• No results found

B IJLAGE 8 A ANTEKENINGEN INTERVIEW BINCKHORST EN VERSLAG BIJEENKOMST

PROJECTGROEP

Interview met Michiel Stam en Maarten Engelberts, 16 juni 2014. Waarom is er gekozen voor uitnodigingsplanologie in het gebied?

Het gebied wordt in het huidige klimaat niet ontwikkelt, het plan dat hiervoor lag was op basis van ontwikkelingsplanologie en een pps-constructie, dit plan is onderuit gegaan bij de RvS nadat de crisis inzette. Uitnodigingsplanologie biedt een nieuwe kans om de Binckhorst op dekaart te zetten als gemengd gebied met wonen en kleine bedrijven.

Wat maakt de ontwikkeling van het gebied complex?

Die complexiteit zit voor een deel in het grondeigendom dat is verdeeld over meerdere partijen, maar zeker ook in de milieubelasting. De geluidsbelasting door industrie en bodemvervuiling door de lange industriegeschiedenis en speelt externe veiligheid.

Waarom is er gekozen voor het opstellen van een omgevingsplan ipv een bestemmingsplan?

De belangrijkste redenen voor het opstellen van een omgevingsplan in het geval van Binckhorst zijn:

Bredere reikwijdte, langere looptijd van het plan om tijdelijke functies mogelijk te maken, doorschuiven exploitatieplan naar een later moment, idem voor gedetailleerde onderzoeken

Het past niet bij organische groei om al bij het bestemmingsplan in detail te onderzoeken welke gevolgen het plan voor milieu kan hebben.

De grenswaarden voor geluid uit het Activiteitenbesluit afwijken, de gemeente zal de afwijking in het bestemmingsplan onderbouwen. Hiermee wordt vooruitgelopen op de wijziging het Activiteitenbesluit dat straks opgaat in de Omgevingswet . Meer vrijheden voor delegatie aan BenW Er zijn meer vrijheden aan de gemeenteraad van Den Haag om zaken met betrekking tot de planvorming voor Binckhorst te delegeren aan BenW. Zo wordt het aan de raad overgelaten om de grenzen voor burgemeester en wethouders te bepalen indien zaken worden gedelegeerd. En zo kan er sneller op ontwikkelingen worden ingespeeld.

Zijn er knelpunten bij het opstellen van een omgevingsplan?

Tot zover geen knelpunten, alleen positiviteit. Wel kost het tijd om een dergelijk plan te maken. Hierbij zou het handig zijn om een integrale, gemeentebrede visie te hebben om hieruit te putten. Dit staat al op de planning.

7 januari 2014

Aanwezig:

Liesbeth Berends, Stephan Bekx, Daniël van Dijk, Wim Drost, Maarten Engelberts, Alfons Finkers, Peggy ten Hoopen, Nicola Kornig, Irma de Roos, Rob Sakkee, Willemien Vlas

Aanleiding voor de oprichting van de projectgroep is de notie dat de implementatie van uitnodigingsplanologie voor verbetering vatbaar is. Dit blijkt uit de evaluatie van ‘Plannen en projecten anno nu’.

Uitleg maatschappelijke context uitnodigingsplanologie en koppeling organische gebiedsontwikkeling.

Doelstelling: Focus op drie facetten van uitnodigingsplanologie: organisatorisch, beleidsmatig en juridisch.

Over uitnodigingsplanologie

Alfons Finkers: de Dienst Stedelijke Ontwikkeling was in eerste instantie niet positief over organische gebiedsontwikkeling. Binnen de huidige visie is er nog te weinig ruimte (ook juridisch) voor organische gebiedsontwikkeling. Te beperkend.

Nicola Kornig: Er is nog te weinig visie. Plannen worden te gedetailleerd gemaakt of juist te globaal.

Irma de Roos: De Gemeenteraad en B&W zitten niet altijd op dezelfde lijn: er is een spanning tussen financiën en de mogelijkheid voor de gemeente te faciliteren bij initiatieven.

Peggy ten Hoopen: Bij het faciliteren moeten we meer focussen op wat we initiatiefnemers kunnen bieden en wat we voor de openbare ruimte kunnen betekenen: vooral op gebied van openbaar vervoer.

Nicola Kornig: Probleem is dat de gemeente maar beperkt toezeggingen kan doen over openbaar vervoer op langere termijn.

Stephan Bekx: Bij de implementatie van uitnodigingsplanologie is het belangrijk dat we niet een instrumentarium of een werkwijze gedachteloos uitleggen over de gemeente, maar gebiedsgericht kijken welk sturingsprincipe, welke houding van de overheid, en welke instrumenten passen bij de plek.

Nicola Kornig: De gemeente heeft een stip aan de horizon nodig, lange termijn doelen moeten concreet zijn voor initiatiefnemers en realiseerbaar. De Binckhorst pilot moet niet alleen het experimenteren met een omgevingsplan zijn, maar ook een experiment voor een nieuwe werkcultuur.

Alfons Finkers: Bij de Binckhorst biedt de wetgeving nog steeds te weinig vrijheid. Het moet verder worden uitgewerkt.

- Stephan Bekx: Het zou opportuun zijn dit plan nog verder uit te werken, aangezien het gebied geen hoge prioriteit heeft binnen de gemeente.

Nicola Kornig: Frappant en veelzeggend dat we gelijk op het kleinste perceelsniveau de grenzen aangegeven van het gebied waar we het over hebben (kaartje presentatie), terwijl we het over organische gebiedsontwikkeling hebben. Ontwikkelingen van buiten dit kaartgebied tellen mee en hebben invloed.

Irma de Roos: Ik denk niet dat het omgevingsplan zozeer anders wordt dan het bestemmingsplan, het is alleen een ander proces waarmee je tot het plan komt.

Onderzoekskosten

Maarten Engelberts: Onderzoekskosten zijn hoog en we halen te weinig kennis uit alle onderzoeken die we doen. Vooral het naar boven halen van specifieke gegevens uit de onderzoeken kost het meest tijd. Nicola Kornig: Voorbeeld bezonningsonderzoeken voor dakopbouwen. Rechtszekerheid strookt niet met een faciliterende houding van de gemeente. Om minder onderzoek te hoeven doen kunnen we de bewijslast bij de initiatiefnemer leggen.

- Rob Sakkee: Te gechargeerd, we kunnen niet zomaar rechtszekerheid indammen zodat we minder hoeven te onderzoeken, -> rechtspraak

Irma de Roos: We hebben zekerheden nodig over waar we moeten investeren, voldoende onderzoeken zijn nodig, we moeten toch marges afbakenen.

Rob Sakkee: We willen enerzijds minder onderzoek hoeven doen, maar anderzijds meer flexibiliteit, daar zit een spanningsveld tussen. Alfons Finkers: Het zijn de veranderende plannen die zorgen voor de hoge onderzoekskosten.

Afsluiting:

Iedereen is positief over een actieve rol van de projectgroep en om vaker bij elkaar te komen. Daniël van Dijk komt met een voorstel voor een nieuwe datum en een voorstel voor de frequentie van de bijeenkomsten.

BIJLAGE 7 AANTEKENINGEN INTERVIEW