• No results found

Audit only Firm

In document Onafhankelijkheid van Accountants: (pagina 34-38)

In het kader van de scheiding van controle en advies zou er nog een stap verder gegaan kunnen worden door de opsplitsing van de multidisciplinaire accountantskantoren. Hierbij zullen dan Audit only firms ontstaan, die alleen controleopdrachten mogen aanvaarden. Deze kantoren zullen geen advieswerk mogen aannemen, daar anders weer een

commerci€le relatie met de opdrachtgever zal ontstaan.

Tegenstanders van deze splitsing, waaronder de grote accountantskantoren56, noemen hierbij de volgende argumenten57:

 Verschillende specialismen zijn nodig voor het beoordelen van systemen, bijvoorbeeld de systemen betreffende de interne beheersing en

gegevensverwerking;

 Van multidisciplinairiteit kan een kennisimpuls uitgaan die juist ook van belang is voor de controleactiviteit;

 Het is de wens van de klant om een verscheidenheid aan diensten af te nemen;  De wervingskracht op de arbeidsmarkt voor controlearbeid zou te gering

zijn, waardoor een kwaliteitsverarming dreigt58;

 Conglomeraatvorming zou nodig zijn om een voldoende financieel rendement van het kantoor als geheel te kunnen garanderen;

 De accountant zal niet beter en onafhankelijker gaan werken, indien alle verbijzonderde commerci€le diensten afgestoten zouden worden.

Wat duidelijk wordt in de bovengenoemde argumenten, is dat er vaak vanuit de cli€nt wordt geredeneerd en gedacht. In de strijd om de onafhankelijkheid mogen geen

argumenten aangedragen worden die betrekking hebben op het financieel rendement van het accountantskantoor. Dit plaatst het commercieel belang op de voorgrond. Het moet gaan om de objectiviteit van het oordeel.

3.5.3 Verwachtingskloof

De huidige crisis ten aanzien van de functie van de accountant roept vragen op over de betrouwbaarheid van de financi€le verantwoordingen. De jaarrekening en het jaarverslag van een organisatie worden onder verantwoordelijkheid van de bestuurders en eventueel de commissarissen opgesteld en gepubliceerd. De accountant moet voor publicatie door

56

Appendix F geeft kort de houding van PricewaterhouseCoopers weer met betrekking tot multicompetence dienstverlening (jaarverslag 2006)

57

Uit: Accountant en machtsverhoudingen in ondernemingsland, A.W.A. Boot en R. Soeting, 12 december 2002, pag.8

58

Een argument van J.A. Steenmeijer, voormalig CEO KPMG International, Auditor Independence, A. Schilder, pag. 134, 1994

middel van een goedkeurende verklaring aangeven of sprake is van een getrouw beeld. De accountantsverklaring verschaft een hoge mate van zekerheid omtrent de periodieke financi€le verantwoordingen. Een goedkeurende accountantsverklaring verschaft zoals hierboven is aangegeven geen volledige zekerheid en sluit niet uit dat er sprake is van onregelmatigheden. Desondanks wordt in het maatschappelijke verkeer aan de

accountantsverklaring een grotere mate van zekerheid ontleend, dan objectief gezien verantwoord is.

Het verschil tussen de door het maatschappelijke verkeer gewenste zekerheid en de daadwerkelijk aan de accountantsverklaring te ontlenen zekerheid, kan worden aangeduid als de verwachtingskloof. Deze bestaat uit twee delen, namelijk de

communicatiekloof en de prestatiekloof. Het verschil in verwachting en de daadwerkelijk

aan de accountantsverklaring te ontlenen zekerheid is een langer bestaand probleem. Aan beide aspecten dient in de nabije toekomst het nodige te worden gedaan.

Stel dat u als accountant zou moeten verklaren dat de continu†teit van een bedrijf geen gevaar loopt, en uw strategische adviesafdeling komt tot een volstrekt andere conclusie, dan zit u als accountant in een geweldig dilemma. Want de aandeelhouders begrijpen het niet.

Die kunnen zeggen: hier hebben we een rapport van een organisatieadviesbureau dat zegt: er is gewoon geen overlevingskans. Maar de accountant van hetzelfde kantoor geeft wel een goedkeurende verklaring. Hoe moeten we dat zien?59

Daarmee gooi je in feite de perceptie van de buitenwereld dat je als accountant volledig onafhankelijk bent, overboord. Onmiskenbaar rust op het accountantsberoep de taak aan kritische zelfreflectie te doen. Het is ook aan de verantwoordelijken binnen organisaties om de verklaringen van de accountant daadwerkelijk op waarde te schatten en daarvoor te betalen. In de driehoek van accountant, organisatieleiding en de gebruiker van de verantwoordingsinformatie zal een evenwicht dienen te ontstaan tussen zeer grote zekerheid tegen zeer hoge kosten en grote zekerheid tegen verantwoorde kosten.

Met betrekking tot de communicatiekloof is van belang dat duidelijkheid richting het maatschappelijk verkeer wordt gecre€erd over wat daadwerkelijk van een accountant verwacht kan worden. Van belang is dat in het maatschappelijke verkeer een

verwachting bestaat over de aard en de strekking van de accountantsverklaring, die overeenkomt met de in redelijkheid aan de accountantsverklaring te ontlenen zekerheid.

59

Bij het bepalen van de redelijkheid van die verwachtingen is het kostenaspect zeer relevant. Naarmate de accountant meer comfort (zekerheid) dient te verkrijgen over de stand van zaken in de onderzochte organisatie, dient hij meer werkzaamheden te

verrichten. Ergens bevindt zich het punt waar de in algemene zin te maken kosten in het kader van een door de accountant af te geven verklaring niet langer in verhouding staan tot de individuele en maatschappelijke voordelen die een marginale verbetering van de af te geven accountantsverklaring oplevert. Het is van belang deze afweging duidelijk te communiceren richting de gebruikers van de financi€le verantwoordingsinformatie, zodat zij weten in wiens belang accountants werken. Zijn ze er om te zorgen dat

ondernemingen zich aan de wet houden, of moeten ze een oordeel geven over de bedrijfsvoering?

Tegelijkertijd bestaan in het maatschappelijke verkeer terecht bepaalde verwachtingen met betrekking tot het functioneren van de accountant. De accountant is echter in zijn presteren tekort geschoten: de prestatiekloof. Het externe toezicht zoals besproken zal worden in hoofdstuk 4, ziet vooral op het waarborgen van de verwachtingen die terecht bestaan ten aanzien van de accountant, maar waarbij de accountant eenvoudigweg tekortschiet.

3.6 Afsluiting

De scheiding van controle en advies is gebaseerd op een van de basispijlers van het accountantsberoep: functiescheiding. Al decennia lang onderwijzen accountants hun klanten dat adequate functiescheiding moet worden toegepast. De (gezonde) “spanning” die met functiescheiding wordt opgeroepen zou administratieve fouten, fraude en

dergelijke moeten voorkomen. Door deze scheiding van accountantscontrole en advieswerkzaamheden zijn accountants nu zelf ook verplicht zich aan de eisen van functiescheiding te onderwerpen. Een groot aantal belangenconflicten kan hiermee opgelost worden. De huidige ontwikkeling van het kritisch kijken of adviesdiensten nog wel passen bij accountantsorganisaties is belangrijk. Met name het kritisch kijken naar adviezen op het gebied van strategie en organisatie vind ik een goede ontwikkeling. Het is een totaal ander vak en ik denk dat het buiten de core-business van een accountant valt; als accountants beweren onafhankelijk te moeten zijn, dan moeten ze die

onafhankelijkheid niet prijsgeven door het uitvoeren van verschillende type werkzaamheden.

Toch geloof ik niet dat een scheiding tussen controle en advies volledige garantie biedt voor onafhankelijkheid. De accountant zal een deel minder afhankelijk worden van zijn opdrachtgever, omdat er geen commerci€le houding meer nodig is om lucratieve

adviesopdrachten binnen te halen. Maar de controleur wordt in deze situatie nog wel steeds betaald en benoemd door de gecontroleerde. Dit probleem zal in hoofdstuk 5 aan de orde komen evenals een revolutionair model, waarbij de combinatie van

controlewerkzaamheden en advieswerkzaamheden naar mijn idee geen problemen meer hoeft op te leveren.

In document Onafhankelijkheid van Accountants: (pagina 34-38)