• No results found

……… ……… ………

33. Zou u anderen kunnen helpen met de persoonlijke verzorging? a. Nee

b. Ja, hoe dan?

……… ……… ………

34. Zou u anderen kunnen helpen met de sociale contacten? a. Nee

b. Ja, hoe dan?

……… ……… ………

35. Zou u anderen kunnen helpen met mobiliteit? a. Nee

b. Ja, hoe dan?

……… ……… ………

36. Zou u anderen kunnen helpen met hun geldzaken? a. Nee

b. Ja, hoe dan?

………

………

………

………

Hulpverlening

37. Ontving of ontvangt u hulp van een instelling, van welke instelling en waarvoor? a. Nee

b. Ja, van:……….. voor:………

38. Zijn er nog andere zaken waar u in het dagelijks leven tegenaan loopt en waar u begeleiding bij nodig heeft, als u zelfstandig woont?

………

………

………

………

39. Zijn er nog zaken die van belang zijn, maar niet genoemd werden in de enquête? ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ………

Bijlage 8

Uitwerking enquête

Algemeen

We hebben 29 mensen met een beperking geënquêteerd, de beperkingen variëren. Hieronder een verdeling van de beperkingen

(8)  auditief beperkt (6)  visueel beperkt (5)  spierdystrofie

(2)  amputatie van een ledemaat (2)  zenuwbeschadiging (6)  andere beperking

Soort beperking

27% 21% 17% 7% 7% 21% Auditief Visueel Spierdystrofie Amputatie van een ledemaat

Zenuwbeschadiging Anders

De leeftijd van de geënquêteerden varieert tussen de 21 en de 52. De geënquêteerden zijn 17 mannen en 12 vrouwen.

De ervaring van de beperking verschilt als volgt: 18 hebben geen moeite (meer) met hun beperking.

6 hebben wel moeite met hun beperking en willen hier ook hulp bij hebben 5 hebben moeite met hun beperking, maar willen hier geen hulp bij.

Geloofsovertuigingen verschillen, Suriname staat bekend om de diversiteit van geloven. 2 geënquêteerden hebben geen geloof

3 zijn bij evangelische broeder gemeenschap 4 zijn Moslim

2 zijn Hindoestaan 3 zijn Christen

Geloofsovertuiging respondenten 52% 14% 7% 10% 10% 7% Rooms-Katholiek Moslim Hindoe Evangelische Broeder Gemeenschap Christen Geen geloof Woonsituatie 4 wonen zelfstandig 8 in het ouderlijk gezin 9 met partner of familielid

8 anders, namelijk een woonvoorziening (Wi Oso/ Stichting in de Ruimte)

Note: de vraagstelling in de enquête was niet heel duidelijk, mogelijkerwijs wonen degene die hebben in gevuld met partner/familielid toch nog in het ouderlijk gezin, omdat ouders ook familieleden zijn.

De ervaring van huidige woonsituatie is als volgt: 7 ervaren hun huidige woonsituatie heel positief 13 positief

4 neutraal 4 matig

1 negatief tot heel negatief.

24 willen zelfstandig gaan wonen, waarvan 15 mannen en 9 vrouwen, 5 hebben hier geen behoefte aan. De reden dat ze niet zelfstandig willen gaan wonen varieert tussen dat ze tevreden zijn met de huidige situatie of dat ze goede begeleiding krijgen van de familie.

Deze respondenten vallen dus ook buiten de verdere resultaten.

Van de resterende respondenten willen 6 in de toekomst alleen gaan wonen, 8 willen met een familielid(leden) gaan wonen, 10 willen met huisgenoten wonen en niemand wil een combinatie van familie en huisgenoten.

De reden dat ze alleen of met een familielid willen wonen is dat het rustiger is, ze hebben veel behoefte aan privacy of hebben al kinderen. Degene die met een familielid willen wonen, geven ook aan dat ze hulp behoevend zijn.

Degene die met huisgenoten willen wonen hebben geen bezwaar tegen huisgenoten met een beperking. Ze willen minimaal met 2 wonen en maximaal varieert tussen de 2 en 6.

Regels verschillen, meest voorkomend is dat er rekening gehouden moet worden met elkaar en respect hebben voor elkaar.

Ook wordt genoemd dat er gemeld moet worden als iemand weggaat en dat er op tijd thuisgekomen moet worden. Ook privacy is belangrijk voor hen. Als het gaat om de verschillende geloofsovertuigingen, is het van belang dat men het geloof van elkaar accepteert en respecteert. Zoals bij Hindoestanen, zij eten geen rundvlees, Moslims geen varkensvlees en Rooms Katholieken eten in de vastentijd geen vlees op vrijdag. Voor 5 maakt de woonvorm niet uit, als ze maar een eigen huisje hebben.

3 willen op het terrein van een stichting of stichting wonen. 15 willen in een huis in een woonwijk wonen.

Zelfredzaamheid

In het huishouden zijn 22 personen in staat iets in het huishouden te doen, 2 geven aan niets te doen in het huishouden. Eén van hen is door de beperking niet in de mogelijkheid om iets te doen, de ander is wel leerbaar, maar heeft doordat hij in het ouderlijk gezin woonde nooit iets hoeven doen.

Iedereen geeft aan uit eigen initiatief voor het huishouden te zorgen

In de tabel wordt een verdeling weergeven van hoeveel respondenten bepaalde zaken zelfstandig kunnen en welke begeleiding ze nodig hebben of ze helemaal niet in de mogelijkheid zijn iets te doen.

Koken Ja

12 Nee4 Met begeleiding. Welke begeleiding? 8 voornamelijk met koken of bakken Schoonmaken Ja

20 Nee3 Met begeleiding. Welke begeleiding? 1 met begeleiding i.v.m. rolstoel Afwassen Ja

20 Nee3 Met begeleiding. Welke begeleiding? 1 i.v.m. rolstoel Boodschappen doen Ja

15 Nee 3

Met begeleiding. Welke begeleiding?

6 met begeleiding, kunnen door rolstoel niet bij producten of zijn visueel beperkt.

Kleding wassen Ja

16 Nee5 Met begeleiding. Welke begeleiding? 3, 1 met een visuele beperking, was sorteren en 2 moeten het nog leren.

Anders: was ophangen

Ja Nee Met begeleiding. Welke begeleiding? 1, de waslijn is te hoog

Persoonlijke verzorging

Alle 24 zorgen (voor een deel) voor hun eigen persoonlijke verzorging. 23 doen dit uit eigen initiatief, 1 respondent moet hieraan herinnerd worden.

Bij menstruatie en scheren wijkt het totaal af. Dit komt doordat er een verschil zit tussen mannen en vrouwen, tevens zijn er vrouwen die niet of niet meer menstrueren.

Douchen Ja 21

Nee 0

Met begeleiding. Welke begeleiding?

3 met begeleiding, i.v.m. spierziekte/rolstoel, bijvoorbeeld rug wassen

Aankleden Ja

19 Nee0 Met begeleiding. Welke begeleiding? 5 met begeleiding, i.v.m spierziekte, zaken als veters strikken, knopen dicht doen.

Scheren Ja 10

Nee 3

Met begeleiding. Welke begeleiding? 2 i.v.m. beperking.

Menstruatie Ja

7 Nee0 Met begeleiding. Welke begeleiding? 0 Haren

kammen Ja20 Nee1 Met begeleiding. Welke begeleiding? 3 ondersteuning Tanden

poetsen Ja23 Nee1 Met begeleiding. Welke begeleiding? 0 Op uw gezondheid letten Ja 24 Nee 0

Met begeleiding. Welke begeleiding? 0

Naar het toilet

gaan Ja21 Nee0 Met begeleiding. Welke begeleiding?3 i.v.m. rolstoel Eten en

drinken Ja23 Nee0 Met begeleiding. Welke begeleiding?1 moet gevoerd worden, i.v.m. spierziekte Medicatie gebruik Ja 5 Geen medicatie 15 Met begeleiding.

4 hebben begeleiding nodig Anders:

bij opvoeding

kind als het straks naar school gaat. Sociale situatie

Alle geënquêteerde hebben hobby’s, deze zijn erg divers, zoals lezen, muziek luisteren/maken, creatief bezig zijn, sporten, etc.

Wat betreft sociale contacten

16 respondenten hebben voldoende aan de contacten die ze nu hebben. 6 zouden graag meer sociale contacten hebben en willen hier ondersteuning bij. 2 zouden graag meer sociale contacten hebben, maar wil hier geen ondersteuning bij.

Als ze problemen hebben, hebben 3 respondenten niemand om mee te praten, maar willen hier geen begeleiding bij.

6 hebben niemand en ze willen hier begeleiding bij hebben

15 hebben iemand waarmee ze hun problemen kunnen bespreken

Iedereen gaat wel eens ergens naartoe, variërend van de soos, naar de stad, vrienden en familie en uitgaan.

Mobiliteit

Sommige respondenten hebben meer dan 1 mogelijkheid om zich te verplaatsen vandaar dat de totaal aantal niet uitkomt op 24.

3 zijn op krukken mobiel

2 hebben een elektrische rolstoel 9 zitten in een duw rolstoel

8 kunnen lopen, waarvan enkele met een blindenstok en 1 met looprek 1 kan ook brommer rijden

2 kunnen fietsen

3 geven aan met een taxi te gaan 3 zijn afhankelijk van anderen Financiën

Hun geldzaken worden gedaan door: 8 zelfstandig

4 de woonvoorziening waar ze wonen 1 de schoonzus

2 een oom of tante 4 moeder

2 een broer 3 niemand

De financiële zaken willen 11 in de toekomst zelfstandig doen, en 13 willen dit zelfstandig doen met begeleiding.

Ondersteuning aan anderen

Bij het huishouden kun 4 respondenten de ander niet helpen.

En 20 kunnen helpen variërend van het geven van aanwijzingen tot alles overnemen. Met betrekking tot de persoonlijke verzorging kunnen 9 geënquêteerden niet helpen.

15 Kunnen helpen, de aangeboden hulp varieert. Een aantal is alleen in de mogelijkheid om aanwijzingen te geven, sommige kunnen haren kammen, andere kunnen helpen bij dat wat de ander vraagt, een aantal kan helpen bij alles wat er bij de persoonlijke verzorging komt kijken.

Wat betreft sociale contacten kunnen 6 respondenten niet helpen en 18 wel. Deze 18 kunnen helpen door middel van ze bijvoorbeeld voor te stellen aan hun eigen sociale contacten, telefoontjes doen voor hen of met hen te praten.

Over helpen met mobiliteit kunnen we zeggen dat 9 geënquêteerden niet kunnen helpen en 15 wel, door middel van aanwijzing geven, de weg wijzen, een taxi bellen of samen de straat op gaan.

Bij geldzaken kunnen 15 respondenten niet ondersteunen, en 9 kunnen helpen met de administratie of het leren omgaan met geld.

Hulpverlening

10 ontvangen geen hulpverlening.

4 krijgen een uitkering van ministerie van SOZAVO.

6 krijgen hulp van Wi Oso, wonen, werken en woon/werkbegeleiding. 1 krijgt hulp stichting in de Ruimte, wonen en woonbegeleiding. 1 heeft van de lions club een elektrische rolstoel gekregen.

2 krijgen hulp van het blindeninstituut voor het leren stoklopen, braille en pc vaardigheden.

Veel van de respondenten krijgen een uitkering (100SRD €25,-) van ministerie van SOZAVO (Sociale Zaken en Volkshuisvesting), maar hebben dit niet in de enquête vermeld. Ook hebben velen een Sociale Kaart. Hiermee krijgen ze gratis medische hulp.

Aanvullende punten enquête

De volgende punten werden niet in de enquête gevraagd, maar door de respondenten wel belangrijk geacht.

 Ministerie van SOZAVO is moeilijk bereikbaar en ze moeten elke maand geld ophalen. Ook de Sociale kaart voor medische hulp krijgen is niet gemakkelijk.

 Bouwgrond om zelfstandig te kunnen wonen is nodig en nauwelijks verkrijgbaar.  Uitkering van 100 SRD (+/- €25,-) per maand is te weinig om van te kunnen leven.

 Er zijn te weinig arbeidsmogelijkheden. Het vinden van een baan is erg moeilijk voor iemand met een beperking.

 Straat is moeilijk begaanbaar zowel voor mensen met een visuele beperking als voor mensen met een rolstoel. In de trottoirs zit te veel hoogte verschil.

 Openbare gebouwen zijn vaak niet toegankelijk voor mensen met een rolstoel.

 Bestaande woningen moeten aangepast worden op rolstoeltoegankelijkheid en andere beperkingen.

Bijlage 9

Topiclist Interviews Hoofdvraag

Wat kunt u (uw instelling/stichting) bijdragen in de behoeften van de lichamelijk beperkten in een eventueel zelfstandig begeleid wonen project?

Woonsituatie:

Ruimte, aanpassingen maken, Zelfredzaamheid:

Overnemen/begeleiden bij huishoudelijke taken, Zelf aanleren, zodat de zelfstandigheid vergroten Persoonlijke verzorging:

Overnemen/begeleiden bij persoonlijke verzorging Aanleren om zelfstandigheid te vergroten

Mobiliteit:

Vervoer algemeen, verstrekken van vervoersmiddelen of vervoeren Verstrekken van hulpmiddelen zoals krukken, rolstoelen

Sociale contacten:

Begeleiden bij/ in contact komen met anderen, Activiteiten organiseren etc.

Financiën:

Omgaan met geld (vaste lasten/rest) administratie Aanvragen van uitkering/sociale kaart

Toe leiding naar werk Ondersteuning aan anderen:

Aanleren hoe elkaar te kunnen helpen Hulpverlening:

Samenwerking meerderen instellingen/stichtingen Casemanager (mw)

Vraagbaak  bereikbaarheid PSH

SOZAVO:

Beleidskennis Uitvoering van beleid