• No results found

AUX-aansluiting (AUX)

In document Toegang tot het instructieboekje (pagina 192-195)

(afhankelijk van uitvoering en uitrusting) Sluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de jack-aansluiting.

Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als "Extra ingang" in de audio-instellingen is geselecteerd.

12

Stel eerst het volume van het externe apparaat af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.

De bediening vindt plaats via het draagbare apparaat.

CD-speler

(afhankelijk van uitvoering en uitrusting) Plaats de CD in de speler.

Geluidsbron selecteren

Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.

Selecteer "Bron".

Selecteer de geluidsbron.

Bluetooth

®

streaming audio

Streaming audio biedt de mogelijkheid om naar door de smartphone verzonden audiostreams te luisteren.

Zorg dat het Bluetooth-profiel is geactiveerd en stel eerst het volume van het externe apparaat in (op een hoog volume).

Stel vervolgens het volume van het audiosysteem in.

Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de telefoon.

Bediening verloopt via het externe apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.

Als de streaming audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als een geluidsbron beschouwd.

Apple

®

-speler aansluiten

Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.

Het afspelen begint automatisch.

De bediening gebeurt via het audiosysteem in de auto.

De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/

genres/playlists/audiobooks/podcasts).

De standaardindeling is de indeling per artiest. Om dit te veranderen moet u terug naar het eerste niveau in de structuur om vervolgens een andere indeling te selecteren (bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer afdaalt naar de gewenste track.

De softwareversie van de autoradio kan incompatibel zijn met de generatie van uw Apple®-speler.

Informatie en tips

Het systeem is geschikt voor externe USB-geluidsdragers, BlackBerry's® of apparatuur van Apple® die op de

USB-aansluitingen kunnen worden aangesloten/ De kabel is niet meegeleverd.

Het apparaatbeheer wordt uitgevoerd met bedieningselementen van het audiosysteem.

Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug worden aangesloten of via Bluetooth streaming worden gekoppeld (indien compatibel).

Gebruik geen USB-verdeelstekker om beschadiging van het systeem te voorkomen.

Het audiosysteem speelt bestanden af met de extensie ".wma, .aac, .flac, .ogg en .mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.

Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld.

Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...) kunnen niet worden afgespeeld.

Bestanden met de extensie ".wma" moeten van het type WMA 9 Standaard zijn.

De ondersteunde bemonsteringsfrequenties (sampling rates) zijn 32, 44 en 48 kHz.

Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "

? . ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.

Gebruik uitsluitend USB-toetsen met de bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).

CITROËN Connect Nav

Gebruik bij voorkeur de originele USB-kabels van het externe apparaat.

Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen afspelen moet bij het branden bij voorkeur de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn geselecteerd.

Als de disc met een andere standaard is gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden afgespeeld.

Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard voor het branden en selecteer bij het branden altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een optimale geluidskwaliteit.

Gebruik bij een multisessie-CD altijd de standaard Joliet.

Telefoon

Koppelen van een Bluetooth

®

-telefoon

Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die de volle aandacht vragen, zoals het koppelen van een telefoon aan het Bluetooth-handsfree systeem van het audiosysteem, uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en ingeschakeld contact.

Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze

"zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van de telefoon).

Procedure via de telefoon

Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.

Accepteer op het systeem het verzoek om een verbinding met de telefoon te maken.

Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of de door het telefoon en het systeem weergegeven code identiek zijn.

Procedure via het systeem

Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.

Druk op "Bluetooth zoeken".

Of

Selecteer "Zoeken".

Er wordt een lijst van de waargenomen telefoons weergegeven.

Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de telefoon de functie Bluetooth uit te schakelen en weer in te schakelen.

Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.

Verbinding delen

Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de telefoon voor:

– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),

– "Streaming" (streaming: draadloos afspelen van audiobestanden van de telefoon), – "Gegevens mobiel internet".

Selecteren van het profiel; "Gegevens mobiel internet" is vereist voor online navigatie, nadat u eerst op uw smartphone het delen van de mobiele dataverbinding hebt geactiveerd.

Selecteer één of meer profielen.

Druk op "OK" om te bevestigen.

Afhankelijk van het type telefoon wordt u gevraagd om de overdracht van uw contacten en berichten wel of niet te accepteren.

Automatisch opnieuw verbinden Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt er binnen ongeveer 30 seconden na het aanzetten van het contact automatisch met de telefoon verbinding gemaakt (indien Bluetooth is ingeschakeld).

12

Het verbindingsprofiel wijzigen:

Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.

Druk op de toets "OPTIES" om de tweede pagina weer te geven.

Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.

Druk op de toets "Details".

Selecteer één of meer profielen.

Druk op "OK" om te bevestigen.

De mogelijkheid van het systeem om maar één profiel te koppelen hangt af van de telefoon.

Alle drie profielen kunnen standaard verbinding maken.

De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de handleiding van uw telefoon en uw provider om te zien welke diensten u kunt gebruiken.

Het systeem ondersteunt de volgende profielen: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en PAN.

Ga naar de website van het merk voor meer informatie (compatibiliteit, aanvullende instructies, enz.).

Telefoonverbindingen beheren Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.

Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.

Druk op de toets "OPTIES" om de tweede pagina weer te geven.

Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.

Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling ongedaan te maken.

Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.

Verwijderen van een telefoon

Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.

Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.

Een gesprek aannemen

Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop-upvenster op het scherm.

Druk kort op de toets TEL op het stuur om het gesprek aan te nemen.

En

houd de toets

TEL op het stuurwiel langer ingedrukt om het gesprek te weigeren

Of

Selecteer "Ophangen".

Bellen

Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder het rijden.

Parkeer de auto.

Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.

In document Toegang tot het instructieboekje (pagina 192-195)