• No results found

8. APPENDIX

8.4. Appendix 4: Overview Quotes

Als u de tijd die u besteedt aan uw organisatie op 100% stelt, hoeveel procent van uw tijd besteed u dan ongeveer aan deze drie rollen (het gaat om uw inschatting) en hoe zou u deze verdeling het liefste zien?

- Toezichthouden schat ik ongeveer op 70% en advies op 20%. Het overige naar werkgever. Gewenst was een betere taakverdeling dat evenredig verdeelt was. Dat verdient het ook. Dat verdient het ook. In principe wordt het zwaartepunt al snel gelegd op het toezichthouden, misschien heeft dat ook te maken met Good Governance, namelijk dat je zo veel mogelijk informatie wilt hebben en lezen om zo de Good Governance te kunnen beoordelen. Maar ik vond dat je de bestuurders ook van een advies mag voorzien. Werkgeverschap vond ik ook een belangrijk onderdeel. Niet alleen naar de bestuurders toe, maar ook naar de organisatie. R10

Stelling 10 (Nieuwe) bestuurders moeten duidelijk een lange termijn visie hebben op de organisatie en

de maatschappij.

- En daarbinnen moeten ze heel flexibel zijn om daar ook weer van af te kunnen wijken. Want je moet die stip op de horizon hebben, en dat is er eentje, met al die goals die jullie ook nemen, want dat is wel de leidraad, maar ik vind ook dat deze tijd zich heel erg tekent door flexibel, creatief te kunnen zijn en zonder dat je koers verliest je wel kan meanderen zal ik maar zeggen. Dus het antwoord is wel ja, het is eens dat ze die moeten hebben. R16

Stelling 12 Wij zoeken in nieuwe toezichthouders iemand die een afwijkende visie heeft ten opzichte

van de zittende toezichthouders.

- Ja, wij willen diversiteit in de club. Dus niet allemaal dezelfde mensen die zeggen we zijn het heel snel met elkaar eens. Nee er moet goed discussie worden gevoerd. R13

Stelling 38 Ik ben intrinsiek gemotiveerd om duurzamer te leven.

- Wel gemotiveerd. Maar die motivatie komt er niet altijd in gedrag uit. The proof of the pudding is in the eating. Dus ik zeg ik ben gemotiveerd maar het kost nog even tijd. Dus ik zou zeggen een 3. R29

Stelling 39 Als raad van toezicht zien wij er op toe, dat het bestuur een adequate omgevingsanalyse

maakt waarbij de ecologische impact door en op de organisatie in kaart wordt gebracht.

- Maar het is wel zo dat we bijvoorbeeld wel bezig zijn met gebouwen, dat die duurzamer zijn. We huren vooral gebouwen, we hebben niets in eigendom, maar daar wordt dan alsnog wel op gelet. Met het hele autopark is bezig om elektrisch te worden, nou weet ik niet of dat nou

65 direct zoveel zoden aan de dijk zet. Dus ook met de aanfloepende lichten enzo, dat doen we allemaal wel. Er wordt wel meer met eHealth gewerkt, zodat mensen ook minder hoeven te reizen. Covid geeft daar natuurlijk een extra impuls aan. Nou ja, dat soort dingen gebeuren dus wel, maar dat is wel mondjesmaat. Eigenlijk een beetje het laaghangende fruit zeg maar he. Dus de heel erg voordehandliggende dingen gebeuren wel, maar ik weet niet of de gebouwen schoongemaakt worden met alleen maar ecologische schoonmaakmiddelen. Dat denk ik eerlijk gezegd niet. Dat weet ik gewoon niet, want zo prominent is het geen onderwerp. Dan zou je ook moeten gaan meten, wat is je voetafdruk per persoon per jaar binnen je organisatie en dat gebeurt natuurlijk helemaal niet. En ik denk ook dat bij het kerstpakket daar helemaal niet naar wordt gekeken. Dat zijn allemaal dingen die wel zouden kunnen. R6

Stelling 42 Als toezichthouder zie ik erop toe dat de organisatie gericht beleid formuleert en acties

onderneemt om haar eigen CO2 footprint te verkleinen. - Dat doen wij niet. Niet bewust in ieder geval. R6

- Hmm, zie ik daar nu echt op toe? Nee, niet zo expliciet. Dus dat is een oneens, niet op die manier. Hoewel, wel weer die elektrische auto, dat dan weer wel. Zet hem maar op neutraal. Het kan meer, maar het is niet helemaal nee. R16

- Wij nemen er kennis van, van initiatieven die soms plaatsvinden, maar het is niet dat dat actief gemonitord wordt met bepaalde doelstellingen of iets dergelijks. R19

- We hebben er wel aandacht voor en er wordt ook op ingezet, maar we hebben het niet gekwantificeerd. We hebben bijvoorbeeld geen doelstelling over ‘5 jaar zijn we als gehele organisatie CO2 neutraal’. Dus vandaar neutraal. We hebben er aandacht voor, maar dit is niet voldoende omgezet in acties of doelen. R21

- Nee dat doen we niet. Dat streven we wel na, doordat we zeggen van wat we willen. Zuinig in de keuken hebben we dingen gedaan, we hebben in de bouw dingen gedaan, de verwarming van gebouwen kijken we naar dit soort zaken. Maar dat is meer dat de organisatie dat doet, dat vanuit het management team dat gedaan wordt. De directeur stuurt aan, en wij horen daarvan. En stel je voor dat ze dat nou allemaal niet zouden doen, dan zouden we vast wat ervan hebben gezegd. In principe ben ik het er wel mee eens, maar we doen het niet zelf actief. R22

- Dat deden we niet expliciet. Dat staat los van of het misschien beter zou zijn, maar we deden het niet. R30

Stelling 43 Als toezichthouder zie ik erop toe dat de organisatie gericht beleid formuleert en acties

66 - Ik denk dat we dat al helemaal niet doen. Ook een 2, want weet je als het zo uitkomt dan denken mensen er heus wel overna. Maar dat is niet hetzelfde dan dat je daar gericht beleid op voert, en dat het je doelstelling is om dat gericht te verkleinen. Nou en het is een branche dat mensen daar nou niet direct aan denken, en dat snap ik ook wel, maar dat zou natuurlijk best wel kunnen. Je zou best in je facilitaire beleid daar veel meer mee kunnen doen. Iets met bekertjes enzo. En ik weet ook niet, het zou misschien ook best kunnen dat er over na wordt gedacht, maar daar wordt met de raad van toezicht en de raad van bestuur is het nauwelijks een gespreksonderwerp. Behalve dan dat het wagenpark elektrisch wordt. En nieuwe gebouwen die gehuurd worden dat daar dan wel gekeken wordt naar duurzaamheid en energieverbruik en allemaal dat soort dingen. R6

- Is minder van toepassing. We doen het natuurlijk wel als wij inkopen. Want je vraagt van doen we dat bewust. En dat doen we bewust want we zorgen ervoor dat we inkopen bij partijen waar bijvoorbeeld de luiers van afbreekbaar zijn, zodat het niet leidt tot extra vervuiling want dat moet dan worden verbrand of weet ik veel wat. Datzelfde geldt ook voor voeding. R13 - Dan zit ik even te denken van wat voor soort van derde partijen hebben wij. We hebben niet

zo verschrikkelijk veel derde partijen. Een laboratorium wat je testen doet, maar je kiest dan meer op veiligheid en kwaliteit van de testen dan dat je per se op de CO2 footprint gaat zitten. Er zit in de afweging een prioriteit waarin dit niet op de hoogste prioriteit staat. En zelfs niet eens expliciet op het lijstje staat. Maar je zet me ook wel weer aan het denken, dat is ook weer leuk van dit interview. Want het is eigenlijk nooit als we iets uitschrijven en we zeggen wat zijn de criteria voor de offrerende partijen.. Ik ga het eens navragen in mijn raad! Of dat überhaupt een criterium is. En dan kan ik me voorstellen dat je het niet op de eerste plaats zet want de kwaliteit en veiligheid zijn natuurlijk hoger in de eisen. Maar nee ik weet het niet, expliciet op toezien dat is oneens, maar ik ga het wel navragen ja. R16

- Dat mag sterker. Wij hebben tot nu toe wat minder nadrukkelijk benoemd dat men ook bij het inhuren van leveranciers en aannemers, dat men daar ook de C02 footprint en die sustainability goals moet hanteren. Ik weet wel dat het gebeurd, maar daar zitten we niet zo nadrukkelijk op. R17

- Het is gewoon geen agendapunt. R18

- Dit is voor zover ik weet niet omschreven in onze aanbestedingsprocedures. R21

- We hebben bij de bouw er wel rekening mee gehouden met degene die het heeft aangenomen, en die het doet. Maar het is meer iets waarvan we hebben gezegd ‘oh, het is fijn dat ze dat ook doen.’. We hebben natuurlijk ook wat op de prijs gelet. R22

67

Stelling 44 Als toezichthouder zie ik erop toe dat de organisatie gericht beleid formuleert en acties

onderneemt om te investeren in niet-fossiele energiebronnen.

- Dat doen we dus wel met dat elektrische autopark. Maar voor de rest is dat eigenlijk het enige. Dus dat vind ik toch best wel mager. Wij zijn daar als raad van toezicht ook echt niet mee bezig. Dat staat niet hoog op de agenda, of dat staat eigenlijk helemaal niet op de agenda. R6 - Ik nog geen zonnepaneel op een school gezien. Bijvoorbeeld. R7

- Uhm ja dat doen we wel. Dat heeft met name te maken met waar wij onze energie kunnen halen uit bijvoorbeeld zonnepanelen. Omdat we natuurlijk veel locaties hebben. En locaties waar op het dak zonnepanelen kunnen, dan is dat wel een hele bewuste keuze om dat wel of om dat niet te doen. Dus daar zijn we bezig, daar hebben we aandacht voor. Doe maar een 4, want het kan altijd nog beter. R13

- Ja, al die zonnepanelen die op het dak zitten, dus ja 5. R31 - Oneens, dat hebben we in ieder geval niet bij de hand gehad. R35

Stelling 45 Als toezichthouder attendeer ik het bestuur op het bestaan van subsidies die verduurzaming

van de organisatie stimuleren.

- Dat hangt er vanaf hoe je dat.. We vragen wel: “weet je of er subsidies zijn om dit te doen?”, maar veel verder dat gaat het niet. Dat is dus niet zozeer adviseren als wel vragen. We vragen het wel. Maar onze kennis is daarin zelf ook ontoereikend. R32

Stelling 46 Als toezichthouder zie ik erop toe dat de organisatie gericht beleid formuleert en acties

onderneemt om de hoeveelheid afval te reduceren.

- Ik heb daar geen inzage in. Maar dat heeft ook weer te maken met hoe wij onze informatie primair krijgen, dat is toch wel wat het bestuur ons toevertrouwd, en dat zijn meestal toch cijfertjes op papier. Dus doe maar een 3. R7

- Ook niet expliciet, maar als voorbeeld (hij laat zijn iPad zien) we werken met een systeem dat heet ibabs, dus alle stukken lees ik op mijn iPad. Ik druk geen dingen meer af behalve dat ik nu een agenda naast me heb liggen, om de voortgang van de vergadering te bewaken en soms wat dingen op te noteren. Maar voor de rest print ik zo weinig mogelijk. En de andere toezichthouders dus ook. Er wordt ook geen post meer verzonden met enorme enveloppen met weet ik hoeveel papier erin. R15

- We zijn daar niet actief in. We vragen dat niet na. Mijn bestuur kennende denk ik dat dat zeker aandachtspunt van hen is, maar het is niet iets wat wij navragen en meenemen. Dus wij zien daar niet op toe. R16

68 - Nee, daar heb ik nog nooit nadruk op gelegd. Het gebeurt wel, het zit ook heel erg in de genen

van de organisatie, maar we hebben daardoor daar zelf ook nooit nadruk op gelegd. R17

Stelling 47 Als toezichthouder zie ik erop toe dat de organisatie – indien van toepassing – expliciet

beleid heeft op het gebruik van water. - Echt nooít naar gevraagd. R1

- Ik weet dat het relatief recentelijk weer eens op de agenda stond. Met douchen tijdens sport. Nou, als je het over een Covid gerelateerd iets hebt dan heb je het over gym, en mag je dan wel of niet douchen. En daar kwam ook ter sprake van moeten we daar sowieso niet eens naar kijken, kinderen als ze buitenspelen op een schoolplein dan zweten ze daar meer van dan tijdens een gymles. Maar daar moeten ze verplicht douchen en na het buitenspelen niet. Dus moet je dat dan nog wel doen, ook wetende dat je daar dan wellicht een besparing mee kan doorvoeren. Maar dat wordt dan direct weer vertaald in: ‘Oja, dat bespaart ons dan weer zoveel.’ Dus het wordt niet direct gezien als milieugerelateerd, maar die bankrekening wordt daar beter van. R7

- Daar doen we helemaal niks aan. R10

- Dat weet ik eigenlijk niet. Dat zou ik niet weten. Want er wordt natuurlijk veel water gebruikt. Nee dat antwoord moet ik je schuldig blijven, dat weet ik zo niet. Hij is wel van toepassing maar ik weet het gewoon niet, dus doe maar neutraal. R13

- Wij hebben wel gezegd dat die wasserij die moet natuurlijk wel aan die normen voldoen dat dat maximaal benut wordt. En dat er niet teveel verspilling plaats gaat vinden, en dat is gedaan. Maar dat hebben zij al eerder gedaan dan dat wij dat hebben bedacht. R22

- Ik heb echt geen idee of ze alle tuintjes van de kinderen allemaal drie keer per week sproeien in de zomer. Echt geen idee. R32

Stelling 48 Als toezichthouder vind ik het mijn taak om duurzaamheidsvraagstukken op de agenda te

zetten tijdens vergaderingen met het bestuur.

- Dat zouden we best, en ik ga dat ook in een van de volgende vergaderingen wel een keer doen, want moeten we daar nog eens extra aandacht aan besteden. Op dit moment is dat niet op zo’n manier onderwerp bij ons. Dus dat is oneens. Maar als je zegt vind ik het mijn taak, ik begin het nu wel meer mijn taak te vinden. In het vervolg is het dus misschien wel mijn taak. Dus als je zegt vind ik het mijn taak, dan is het nu denk ik een neutrale positie. R16

- Ik vind duurzaamheid wel een belangrijk thema, maar ik denk dat het bij ons nog een beetje op de achtergrond is. Wij bespreken het wel, naar aanleiding van, bijvoorbeeld als we het over huisvestiging hebben, of bijvoorbeeld besteding van kopieermachines en dat soort zaken. Als

69 het gelieerd is aan het onderwerp dat ter tafel komt, dan wordt het zeker besproken, maar niet als thema an sich, en in die zin denk ik dat het misschien niet als hoofdthema besproken wordt. Dat het nog niet de prioriteit heeft. R20

- Eens, ik doe het nog te beperkt, maar ik ben het er wel mee eens. R23

- Maar als onderdeel van hè. Niet om te scoren of wat dan ook, of ‘moet je mij eens kijken, ik ben van de duurzaamheid’ ofzo. Nee, gewoon als integraal onderdeel van. R30

Stelling 49 Mijn raad van toezicht adviseert het bestuur ten aanzien van het verankeren van

duurzaamheidsvraagstukken in beleid en uitvoering.

- Want ik ben het er wel mee eens, maar we doen het niet. R16

Stelling 50 Als toezichthouder zie ik er op toe dat de organisatie haar medewerkers stimuleert om

expliciet aandacht te besteden aan duurzaamheid.

- Heel veel van deze dingen gebeuren impliciet, maar zijn niet expliciet. Dus ik zit de hele tijd heel erg te twijfelen: ik kan wel zeggen dat ik het doe, maar het ligt nergens vast, dus eigenlijk is het niet zo. Dus we hebben nog wat te doen. R3

- Nee, wij kijken niet naar het stimuleren van de medewerkers, wij kijken wel naar het stimuleren van duurzaamheid, maar niet specifiek naar medewerkers toe, maar meer in algemeen beleid. Dus zo specifiek ben ik neutraal met de toelichting erbij. R22

Stelling 57 Als toezichthouder zie ik er op toe dat de organisatie daar waar mogelijk de samenwerking

zoekt met organisaties om de duurzaamheid van de dienstverlening te bevorderen.

- Niet expliciet nee. Dat is ook niet in de inkoopcriteria, weet ik ook helemaal niet of dat in het lijstje staat en als het er in staat op welke plaats in de prioriteit. R16

- Ik denk dat dat iets te ver gaat. R19

- Daar hebben wij niet zoveel aandacht voor. R21

- Nou ik denk oneens, want wij doen dat nog niet, gericht op de duurzaamheid. R23

Stelling 58 Als raad van toezicht zien wij er op toe dat de organisatie in haar verdere ontwikkeling zo

veel mogelijk de samenwerking zoekt met partijen in het werkveld.

- Er is een landelijk, in Nederland, samenwerkingsproject over zorg. Dat heet ‘Samenwerken in de wijk’. Daarnaast is er nog eentje dat heet ‘De juiste zorg op de juiste plek’, dus dat is de discussie van tussen 0 eerste lijn en tweede lijn, nouja, wie waar welke zorg zo goed en zo efficiënt mogelijk gericht. Dus ja die hele keten grijpt in elkaar met alle mensen die op wat voor manier ook actief zijn rondom andere mensen. Op het gebied van zorg dan natuurlijk. R15

70 Als u de tijd die u besteedt aan uw organisatie op 100% stelt, hoeveel procent van uw tijd besteed u dan op dit moment ongeveer aan de drie aspecten (sociologisch, ecologische en economisch) en hoe zou u deze verdeling het liefste zien over 3 tot 5 jaar?

- Dat vind ik heel lastig. Ze zijn alle drie belangrijk. Waarbij ik denk dat op dit moment, kijk als je het hebt over de sociologische kant, dan gaat het over, we hebben kindcentra die middenin de maatschappij staan. Met leerlingen en kinderen en ouders uit alle lagen van de bevolking. Ook wel met de uitdagingen die we ook wel in een gebied als Drenthe ook wel, waar we ons voor geplaatst weten. Dus is dat heel erg belangrijk zeg maar, die sociologische kant. Tegelijkertijd heb je ook, en dat heeft ook wel te maken met de sociologische, de economische kant van het verhaal. Voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten, mensen voor de klas. Dat wordt spannend zeg maar de komende jaren. Maar ook dingen als krimpgebieden. Die term ken je waarschijnlijk ook. Daar weten we ons ook voor geplaatst en dat gaat ook iets doen met de manier waarop we ons georganiseerd hebben. Ook de samenwerking met andere aanbieders. Dus die dingen die gaan sowieso op de agenda blijven. En dan is het misschien wel een beetje zo dat dat ecologische deel dat daar misschien een beetje extra voor gestreden moet worden, om aandacht te krijgen. Op dit moment is dat niet 1/3, 1/3, 1/3e. bij lange na niet zelfs. De eerste twee thema’s (hij bedoelt sociologisch en economisch) komen regelmatig terug, en het andere af en toe eens. Je triggert mij wel met alle vragen die je stelde. Zo van goh misschien moeten we daar nog eens iets mee. Dus als het nu misschien 5% is en over 5 jaar zou het 15% zijn, dan zou dat al winst zijn denk ik. Tegelijkertijd is het wel zo dat onze focus wel is, ook in onze beleidsstukken, de ontwikkeling van een kind centraal. Om ook tussen