• No results found

BBW op slooplocaties

In document Verkenning instrumenten afvalhout (pagina 10-14)

4. Verkenning naar best beschikbare werkwijzen

4.3 BBW op slooplocaties

4.3.1 Regelingen vanuit de branche

De sloopbranche is al actief met het ontwikkelen van tools voor duurzame sloop. Door de branche is de Beoordelingsrichtlijnen (BRL) Veilig en Milieukundig Slopen ontwikkeld. Deze is al goed

ingeburgerd. Recent is als aanvulling daar op de Verificatieregeling Circulair Sloopproject opgesteld.

In een pilotperiode die tot juli 2021 loopt worden minimaal tien projecten gevolgd die opgaan voor een betreffende verklaring.

BRL Veilig en Milieukundig Slopen

De BRL (BRL SVMS-007) wordt beheerd door de Stichting Veilig en Milieukundig Slopen en is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen Slopen. Het stelt eisen aan het

managementsysteem van de sloopaannemer, deskundigheid van personeel, voorbereiding en uitvoering van werken, afvoer van vrijkomende sloopmaterialen, arbeidsveiligheid en milieu.

Hiermee is de scope van de BRL aanzienlijk breder dan het aandachtsgebied van de onderhavige

11 studie. Dat neemt niet weg dat er relevante onderdelen zijn in de BRL die kunnen helpen om BBW te ontwikkelen, zoals:

- de directie moet bewijs leveren van haar betrokkenheid door ondermeer een gedocumenteerd en getekend beleid

- een sloopaannemer dient periodiek projectbeoordelingen uit te voeren

- bij de sloopaannemer dienen deskundigen werkzaam te zijn, eisen daarvoor zijn omschreven - voorafgaand aan de uitvoering worden medewerkers geïnstrueerd over aard en

uitvoeringswijze van de werkzaamheden

- op de slooplocatie zijn relevante documenten aanwezig (zoals het projectwerkplan) en een logboek waarin onder anderen uitgevoerde werkzaamheden worden bij gehouden

Verificatieregeling Circulair Sloopproject

Deze regeling van de sloopbranche bevindt zich momenteel in een proeffase. Met deze regeling willen sloopaannemers aan kunnen tonen dat zij duurzaam en circulair slopen. Ze vormt een aanvulling op de boven genoemde BRL; een aannemer moet dus al gecertificeerd zijn. Het is de bedoeling dat een CI een project-verificatie uitvoert en bij goedkeuring een verklaring kan uitgeven.

Toetsing gebeurt vooraf (stoffeninventarisatie), tijdens uitvoering en achteraf (stoffenverantwoording). De kern is dat een aannemer het volgende kan laten zien:

- een nauwkeurige inventarisatie van sloopmaterialen en inventarisatie en selectie van hoogwaardige afzetkanalen. Hierbij worden specifieke eisen gesteld zoals:

o plaats, hoeveelheid en bevestiging in het bouwwerk moeten beschreven zijn

o per combinatie van sloopmateriaal en kwaliteit wordt de voorgenomen bestemming aangegeven met onderscheid naar hoogwaardigheid van afzet

- een gedegen sloopplan en scheidingsplan met per sloopmateriaal de wijze van demonteren en slopen, inclusief werkinstructies en deskundigheidseisen. Specifieke eisen zijn onder anderen:

o beschrijving van de wijze van controle per product/bouwdeel

o beschrijving van interne afkeurcriteria, gebaseerd op acceptatiecriteria van de afnemer

- een zorgvuldige uitvoering van het sloopproces

- een gedetailleerde rapportage van de afzetkanalen van de vrijkomende sloopmaterialen.

Hierbij moet onder anderen aandacht worden geschonken aan:

o het geven van een verklaring wanneer afwijkingen zijn opgetreden wat betreft kwaliteit, kwantiteit en voorgenomen bestemming ten opzichte van

stoffeninventarisatie en sloopplan

4.3.2 De praktijk van duurzaam slopen

Uit gesprekken komt nadrukkelijk naar voren dat vraagstelling en aanbesteding cruciaal zijn om een verantwoorde en duurzame sloop mogelijk te maken. De rol van de opdrachtgever is van groot belang, deze zou voorwaarden moeten scheppen voor een gedegen stoffeninventarisatie en

zorgvuldige sloop en daarnaast eisen moeten stellen aan hergebruik en recycling. Dit pleit er voor om ook BBW te ontwikkelen voor opdrachtgevers. Daarmee komen we in het bereik van aanbesteding, hetgeen buiten de scope van dit onderzoek ligt.

Sloopaannemers geven aan dat het succes van duurzaam slopen, en dus ook van hergebruik van hout, mede (en voor een niet onaanzienlijk deel) afhangt van afzetmarkten. Bedrijven werken hier zelf al hard aan. Meerdere sloopaannemers hebben al een netwerk ontwikkeld van afnemers voor producten en materialen. Dit is een ontwikkelingstraject: door meer duurzame sloopwerken op te

12 pakken ontwikkelt zich ook een netwerk doordat men daarnaar op zoek gaat. Men geeft doorgaans aan dat er een goede afzet is voor massief hout zoals balken. Voor vloerenhout of andere houten producten is die afzet er niet altijd. Een voorname oorzaak is dat primair hout goedkoop is.

De mogelijkheden om hout/houtproducten af te kunnen zetten groeien. Er zijn op het internet al diverse marktplaatsen/materialenbanken ontwikkeld waar gebruikt hout wordt aangeboden.

Daarnaast is door een aantal sloopaannemers de Stichting Insert opgericht. De logistiek die benodigd is om materialen en producten te kunnen verhandelen is meestal niet door één individuele sloper op te zetten. Ook het ontwikkelen van een verkoop-website is meestal niet goed haalbaar, daarvoor is het aanbod te gering. Op de marktplaats van Insert worden herbruikbare bouwmaterialen

aangeboden. Daarnaast wordt gewerkt aan een netwerk van opslaglocaties van herbruikbare producten en materialen.

Uit de gevoerde gesprekken zijn de volgende zaken opgetekend die relevant kunnen zijn om BBW op te stellen.

- Er moet al in een vroeg stadium afstemming plaatsvinden met de opdrachtgever. Samen kijken wat er in een pand zit en wat ter plekke of elders hergebruikt kan worden

- Voorafgaande aan sloop wordt bekeken welke houten onderdelen er heel uitgehaald kunnen worden

- Voorafgaande aan de sloop wordt gecheckt in de markt welke afzet er is

- Er wordt een voor-sloop of open dag georganiseerd voor derden om materialen te oogsten - Er is een bewuste keuze gemaakt om te gaan voor duurzaam slopen. Dit uit zich bijvoorbeeld

in de organisatie, zo zijn er bedrijven die een persoon aanwijzen die de taak heeft om duurzame sloopprojecten te ontwikkelen of bijvoorbeeld een “demontageteam” hebben dat ingezet wordt op duurzame sloopwerken.

- Slopen van hout vergt inzet van een handsloper. Dit is niet altijd mogelijk of wenselijk. Het kan ook machinaal, dan accepteer je enig verlies.

- Na afloop van een werk wordt een evaluatie uitgevoerd. Komen inventarisatie vooraf en balans achteraf overeen? Wat had er beter gekund?

- Men moet uitleggen waarom materialen niet geschikt zijn om te kunnen worden hergebruikt - Medewerkers moeten goed opgeleid zijn

- Hout dat niet kan worden hergebruikt wordt afgevoerd naar een houtsorteerder. NB: niet alle gesprekspartners geven aan dat dit zo verloopt, er wordt ook direct afgevoerd naar een biomassa centrale.

- In het algemeen geven gesprekspartners te kennen dat zij bewust en continue bezig zijn met, en een focus hebben op, het steeds verbeteren van het sloopproces. Men ontwikkelt

methoden om beter te kunnen demonteren, probeert zorgvuldige sloop steeds beter aan te sturen en is druk bezig met het ontwikkelen van afzetkanalen.

4.3.3 Ontwikkeling van BBW voor sloopwerken

Op basis van gevoerde gesprekken en mede op basis van BRL SVMS-007 (paragraaf 4.3.1) en de Verificatieregeling Circulair Sloopproject kunnen voorstellen worden opgesteld voor BBW. Door deze BBW toe te passen draagt een sloopbedrijf er zorg voor dat zo veel mogelijk hout wordt hergebruikt en, als dat niet kan, wordt gerecycled. Een eerste voorstel voor BBW is gegeven in tabel 4.1.

13

Tabel 4.1 Aanzet voor Best Beschikbare Werkwijzen voor sloopwerken

Onderdeel Omschrijving BBW

Focus op hergebruik De sloopaannemer heeft een gedocumenteerd en vastgesteld beleid ten aanzien van duurzame sloop gericht op hergebruik van hout1)

In dit plan is in ieder geval beschreven de wijze waarop het steeds beter demonteren en hergebruiken van hout wordt nagestreefd door bijvoorbeeld het ontwikkelen van betere

demontagetechnieken of het zoeken naar afzetmarkten

Het plan wordt drie-jaarlijks geëvalueerd waarbij wordt ingegaan op vorderingen die zijn behaald en mogelijke verbeteringen Organisatie De sloopaannemer stelt functionarissen aan die als taak hebben

er voor te zorgen dat bij sloopwerken zo veel mogelijk hout wordt hergebruikt

Er zijn mensen in dienst die deskundig zijn op het gebied van duurzaam slopen van hout

Planvorming gericht op hergebruik Herbruikbaar hout in een te slopen gebouw wordt samen met de opdrachtgever geïdentificeerd

Er is een hergebruiksplan dat ingaat op het volgende:

o Een inventarisatie van hout met onderverdeling naar herbruikbaar hout en overig hout en verwachte hoeveelheden en kwaliteiten

o plaats, hoeveelheid en bevestiging in het bouwwerk moeten beschreven zijn

o instructies voor de demontage van producten en materialen

o beschrijving van de wijze van controle per product/bouwdeel

o beschrijving van interne afkeurcriteria, gebaseerd op acceptatiecriteria van de afnemers

Wijze van demontage De wijze van demontage van herbruikbaar hout is per project beschreven. De voorkeur is handmatige sloop. Bij niet-handmatige sloop is aangegeven welke methode als meest geschikt wordt gezien en in hoeverre dit dezelfde resultaten oplevert als handmatige sloop

Procescontrole De voortgang van het terugwinnen van her te gebruiken hout wordt bij uitvoering van een project wekelijks besproken.

Bijzonderheden bij het demonteren van hout worden vastgelegd in het logboek

Afzet van materiaal Er is per project een plan aanwezig voor de afzet van materialen, dat ingaat op het volgende:

o per combinatie van sloopmateriaal en kwaliteit wordt de voorgenomen bestemming aangegeven met onderscheid naar hoogwaardigheid van afzet

De sloopaannemer heeft een aantoonbaar netwerk voor de afzet van herbruikbaar hout of is aangesloten bij een

samenwerkingsinitiatief dat zich daar op richt

Recycling Hout dat niet kan worden hergebruikt wordt in ieder geval aangeleverd bij een verwerkingsbedrijf dat zorg draagt voor recycling ofwel zelf opgewerkt voor recycling.

Kwaliteitscontrole Van elk project wordt een evaluatie uitgevoerd ten aanzien van de duurzame omgang met hout. Daarbij wordt tenminste ingegaan op het volgende:

o Het aandeel hout dat is hergebruikt en het aandeel hout dat wordt gerecycled

o Afwijkingen ten aanzien van geïnventariseerde hoeveelheden en verklaringen daarvoor o Verbeterpunten voor volgende projecten

Jaarlijks wordt een evaluatie uitgevoerd van alle sloopprojecten gezamenlijk, waarbij tenminste wordt ingegaan op:

14

o Hoeveelheden hout die geschikt zijn gemaakt voor hergebruik ten opzichte van alle hout dat bij sloopprojecten is vrij gekomen

o Hoeveelheden hout die zijn gerecycled ten opzichte van alle hout dat niet voor hergebruik is ingezet

o Verbeterpunten voor de algehele aanpak om te komen tot meer hergebruik en recycling van hout

1) Omdat deze studie zich richt op hout worden BBW ook zodanig opgesteld. Diverse voorstellen voor BBW kunnen generiek worden opgevat, bijvoorbeeld: het is BBW om een beleid te hebben ten aanzien van hergebruik van alle materialen die vrijkomen bij sloop

4.4 BBW voor sorteren van afvalhout

In document Verkenning instrumenten afvalhout (pagina 10-14)