• No results found

Onderstaande vragenlijst dient door de codeur te worden ingevuld. Lees eerst het gehele nieuwsartikel door alvorens de vragen te beantwoorden. Dit is belangrijk om zo de context van een zin vast te kunnen stellen. Wanneer er onduidelijkheid is over de vraag of de antwoordcategorieën is het verstandig contact op te nemen met de andere codeurs om zo systematische fouten te voorkomen.

Zowel de registratie-eenheid als de context-eenheid is het hele nieuwsartikel. Aanwezigheid van een frame kan slechts nauwkeurig worden vastgesteld wanneer het hele artikel wordt gelezen en beoordeeld

“To frame is to select some aspects of a perceived reality and make them more salient in a communicating text, in such a way as to promote a particular problem definition, causal interpretation, moral evaluation, and/or treatment recommendation for the item described.”

(Entman, 1993, p. 52)

Algemene variabelen

Q1: Artikelnummer

_______

Artikelnummer toegekend op basis van chronologie Lexis Nexis

Q2: De kop van het artikel

_______

Wanneer het artikel een titel en ondertitel heeft, geef dan de titel; ondertitel aan.

Q3: Relevantie nieuwsbericht

Is het artikel relevant voor één van de onderzoeken?

De relevantie van het artikel voor de verschillende onderzoeken kan worden vastgesteld aan de hand van de volgende kenmerken: staan aspecten van de crisis centraal in het artikel en wordt de organisatie hierbij genoemd? De artikelen zijn relevant wanneer deze betrekking hebben op:

De Libor-fraude bij de Rabobank

De kernramp bij kerncentrale Fukushima De terugroepactie bij Toyota

De FIFA

Livestrong of Lance Armstrong

0 = nee, 1 = ja

Q4: Onderwerp nieuwsbericht

Welk onderwerp staat centraal in het nieuwsbericht? 1 = Libor-fraude bij de Rabobank

2 = Kernramp bij kerncentrale Fukushima 3 = Terugroepactie Toyota

4 = Terugroepactie Volkswagen 5 = FIFA

6 = Livestrong of Lance Armstrong

Q5: Datum bericht

_______

Datum in cijfers: DD/MM/JJJJ (vb: 10/03/2016)

Q6: Omvang bericht

_______

Aantal woorden van het artikel in cijfers, zoals vermeld in Lexis Nexis

Q7: Medium

Naam van het medium (krant/website)

1 = De Telegraaf 2 = Algemeen dagblad 3 = NRC Handelsblad 4 = de Volkskrant 5 = Telegraaf.nl 6 = Volkskrant.nl 7 = Nu.nl 8 = NOS.nl Q8: Naam codeur 1 = Nadine 2 = Jona 3 = Kasper 4 = Sofia

5 = Roos

Aanwezigheid conflict-frame

Dit frame benadrukt het conflict tussen individuen, groepen of instellingen met als doel het wekken van de interesse van het publiek (Semetko & Valkenburg, 2000, p.95).

Q9: Weerspiegelt het verhaal een onenigheid tussen individuen, groepen of partijen?

0 = nee, 1 = ja

Q10: Geven de partijen/individuen/groepen/landen in het artikel elkaar de schuld?

Hierbij is het niet noodzakelijk dat beide partijen schuldig worden geacht, indicatie dat één van beide partijen schuld heeft is voldoende.

0 = nee, 1 = ja

Q11: Verwijst het artikel naar meerdere kanten van het onderwerp of probleem?

Dit kan zijn: vanuit de organisatie en de kant van de consument, vanuit de organisatie en een andere betroken organisatie, vanuit verschillende consumenten die de crisis anders ervaren, etc.

0 = nee, 1 = ja

Q12: Spreekt het artikel over winnaars of verliezers?

Winnaars of verliezers kunnen worden gedefinieerd als partijen die ofwel voordelen, ofwel nadelen ondervinden ten gevolge van de gebeurtenis/crisis.

Bij deze crises zullen dit mogelijk de gedupeerde consumenten zijn, de organisatie zelf (imago schade) of andere stakeholders.

Let op: financiële verliezen behoren niet tot het conflict-frame, deze verliezen worden onder gebracht bij het economische frame!

0 = nee, 1 = ja

Q52: Wordt er in het artikel benoemd dat de verschillende partijen het liefst een andere manier van aanpak zien om het probleem/issue op te lossen?

0 = nee, 1 = ja

Aanwezigheid human-interest-frame

Dit frame geeft een menselijk gezicht of een emotioneel gezichtspunt aan de presentatie van een gebeurtenis, issue of probleem (Semetko & Valkenburg, 2000, p.95).

Q13: Geeft het artikel een menselijk voorbeeld of een menselijk gezicht aan het issue?

Een persoon wordt in verband gebracht met het issue.

Hierbij kan er gelet worden op quotes, mensen die aan het woord komen, specifieke situaties van individuen etc.

Vb: consumenten met een auto die teruggeroepen is, een persoon van de organisatie die vertelt over de crisis etc.

0 = nee, 1 = ja

Q14: Wordt er in het artikel gebruik gemaakt van persoonskenmerken die gevoelens van woede, sympathie en/of medeleven kunnen oproepen bij de lezer?

Bijvoorbeeld: Bijvoeglijke naamwoorden die betrekking hebben op de actoren.

0 = nee, 1 = ja

Q15: Benadrukt het artikel hoe individuen en/of groepen beïnvloed worden door het issue?

0 = nee, 1 = ja

Q16: Gaat het artikel in op het privéleven of persoonlijke omstandigheden van de actoren?

Het artikel gaat dieper in op de levensomstandigheden van één of meerdere personen.

0 = nee, 1 = ja

Q53: Lijkt het artikel de grootste gevolgen van de crisis toe te kennen aan de impact die het heeft op individuen of groepen mensen?

0 = nee, 1 = ja

Q51: Wordt de organisatie zelf aan het woord gelaten in het artikel?

Bij ‘aan het woord laten’ kan worden gelet op het gebruik van quotes van een medewerker van de betreffende organisatie of benoemingen van uitspraken die door medewerkers zijn gedaan.

0 = nee, 1 = ja

Aanwezigheid responsibility-frame

Dit frame presenteert een issue of probleem op dergelijke wijze dat verantwoordelijkheid voor de oorzaak of de oplossing bij de overheid, een individu of een groep kan worden toegeschreven (Semetko & Valkenburg, 2000, p.96)

Q19: Indiceert het artikel dat een organisatie mogelijkheden heeft om het probleem of issue op te lossen?

Hierbij gaat het puur om oplossingen, en niet op het mogelijke voorkomen van de crisis.

0 = nee, 1 = ja

Q21: Suggereert het artikel dat een organisatie of een deel van de organisatie verantwoordelijk is voor het issue of probleem?

0 = nee, 1 = ja

Q22: Suggereert het artikel dat een individu of een aantal individuen binnen de organisatie verantwoordelijk zijn voor het issue of probleem?

0 = nee, 1 = ja

Q23: Veronderstelt het artikel dat de crisis of het issue dringend om actie vraagt?

Let op zaken als het snel terugroepen van de auto’s, het goed en duidelijk communiceren met stakeholders, etc.

0 = nee, 1 = ja

Q56: Geeft het artikel een oplossing/ meerdere oplossingen voor het probleem of issue?

0 = nee, 1 = ja

Aanwezigheid economic-frame

Dit frame beschrijft een gebeurtenis, probleem of issue in termen van de economische consequenties die het heeft op een individu, groep, instelling, regio of land (Valkenburg & Semetko, 2000, p.96)

Q25: Wordt er in het artikel gesproken over financiële winsten en/of verliezen?

Heeft de crisis gezorgd voor winst of verlies voor de organisatie? Verlies in termen van aandelen is hier een voorbeeld van.

0 = nee, 1 = ja

Q26: Wordt er in het verhaal een opgave van kosten en/of uitgaven gedaan?

Dit kunnen zowel kosten/uitgaven voor de organisatie zijn (het terugroepen en herstellen van de auto’s) als voor de consument zijn.

Q27: Verwijst het verhaal naar economische gevolgen van het wel of niet nastreven van een oplossing voor het probleem/issue?

0 = nee, 1 = ja

Q54: Wordt er in het artikel verwezen naar andere economische issues, zoals effecten van de crisis op de economie in het algemeen of economische gevolgen voor de auto- industrie en/of specifieke organisaties?

0 = nee, 1 = ja

Q55: Worden eventuele economische winsten/verliezen beschreven als gevolg van de crisis in de organisatie?

0 = nee, 1 = ja

Aanwezigheid crisis-frame

Dit frame benadrukt de nadelige situatie waarin de organisatie zich kan bevinden en het streven naar een passende oplossing

Q30: Wordt er in het artikel een aanduiding gedaan naar chaos of verwarring binnen de organisatie door toedoen van recente gebeurtenissen?

0 = nee, 1 = ja

Q31: Doet het artikel uitspraken over onvermogen van het management/bestuur van de organisatie om het probleem spoedig op te lossen?

0 = nee, 1 = ja

Q57: Schetst het artikel de situatie als een noodgeval?

0 = nee, 1 = ja

Q58: Doet het artikel uitspraken over verliezen/schades/nadelen voor één of meerdere stakeholders van de organisatie door de gebeurtenis?

0 = nee, 1 = ja

Q59: Wordt er in het artikel aangegeven dat partijen op zoek zijn naar een oplossing voor het probleem?

Aanwezigheid blame-frame

Dit frame beschrijft de gebeurtenis als een misdrijf, overtreding of als terrorisme waarbij de focus wordt gelegd op de menselijke impact van de gebeurtenis en het beschuldigen van een individu, groep of organisatie (Shanin, 2015)

Q60: Wordt de crisis beschreven in termen als ‘misdaad’ of ‘terrorisme’ ?

Hierbij hoeven de termen misdaad of terrorisme niet letterlijk genoemd te zijn. Het gaat vooral om de manier waarop de crisis wordt afgebeeld door de journalist. Is dit op een kwade en negatieve manier, kan hier met ‘ja’ worden geantwoord.

0 = nee, 1 = ja

Q61: Ligt de focus op de menselijke impact waarbij suggestieve of dramatiserende taal wordt gebruikt?

Dramatiserende taal kan worden gezien als het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden, of informatie die niet van direct belang is voor het begrip van de tekst maar wel een

dramatische toon aan het bericht geeft.

0 = nee, 1 = ja

Q62: Worden er mensen verantwoordelijk/schuldig bevonden in het nieuwsartikel?

Dit kunnen ook enkele mensen zijn. Namen hoeven niet genoemd te worden, ‘directeur’ of ‘bestuur’ etc. is voldoende.

0 = nee, 1 = ja

Q63: Geeft het artikel aan dat de verantwoordelijke organisatie/persoon gestraft moet worden?

0 = nee, 1 = ja

Q64: Wordt er in het artikel gesuggereerd dat de schuldige persoon/organisatie het probleem/de crisis had kunnen voorkomen?

0 = nee, 1 = ja

Aanwezigheid explain-frame

Dit frame beschrijft de gebeurtenis als een ongeluk, waarbij mensen niet direct verantwoordelijk worden gesteld voor de gebeurtenissen en er geen focus ligt op de menselijke impact (Shanin, 2015)

Q65: Wordt de crisis beschreven in termen als ‘ongeval’ of ‘incident’?

Hierbij hoeven de termen ongeval of incident niet letterlijk genoemd te zijn. Het gaat vooral om de manier waarop de crisis wordt afgebeeld door de journalist. Is dit op een voorzichtige en neutrale manier, kan hier met ‘ja’ worden geantwoord.

0 = nee, 1 = ja

Q66: Wordt er zakelijke, nuchtere taal gebruikt waarbij de menselijke impact geen rol speelt?

0 = nee, 1 = ja

Q67: Worden er menselijke actoren verantwoordelijk gesteld voor de crisis?

Let op: voor de analyse moet deze vraag gehercodeerd worden waarbij waarde 0 waarde 1 wordt, en waarde 1 waarde 0 krijgt.

0 = nee, 1 = ja

Q68: Behandelt het artikel de personen/organisaties die de crisis op kunnen lossen?

0 = nee, 1 = ja

Q69: Worden er mogelijke oplossingen voorgesteld of geeft het artikel aan dat er wordt gewerkt aan een oplossing?

GERELATEERDE DOCUMENTEN