• No results found

Principieel debat over tolerantiegrens democratische staat Door onze parlementaire redacteur mr. B. C. L. Waanders

Het opzettelijk in gevaar brengen van „het verkeer door mechanische kracht over een spoorweg" is een zwaar misdrijf, strafbaar krachtens artikel 164 van het Wetboek van Strafrecht. Dit was een der aspecten van het uren lange debat dat de Tweede Kamer deze week voerde over de op ernstige ongeregeldheden uitgelopen demonstraties tegen het vervoer van Amerikaanse munitie per trein door Nederland. Belangrijker nog was de principiële vraag waar de tolerantiegrenzen in een parlementaire democratie (moeten) liggen. In een voortreffelijk betoog maakte de socialistische minister van binnenlandse zaken, drs. Van Thijn, deze grenzen duidelijk: als de vrijheid van demonstratie omslaat in geweld kan de overheid niet tolerant zijn. „Demonstreren mag — het blokkeren van rijdende treinen is onaanvaardbaar". De communistische fractieleider Bakker beleefde niet het gelukkigste moment uit zijn parlementaire loopbaan, toen hij de blokkades ging vergelijken met de spoorwegstaking van januari 1903 (per abuis noemde hij het jaar 1905). Terecht interrumpeerde mr. Roethof (PvdA) dat het niet aanging de blokkades op één lijn te stellen met onschuldige sociale acties. De stakers van 1903 maakten zich niet schuldig aan ernstige strafbare feiten; de locomotieven bleven in de loodsen en gevaar voor het treinverkeer was niet te duchten. Bedenkelijk was verder de bewering van de communistische fractieleider, dat een parlement dat geen ruimte laat voor acties, zichzelf in de waagschaal stelt. Misschien mag in dit verband even worden herinnerd aan hetgeen de sociaal-democraat Troelstra zich in november 1918 in en tot het parlement liet ontvallen: „Het is niet alleen de vraag of gij de meederheid hebt bij een verkiezing, maar ook ... welke uw kwaliteit is". Belangrijk was wat premier Ruijs de Becrenbrouck toen — op 13 november 1918 — verklaarde: „Als men lang illegalen weg verbeteringen wil aanbrengen, dan vindt men de regering op zijn weg en dan wijkt de regering niet!" Zo hoort het inderdaad te zijn in een democratische rechtsstaat. Gelukkig bestond er deze week een wereld van verschil tussen 'klein links' en de regering, die zich in de spoorwegkwestie gesteund wist door het overgrote deel van de Kamer. De minister van justitie, mr. De Ruiter, hield een rustig en redelijk betoog over de handhaving van het strafrecht, maar af en toe klonken zijn woorden wel wat al te laconiek en te academisch. Te hard en dus: onwelluidend spreken, zoals dc jeugdige VVD'er

66 Nijpels deed in het spoorwegdebat en zoals ook de christen-democraat J. de Boer deed in de discussies over het Navo-deel van de

begrotingen van buitenlandse zaken en defensie, maakt een onprettige indruk. De

maidenspeech van de communist Schreuders, deze week gehouden ter gelegenheid van de begroting van buitenlandse zaken, bevatte een goede en overwogen woordkeus. Het

buitenland is groot en Nederlandse politici weten daarover mee te praten. Minister Van der Stoel scheen wat dc spreektijd betreft even uit de mitella te springen, om een woord van de Kamervoorzitter, dr. Dolman, te bezigen. Groot nieuws hebben de deze week in de Eerste Kamer gehouden algemene politieke beschouwingen niet opgeleverd. De nieuwe

fractieleider van het CDA, dr. Christiaanse, loste enige schoten voor de boeg inzake het vraagstuk van de middenschool, de VVD'er dr. Zoutendijk liet zich welwillend uit over 'nieuwe realisten' in de PvdA en minister-president Van Agt sprak relativerend over het

financieringstekort dat niet te bruusk zou mogen worden gereduceerd. Een opmerking van de premier over de mogelijkheid dat het parlement een kabinetsformateur voordraagt aan het staatshoofd deed denken aan een motie van de KVP'er Kolfschoten, begin 1971, over een eventueel meerderheidsoordeel van de Tweede Kamer omtrent een formateur. De nieuw gekozen Kamer verwierp in mei '71 evenwel een voorstel van links om J. M. den Uyl als zodanig voor te dragen. In een uitgebreide commissievergadering van de Tweede- Kamercommissie voor volkshuisvesting over het onderdeel ruimtelijke ordening en bouwnijverheid oogstte staatssecretaris Langedijk-De Jong deze week zelfs lof van het oppositielid Scherpenhuizen (VVD).

G. Schreuders (foto NRC Handelsblad/ Vincent Mentzel) Datum: 13 februari 1982

DRS. E. H. T. M. NIJPELS Van dartel veulen tot trekpaard van VVD

Door onze parlementaire redacteur mr. B. C. L. WAANDERS Ofschoon woonachtig in Bergen op Zoom en bekend als stemmentrekker in de provincie Noord-Brabant is de nieuwe fractieleider van de WD, drs. E. H. T. M. Nijpels, niet in het rooms-katholieke zuiden geboren. Hij kwam ter wereld op 1 april 1950 in Den Helder. Na het bezoeken van een hbs-A deed hij doctoraal examen rechten vrije studierichting en doceerde hij maatschappijleer aan een internaat en een atheneum. Verder was hij voorzitter van de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie. Wat betreft het begin van zijn politieke belangstelling kan worden vermeld, dat zijn grootvader als KVP'er tientallen jaren in de gemeenteraad van Vianen zat en dat hij zelf in 1975 zijn vader afwisselde in de raad van Bergen op Zoom. In het verkiezingsnummer- 1977 van het partijblad van de WD wordt opgemerkt dat hij reeds als 16-jarige aan deze partij de voorkeur gaf, "omdat de WD de politieke stroming vertegenwoordigt waarvan ik vind dat zij de mensen zoveel mogelijk in hun eigen waarde laat". Over de functie van politicus verklaarde hij dit het mooiste beroep te vinden dat er is. In de Kamer Op 8 juni 1977 deed hij zijn intrede in de Tweede Kamer, waar hij zich ging bezighouden met onderwerpen op het gebied van justitie, politie en sociale zaken. Ook bij de Grondwetsherziening speelde hij een rol: zo kwam hij in februari 1981 met een eigen

amendement om de doodstraf buiten het oorlogsstrafrecht grondwettelijk onmogelijk te maken. Dit amendement behoefde niet meer in stemming te komen, nadat een amendement van de PvdA tegen de zin van de regering (bij monde van minister Wiegel) met steun van een aantal VVD'ers was aanvaard. Nijpels is thans 32 jaar en dus twee jaar ouder dan zijn voorganger Wiegel in 1971, toen deze voor het eerst fractieleider werd. Anders dan destijds Wiegel maakt hij een wat minder "geposeerde" indruk. Hij heeft zich tot dusverre bewogen, zo leek het, als een enigszins dartel veulen in de parlementaire wei. Zijn spreektrant is wat sneller en wat minder afgewogen dan die van zijn voorganger. Uit de particuliere sfeer van Nijpels kan nog worden vermeld dat zijn hobby's de bouw van miniatuur-modelspoorbanen én het optreden als bekkenist in carnavalsorkesten zijn.

Datum: 20-04-1982 HOLLANDS DAGBOEK

67 Ed Nijpels is de 32-jarige nieuwe politieke leider van de VVD. Hy begon zijn politieke

loopbaan op zijn 23ste als gemeenteraadslid in Bergen op Zoom. Hy werd voorzitter van de liberale jongerenorganisatie JOVn en vervolgens, 27 jaar oud, lid van de Tweede Kamer. Nijpels is roomskatholiek. Hij is de opvolger van Hans Wiegel, met wie hy veel gemeen heeft maar wiens wijze van optreden hy niet zal imiteren. Nijpels is ongetrouwd. Hy leest Opzy; men kan hem — dag en nacht — wakker maken voor zeekralen en lamsoren. Dinsdag 20 april 1982 Wat is mooier dan op deze dag via de wekkerradio gewekt te worden door het zoetgevooisde stemgeluid van staatssecretaris Hedy d'Ancona? Ik probeer, nog halfslapend, te ontdekken waar zij het over heeft. Het blijkt een discussie over het kostwinnersbegrip tussen haar en CDA-vicefractievoorzitter De Graaf. Binnen de kortste keren vliegen allerlei technische begrippen om je oren. Arme luisteraar. De meest vreemde ideeën komen in mij op. Wat zou er bijvoorbeeld gebeuren als ik vandaag gewoon de hele dag in bed zou blijven? Of, als ik straks, wanneer de fractie definitief voor mij kiest, gewoon zeg, dat ik er geen zin in heb? Of, als mijn autc het onderweg zou begeven? Waarom heb ik eigenlijk voor de politiek gekozen? Had ik niet veel beter een paar jaar geleden wethouder in Bergen op Zoom

kunnen worden? Het herhalingssignaal van mijn wekker verstoort mijn gedachten. De avond ervoor besloot ik mijzelf op deze ochtend op appelgebak te trakteren. Het hele diepvriesvak van mijn ijskast ligt vol met keurig ingepakte punten appeltaart. Voor een gedeelte speciaal voor mij gebakken door een goede kennis, voor een gedeelte het resultaat van mijn eigen primitieve pogingen in deze tak van de keukenkunst. Ik hoor mijn secretaresse Mirjam de voordeur dichtklappen en dat houdt in dat er binnen een kwartier koffie is. ■ ■-- <JQ03 ' Onder de douche geef ik, naar alle waarschijnlijkheid niet tot genoegen van de buren, een vertolking van het schone coers'lied dat ik ken vanuit mijn studententijd in Utrecht. Als toegift voeg ik er nog een vrije versie van André Hazes' "Een beetje verliefd" aan toe. De koffie, de appeltaart en de kranten staan, respectievelijk liggen, klaar. Alle kranten melden dat ik over een paar uur gekozen zal worden tot fractievoorzitter. Sommige ochtendbladen praten niet over fractievoorzitter, maar over politiek leider. Om de een of andere reden heb ik een

aversie tegen dat laatste woord. Mijn secretaresse vraagt of ik erg zenuwachtig ben. Tot mijn eigen verbazing is daar (nog) geen sprake van. Ik betrap mezelf erop dat ik wat loop te treuzelen, dat ik eigenlijk nog niet in mijn auto wil stappen. Nog even snel een telefoontje naar Linda met de vraag of zij vanavond mee teruggaat naar Bergen op Zoom. Dat is het geval. Om negen uur stap ik in mijn auto. Een goede vriend, die toch richting Den Haag moet. heeft aangeboden om te rijden. Ik heb graag van zijn aanbod gebruik gemaakt. De eerste tien minuten in de auto wil ik graag praten, daarna val ik stil. Pogingen om het gesprek op gang te brengen, benatwoord ik met stilzwijgen. Nog maar eens de kranten doorgenomen, ook dat lukt niet meer. Bepaal mijzelf verder tot het tellen van het aantal koeien tussen Bergen op Zoom en Den Haag. Om tien uur arriveren wij in een motel vlak bij Den Haag. Mijn vriend pakt een taxi en ik een kopje koffie. Dan begin ik aan de laatste vier kilometer naar het Binnenhof. Er is mij medegedeeld dat een filmploeg van Brandpunt klaar staat om mijn aankomst te ftftnen. Het vrouwelijk gedeelte van de VVD-staf hangt uit het raam om te kijken hoe ik het filmen onderga. De fractie is er aan gewend dat ik altijd tien minuten te laat binnenkom. Ik breek

deze traditie, door vijf minuten vóór de vergadering binnen te vallen. Iedereen lacht wat ongemakkelijk. Ik doe dapper mee. De kameragenda wordt gewoon afgehandeld. Hans Wiegel merkt op dat er nog een klein puntje op de fractie-agenda resteert: de keuze van een nieuwe fractievoorzitter. Hij deelt het resultaat mee van de peiling gisteren in Wolfheze. De partijvoorzitter en de voorzitter van de Eerste Kamerfractie geven de mening van

hoofdbestuur en onze senatoren. Theo Joekes neemt als oudste lid van de fractie het woord en stelt voor, mij bij acclamatie te kiezen tot fractievoorzitter. Het is doodstil. Dan wordt er geapplaudisseerd. De rillingen lopen over mijn rug. Voor Hans wordt het even te veel. Hij overhandigt mij de voorzittershamer: het circus kan losbarsten. Woensdag Vrijwel alles wat in journalistiek Nederland schrijft, filmt of radio maakt trekt aan mij voorbij. Onze voorlichters besluiten een rantsoen van tien minuten per bezoeker in te stellen en de wat langere

interviews naar het einde van de week te verschuiven. Als een mak schaap laat ik mij overal naar toe slepen. Ik kan nog steeds niet aan het idee wennen dat ik fractievoorzitter ben.

68 Brandpunt zal mij de hele dag blijven volgen en ook dat went snel. 's Ochtends overleg met partij- en fractiesecretariaat, mijn secretaresse Mirjam uit Bergen op Zoom en onze

"voorlichters. Voor de gemeenteraadscampagne neem ik alle spreekbeurten van Wiegel over. Al mijn zelf geplande spreekbeurten en andere afspraken moeten afgezegd worden. Ik spreek met onze ambtelijk secretaris en de voorlichters over hun taakverdeling en binnen een kwartier hebben wij volledige overeenstemming. Ans, de secretaresse van Hans en nu in Den Haag mijn steun en toeverlaat, vraag ik de oren van haar hoofd over de wijze waarop een aantal dingen

wordt geregeld. Tegen een paar buitenstaanders betitel ik Ans als de secretaresse van Hans en noem ook consequent de kamer van de fractievoorzitter, de kamer van Hans. Oude gewoontes leer je niet snel af. De inrichting van de kamer van Hans houd ik precies zoals hij is. Alleen een paar luie stoelen moeten voorzien worden van nieuwe veren. Ik durf nog niet goed in de stoel achter het bureau te gaan zitten. Ik vind dat een soort heiligschennis, 's Avonds eet ik met journalisten in een restaurant in Bergen op Zoom. Daarna even naar mijn ouders, voor wat filmopnames. Bij mij thuiswacht de gemeenteraadsfractie voor overleg over de komende campagne. Op de kandidatenlijst, die is al ingeleverd, sta ik nummer één. Daar kan niets meer aan veranderd worden. In de loop van woensdag heb ik mijn ontslagbrief voor de raad verstuurd en heb dat ook medegedeeld aan de Westbrabantse pers. De Bergse kiezers weten dus dat ik straks een nieuwe zetel in de raad'niet zal innemen. De volgende dag tonen de plaatselijke afdelingen van PvdA en CDA volkomen begrip voor de wat vreemde situatie. Alleen D'66 verklaart dat het kiezersbedrog is. Nou ja... Met de

gemeenteraadsfractie en de afdelingsvoorzitter stippelen wij een strategie uit. Een uur later, het loopt dan al tegen half twaalf, verschijnt de plaatselijke pers en wij geven in het kort de resultaten van het overleg weer. Ik bedank nog eens heel uitdrukkelijk het 'echtpaar Vlug; Alie Vlug acht jaar lang fractievoorzitter in de gemeenteraad, voordat ik haar opvolgde, Cees Vlug, twintig jaar lang afdelingsvoorzitter. Beiden hebben mij en andere jongeren in Bergen op Zoom de kans gegeven en "ons gestimuleerd om politieke bezig te zijn. Er komen steeds meer bekenden binnenvallen en om een uur 's nachts puilt de huiskamer uit. Na twee dagen wordt het mij plotseling te veel. Jammer genoeg is Linda in Den Haag. Ik voel mij opeens heel eenzaam.

Gelukkig heeft niemand iets in de gaten. Donderdag Om 10 uur voor de Avro een

tweegesprek met Maarten Schakel, een oud-parlementariër waar ik veel bewondering voor heb. Hij constateert terecht dat ik voor een geweldige klus ben gezet. Steekt mij een riem onder het hart. Ik haast mij van de radio-studio naar de Kamer, waar ik voor het eerst de BVD-commissie (bestaande uit de fractie-voorzitters van de vier grote partijen) bijwoon. Het is een overleg met Van Thijn over een paar vrij belangrijke punten. Het overleg kabbelt tot een uur door. Ik bestudeer op mijn gemak Lubbers, Meijer, Brinkhorst en Van Thijn. ledereen lijkt met zijn gedachten ergens anders te zitten. Ik kom voor de zoveelste keer tot de

conclusie dat Ed van Thijn een goeie vent is. Met deze socialist is het goed zaken doen. Lubbers zit naast mij. Kan mij heel goed voorstellen dat velen hem een mysticus vinden. Lijkt mij toch niet ongeschikt. De rest van de dag wordt in beslag genomen door wat langere interviews. . Vrijdag Nog steeds niet het besef dat ik fractievoorzitter ben. 's Ochtends een plezierig interview met Elsevier. Tegelijkerheid wordt een raadslid uit Bergen op Zoom begraven. Het lukt mij niet de kerkdienst bij te wonen. Ik vind dat ontzettend naar. Besef weer even hoe ingrijpend het politie-' ke bedrijf kan zijn voor je persoonlijk leven. 's Avonds eet ik met mijn zus en haar dochtertje in „de Bloemkool". Ik vraag bij de gebakken paling wat' extra lamsoren. Dat is een groente, die net zoals zeekralen, groeit op de bodem van de Westerschelde en die alleen maar geplukt kan worden bij eb. Voor zeekralen en lamsoren kan men mij dag en nacht wakker maken.

Bijles bij Gijs van Aardcnnc thuis. Aanwezig de hoogleraren Rietkerk, Koning, De Korte, Joekes en Van Aardenne en wetenschappelijk medewerker Robin Linschotcn. Gijs woont,in een fraai monumentaal huis aan de oude haven van Dordrecht. Aan de muren hangen antieke kaarten en prenten van Dordrecht en Rotterdam. Een op linnen geplakte schitterende oude plattegrond van Rotterdam trekt mijh aandacht. Ik mompel dat zo'n kostbaar oud bezit eingenlijk in een museum thuishoort. Theo Joekes vraagt of ik het over

69 hem heb. Als oudste lid van de fractie leidt hij de bijeenkomst. Ik verstoor de orde nog even door iets te vertellen oyer een droom die ik 's nachts heb gehad. Ik droomde dat ik zondag onverwachts in de Kamer wat vergeten papieren moest ophalen. Terwijl ik de gang inliep naar de kamer van Hans zie. ik opeens Dries van Agt wegschieten met het laatste meubelstuk van Hans op zijn rug. Tot mijn verbijstering blijkt Van Agt de hele kamer leeggehaald te hebben. Vertwijfeld vraag ik hem waar dat allemaal goed voor is. Met een ondoorgrondelijke glimlach kijkt hij mij aan, maar er komt geen woord over zijn lippen. Het gezelschap barst in lachen uit en begeeft zich vervolgens in speculaties over wat die droom wei kan betekenen. Theo grijpt de leiding en voor de rest van de dag houden wij ons bezig met serieuze zaken. Zondag 's Ochtends op bed op mijn gemak „Opzij" gelezen. Er staat een aardig verhaal van Renate Dorrestein in over het boek van Maarten 't Hart "De vrouw bestaat niet". Vorige week heb ik in Israël de eerste twintig pagina's gelezen. Ik besluit het vanavond verder uit -te lezen. Renate Dorrestein pakt het heel wat slimmer aan dan al die andere vrouwen die zich zo over het boek hebben opgewonden. Ik zou best graag eens

Staatssecretaris belast met Emancipatiezaken worden. De rest van de dag breng ik door met afwassen, de was doen en een beetje nadenken over wat ik dinsdag zal gaan zeggen bij het debat over de brief van de Minister-President over de Voorjaarsnota. Dinsdag De eerste echte fractievergadering. Ik heb de pest aan lange vergaderingen en doe mijn best om het kort te houden. Hans zit recht tegenover mij aan het andere eind van de tafel naast Theo Joekes. Van tijd tot tijd schieten wij in de lach. Ik vraag mij af wat Hans ervan vindt. Om 12 uur zijn wij klaar. Tussendoor nog even bellen met Jan Kamminga in Gro-i hingen, onze partijvoorzitter. Heb mij vast voorgenomen om veel met hem samen te doen, goeie vent. 's Middags, maiden-speech als fractievoorzitter. Iedereen is tevreden, ikzelf niet. Ik vind dat ik toch weer te snel praat. Ben een beetje boos op mezelf. Na afloop van het debat haast ik mij met Linda naar de Ridderzaal, waar Hans al begonnen is met zijn afscheidsreceptie. Ik kom binnen en voel de blikken op mij gericht. Gelukkig komt de staf van de fractie op mij af, ik voel mij weer een beetje beschermd. » Woensdag 28 april 1982 Langzamerhand wordt het

GERELATEERDE DOCUMENTEN