• No results found

Artikel 135 lid 1 sub f BTW-Richtlijn

In document De fiscale aspecten van de Bitcoin (pagina 33-41)

4. De bitcoin in de omzetbelasting

4.4 Financiële vrijstellingen in de BTW

4.4.3 Artikel 135 lid 1 sub f BTW-Richtlijn

De vrijstelling van artikel 135 lid 1 sub f van de BTW-richtlijn komt overeen met de vrijstelling in artikel 11 lid 1 sub i onder 2 van de Wet Omzetbelasting 1968. De vrijstelling betreft een

vrijstelling voor 'handelingen, bemiddel daaronder begrepen, uitgezonderd bewaring en beheer, inzake aandelen (…) en andere waardepapieren'. Artikel 11 van de Wet Omzetbelasting heeft het over 'effecten en andere waardepapieren'. Relevant voor deze vrijstelling is of de bitcoin

34 aangemerkt kan worden als effect of als 'ander waardepapier'.

Allereerst is de bitcoin niet als effect aan te wijzen indien wordt uitgegaan van dezelfde definitie als in de Wet Financieel Toezicht (Van de Berg, 2014). De Minister van Financiën heeft geoordeeld dat de bitcoin niet kwalificeert als financieel product of financiële dienst onder de Wet Financieel Toezicht (Kamerbrief Minister van Financiën, FM/2013/738U, 2013).

Op de tweede plaats is het van belang dat het begrip waardepapier verduidelijkt wordt, omdat dit begrip niet gedefinieerd is in de BTW-Richtlijn. Een waardepapier geeft de houder een eigendomsrecht of geeft de houder een vordering (van een goed of dienst) op de onderneming (BTW-Comité, 2014). Daarnaast heeft een waardepapier een nominale waarde en kan het

ingewisseld worden voor een goed of dienst. Dit laatste maakt dat er sprake is van een financiële transactie en dit kan verwezenlijkt worden met bitcoins (BTW-Comité, 2014). Echter, de bitcoin geeft de bezitter geen eigendomsrecht of vordering op een onderneming, omdat een onderneming niet verplicht is de bitcoin te accepteren. De bitcoin wordt economisch meer gezien als geld (Mocking & Straathof, 2013) en dat geeft de bezitter geen recht op een verplichte tegenprestatie van een onderneming (BTW-Comité, 2014).

Samenvattend kan de bitcoin niet vallen onder de financiële vrijstelling van artikel 135 lid 1 sub f van de BTW-Richtlijn. De bitcoin is niet aan te merken als effect en ook niet als

waardepapier omdat essentiële kenmerken verschillen.

4.5 Conclusie

In dit hoofdstuk is verschillende fiscale wetgeving uit de omzetbelasting aan bod gekomen en toegepast op handelsactiviteiten en mining-activiteiten met bitcoins. De subvraag die centraal stond in dit hoofdstuk was: Hoe wordt de bitcoin belast in de omzetbelasting? In paragraaf 4.2 werd bekeken wat een levering van bitcoins is voor de omzetbelasting en of bitcoins als

betaalmiddel zouden moeten worden aangemerkt voor de omzetbelasting. Paragraaf 4.3 ging in op het ondernemerschap met betrekking tot diverse activiteiten met de bitcoin en in de laatste paragraaf kwamen de financiële vrijstellingen uit artikel 135 van de BTW-Richtlijn aan bod.

Het leveren van bitcoins door een handelaar wordt gezien als het verrichten van een dienst volgens artikel 4 van de omzetbelasting. De levering van bitcoins kan niet gezien worden als levering van goederen, omdat bitcoins geen tastbare verschijningsvorm hebben (artikel 3 lid 7 OB 1968). Bitcoins zijn juridisch gezien geen geld, maar het zou onwenselijk zijn als zij niet als geld behandeld zouden worden in de omzetbelasting. Als bitcoins niet worden gezien als betaling in geld, dan kwalificeert betalen met bitcoins als betaling in goederen waardoor iedere consument

35 die regelmatig betalingen uitvoert met bitcoins als ondernemer wordt aangewezen voor de

omzetbelasting (Wolf 2014; Van de Berg, 2014).

Om als handelaar in bitcoins als ondernemer te kwalificeren, is het waarschijnlijk vereist dat de levering van de bitcoins onder bezwarende titel plaatsvindt, want waarschijnlijk is het arrest First National Bank of Chicago (Europees hof van Justitie, C-172/96, 1998) ook op virtuele valuta van toepassing. De prejudiciële vraag van de Zweedse rechtbank aan het Europees Hof van Justitie zal hierover duidelijkheid geven (Zaaknummer C-264/14, ingediend op 2 juni 2014). Indien het arrest van de First National Bank of Chicago van toepassing is, is de dienst die een handelaar in bitcoins verricht onderworpen aan omzetbelasting indien er een vergoeding bedongen wordt. Daarnaast is mining geen ondernemerschap omdat de directe link tussen de economische activiteit en de vergoeding onvoldoende aanwezig is (HMRC, 2014). Bovendien ontbreekt bij mining een rechtsverhouding (Wolf, 2014), omdat er geen consument is in het mining-proces.

Als laatste vallen handelsactiviteiten niet onder de financiële vrijstellingen van

artikel 135 van de BTW-Richtlijn (equivalent aan de financiële vrijstellingen in artikel 11 van de omzetbelasting). De levering van bitcoins valt niet onder artikel 135 lid 1 sub e BTW-Richtlijn, omdat bitcoins niet aangemerkt kunnen worden als wettig betaalmiddel (Van de Berg, 2014). Het is wel mogelijk dat de levering van bitcoins valt onder de vrijstelling van artikel 135 lid 1 sub d BTW-Richtlijn, omdat bitcoins mogelijk aan te wijzen zijn als handelspapier. Bitcoins zijn geen cheques (BTW-Comité). De Britse belastingdienst heeft bepaald dat bepaalde bitcoin-activiteiten vallen onder deze vrijstelling (HMRC, 2014). De laatste vrijstelling van artikel 135 lid 1 sub f BTW-Richtlijn is niet van toepassing op de handel in bitcoins, omdat bitcoins geen effect zijn (uitgaande van de definitie in de Wet Financieel Toezicht) en geen waardepapier zijn, omdat bitcoins geen eigendomsrecht zijn of vordering geeft op een onderneming (BTW-Comité).

36

5 Conclusie

Dit literatuuronderzoek ging in op de vraag: Wat zijn de fiscale aspecten van de bitcoin in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting? Door middel van drie deelvragen werd uiteengezet welke fiscale wetgeving van toepassing is op de bitcoin. Gedurende dit

onderzoek is gebruik gemaakt van wetenschappelijke artikelen, jurisprudentie, Kamerstukken, wetsartikelen en enkele andere internetbronnen.

Algemene en juridische aspecten van de bitcoin

In hoofdstuk 2 stond de volgende subvraag centraal: Wat is de bitcoin? In dit hoofdstuk werd ingegaan op virtuele valuta in het algemeen, op de bitcoin en op de juridische status van de bitcoin. Virtuele valuta zoals de bitcoin hebben een digitale waarde. De bitcoin heeft een decentraal en anoniem karakter, waardoor geen tussenkomst van een Centrale Bank of andere financiële instelling aanwezig is. Het technische achtergrond van de bitcoin is gebaseerd op cryptografie.

Volgens de economische theorie is de bitcoin aan te merken als een betaalmiddel, maar juridisch gezien is hier geen sprake van. Volgens de Minister van Financiën is de bitcoin geen elektronisch geld onder de Wet Financieel Toezicht. De Rechtbank Overijssel heeft bij een rechtszaak besloten dat de bitcoin geen giraal, chartaal of elektronisch geld is. Hoger beroep is ingediend, maar er is nog geen nog geen uitspraak.

Verschillende financiële instanties waarschuwen voor de risico's van de bitcoin. Zo zijn er risico's voor de betrouwbaarheid van het bitcoinsysteem, risico's voor gebruikers van bitcoins en risico's voor banken en de overheid.

Inkomstenbelasting

In het derde hoofdstuk werd onder andere ingegaan op de fiscale aspecten van de bitcoin met betrekking tot de inkomstenbelasting, waarin de volgende subvraag centraal stond: Hoe wordt de bitcoin belast in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting?

Loon uit dienstbetrekking genoten in bitcoins is loon in natura dat gewaardeerd wordt op waarde in het economisch verkeer. Winst uit onderneming verkregen uit het actief handelen in bitcoins is vermoedelijk belast in de inkomstenbelasting, maar daarbij is wel van belang of aan het vereiste ‘deelname aan het economisch verkeer’ wordt voldaan. Dit vereiste zorgt ervoor dat mining niet valt onder de bron winst uit onderneming, wegens het ontbreken van een connectie met de reële wereld. Deze drie inkomstenposten worden in Amerika allemaal wel in de

37 belastingheffing betrokken. Zij worden allemaal gezien als inkomen dat leidt tot een verhoging van de welvaart van de belastingplichtige, waardoor er voor de Amerikaanse belastingwetgeving een belastbaar feit optreedt.

Bitcoins zullen als liquide middelen op de balans staan, waarbij de kans bestaat dat ze als overtollige liquide middelen worden gezien, waardoor dit verplicht privévermogen van de ondernemer wordt. Daarnaast kunnen bitcoins ook als voorraad op de balans staan. Dit zal het geval zijn voor een handelaar in bitcoins waarin een aangehouden hoeveelheid als voorraad kwalificeert.

Het handelen in bitcoins kan vallen onder de bron resultaat uit overige werkzaamheden, maar dit zal doorgaans niet het geval zijn door een arrest van de Hoge Raad (nr. 06/04984, 2011). Omdat de handel in bitcoins een speculatief karakter heeft, waardoor enige uitgevoerde arbeid het resultaat niet beïnvloeden kan, zal het geen belastbaar feit voor de heffing van de

inkomstenbelasting opleveren.

Daarnaast wordt het bezit van bitcoins aangemerkt als vermogen voor de heffing van inkomstenbelasting in box 3. Dit wordt gewaardeerd naar de waarde in het economische verkeer op de peildatum van 1 januari van het aangiftejaar, waarbij de waardebepaling afhangt van de gekozen wisselkoers wegens het ontbreken van een officiële wisselkoers.

Vennootschapsbelasting

Tevens is in het derde hoofdstuk de vennootschapsbelasting aan bod gekomen en toegepast op de activiteiten met betrekking tot de bitcoin. Het volstorten van het aandelenkapitaal van een

onderneming in bitcoins is mogelijk, maar het risico bestaat dat de accountant dit niet zal goedkeuren. Het belastbare bedrag zal in euro's berekend moeten worden, want voor artikel 7 lid 5 vpb 1969 is vereist dat de vreemde valuta een wettig betaalmiddel is om het belastbare bedrag in een andere valuta te mogen berekenen.

De handelsactiviteiten van een BV zullen in de heffing van de vennootschapsbelasting worden betrokken, zelfs als deze handel geen doel van de onderneming is. Vanwege de fictie van artikel 2 lid 5 vpb 1969 wordt de BV geacht met zijn hele ondernemingsvermogen een

onderneming te drijven. Dit geldt niet voor stichtingen of verenigingen die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting.

De fiscale faciliteit van de innovatiebox kan van toepassing zijn op de winsten behaald met het actief handelen in bitcoins. Door het innovatieve aspect van de bitcoin kan deze activiteit binnen de reikwijdte van de innovatiebox-regeling vallen waardoor de winsten onderworpen zijn aan een verlaagd belastingtarief.

38

Omzetbelasting

Het laatste literatuurhoofdstuk ging in op de volgende subvraag: Hoe wordt de bitcoin belast in de omzetbelasting? Het leveren van bitcoins door een handelaar wordt voor de heffing van

omzetbelasting gezien als het verrichten ven een dienst. Een betaling met bitcoins kan als ruilhandel worden aangemerkt, waardoor een consument die regelmatig betaald met bitcoins als ondernemer gezien kan worden. Dit is wel een onwenselijke situatie, en beter zal zijn dat een betaling met bitcoins hetzelfde behandeld wordt als een betaling met een wettelijk betaalmiddel.

Over de vraag of een handelaar in bitcoins als ondernemer wordt aangewezen voor de omzetbelasting heeft de Zweedse Rechtbank een prejudiciële vraag gesteld aan het Europees Hof van Justitie die meer duidelijkheid moet verschaffen hierover. De Zweedse Rechtbank vermoed dat het arrest van de First National Bank of Chicago van toepassing is op virtuele valuta, waardoor het handelen in bitcoins alleen leidt tot ondernemerschap wanneer deze onder bezwarende titel plaatsvindt. Daarnaast valt minen buiten de reikwijdte van de omzetbelasting wegens het ontbreken van een rechtsverhouding en wegens het ontbreken van een directe connectie tussen de activiteit en de ontvangen vergoeding.

Handelsactiviteiten met bitcoins vallen buiten de reikwijdte van de vrijstellingen van artikel 135 lid 1 sub e en f van de BTW-Richtlijn. Handelen in bitcoins voldoet niet aan de genoemde vrijgestelde activiteiten of producten. Zo is een bitcoin geen wettig betaalmiddel, cheque, effect of waardepapier. Wel zou de bitcoin kunnen vallen onder de vrijstelling van artikel 135 lid 1 sub d van de BTW-Richtlijn, omdat bitcoins mogelijk als handelspapier kunnen

kwalificeren.

Afsluiting

Deze scriptie levert een overzicht van de fiscale behandeling van de bitcoin in de

inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting. De huidige wetgeving is niet ingesteld op de behandeling van de virtuele valuta. Voor de praktijk is het van belang dat de wetgever een richtlijn publiceert over de fiscale behandeling van de bitcoin om zo duidelijkheid en zekerheid te verschaffen aan de gebruikers van de bitcoin. Gebleken is dat de belastingheffing in bepaalde opzichten logisch verloopt en in andere opzichten iets minder. Een zeer ongewenste situatie voor bijvoorbeeld de omzetbelasting is als elke regelmatige betaler met bitcoins als ondernemer wordt aangemerkt. De actualiteit van de bitcoin is nog steeds hoog. Zo is er hoger beroep in behandeling over de vraag of de bitcoin juridisch gezien als geld kwalificeert en is er een prejudiciële vraag gesteld door de Zweedse Rechtbank aan het Europees Hof van Justitie over handelsactiviteiten met bitcoin in de omzetbelasting. Een duidelijke en stabiele regelgeving en jurisprudentie is voor alle gebruikers van de bitcoin een wenselijke situatie.

39

Bibliografie

Aardema, E. (1996). Het ijzeren-voorraadstelsel en de ruilgedachte. WFR 1996/833. A-G J. Kokott (2013). Conclusie in zaak Granton Advertising, nr. C-461/12

Autoriteit Financiële Markten (2013). Minister Dijsselbloem: virtuele valuta’s zoals Bitcoin vallen niet onder toezicht AFM en DNB.

Bal, A.M. (2014). Taxation of virtual currency.

Baukema, J. (2013). Bitcoin: een (ongereguleerd) betaalmiddel van de toekomst? Tijdschrift voor Financieel recht 2013/12.

Belastingdienst (2015a). Overige bezittingen.

Belastingdienst (2015b). Handboek loonheffing 2015.

Belastingdienst (2015c). Wie moeten er een btw-administratie bijhouden?

Belastingdienst (2015d). Welke bijzondere regels zijn er voor waardering van de voorraad? Besluit van de Staatssecretaris van Financiën (2008). Inkomstenbelasting. Resultaat uit overige

werkzaamheden. Nr. CPP2008/520M

Bierens, B. (2014). Tijdelijke waanzin of blijvende waarde. Ondernemingsrecht 2014/25. BitcoinIsGeld (2014). FAQ – antwoorden op veelvoorkomende vragen.

Brief van Minister Opstelten, Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, nr. 481832

Brief van de Minister van Financiën, Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, FM/2013/738 U

Brief van de Minister van Financiën, Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, FM/2013/1939 U, nr. 2013Z20665

BTW-Comité (2014). Question concerning the application of EU VAT provisions BTW-Richtlijn

Creemers, E.J. (2014). Virtuele valuta in de BTW. Verkregen van http://www.europesefiscalestudies.nl

De Morgen (2015, 3 april). Gent wordt eerste 'bitcoinstad' in België. De Morgen. De Nederlandsche Bank (2014a). Virtuele valuta's geen bruikbaar alternatief.

De Nederlandsche Bank (2014b). DNB waarschuwt banken en betaalinstellingen voor integriteitsrisico's bij virtuele valuta's.

40 European Banking Authority (2013). Warning on virtual currencies.

European Banking Authority (2014). EBA opinion on 'virtual currencies'. European Central Bank (2012). Virtual Currency Schemes.

European Central Bank (2015). Virtual Currency Schemes – a further analysis. Europees Hof van Justitie. Zaaknummer: C-16/93, Uitspraak op 3 maart 1994 Europees Hof van Justitie. Zaaknummer: C-172/96, Uitspraak op 14 juli 1998 Europees Hof van Justitie. Zaaknummer: C-455/05, Uitspraak op 19 april 2007 Europees Hof van Justitie. Zaaknummer: C-461/12, Uitspraak op 12 juni 2014 Europees Hof van Justitie. Zaaknummer: C-540/09, Uitspraak op 10 maart 2011

Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (2005). Verordening nr. 1889/2005 Europese Verordening van de Raad van de Europese Unie, 3 mei 1998, nr. 974/98

HM Revenue & Customs (2014). Policy paper: revenue and Customs Brief 9 (2014): Bitcoin and other cryptocurrencies.

Hoge Raad. Zaaknummer: 22738, Uitspraak op 08-05-1985. BNB 1985/230 Hoge Raad. Zaaknummer: 09/04984, Uitspraak op 09-09-2011

Högsta förvaltningsdomstolen (2014). Verzoek om een prejudiciële beslissing. Zaaknummer C-264/14, Ingediend op 2 juni 2014.

Internal Revenu Service (2014). Notice 2014-21. Virtual currency guidance

Krohne-Grimberghe & Sorge (2013). Practical aspects of the Bitcoin system.

Mocking, R., & Straathof, B. (2013). Bitcoin moet onder toezicht AFM en DNB gaan vallen. Verkregen van www.mejudice.nl

Munting, W.R., & Brassem, E.A. (2010). Is de innovatiebox volwassen geworden? WFR 2010/1482

Nakamoto, S. (2008). Bitcoin: a peer-to-peer electronic cash system. www.cryptovest.co.uk NOS (2014, 27 november). Betalen met bitcoins kan het beste in Arnhem. NOS.

Rechtbank Overijssel. Zaaknummer: C/08/140456 / HA ZA 13-255, Uitspraak op 14-05-2014 RTL Nieuws (2014, 7 maart). 'Bedenker' Bitcoin ontkent betrokkenheid. RTL Nieuws.

41 Schimmel & Verhoeven (2014). Rechtbank Overijssel: Bitcoin is geen geld.

Solon advocaten (2014). Kan het aandelenkapitaal van een NV of BV worden volgestort in Bitcoins?

Tuinte, G. H. J. (1988). Levende produktiemiddelen: voorraad of bedrijfsmiddel? WFR 1988/165 Van Dale Woordenboek (2015). Liquide middelen.

Van de Berg, R. (2014). Bitcoins, cryptovaluta's en BTW – tijd voor een ''peer-to-peer'' oplossing? WFR 2014/588.

Wet Financieel Toezicht Wet Inkomstenbelasting 2001 Wet Loonbelasting 1964 Wet Omzetbelasting 1968

Wet Vennootschapsbelasting 1969

Wolf, R. (2014). Bitcoin and EU VAT. International VAT Monitor sept/okt 2014 Zeegers, M. (2015). Bitcoin; juridische en fiscale aspecten in beeld. WFR 2015/329

In document De fiscale aspecten van de Bitcoin (pagina 33-41)