• No results found

Azië Frequency Percent

In document Thesisproject Sandra Botman 357346 (pagina 78-99)

Valid

Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja

24

22,2

22,2

22,2

Nee

84

77,8

77,8

100,0

Total 108

100,0

100,0

Tabel 4.4.18: percentage respondenten dat al dan niet weleens in Azië is geweest en wel een toeristische activiteit met wilde katachtigen zou willen ondernemen (IR-groep)

Azië

Frequency Percent

Valid

Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja

28

25,9

25,9

25,9

Nee

80

74,1

74,1

100,0

Total 108

100,0

100,0

Tabel 4.4.19: percentage respondenten dat al dan niet weleens in Afrika is geweest en wilde katachtigen geschikt vindt om te betrekken bij toeristische activiteiten (P-groep)

Afrika

Frequency Percent

Valid

Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja

2

5,3

5,3

5,3

Nee

36

94,7

94,7

100,0

Total 38

100,0

100,0

Tabel 4.4.20: percentage respondenten dat al dan niet weleens in Azië is geweest en wilde katachtigen geschikt vindt om te betrekken bij toeristische activiteiten (P-groep)

Azië

Frequency Percent

Valid

Percent

Cumulative

Percent

Valid Ja

5

13,2

13,2

13,2

Nee

33

86,8

86,8

100,0

Total

100,0

100,0

Bijlage XII: Invloed van beelden op perceptie

Invloed beelden op perceptie geschiktheid wilde katachtigen om met toeristen op de foto te gaan

Tabel 4.5.1.1: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag “hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is om met toeristen op de foto te gaan?”

Afbeelding 4.5.1.1: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag: "hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is om met toeristen op de foto te gaan?"

Invloed beelden op perceptie geschiktheid wilde katachtigen om te wandelen met toeristen

Tabel 4.5.2.1.: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag: "hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is om met toeristen te wandelen?"

Afbeelding 4.5.2.1: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag: "hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is om met toeristen te wandelen?"

Invloed beelden op perceptie geschiktheid wilde katachtigen om geaaid te worden door toeristen

Afbeelding 4.5.3.1: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag: “hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is voor toeristen om te aaien?”

Tabel 4.5.3.1: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte foto’s voor de vraag: "hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is voor toeristen om te aaien?"

Invloed beelden op perceptie lief-/gevaarlijkheid van wilde katachtigen

Tabel 4.5.4.1: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag: "hoe lief of gevaarlijk denkt u dat dit dier is?"

Afbeelding 4.5.4.1: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag: “hoe lief of gevaarlijk denkt u dat dit dier is?"

Invloed beelden op perceptie geschiktheid wilde katachtige als huisdier

Tabel 4.5.5.1: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag “hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is

om als huisdier te houden?”

Afbeelding 4.5.5.1: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag “hoe geschikt of ongeschikt denkt u dat dit dier is

Invloed van beelden op perceptie mate van bedreiging van uitsterven van wilde katachtigen

Afbeelding 4.5.5.2: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag: in hoeverre denkt u dat dit dier met uitsterven wordt bedreigd?”

Afbeelding 4.5.5.2: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag "in hoeverre denkt u dat dit dier met uitsterven wordt bedreigd?"

Bijlage XIII: Invloed van beelden op intentioneel reisgedrag

Invloed beelden op intentioneel reisgedrag: aaien van wilde katachtigen

Tabel 4.5.6.1: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag “zou u dit dier willen aaien?”

Invloed beelden op intentioneel reisgedrag: met wilde katachtige op de foto

Afbeelding 4.5.6.2: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag ”zou u met dit dier op de foto willen?”

Afbeelding 4.5.6.2: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag "zou u met dit dier op de foto willen?"

Invloed beelden op intentioneel reisgedrag: met wilde katachtige wandelen

Afbeelding 4.5.6.3: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag “zou u met dit dier willen wandelen?”

Afbeelding 4.5.6.3: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag "zou u met dit dier willen wandelen?"

Invloed beelden op intentioneel reisgedrag: wilde katachtige als huisdier

Afbeelding 4.5.6.4: verschillen tussen de antwoorden bij de gebruikte afbeeldingen voor de vraag “denkt u dat dit een leuk huisdier is?”

Afbeelding 4.5.6.4: gemiddelden van de gegeven antwoorden per foto voor de vraag “denkt u dat dit een leuk huisdier is?"

Bijlage XIV: Toevallige fouten veldonderzoek Opmerkingen n.a.v. enquête

Buitenlandse respondent (4x)

Enquête is vertaald naar het Engels (6x)

Enquête werd één of meerdere keren onderbroken (8x) Erg gelovig persoon (2x)

Haastige afname van de enquête (6x)

Heeft geen affiniteit met het onderwerp (8x) (dieren 6x, toerisme 2x)

Heeft last van mentale problemen (3x) (hersenvliesontsteking/-bloeding 2x, geheugenverlies 1x) Respondent was afgeleid tijdens enquête 1x ( bezig met telefoon)

Respondent was niet serieus (6x)

Respondent was vaag in antwoorden (3x)

Respondent werd in antwoorden beïnvloed door ander persoon (4x)

Bijlage XV: Voorbeeld mediaprotocol Nederland

Versie 1: mediaorganisaties die nog geen kennis hebben van knuffelfarms, canned hunting en onverantwoord toerisme met wilde katachtigen

Inleiding

Dit mediaprotocol is een initiatief van Stichting SPOTS voor alle media in Nederland en heeft als doel richting te geven aan de inhoud van beelden van wilde katachtigen die de media communiceert met het publiek. Onder media verstaan wij daarbij alle kanalen die beelden (kunnen) communiceren van wilde katachtigen, ongeacht of dit te maken heeft met de focus van de core business. Daarbij kan gedacht worden aan niet alleen magazines en televisiezenders, maar ook scholen, reisorganisaties en zelfs kledingmerken die wilde katachtigen (kunnen) gebruiken in hun reclamecampagnes.

Stichting SPOTS is een organisatie die zich vanuit Nederland inzet voor de bescherming van wilde katachtigen, want voor veel soorten katachtigen is er een serieuze bedreiging van uitsterven. Deze bedreiging wordt onder andere veroorzaakt door stroperij en afname van natuurlijk leefgebied. Daarnaast is het voor veel en steeds meer mensen de wens om wilde katachtigen van dichtbij te bekijken en aan te raken, wat ervoor zorgt dat veel wilde katachtigen onder slechte omstandigheden in gevangenschap leven. Uit recent onderzoek is gebleken dat bepaalde beelden van wilde katachtigen die in de media gecommuniceerd worden kunnen bijdragen aan de wens van mensen om met deze dieren in contact te komen. De vraag naar toeristische activiteiten met wilde katachtigen stijgt en daardoor stijgt het aantal wilde katachtigen in gevangenschap: in 2013 leefden er 8.000 leeuwen in gevangenschap in Zuid-Afrika, tegenover ongeveer 2.800 wilde leeuwen in Zuid-Afrika in 2013. Om dit probleem bij de kern aan te pakken, wil Stichting SPOTS de media vragen de volgende richtlijnen te hanteren in het gebruik van beelden van wilde katachtigen:

• Communiceer geen beelden van wilde katachtigen in liefdevolle interactie met de mens. Dat wil zeggen geen beelden waarop wilde katachtigen geaaid, geknuffeld of de fles gevoerd krijgen; • Communiceer geen beelden waarop wilde katachtigen geportretteerd worden als zijnde

ongevaarlijk of geschikt voor interactie met of benadering door de mens. Dat wil zeggen geen beelden van wilde katachtigen die met mensen aan het wandelen zijn of andere beelden waarop mensen zonder barricades bij wilde katachtigen kunnen komen en andersom, tenzij duidelijk wordt gemaakt dat zich een gevaarlijke situatie voordoet (mensen zijn bijvoorbeeld extreem op hun hoede).

Omschrijving van het probleem

Op veel toeristische bestemmingen zijn er organisaties die wilde katachtigen c.q. wilde dieren in gevangenschap houden en daarbij beweren het uitsterven van verschillende diersoorten tegen te gaan. Een gedeelte van deze organisaties onderscheidt zich door de mogelijkheid te bieden aan toeristen om in contact te komen met de wilde dieren. Organisaties die dit mogelijk maken, dragen nooit bij aan bescherming van de diersoort en zorgen altijd voor uitbuiting van de dieren. Door het verkopen van de leugen dat wel wordt bijgedragen aan bescherming van de natuur en de diersoort, brengen vele toeristen en vrijwilligers een bezoek aan deze organisaties en wordt er veel geld aan verdiend. Van de organisaties die toeristen en vrijwilligers de mogelijkheid bieden om in contact te komen met wilde katachtigen c.q. wilde dieren, is er een specifieke vorm die Stichting SPOTS knuffelfarms noemt. Knuffelfarms kenmerken zich doordat er gedurende het hele jaar jonge wilde dieren aanwezig zijn. Om ervoor te zorgen dat deze het hele jaar door beschikbaar zijn, wordt intensief met de dieren gefokt. In de meeste gevallen gaat het bij knuffelfarms om wilde katachtigen. In Afrika gaat het daarbij vaak om leeuwen en in Azië worden veelal tijgers gebruikt. Direct nadat een welpje is geboren, wordt deze bij de moeder weggehaald zodat deze opnieuw drachtig kan worden. Voor zowel de moeder als het welpje levert dit veel stress op, omdat de twee in de natuur minstens 1,5 jaar bij elkaar blijven. Een vroege

scheiding is dus volstrekt onnatuurlijk en traumatisch voor beide partijen. Het welpje wordt vervolgens in knuffelfarms gebruikt als toeristische attractie, waarbij toeristen het diertje mogen knuffelen en de fles mogen geven. Wanneer de welp te groot is om te knuffelen, wordt hij gebruikt om te wandelen met toeristen. Al deze interacties met mensen zijn slecht voor de dieren zelf, om de volgende redenen:

- De dieren worden gedwongen om onnatuurlijk gedrag te vertonen: ze moeten knuffelen met mensen terwijl ze hier niet geschikt voor zijn, soms worden ze getraind om bepaald gedrag te vertonen en in sommige gevallen worden ze gedrogeerd om ze mak te maken;

- De dieren worden al vroeg getraumatiseerd doordat ze veel te vroeg bij hun moeder worden weggehaald. De moeder zelf wordt hier ook door getraumatiseerd, vooral als dit meerdere keren bij haar en haar welpen gebeurt;

- Mensen krijgen een verkeerd beeld van de dieren dat nadelig uitpakt voor de dieren zelf. Mensen hebben steeds vaker het idee dat dieren geschikt zijn voor interactie, waardoor ze dit zelf willen ervaren. Als gevolg daarvan worden steeds meer wilde dieren in gevangenschap gehouden en gefokt, waarmee meer traumatische ervaringen voor de dieren gecreëerd worden; - De dieren verkeren vaak in slechte omstandigheden waarin zij ook nog eens onnatuurlijk

gedrag moeten vertonen. Hierdoor zijn zij bijna niet meer in staat zijn om eigen natuurlijk gedrag te vertonen. Dit veroorzaakt veel frustraties en stress bij de dieren.

In sommige gevallen worden de dieren wanneer zij volwassen zijn teruggebracht naar de fokker om als jachttrofee aan toeristen te worden aangeboden. De dieren belanden dan in de canned hunting-

industrie, waarbij op trofeedieren gejaagd wordt in een klein, afgebakend terrein. Het te bejagen trofeedier heeft geen mogelijkheid om te ontsnappen en dus zal de jager altijd raakschieten. Het is een vorm van jacht waar geen enkele behendigheid van de jager nodig is, en daarom wordt het veel aan toeristen aangeboden die bereid zijn flink hiervoor te betalen. Het gebeurt ook steeds vaker dat de botten van de dieren worden verkocht aan Aziatische landen.

Gedurende het hele bestaan van een katachtige in deze industrie(ën) wordt veel geld verdiend. Helaas worden die opbrengsten vrijwel nooit daadwerkelijk gestoken in de bescherming van de diersoort. Dit is echter wel wat aan toeristen en vrijwilligers verteld wordt: ze beloven de dieren vrij te laten in het wild wanneer deze groot zijn. Echter, in theorie zou dit helemaal niet mogelijk zijn omdat de welp al vroeg werd gescheiden van de moeder en daardoor nooit heeft geleerd om voor zichzelf te zorgen in de natuur. Deze organisaties kunnen dan ook nooit bewijs leveren dat dieren daadwerkelijk zijn vrijgelaten in het wild.

De verantwoordelijkheid van de media

Wij van Stichting SPOTS hadden het vermoeden dat het gebruik van beelden in de media waarin wilde katachtigen met of naast de mens worden afgebeeld, bijdraagt aan het idee van mensen dat het normaal is om in contact te komen met wilde katachtigen c.q. wilde dieren bijvoorbeeld op toeristische bestemmingen. Als gevolg van dit vertekende idee zouden mensen organisaties zoals knuffelfarms bezoeken en zouden zij niet twijfelen of het wel veilig en verantwoord zou zijn om dergelijke activiteiten te ondernemen. Naar aanleiding van dit vermoeden is in november 2017 een onderzoek uitgevoerd waarbij een groot aantal mensen verspreid door Nederland is gevraagd naar hun interesses op gebied van reizen en dieren, hun interesse in het ondernemen van toeristische activiteiten met wilde katachtigen en hun mening over de mate van geschiktheid om wilde katachtigen te betrekken bij toeristische activiteiten. Bij het stellen van die vragen kregen mensen een foto te zien van een wilde katachtige (caracal, cheeta of leeuw) in één van vier verschillende omgevingen: met witte achtergrond, in het wild, wandelend met een persoon of knuffelend met een persoon. Het doel van het onderzoek was erachter te komen of en hoe verschillende typen beelden invloed hebben op de perceptie en de intentie van Nederlanders met betrekking tot wilde katachtigen. Oftewel: denken mensen anders over wilde katachtigen wanneer zij kijken naar een foto van een katachtige die geaaid wordt door of aan het

wandelen is met een persoon, en hoe anders denken zij daar dan over? Het antwoord op die vraag zal hieronder worden uitgewerkt.

Uitkomsten van het onderzoek

Uit het onderzoek is gebleken dat verschillende typen beelden inderdaad invloed hebben op de manier waarop mensen naar wilde katachtigen kijken. Van de vier verschillende typen foto’s die gebruikt zijn voor het onderzoek, hadden de foto’s waarop de wilde katachtige naast of met de mens afgebeeld werd de meeste invloed op de perceptie en het intentionele gedrag van mensen ten aanzien van wilde katachtigen. Bij het zien van die foto’s waren mensen eerder geneigd zelf ook een interactie met het dier aan te willen gaan, en daarnaast waren mensen eerder geneigd te denken dat wilde katachtigen daadwerkelijk geschikt zijn voor interactie met mensen. Bij het zien van die twee typen foto’s dachten mensen namelijk dat de dieren eerder lief dan gevaarlijk zijn. Dit in tegenstelling tot mensen die keken naar de neutrale of de foto van de katachtige in zijn natuurlijke leefomgeving; die dachten vaker dat de dieren gevaarlijk zijn.

Het zien van beelden waarop wilde katachtigen in een menselijke omgeving worden afgebeeld, leidt er dus toe dat mensen een ander beeld krijgen van de dieren. Dit vertekende beeld zorgt ervoor dat mensen onverantwoorde toeristische activiteiten ondernemen tijdens hun vakantie. Het ondernemen van dit soort activiteiten zoals het wandelen of knuffelen met wilde katachtigen draagt nooit bij aan de bescherming van bedreigde diersoorten en zorgen voor uitbuiting, stress en frustraties bij de dieren omdat zij geen natuurlijk gedrag kunnen vertonen. Dit begint zoals eerdergenoemd al bij het leed van de vroegtijdige scheiding tussen welp en de moeder. Het verkeerde beeld dat door onder andere de media geschetst wordt dat wilde dieren benaderbaar zijn en geschikt zijn voor interactie draagt eraan bij dat steeds meer leeuwen onder slechte omstandigheden (o.a. gedrogeerd worden) in

gevangenschap moeten leven.

Door het tonen van dit soort beelden nemen steeds meer mensen deel aan deze industrie, die veel geld verdient over de rug van vaak mishandelde en ongelukkige dieren. Stichting SPOTS vindt dat dit moet stoppen en zet zich hiervoor in. Om meer te kunnen bereiken is hulp nodig van de media die zich inzet om alleen verantwoorde beelden van katachtigen te communiceren en om daarmee mensen bewuster te maken van het feit dat wilde dieren niet bij mensen maar vrij in de natuur horen.

En verantwoorde projecten dan?

Er bestaan natuurlijk organisaties die wilde katachtigen tijdelijk opvangen en wel de intentie hebben om bij te dragen aan het behoud van de diersoort en bescherming van de natuur. Het is soms lastig te achterhalen of organisaties nou wel of niet daadwerkelijk bijdragen aan de bescherming van de natuur en de diersoort. Stichting SPOTS geeft hiervoor de volgende wegingsfactor: wordt bij een organisatie het contact tussen mens en dier zo veel mogelijk vermeden, dan is sprake van een duurzaam en verantwoord project. Het kan natuurlijk voorkomen dat een katachtige bepaalde behandelingen nodig heeft en dat dierenartsen en andere dierenspecialisten in contact komen met de dieren. Zolang gewaarborgd wordt dat alleen mensen met expertise en kennis bij de dieren in de buurt komen, kan gesteld worden dat er daadwerkelijk gewerkt wordt om de natuur en de diersoort te beschermen. Bovendien wordt de katachtige in die organisaties zoveel mogelijk in zijn waarde gelaten en wordt er met respect mee omgegaan. Kortom, als bij een organisatie één of meer van de volgende kenmerken van toepassing is, dan wordt er geen aandacht besteed aan enige vorm van bescherming van de natuur of de diersoort maar wordt enkel een commercieel doel nageleefd:

- Wanneer toeristen de kans wordt geboden om in contact te komen met wilde dieren; - Wanneer met de dieren in gevangenschap wordt gefokt;

- Wanneer het hele jaar door jonge dieren aanwezig zijn waar toeristen en vrijwilligers mee in contact kunnen komen;

- Wanneer er geen bewijs is van vrijlating van opgevangen wilde dieren in de natuur;

- Wanneer wilde dieren gevangen worden gehouden op plekken die geen nabootsing zijn van de natuurlijke leefomgeving zoals betonnen vloeren;

- Wanneer dieren geen of nauwelijks bewegingsruimte wordt geboden;

- Wanneer de dieren gedwongen worden bepaald (onnatuurlijk) gedrag te vertonen. Mediaprotocol Nederland

Versie 2: mediaorganisaties die wel kennis hebben van knuffelfarms, canned hunting en onverantwoord toerisme met wilde katachtigen

In de tweede versie van het mediaprotocol wordt rekening gehouden met organisaties die wel reeds bekend zijn met de materie, dus toeristische activiteiten met wilde katachtigen en de negatieve gevolgen daarvan. Als voorbeelden van dit soort partijen noemt Eckhardt de ANVR, reisorganisaties, Trip Advisor en mbo-scholen (persoonlijke communicatie 29 januari 2018). De uitkomsten van het onderzoek zullen volgens Eckhardt voor deze partijen niet verrassend zijn en daarom worden de resultaten met hen gedeeld als bevestiging. Het mediaprotocol dat voor hun ontwikkeld wordt, zal er grotendeels hetzelfde uitzien en dezelfde richtlijnen bevatten als de versie voor de partijen die niet bekend zijn met de materie. Het verschil in de versie voor deze partijen zit in de omschrijving van het probleem. Hierin zal niet het hele verhaal opnieuw worden uitgelegd, maar kort worden samengevat. Een dergelijk stuk zal er als volgt uit komen te zien:

Omschrijving van het probleem

Waarschijnlijk bent u reeds bekend met het begrip knuffelfarms en de canned hunting-industrie. Knuffelfarms zijn organisaties op toeristische bestemmingen die interactie tussen jonge wilde dieren en toeristen het hele jaar door mogelijk maken. Naast knuffelfarms zijn er ook tal van andere organisaties die interactie tussen (jonge) wilde dieren en toeristen mogelijk maken, soms met een fokprogramma om steeds meer dieren aan te kunnen bieden om te voldoen aan de stijgende vraag naar interacties met wilde dieren van toeristen. De omstandigheden voor de dieren in deze organisaties zijn uitermate slecht. Wanneer met dieren gefokt wordt, worden de jongen veel te snel bij de moeder weggehaald zodat zij opnieuw zwanger kan worden. Voor beide partijen levert dit zeer veel stress op, gezien ze in de natuur wel 1,5 jaar samenblijven. Vanaf dat moment wordt het jonge dier continu

In document Thesisproject Sandra Botman 357346 (pagina 78-99)

GERELATEERDE DOCUMENTEN