanpakken een antwoord op de knelpunten en problemen die we in onze analyse constateerden? Welke kansen en knelpunten manifesteren zich? Waar liggen blinde vlekken? En wat betekent dit voor de toekomstige aanpak van kwetsbare wijken?

Wat de hier beschreven cases gemeen hebben, is dat ze inspelen op de veranderde realiteit waarbinnen de aanpak van wijken vandaag de dag plaatsvindt: kleinschalig, met fors minder overheidsmiddelen, dichtbij de leefwereld van de burger en waar mogelijk in samenspraak of interactie met die burger. Een verschuiving die

Platform31 eerder voorspelde in de essays Stedelijke vernieuwing op uitnodiging (2012) en Steden van waarde (2015). Niet alle gepresen-teerde aanpakken zijn baanbrekend of radicaal vernieuwend, maar dat hoeft ook niet. Meldpunt EMMA vertoont bijvoorbeeld overeenkomsten met schuldpreventietrajecten elders, maar in Zoetermeer heeft men in korte tijd succes geboekt. Sommige initiatieven rekenen juist af met traditionele manieren van werken en denken over wijkaanpak. Zo doorbreekt Gro-ningen een top down-beleidstraditie door in Selwerd partnerschappen met burgers en lokale instellingen en bedrijven te smeden. Ook bij de sociale hypotheek in de Enschedese wijk Dolphia zien we nieuwe verhoudingen ontstaan. De gemeente is bereid te investeren in een nieuw buurthuis in combinatie met harde eisen aan het zelforganiserend vermogen van burgers.

voortbouwen

en vernieuwen

Reflectie:

INHOUD 26/31

Werken aan vitale wijken_Reflectie: voortbouwen en vernieuwen

Anders (samen)werken

Het veranderde krachtenveld rond de wijkaan-pak werkt door in de wijze waarop partijen en professionals in wijken opereren. Deels sprin-gen er partijen in het gat dat de afgelopen jaren ontstond door bezuinigingen op de sociale infrastructuur, waarbij het accent – mede door de decentralisaties – verschoof van samenle-vingsopbouw naar zorg en hulpverlening. Ook zien we hoe nieuwe partijen zich melden voor de aanpak van wijken of hoe bekende spelers, zoals PostNL zich nieuwe rollen aanmeten. De zeven casussen maken geen deel uit van meerjarige uitvoeringsprogramma’s. Vaak zijn ze sectoraal ingezet, omdat partijen signaleerden dat op een specifiek terrein actie nodig was. Bij sommige initiatieven wordt op een vernieuwende manier samengewerkt, zoals de Groningse benadering die draait om de gezondheid van de Selwer-ders. Bij bewonersbedrijven, zoals in Emmen, werken gemeenten, corporaties en het lokale bedrijfsleven samen. In Zuid-Limburg bundelen gemeenten op regionaal niveau hun krachten dankzij het samenwerkingsverband in de Stads-regio Parkstad.

De rol van gemeenten verandert

Bij gemeenten is een verschuiving zichtbaar van een initiërende en coördinerende rol, naar een gemeente die zich faciliterend opstelt: als partner van bewoners, maatschappelijke

instel-lingen en marktpartijen. Facilitering kan gaan over (co)financiering, maar ook over proceson-dersteuning en beleidsmatige of bestuurlijke rugdekking. Soms is sprake van een weder-kerig element, zoals de tegenprestatie die de gemeente Enschede verlangt van de buurtbe-woners uit Dolphia: de gemeente financiert het buurthuis, mits de bewoners zich inzetten voor de bouw en het beheer. Ook in Emmen speelt wederkerigheid een rol: winst uit het bewo-nersbedrijf vloeit terug naar de wijk. Voor veel gemeenten betekent deze rolverandering een zoektocht, omdat gemeenten minder direct kunnen sturen en sterker afhankelijk zijn van het eigen initiatief, de creativiteit en het doorzet-tingsvermogen van anderen.

Eigenaarschap en eigen kracht

Meer dan voorheen wordt in de hier gepresen-teerde praktijkvoorbeelden een beroep gedaan op de eigen kracht van burgers. Zo maakt de gemeente Enschede in Dolphia concrete afspra-ken over de inzet van buurtbewoners. Haar aanbod is constructief, maar niet vrijblijvend.

Ook in andere casussen spelen empowerment en het stimuleren van (mede-)eigenaarschap een rol. Meldpunt EMMA voorkomt dat de schuld niet verder oploopt, maar helpt cliënten tege-lijkertijd om regie te krijgen over hun financiële situatie.

INHOUD 27/31

Werken aan vitale wijken_Reflectie: voortbouwen en vernieuwen

In het persoonlijk benaderen en betrekken van burgers wordt veel energie gestoken, soms ook om het vertrouwen van bewoners (terug) te winnen. PostNL ziet vooral toekomst in concep-ten waarin postbezorgers, als frontliniewerkers, dicht bij de burger worden ingezet. Hier open-baart zich een paradox: waar de overheid (de systeemwereld) vanuit het gedachtegoed van de participatiesamenleving hoge verwachtingen koestert van het eigen initiatief en de zelfred-zaamheid van burgers, blijkt in de praktijk dat de kloof met de leefwereld zich niet vanzelfspre-kend laat overbruggen. Het aanboren en richten van burgerkracht vergt veel tijd – en dus geld.

Leg je het initiatief volledig bij de burger, dan kan burgerkracht een ongeleid projectiel worden.

Of de kans bestaat dat een project voortijdig uitdooft. Zeker in wijken met verhoudingsgewijs veel kwetsbare bewoners is de inzet van professi-onals dan ook onmisbaar om de eigen kracht van burgers te ondersteunen.

De juiste schaal

In veel praktijkvoorbeelden ligt de nadruk op het perspectief van de burger, bewoner of cliënt. Ze laten zien dat wijkgerichte initiatieven vandaag de dag sterk op zoek zijn naar de menselijke maat en naar het juiste schaalniveau van inter-ventie. Wijken zijn gedefinieerd op basis van administratieve grenzen (CBS-buurten), maar die

stemmen doorgaans niet overeen met de buurt zoals die wordt beleefd door bewoners. Ook Pie-ter Winsemius wijst hierop: voor bewoners is de woonomgeving vaak een veel kleiner gebied. Het complex, de straat, het plein, het woonerf, ‘ons buurtje’. Juist ‘de buurt zoals beleefd’ staat in de beschreven casussen centraal. De kans op suc-ces neemt toe naarmate mensen erin slagen om een initiatief ‘dichtbij de burger’ te organiseren.

Eindjes aan elkaar knopen

De meeste casussen zijn gefinancierd uit regu-liere middelen van gemeenten, corporaties of andere instanties, soms aangevuld met reste-rend budget uit de ISV-3 periode. Vernieuwend aan de werkwijze in het Groningse Selwerd is dat er partnerschappen ontstaan met partijen op het terrein van zorg, onderwijs en onderzoek. In de hoop dat bij deze partijen een belang ontstaat om bij te dragen aan wijkgerichte investeringen.

Soms wordt in de opstartfase gebruik gemaakt

van financiering door fondsen. Hiermee kunnen partijen in de praktijk testen of een interventie toegevoegde waarde oplevert. Het is belangrijk dat, wanneer een initiatief succesvol is, de conti-nuïteit wordt geborgd. Zoals in Zoetermeer, waar de gemeente na een geslaagde pilot besloot de proceskosten van meldpunt EMMA structureel te dekken.

In document Magazine: Werken aan vitale wijken (pagina 25-28)