• No results found

Assessment vondsten

3 Assessmentrapport

3.2 Assessment vondsten

Tijdens het veldwerk werden er, zoals eerder gesteld, 3 vondsten aangetroffen. Het betrof twee wandfragmenten Raeren steengoed5. De buitenzijde is glimmend en dik geglazuurd met zoutglazuur.

De binnenzijde voelt eveneens glad aan, maar is zoals hierbij het geval is slechts zelden geglazuurd, een specifieke datering kan echter niet gegeven worden, een algemene datering van het steengoed uit Raeren ligt tussen de 16e en 18e eeuw, identificatie naar het einde toe is veelal moeilijker door de massaproductie die ontstond in de 17e en 18e eeuw6. Gezien het wandfragmenten betreft, werden deze na het reinigen gefotografeerd maar niet ingetekend.

Daarnaast werd ook nog dierlijk bot aangetroffen dat dermate gefragmenteerd was dat een nauwkeurige determinatie niet mogelijk was. Deze vondsten werden verspreid over het terrein aangetroffen, telkens binnen de sterk verstoorde laag die het terrein domineerde.

5 HELLEBRANDT, H., 1977

6 JANSSENS D., 2010, 65-66

Pagina - 21 -

Figuur 1.Aangetroffen Raeren steengoed

Figuur 2.Totaalsporenplan met aanduiding puntlocaties waarbij het Raeren steengoed in het westen

Pagina - 22 - 3.3 Assessment stalen

Niet van toepassing, er werden geen staalnames genomen tijdens het proefsleuvenonderzoek.

3.4 Conservatie assessment

Niet van toepassing

3.5 Assessment sporen en lagen

Het onderzoeksgebied werd ontdaan van de betondalen (zie foto’s geplande werken) voorafgaand aan het graven van de proefsleuven, hierbij werden enkel de betondalen geruimd en vonden er geen ingrepen in de bodem plaats. Binnen deze toplaag manifesteerden zich geen indicaties naar de aanwezigheid van archeologische restanten. Het terrein kende een relatief vlak verloop met een lichte afhelling in znoordelijke richting,. De gemiddelde hoogte van deze toplaag bedroeg 59,2m TAW. In het zuiden bedroeg dit 59,6m TAW, terwijl het noorden zich rond 59.0m TAW bevond.

Omgerekend betekent dit een hoogteverloop met een hellingsgraad van ca. 1%.

3.5.1 Stratigrafie en bodemopbouw

Op 3 locaties werden bodemprofielen gedocumenteerd en beschreven binnen het plangebied.

Hierbij werden er twee geregistreerd in het zuidelijk deel van het studiegebied en 1 in het noorden.

Het gaat hier om profiel 1, gelegen in werkput 1, profiel 2, gelegen aan de zuidelijke rand van werkput 2 en profiel 3, gelegen aan de oostelijke rand van werkput 3 waar een verbreding dmv een kijkvenster aangelegd werd (infra). In grote lijnen is er een verschil waar te nemen in het noordelijke deel van het onderzoeksgebied ten opzichte van het zuidelijke deel waarbij de recente verstoring veel dieper reikt dan in het zuiden.

De bouwvoor, die zich onder de betondalen bevond, reeds geruimd op onderstaande figuren is heel dik te noemen. In het noordelijk deel van het onderzoeksgebied en het zuidwestelijke deel bedraagt deze dikte respectievelijk 75 -83cm en 64-74 cm, variërend in dikte. De bouwvoor bestaat in hoofdzaak uit puin. Dit puin bestond uit recente bakstenen en baksteenpuin, kalkmortel,

Pagina - 23 -

bouwmaterialen (metaal, planken, …). In het zuidwesten bedroeg deze laag 45cm dikte en kwam er minder bouwpuin voor, hoewel een kanttekening gemaakt moet worden dat dit slechts een beperkt deel van het zuidelijke tracé betreft, het overgrote deel kende eveneens verstoringen met bouwpuin.

Onder deze bouwvoor bevond zich een donkere laag die ook doordrongen was met bouwafval. Naast baksteen, baksteenspikkels, kalkmortel en een occasionele nutsleiding die zich hier bevond zoals zichtbaar in profiel 1, kwamen er resten cokes voor die gebruikt werden om de laag te vullen. Deze laag bevond zich op een diepte van ca. 75 cm in het noorden en 74 cm in het zuidwesten. Hieronder bevond zich een Overgangshorizont, gekenmerkt door baksteeninclusies en kalkmortel evenals bakstenen en ingravingen in de klei (zoals zichtbaar in profiel 2). Profiel 1 en 2 vertonen met andere woorden gelijkenissen qua opbouw met een vergraving tot op grote diepte. Profiel 3 werd aangelegd ter hoogte van een min of meer intacte bodem en werd genomen als referentieprofiel (zie bijlage).

Zoals eerder gesteld, bedroeg de dikte van de bouwvoor hier ongeveer 45cm, de daaropvolgende laag bestond uit donkergrijsgroene leem die uitloogt naar beneden toe en geelgroen van kleur is.

Daaronder bevond zich de overgangshorizont met baksteeninclusies, kalkmortel, organisch materiaal (dikte Ca. 40 cm) bovenop witte zandige klei (infra).

Globaal gezien kan gesteld worden dat de huidige bouwvoor een ophoging betrof over het gehele terrein die in verband staat met de aanleg van het huidige gebouw. Getuigenissen van lokale bewoners bevestigen ondersteunen het verhaal waarbij bouwafval van de villa gebruikt werd ter stabiliteit van de betondalen7. Daaronder bevond zich een oudere (pre 20e eeuwse) leeflaag die enkel nog bewaard was in het zuiden van het onderzoeksgebied en deels zichtbaar, doch vergraven, in profiel 2. Ook doorheen deze laag werden verschillende verstoringen aangebracht waarbij het veelal een mix van bastenen, cokes, … betrof. Deze verstoring reikte diep doorheen de overgangshorizont en lokaal zelfs doorheen de onderliggende kleilaag (zie spoor 2).

7 Medegedeeld tijdens het proefsleuvenonderzoke

Pagina - 24 - Figuur 3. Profiel 1

Figuur 4. Profiel 2 met zicht op spoor 2

Pagina - 25 -

Aangezien het noordelijke en centrale deel van het terrein in die mate verstoord is dat de oorspronkelijke bodemopbouw niet meer bewaard is gebleven, werd profiel 3, gelegen ten zuidoosten van het onderzoeksgebied als referentieprofiel genomen. De bouwvoor kent hierbij een dikte van ca 45cm. De daaronder gelegen laag, bestaande uit donkergrijsgroen (zand)leem heeft een dikte van ca. 15cm en loogt uit (lichtgeelgroen). Daaronder situeert zich een overgangshorizont waarbinnen op een diepte van ca. 60-65 cm bestaande uit baksteeninclusies, kalkmortel en organisch materiaal (dikte ca. 40 cm). Hieronder bevond zich witte, zandige klei. Het eerder vermelde kijkvenster werd tot de hoogte van deze klei verbreed ten einde spoor 4 beter te kunnen interpreteren (infra).

Figuur 5. Profiel 3

3.5.2 Sporenbestand

Er werden 5 sporen gedocumenteerd evenals een recente verstoring die het administratief nummer s1XXX meekreeg, hoewel al deze als recente verstoring zouden kunnen weergegeven worden. Alle sporen waren heterogeen en antropogeen van aard.

Pagina - 26 -

Spoor 1 betrof een ovaalvormig spoor met een lengte van 1.66 meter en een breedte van 1.04 meter. De zwarte vulling, met oa. Cokes was geroerd met de ondergrond, hiervan getuigden de groene verkleuringen. Daarnaast valt op te merken dat ook hier baksteenpuin aanwezig was.

Figuur 6. Spoor 1 in WP2

Spoor 2 werd aangetroffen ter hoogte van profiel 2, in de zuidwestelijke hoek. Dit spoor kent zijn aanvang onder de zwarte laag. Deze kuil kende een vulling met bakstenen, in het profiel is ook klei waar te nemen wat mogelijks wijst op een kuil die later opgevuld werd met de uitgegraven grond.

Figuur 7. Spoor 2

Pagina - 27 -

Spoor 3 betrof een strak afgelijnde rechthoekige kuil die eveneens heterogeen was van aard en, net zoals spoor 2 terug gevuld werd met de onderliggende grond.

Figuur 8. Spoor 3

Spoor 4 ten slotte betrof een recente puinkuil. Deze werd aanvankelijk aangetroffen in de proefsleuf waarna deze verbreed werd in de vorm van een kijkvenster om een interpretatie mogelijk te maken.

Er werd besloten om de diepte van de kuil te bepalen waarbij verdiept tot op het niveau van het profiel, tot op de moederbodem. Omwille van veiligheidsredenen met betrekking tot de mandelige tuinmuur werd besloten om niet verder te verdiepen. Deze puinput was opgebouwd uit bakstenen en kalkmortel waarbinnen ook de eerder vermelde metalen deurknop werd aangetroffen. Het kijkvenster, aangelegd rond spoor 4 werd aangelegd tot op de zandige kleilaag binnen een tweede vlak waarbinnen ook profiel 3 werd opgetekend. Binnen deze laag tekenden zich geen sporen of verkleuringen af. Spoor 4 reikte dieper dan deze laag terwijl deze reeds aanving onder de bouwvoor.

Spoor 5 ten slotte betrof een rechthoekige, natuurlijke verkleuring waarin boomwortels voorkwamen.

Pagina - 28 -

Figuur 9. Zicht op de noordelijke sleuf na de hevige regenval met S1XXX en daarachter spoor 5

Figuur 10. Zicht op de zuidelijke sleuf voorafgaand an de hevige regenval voor het opschaven ZOT-PAU

WP3 – 17/07/2017 Vlak 1

Pagina - 29 - Figuur 11. Profiel 2

3.5.3 Datering en interpretatie

Binnen het onderzoeksgebied werden geen archeologisch relevante sporen aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn allen getuigen van een sterke afgraving, (her)opvulling en dumpplaats van bouwmaterialen in het recente verleden, gelinkt aan de bouw en verbouwingen aan de bestaande villa. De meest recente bouwvoor is dik te noemen , 60 cm in het noorden en ca. 45cm in het zuiden van het onderzoeksgebied. De zich daaronder situerende verstoorde laag is eveneens aanwezig over het overgrote deel van het terrein met uitzondering van de zuidelijke sleuf. Deze verstoringen reiken tot op een diepte van meer dan 1.2 meter in het noorden, het aantreffen van Raerens aardewerk ter hoogte van bouwpuin, cokes, … bevestigen een afgraving en heropvulling van het terrein.

Het zuidelijke deel lijkt in eerste instantie minder onderhavig te zijn aan deze verstoringen waardoor het mogelijk was om heel lokaal het oorspronkelijke archeologische relevante niveau te bepalen op een diepte van ca. 60 cm (afgaande op de meest zuidelijke situatie, de verstoringsgraad in het noorden liet niet toe dit niveau nog te herkennen) ten opzichte van het huidige maaiveld. Een kanttekening hierbij is dat WP 3 eveneens doorsneden werd door 2 bouwafvalkuilen.

Pagina - 30 - 3.5.4 Beantwoorden onderzoeksvragen

- Zijn er binnen de contouren van het onderzoeksgebied sporen terug te vinden met archeologisch en/of cultuurhistorisch relevante waarde?

Nee, alle aangetroffen sporen betroffen een recente verstoring of van natuurlijke oorsprong.

- Zijn er sporen/vondsten die extra aandacht verdienen bij eventueel vervolgonderzoek?

Nee

- Wat is het potentieel op kennisvermeerdering?

Het potentieel op kennisvermeerdering wordt heel laag ingeschat bij vervolgonderzoek door de aanwezige verstoringslagen en – putten.

- Welke strategie dient verder gevolgd te worden ter bescherming van het archeologisch patrimonium ter hoogte van het onderzoeksgebied?

Nvt, indien zich sporen manifesteren onder deze verstoorde pakketten tegen de verwachting in, zullen deze door de geplande werken slechts lokaal aangesneden worden ter hoogte van de funderingspalen.

- Indien vervolgonderzoek dient aangevangen te worden, wat is het budget, personeelseisen, kwalificaties en tijdsduur van het vervolgonderzoek?

Nvt

- Welke natuurwetenschappelijke methoden dienen meegenomen te worden bij eventueel vervolgonderzoek?

Nvt

Pagina - 31 -

4 Synthese

4.1 Besluit gespecialiseerd publiek

4.1.1 Archeologische waardering

Het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem door middel van proefsleuven heeft duidelijkheid verschaft omtrent de aan- en/of afwezigheid van archeologische sporen binnen het onderzoeksgebied.

Het veldwerk heeft aangetoond dat de natuurlijke bodemopbouw slecht tot in het noorden amper bewaard is gebleven. Deze is quasi integraal verstoord door het uitvoeren van eerdere werken en het gebruiken als dump voor een varia aan bouwmateriaal. Sporadisch werd mogelijk zonaal wel nog een deels bewaarde B/C-horizont vastgesteld. Relevante archeologische/historische sporen zijn niet waargenomen binnen de contouren van onderhavig plangebied. De vastgestelde verstoringen reiken echter doorheen de archeologische relevante lagen waardoor er een heel lage tot onbestaande verwachting meer bestaat tot het aantreffen van deze sporen.

4.1.2 Potentieel tot kennisvermeerdering en afweging verder onderzoek

Gezien de hoge verstoringsgraad van de bodem ter hoogte van het plangebied is er geen potentieel meer tot kennisvermeerdering ter hoogte van het onderzoeksgebied. Aangezien de verstoring reikt tot voorbij het archeologisch niveau op het overgrote deel van het terrein is er een heel lage verwachting ontstaan naar het aantreffen van intacte archeologische restanten. Bijkomend bevinden de verstoringen zich tot een grote diepte, namelijk tot 1.22 meter ten noorden van het onderzoeksgebied waardoor dit ver onder de geplande verstoringsdiepte bevindt. Indien zich op deze diepte, tegen elke verwachting in gezien het ontbreken van archeologische sporen enerzijds en het ontbreken van een complexe verticale stratigrafie anderzijds, toch sporen zouden manifesteren, kunnen deze in situ bewaard blijven. Gezien de grote diepte van verstoring en bijkomend onderzoek tot op dit niveau zou moeten plaatsvinden, gaat dit ten koste van de stabiliteit van de geplande bouwwerken. Gezien het heel lage kennisvermeerderingspotentieel acht ADEDE bvba verder onderzoek niet nodig.

Pagina - 32 - 4.2 Besluit breed publiek

Het bureauonderzoek schetste een hoge verwachting tot het aantreffen van archeologische restanten binnen het onderzoeksgebied. Hierdoor werd een proefsleuvenonderzoek geadviseerd via uitgesteld traject. Door de aanwezigheid van betondalen was het fysisch onmogelijk de proefsleuven aan te leggen voorafgaand aan het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning.

Tijdens het veldwerk werd vastgesteld dat de verstoringsgraad binnen het terrein heel hoog was waardoor het archeologisch niveau in grote mate verstoord is. Verspreid over het gehele terrein zijn verschillende puinkuilen, verstoringslagen ed. vastgesteld waardoor het archeologisch potentieel van het plangebied laag tot onbestaande is. Omwille van deze reden adviseert ADEDE bvba geen verder onderzoek.

Pagina - 33 -

5 Bibliografie

HELLEBRANDT, H., 1977, Raerener Steinzeug, in H. Lepper, Steinzeug aus dem Raerener und Aachener Raum, Aachen, pp. 9-170.

Janssens D., 2009-2010, De scherven van Cîteaux De materiële cultuur van de cisterciënzerabdij van Clairefontaine, Gent, pp. 85.

Janssens D., Pieters H. & Van Huffel C., 2017, Archeologienota De Pauwstraat 13-15 te Zottegem (Oost-Vlaanderen), ADEDE Archeologisch Rapport 107, Gent.

GROUP VERBEKE, RAPPORT 17066772, DIEPSONDERINGEN FUNDERINGSADVIES VERBEKE bvba, 2017

Websites

https://www.geopunt.be https://dov.vlaanderen.be https://www.agiv.be

Pagina - 34 -

6 Lijst van plannen

0001 Situering van het projectgebied op de topografische kaart 1:1 Digitaal 09/12/2016

0002 Situering van het projectgebied op de orthofoto uit 2015 1:1 Digitaal 09/12/2016

0003 Situering van het projectgebied op GRB 1:1 Digitaal 09/12/2016

0004 Gekende verstoorde zones 1:1 Digitaal 09/12/2016

0005 Inplantingsplan bestaande toestand 1:1 Digitaal 09/12/2016

0006 Inrichtingsplan geplande toestand 1:1 Digitaal 09/12/2016

0007 Totaalsporenplan 1:1 Digitaal 18/07/2017

0008 Taw hoogtes 1:1 Digitaal 18/07/2017

Pagina - 35 -

7 Sporenlijst

Spoor WP Vlak Afmetingen (cm) TAW

(m) Vorm Kleur

Vulling Inclusies

Interpretatie Datering

Lengte Breedte Diepte K1 K2 I1 I2

0001 1 1 166 104 x 58.59 Ovaal zwart groengrijs cokes BS Puin Kuil met cokes, baksteenpuin, geroerde grond Recent

0002 1 1 202 94 x 58,88 RH Grijs x leem Klei, BS x Kuil met baklsteen en kalkmortel, geroerde grond Recent

0003 1 1 201 133 x 58,86 RH grijs groen x x x Baksteengruis, kalkmortel Recent

0004 1 1 333 102 x 58,43 RH x x x x x Bakstenen, kalkmortel, metalen deurknop, baksteenpuin Recent

0005 1 1 200 178 x 58,72 RH Bruin Zwart x ORG x boomwortels Recent

S1XXX 1 1 200 90 x 58,36 RH Zwart X x x x Metalen bouwmaterialen, kuil Recent

Pagina - 36 -

8 Vondstenlijst

Inventarisnr. WP Spoor Vlak Kwadrant Profiel Laag Materiaalcategorie Aantal Datering Beschrijving

0001 1 X 1 x x 1 Steengoed 1 NT Wantfragment Raeren

0002 2 X 1 x x 1 Steengoed 1 INT Wandfragment Raeren

0003 2 X 1 x x 1 Dierlijk bot 2 X Poreus en gefragmenteerd bot, interpretatie niet mogelijk

Pagina - 37 -

9 Fotolijst

Spoor/sporen WP Vlak Wind-richting

Aard

Omschrijving/extra info Datum

Vlak Profiel

0001 geen spoor 1 2 N x Profiel 1 17/07/2017

0002 1 2 1 N x Spoor 1 17/07/2017

0003 Deels spoor 2 2 2 W x Profiel 2 17/07/2017

0004 2 2 2 Z x Spoor 2 17/07/2017

0005 3 3 1 O x Spoor 3 17/07/2017

0006 5 1 1 O x Vlakfoto WP 1 met spoor 5 17/07/2017

0007 3 3 1 O x Spoor 3 na opschaven 17/07/2017

0008 4 3 2 NO x Spoor 4 17/07/2017

0009 geen spoor 3 2 Z x Profiel 3 17/07/2017

0010 3 3 1 W x Vlakfoto WP 3 17/07/2017

0011 1 2 1 N x Vlkafoto WP 2 17/07/2017

Pagina - 38 -

10 Tekeningenlijst

Tekening

nr. Spoor Inv. Nr. Schaal Aard

Omschrijving Datum Get. Door:

vlak profiel object

001 PR1 coupeblad1 1/10 x Profieltekening 17/07/2017 Janssens D.

002 PR2 coupeblad1 1/10 x Profieltekening 17/07/2017 Janssens D.

003 PR3 Coupeblad1 1/10 X Profieltekening 17/07/2017 Janssens D.

Pagina - 39 -

11 Lijst van figuren

Figuur 1.Aangetroffen Raeren steengoed ... - 21 - Figuur 2.Totaalsporenplan met aanduiding puntlocaties waarbij het Raeren steengoed in het westen -

21 -

Figuur 3. Profiel 1 ... - 24 - Figuur 4. Profiel 2 met zicht op spoor 2 ... - 24 - Figuur 5. Profiel 3 ... - 25 - Figuur 6. Spoor 1 in WP2 ... - 26 - Figuur 7. Spoor 2 ... - 26 - Figuur 8. Spoor 3 ... - 27 - Figuur 9. Zicht op de noordelijke sleuf na de hevige regenval met S1XXX en daarachter spoor 5 ... - 28 - Figuur 10. Zicht op de zuidelijke sleuf voorafgaand an de hevige regenval voor het opschaven ... - 28 - Figuur 11. Profiel 2 ... - 29 -

Pagina - 40 -

12 Bijlagen

Overzicht ligging profielen Overzicht met TAW

Totaalsporenplan

Sonderingsverslag

PR 02

PR 03 PR 01

110816 110824 110832 110840 110848 110856

173480 173480

173488 173488

173496 173496

173504 173504

173512 173512

173520 173520

0 10

Meter

ZOTTEGEM - DE PAUWSTRAAT Profielen

2017G207 17/07/2017

© AGIV, ADEDE

Legende

Projectgebied Werkput Profielen

¯

D

59.27m 59.09m 58.94m

59.04m 59.02m

59.42m 59.47m

59.31m59.28m 59.48m

58.88m 58.74m 58.8m

58.9m

58.78m 58.76m 58.58m 58.26m

58.13m 58.2m 58.43m 58.51m

110816 110824 110832 110840 110848 110856

173480 173480

173488 173488

173496 173496

173504 173504

173512 173512

173520 173520

0 10

Meter

ZOTTEGEM - DE PAUWSTRAAT TAW-hoogtes

2017G207 17/07/2017

© AGIV, ADEDE

Legende

Projectgebied Werkput D TAW

¯

#

#

#

SP 01

SP 02

SP 03 SP 04

SP 05

PR 02

PR 03 PR 01

110816 110824 110832 110840 110848 110856

173480 173480

173488 173488

173496 173496

173504 173504

173512 173512

173520 173520

0 10

Meter

ZOTTEGEM - DE PAUWSTRAAT Totaalsporenplan

2017G207 17/07/2017

© AGIV, ADEDE

Legende

Projectgebied Werkput Profielen Sporen Verstoringen

Geroerde grond Recente verstoring Losse vondsten

# Botrest

# Aardewerk

¯

't Lindeke 13

B-8880 SINT-ELOOIS-WINKEL

tel. 056 50 30 43 fax. 056 50 44 73

www.verbeke.com info@verbeke.com

GROUP VERBEKE GROUP VERBEKE GROUP VERBEKE GROUP VERBEKE

DIEPSONDERINGEN ENERGIE VERBEKE VERBEKE

FUNDERINGSADVIES VERBEKE ENGINEERING REAL ESTATE

VERBEKE

Tel: 056 50 30 43 Tel: 056 54 93 10 Tel: 056 50 30 43 Tel: 056 50 30 43 info@verbeke.com

info@verbeke.cominfo@verbeke.com

info@verbeke.com energie@verbeke.comenergie@verbeke.comenergie@verbeke.comenergie@verbeke.com engineeringengineering@verbeke.comengineeringengineering@verbeke.com@verbeke.com@verbeke.com realestate@verbeke.comrealestate@verbeke.comrealestate@verbeke.comrealestate@verbeke.com

BTW BE 0843 750 837 INGINGINGING IBAN-nr: BE11 3850 1724 5148 - BIC BBRUBEBB FORTIS BANKFORTIS BANKFORTIS BANKFORTIS BANK IBAN-nr: BE83 2850 4456 0415 - BIC GEBABEBB RPR Kortrijk BELFIUSBELFIUSBELFIUSBELFIUS IBAN-nr: BE21 7785 9134 5603 - BIC GKCCBEBB K.B.C. BANKK.B.C. BANKK.B.C. BANKK.B.C. BANK IBAN-nr: BE49 4695 1580 0171 - BIC KREDBEBB

RAPPORT 17066772

Datum : 23-6-2017 Voor rekening van :

Synergimmo

Korenbloemstraat 3A 9620 Zo egem

Uitgevoerd in opdracht van : Synergimmo

Korenbloemstraat 3A 9620 Zo egem

Werf :

Pauwstraat 13/15

9620 Zo egem

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Rapport 17066772 Datum : 23-6-2017 Voor rekening van :

Synergimmo

Korenbloemstraat 3A 9620 Zo egem

Uitgevoerd in opdracht van : Synergimmo

Korenbloemstraat 3A 9620 Zo egem Werf :

Pauwstraat 13/15 9620 Zo egem Aard van de proeven :

Diepsonderingen uitgevoerd met het Barendsen apparaat.

Aantal proeven : Proef 1 : 20 ton Proef 2 : 20 ton Proef 3 : 20 ton Proef 4 : 20 ton Bijlagen :

- Diagramma's van de proeven - Liggingsplan

2/51

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

UITSLAGEN VAN DE PROEVEN

Legende: (voor de hiernavolgende tabellen)

d : diepte onder het nulpunt van de proef uitgedrukt in meter (niveau aanzet sondering) p : peil overeenstemmend met referen epeil 0.00

Rp : puntbreukweerstand in kg/cm² Fl : laterale wrijvingskracht in kg

Ft : totale indrukkingskracht in kg = 10 x Rp + Fl

3/51

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 1

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,54

Rp (Kg/cm²) 25,5

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 1

(vervolg)

d (m) 9,80 10,00 10,20 10,40 10,60 10,80 11,00 11,20 11,40 11,60 11,80 12,00 12,20 12,40 12,60 12,80 13,00

P (m) -9,26 -9,46 -9,66 -9,86 -10,06 -10,26 -10,46 -10,66 -10,86 -11,06 -11,26 -11,46 -11,66 -11,86 -12,06 -12,26 -12,46

Rp (Kg/cm²) 21,5 44,8 21,8 17,2 18,3 40,6 218,7 88,8 126,7 42,9 61,4 52,4 20,9 19,1 26,9 25,2 181,3

Fl (Kg) 4320 4460 4690 4900 4980 5040 5770 5880 5580 6660 6830 6980 7430 7420 7480 7460 8370

Ft (Kg) 4535 4908 4908 5072 5163 5446 7957 6768 6847 7089 7444 7504 7639 7611 7749 7712 10183

5/51

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 2

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,34

Rp (Kg/cm²) 2,0

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 2

(vervolg)

Rp (Kg/cm²) 19,1

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 3

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,66

Rp (Kg/cm²) 14,2

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 3

(vervolg)

Rp (Kg/cm²) 19,0

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 4

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,62

Rp (Kg/cm²) 31,6

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 4

(vervolg)

Rp (Kg/cm²) 208,6

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Meetresultaat Proef 17066772 - 4

(vervolg)

Rp (Kg/cm²) 45,7

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

INTERPRETATIE VAN DE MEETRESULTATEN

Grensdraagvermogen d (g) en nu g draagvermogen d (n)

d (g) = Vb’’’ . Pb + V’c . C + V’g .

γ

k . b

In de hiernavolgende tabellen wordt het grensdraagvermogen berekend.

Legende: (voor de hiernavolgende tabellen)

(1) d : diepte onder het nulpunt van de proef uitgedrukt in meter (niveau aanzet sondering)

(2) p : peil van de aangegeven diepte overeenstemmend met referen epeil.

(3) Rp : puntbreukweerstand. (kg/cm²)

(4)

φ

’ : schijnbare hoek van inwendige wrijving.

(5) Vb’’’ : factor evenwichtsdraagvermogen (diepteterm) func e van

φ

en

φ

’ (wrijvingsgrootheden).

(6) V’c : func e van

φ

en

φ

’ (wrijvingsgrootheden).

(7) Vb’’’.Pb : product van (5) en de terreinspanning op het overeenkoms ge peil (diepte x volumegewicht (

γ

k) van de grond, rekening houdend met de ligging van het phrea sch oppervlak).

(8) V’g : factor evenwichtsdraagvermogen (breedteterm) func e van de wrijvingsgrootheden.

(9) d (g) : grensdraagvermogen (ton/m²) voor een doorlopende funderingszool met breedte = 0m60.

Voor andere zoolbreedtes:

Som van de termen 8 en 7 nadat men 8 hee vermenigvuldigd met de breedte (m) van het belas ngsmassief en mits verwaarlozing van de cohesie.

Voor een kleigrond gee het product van de term 6 en de cohesie, de draagkracht te wijten aan cohesie, deze kan aan de termen 7 en 8 worden toegevoegd.

Op het evenwichtsdraagvermogen d (g) dient een veiligheidscoëfficiënt (gewoonlijk 2 à 2.5) te worden toegepast.

De aldus bekomen waarde (nu g draagvermogen d (n)) houdt echter geen rekening met de te verwachten ze ngen. Hiervoor verwijzen wij eveneens naar de berekende waarde van de te verwachten ze ng zoals weergegeven in het verslag.

Voor verdere toelich ng zie onze technische brochures.

13/51

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Grensdraagvermogen Proef 17066772 - 1

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,54 112,814/51

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Grensdraagvermogen Proef 17066772 - 2

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,34

15/5177,8

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Grensdraagvermogen Proef 17066772 - 3

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,66

16/5161,4

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

Grensdraagvermogen Proef 17066772 - 4

- Niveau aanzet sondering - Niveau maaiveld

0,62 158,117/51

Tel 056/50 30 43 - Fax 056/50 44 73

ZETTINGSBEREKENINGEN

WOORD VOORAF

1. De ze ngen worden berekend aan de hand van de Terzaghi formule.

dh P + Sz S = --- 2.3 log --- (1)

c P

Waarbij :

S : ze ng in meter.

dh : de dikte van de samengedrukte laag in m.

c : de samendrukbaarheidscoëfficiënt.

P : de oorspronkelijke korrelspanning in het vlak van de funderingsaanzet in ton/m².

Sz : de verhoging van de korrelspanning door de fundering in het vlak van de aanzet in ton/m².

2. Een benaderde waarde van de ze ngscoëfficiënt C kan worden afgeleid uit de resultaten van de diepsondering aan de hand van de volgende formule:

Rp

C = a --- (2) Pb

Waarbij :

C : Samendrukbaarheidscoëfficiënt.

Rp : puntbreukweerstand.

Pb : terreinspanning door bovenbelas ng.

a = 1.5 voor zandgrond.

Voor kleihoudend zand en vaste klei ligt a = 1.5 duidelijk naar de veilige kant.

Voor organische klei en turf neemt men a = 0.5 à 0.7.

Doorgaans hee men weinig problemen voor funderingen op geringe diepte en voor zover de puntbreukweerstand groter blij dan 12 bar. Voor een puntbreukweerstand kleiner dan 12 bar speelt vooral het watergehalte een belangrijke rol bij de keuze van de coëfficiënt a. Voor de berekeningen die volgen werd a=1.5 genomen, voor de meeste grondsoorten plaatst men zich duidelijk naar de veilige kant. Indien men simula es wenst uit te voeren met andere waarden van C kan men aan de hand van formule (1) besluiten dat de ze ng omgekeerd evenredig is

Doorgaans hee men weinig problemen voor funderingen op geringe diepte en voor zover de puntbreukweerstand groter blij dan 12 bar. Voor een puntbreukweerstand kleiner dan 12 bar speelt vooral het watergehalte een belangrijke rol bij de keuze van de coëfficiënt a. Voor de berekeningen die volgen werd a=1.5 genomen, voor de meeste grondsoorten plaatst men zich duidelijk naar de veilige kant. Indien men simula es wenst uit te voeren met andere waarden van C kan men aan de hand van formule (1) besluiten dat de ze ng omgekeerd evenredig is