• No results found

Op basis van onder andere de ontstaansgeschiedenis van het landschap, de huidige bodemopbouw en bekende archeologische waarden kan voor gebieden een lage, middelhoge, hoge of zeer hoge archeologische verwachting worden bepaald, of, indien waarden zijn vastgesteld, een toekenning van een lage, hoge of zeer hoge archeologische waarde. Voor het onderzoeksgebied zijn de landelijke informatiebronnen en de gemeentelijke kennis- en beleidskaarten geraadpleegd.

3.2.1 Gemeentelijk archeologiebeleid

De gemeente Hardenberg heeft een eigen archeologiebeleid.5 Volgens de bijbehorende archeologische verwachtingskaart (afb. 3.4) ligt het plangebied binnen drie verschillende verwachtings- of waarderingszones, van laag naar hoog. Ter hoogte van de voormalige stroomgordel (of beekdalbodem volgens de geomorfologische kaart) ligt een zone met een middelmatige indicatieve waarde. Deze ligt binnen een groter gebied met een lage indicatieve waarde. Deelgebied Marshoogte ligt geheel binnen een lage indicatieve waarde. In het oostelijk deel van het deelgebied de Cirkel ligt een relatief kleine zone met een hoge archeologische indicatieve waarde.

De beleidskaart archeologie toont een iets ander beeld dan op basis van de verwachtingskaart (afb. 3.4) verwacht mag worden. De verwachtingszones zijn niet één-op-één overgenomen en voorzien van een bepaald beleidsregiem. De voormalige stroomgordel heeft op deze kaart wel eenzelfde begrenzing en een archeologische onderzoeksverplichting bij ruimtelijke ontwikkelingen met een oppervlakte vanaf 500 m2 en/of dieper dan 50 cm –mv. De onderhavige ruimtelijke ontwikkeling is dus archeologisch onderzoeksplichtig omdat het de gemeentelijke vrijstellingsgrenzen overschrijdt.

De rest van het deelgebied de Cirkel heeft klaarblijkelijk een lage verwachting - ondanks de dekzandruggen(!) - en daarom is binnen die zone geen archeologisch onderzoek noodzakelijk volgens de gemeentelijke beleidskaart archeologie. Er moet echter voor een grote ruimtelijke ontwikkeling gekeken worden naar het plangebied in zijn geheel en daartoe geldt het strengste beleidsregiem binnen de begrenzing van het plangebied, in ieder geval voor wat betreft de eerste fase van (bureau)onderzoek.

5 Te raadplegen op: https://www.hardenberg.nl/inwoners/bouwen-en-verbouwen/archeologie.html

Definitief, versie 0.1 Pagina 10 van 17 Op de verwachtingskaart (afb. 3.4) heeft deelgebied Marshoogte een lage indicatieve waarde, echter op de beleidskaart (afb. 3.5) heeft het zuidelijk deel daarvan eenzelfde beleidsregiem als de middelmatige indicatieve waarde van de voormalige stroomgordel.

Afb. 3.4 Verwachtingenkaart (bron: gemeente Hardenberg) Afb. 3.5 Beleidskaart (bron: gemeente Hardenberg)

De verwachtingenkaart (afb. 3.4) heeft als onderlegger voor het Bestemmingsplan (afb. 1.1) gediend waarbij de zones met een middelmatige en hoge indicatieve waarde een dubbelbestemming archeologie of waarde (archeologie) hebben gekregen.

3.2.2 Bekende archeologische gegevens De gemeente Hardenberg heeft ook een kaart ter beschikking waarop monumenten en vindplaatsen staan aangegeven. Afbeelding 3.6 is hiervan een uitsnede ter hoogte van het plangebied (rode sterren). Navolgend de bijbehorende beschrijvingen, uit voor-genoemde bron, van de terreinen.

Ten noorden van het plangebied staat een groot monument van hoge archeologische waarde aangegeven waar bewoning (inclusief verdediging) in de Late Middeleeuwen heeft plaatsgevonden (nr. 13324 toponiem: Eugen-boersdijk). Binnen het terrein, met een deel van een escomplex, bevinden zich sporen van Laat Middeleeuwse bewoning uit de 11e en 12e eeuw.

Er werd eerder een steilwandige kuil (diameter 1 meter, diepte 0.8 meter) vastgesteld met daarin kogelpotaardewerk, Pingsdorf-aardewerk, huttenleem, houtskool en brokken ijzeroer.

Afb. 3.6 Uitsnede kaart monumenten en vindplaatsen (bron: gemeente Hardenberg)

Aan de Hofsteeweg ligt ook een terrein van hoge archeologische waarde (nr. 13323 toponiem Hofsteeweg – betreft een zgn. moated site). Het betreft een terrein met daarin de restanten van havezate 'De Hofstede'. Het goed op 't Holt wordt voor het eerst genoemd in 1383. Het wordt pas in 1659 als havezate erkend. Na 1680 weer afgedaald tot de staat van eenvoudige boerenhoeve. In 1885 werd het huis verkocht, waarna de oude hoeve werd afgebroken en er een nieuwe boerderij werd gebouwd. Nu bekend onder de naam 'Ydenhoeve'. In 1947 zijn de landerijen opnieuw verkaveld.

Langs de Vecht, even ten oosten van het plangebied, ligt een huisterp of huiswierde (woonheuvel) die bekend staat als het Jodenbergje. Het betreft een monument van hoge archeologische waarde waar bewoningsporen voorkomen vanaf de periode van de Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd. Deze heuvel staat aangegeven op oude

Definitief, versie 0.1 Pagina 11 van 17 kaarten uit circa 1783. Er staan twee heuvels aangemerkt, wellicht de plaats van de oude burcht van Johan Hundeborch, de huisplaats en de voorburcht. Of de heuvel heeft gediend als schuilplaats of als uitkijkpost. De Vecht had toen nog geen dijken. Volgens overlevering zou er in 1379 een kapel op gebouwd zijn. Vanaf 1760 is de heuvel in gebruik als Joodse begraafplaats. Er is tijdens een veldinspectie geconstateerd dat de heuvel in een dal ligt met vlakke en strakke percelen. Er is geen betredingstoestemming verkregen voor booronderzoek.

Volgens een mondelinge mededeling is het gebied in de jaren 1930 en 1940 verkaveld. Daarbij is een aantal bulten geëgaliseerd, mogelijk de voorburcht. In de jaren 1970 is het gebied rondom tot een diepte van 1.5 meter omgezet. Dit betekent dat mogelijk nog maar een klein deel van eventuele grachten aanwezig is.

3.2.3 Landelijk informatiesysteem Archis3

Aangezien de gegevens uit archis3 vanwege een digitale systeemwijziging bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed niet volledig beschikbaar zijn, is het niet altijd mogelijk geweest om nadere gegevens van de betreffende registraties te achterhalen.

Onderstaande afbeelding 3.7 betreft een uitsnede van de informatiekaart van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Daarop staan onderzoeksmeldingen aangegeven (gele polygonen) en waarnemingen of vondstmeldingen (stippen).

Nabij het deelgebied de Cirkel zijn in twee kleine zones booronderzoeken uitgevoerd. In de nabijheid van het onderzoeksgebied zijn vondsten gedaan van losse prehistorische bijlen uit de Bronstijd, aardewerk uit de periode Romeinse Tijd – Vroege Middeleeuwen, opgehoogde gronden (es/enk) maar ook terreinen met grondsporen, resten houtskool, huttenleem en laatmiddeleeuws aardewerk.6 Er liggen geen waarnemingen binnen het plangebied zelf volgens het landelijke informatiesysteem archis3.

Afb. 3.7 Waarnemingen en onderzoeksmeldingen (bron: Archis3).

3.2.4 Cultuurhistorische en historisch-geografische elementen

Van het onderzoeksgebied zijn diverse oude kaarten beschikbaar.7 Een uit het oog springende kaart staat hierna afgebeeld (afbeelding 3.8). Dit betreft een kaart die de situatie weergeeft van het gebied in de eerste kwart van de 20e eeuw. Het deelgebied Marshoogte ligt dan nog binnen de nog nauwelijks ontgonnen moeraslanden van De Plagge Mars. Midden jaren 1930 zijn deze gronden allemaal omgezet in grasland.

Ter hoogte van deelgebied de Cirkel ligt begin 20e eeuw nog een breder water dat bekend staat als de Collendoorner Kolken. De naam (kolk), maar ook de ligging langs een dijkbocht en in mindere mate de vorm, lijken te wijzen op een eertijdse dijkdoorbraak. Het water is echter vermoedelijk een restant (restgeul) van een oude bedding van de Vecht. Bij raadpleging van een oude kaart die de situatie weergeeft van de periode van de eerste helft van de 19e eeuw lijkt dit water even ten noorden van het plangebied te ontspringen ter hoogte van het buurtschap Engeland. Op latere kaarten sluit dit water bovenstrooms wel aan op de Vecht. Indien dit water inderdaad in het gebied ontspringt (ontsprong) dan verklaart dat mogelijk ook het ontbreken van rivierklei langs de stroomgordel (zie eerder).

Halverwege de jaren 1950 wordt de waterhuishouding in het gebied aangepast. De voorheen kronkelende Collendoorner Kolken en aansluitende watergangen worden gekanaliseerd tot de Molengoot of deels gedempt en er wordt een wetering in het gebied van De Plagge Mars / Marshoogte aangelegd. Pas in de 21e eeuw gaat het gebied deel uitmaken van de woongebieden en bebouwde kom van Hardenberg.

6 OMG: 42911 / 57144 / 19412 Wng: 12665 / 13819 / 22446 / 40629 / 56215 / 441130.

7 Bijvoorbeeld te raadplegen via: www.topotijdreis.nl of de beeldbank van de RCE.

Definitief, versie 0.1 Pagina 12 van 17 Afbeelding 3.8 Uitsnede historische kaart van de situatie in het eerste kwart van de 20e eeuw (bron:topotijdreis.nl).

De plangebieden staan globaal weergegeven.

GERELATEERDE DOCUMENTEN