• No results found

Volkswagen vs. Toyota : blamages en chantages : een inhoudsanalyse naar nieuwsartikelen over de crises van Volkswagen en Toyota

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Volkswagen vs. Toyota : blamages en chantages : een inhoudsanalyse naar nieuwsartikelen over de crises van Volkswagen en Toyota"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bachelor thesis Roos van Assema (10773800) Universiteit van Amsterdam Afstudeerproject Corporate Communication Begeleiders: Jelle Boumans & Alma van den Berg 06 juni 2016 Aantal woorden: 7942

VOLKSWAGEN VS.

TOYOTA:

BLAMAGES EN

CHANTAGES

(2)

Abstract

Wanneer er sprake is van een crisis binnen een organisatie, is deze organisatie in haar communicatie grotendeels afhankelijk van de berichtgeving van de nieuwsmedia.

Journalisten berichten over een crisis, waarbij zij mogelijk bepaalde aspecten van de crisis meer benadrukken dan andere: de nieuwsberichten bevatten frames die de crisis op een specifieke manier belichten. Framing is een intensief onderzocht fenomeen. In de

verschenen onderzoeken mist echter een algemene benadering van het analyseren van crisisberichtgeving en zijn de onderzoeken tevens gericht op een specifieke crisis, waarbij de onderzoekers aangeven dat de generaliseerbaarheid van de resultaten naar andere crises nihil is. Daarnaast is onderzoek naar de verantwoordelijkheid voor een crisis voornamelijk gericht op persberichten, waarbij de nieuwsartikelen geen aandacht hebben gekregen.

Met dit onderzoek werd getracht inzicht te krijgen in de invloed van de

verantwoordelijkheid van een organisatie voor een crisis op de aanwezigheid van frames in de crisisberichtgeving. Dit is gedaan middels een kwantitatieve inhoudsanalyse van 175 nieuwsartikelen over de crises van Volkswagen en Toyota. In de inhoudsanalyse is de aanwezigheid van de frames van Semetko en Valkenburg (2000), het blame-frame (Shanin, 2015) en het geconstrueerde crisis-frame getoetst.

Uit de analyses bleek dat de mate van verantwoordelijkheid van een crisis van invloed is op de aanwezigheid van frames in de berichtgeving. Zo worden het conflict-frame, het responsibility-frame, het blame-frame en het crisis-frame significant vaker aanwezig bevonden wanneer de organisatie verantwoordelijk was voor de crisis. Het soort krant bleek hierbij geen significante invloed te hebben op de aanwezigheid van frames.

Dit onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan de kennis over framing van crises in Nederlandse kranten. Opvolgend onderzoek zou gefocust kunnen worden op het effect van deze framing op de reputatie van de organisatie.

Kernwoorden: corporate communicatie, kwantitatieve inhoudsanalyse, crisis, framing, Volkswagen, Toyota

(3)

Inleiding

In 2015 kwam het Duitse autobedrijf Volkswagen veelvuldig in het nieuws naar aanleiding van de aanpassingen aan de software die de uitstoot van de dieselauto’s meet. Door deze aanpassingen zouden de auto’s schoner lijken dan ze daadwerkelijk zijn. Elf miljoen auto’s werden teruggeroepen, waarvan 160.000 uit Nederland. Ook Toyota kwam meerdere malen in het nieuws met dergelijke terugroepacties. Niet alleen problemen met de software, ook problemen met het gaspedaal en de stuurinrichting van de auto’s hebben ervoor gezorgd dat de fabrikant haar producten terugriep voor extra controles of technische aanpassingen. De terugroepacties zorgden voor veel ophef onder concurrentorganisaties en de consument.Betrokken partijen, waaronder de consument, eisten volledige transparantie van de organisaties (“Doe mee met de massaclaim”, 2015).

In bovenstaande situaties kan worden gesproken van een crisis voor de organisatie. Naast het feit dat een terugroepactie vaak voor hoge kosten zorgt, kan ook de reputatie van de organisatie ernstig worden geschaad door een dergelijke actie (“A mucky business; The Volkswagen scandal”, 2016; Coombs, 2007a). Een goede reputatie is echter van groot belang voor de organisatie. Het helpt bij het bereiken van de doelen, zoals het verhogen van de omzet, het aantrekken van investeerders en het tevreden houden van werknemers (Ihlen & Pallas 2014; Coombs 2007a).

De nieuwsmedia lijken graag te berichten over crises, en beïnvloeden hiermee mogelijk de reputatie van een crisisorganisatie (Meijer & Kleinnijenhuis, 2006). Hoewel stakeholders ook informatie verkrijgen door interactie met de organisatie zelf, blijken

gemedieerde berichten, door hun grote bereik en de geloofwaardigheid van nieuwsmedia, de grootste informatiebron in tijden van crisis (Coombs, 2007a).

Ook de crises van Volkswagen en Toyota zijn uitgelicht in de nieuwsmedia. Men kan zich afvragen in hoeverre deze berichtgeving werkelijk aansloot bij de situaties, en in welke mate bepaalde aspecten binnen de crises impliciet zijn benadrukt. Framing speelt hierbij een centrale rol. Framing van nieuwsberichten heeft grote invloed op de beleving van het publiek: meningen over de crisisorganisatie kunnen veranderen op basis van de frames in het

nieuwsartikel (Van der Meer & Verhoeven, 2012; Entman, 1993). De wijze waarop nieuwsmedia informeren over een crisis heeft de afgelopen jaren veel aandacht van onderzoekers gekend. Organisaties hebben beperkte macht over deze manier waarop een crisis wordt belicht in traditionele media.

In deze thesis wordt onderzoek gedaan naar de relatie tussen framing in de

crisisberichtgeving en de mate van verantwoordelijkheid voor de crisis van de organisaties Volkswagen en Toyota.Coombs en Holladay (1996) stellen dat de mate van

(4)

verantwoordelijkheid van de organisatie een grote rol speelt in de berichtgeving. Directe verantwoordelijkheid van de crisisorganisatie beïnvloedt de mening van stakeholders en het publiek op negatieve wijze: men redeneert dat verantwoordelijkheid van de organisatie indiceert dat een crisis voorkomen had kunnen worden. Ook in de crisissituaties van Volkswagen en Toyota speelde de mate van verantwoordelijkheid van de organisatie mogelijk een rol in de berichtgeving.

Deze mogelijke invloed van verantwoordelijkheid op de crisisnieuwsberichtgeving heeft nog relatief weinig aandacht gekregen van onderzoekers. Hoewel er veelvuldig onderzoek is gedaan naar de invloed van PR en persberichten op de inhoud en aanwezigheid van frames in nieuwsberichten (Petrovici, 2014; Choi, 2011; Coombs &

Holladay, 1996), is er beperkte beschikbaarheid van literatuur over het gebruik van frames in nieuwsartikelen over crisissituaties waarbij de verantwoordelijkheid van de organisatie verschilt. De onderzoeken zijn gefocust op één crisis, waarbij de generaliseerbaarheid van de resultaten nihil zijn (Tian & Stewart, 2005; Schultz, Kleinnijenhuis, Oegema, Utz & Van Atteveldt, 2012). Onderzoek naar het gebruik van framing voor verschillende crisissituaties is van toegevoegde waarde voor de literatuur: mogelijke verschillen in berichtgeving over crises kunnen worden vastgesteld, waarbij de mate van verantwoordelijkheid van de

crisisorganisatie een onderscheidende factor is. De resultaten van het onderzoek creëren de mogelijkheid opvolgend onderzoek te doen naar de gevolgen van de mate van

verantwoordelijkheid op de reputatie van de organisatie. De uitkomsten zullen niet alleen van belang zijn voor de autosector, maar ook voor andere branches. Door het gebruik van een analyse waarbij zowel algemene als issue-specifieke frames zijn opgenomen, waarbij de specifieke frames gericht zijn op crises in een bredere context, kunnen het codeboek en de resultaten als basis dienen voor analyses van berichtgeving in iedere sector. De combinatie van de algemene en specifieke frames die in dit onderzoek wordt gebruikt, schept de mogelijkheid op een nieuwe wijze te kijken naar de eigen strategieën en relaties met de media. Daarnaast is het onderzoek van maatschappelijk belang doordat de uitkomsten een basis kunnen vormen voor de werkzaamheden van PR professionals werkzaam bij een crisisorganisatie. Aan de hand van de resultaten kunnen zij mogelijke zwakheden in de crisiscommunicatie limiteren en strategieën aanpassen op de nieuwsberichtgeving: er kan worden gekozen voor een specifieke invalshoek of gewenste aspecten kunnen worden benadrukt, die de reputatie van de crisisorganisatie kunnen verbeteren.

In deze thesis wordt de aanwezigheid van frames in crisisnieuwsberichten onderzocht. De onderzoeksvraag hierbij luidt:

(5)

RQ: In hoeverre is er een verschil in de aanwezigheid van frames in de berichtgeving in Nederlandse kranten over de preventable crisis van Volkswagen en de accidental crises van

Toyota?

Hierbij zal de aanwezigheid van frames in de berichtgeving over de terugroepacties van Volkswagen en Toyota worden vergeleken. Aan de hand van een uiteenzetting van bestaande theorieën en literatuur over framing in crisisberichtgeving worden deelvragen worden opgesteld. Door middel van een kwantitatieve inhoudsanalyse wordt vervolgens vastgesteld in hoeverre dit verschil daadwerkelijk aanwezig is in de nieuwsberichtgeving. De analyses, resultaten en bevindingen zullen worden besproken. Tot slot zullen deze

bevindingen in bredere context worden behandeld in een discussiesectie.

Theoretisch kader

In deze sectie zullen theorieën en onderzoeken die betrekking hebben op framing van nieuwsberichten over crises kritisch worden bestudeerd en vergeleken. Onderstaand zal worden toegelicht wat men onder een crisis kan verstaan, wordt het begrip framing toegelicht en zal de situational crisis communication theory worden behandeld. Vervolgens zullen een aantal deelvragen worden opgesteld met betrekking tot de framing van de crises van Volkswagen en Toyota.

Crisis

Het begrip crisis kan op verschillende wijzen worden gedefinieerd. Diverse onderzoekers hebben in het onderzoek naar organisationele crises een eigen

benaderingswijze gehanteerd. Er zijn echter ook grote overeenkomsten tussen de definities. Seeger, Sellnow en Ulmer (2003, p.7) beschrijven een crisis als een onverwachte

gebeurtenis waarmee schade, risico en kansen op meer verlies worden veroorzaakt, waardoor onzekerheid binnen de organisatie ontstaat. Coombs (2007a) geeft een soortgelijke definitie, maar hanteert hierbij meer diepgang. Volgens hem kan een crisis worden gezien als een onverwachte gebeurtenis die de gangbare handelingen van een organisatie verstoort en een dreiging vormt voor de reputatie en de financiële toestand van een organisatie. Verschillende stakeholders, waaronder de werknemers, consumenten en investeerders, worden beïnvloed door de crisis. Daarnaast benadrukt Coombs in zijn werk dat de communicatie rondom een crisis van groot belang is, waarbij de nieuwsmedia een grote rol spelen in het bepalen van het beeld dat men van de organisatie en de crisis vormt.

De problemen met de software en/of techniek van auto’s binnen de organisaties Volkswagen en Toyota met terugroepacties als gevolg, kunnen aan de hand van

(6)

bovenstaande definities en beschrijvingen worden gecategoriseerd als crises. Niet alleen zijn verschillende stakeholders benadeeld door de handelingen van de organisatie, ook de organisatie zelf heeft op verschillende gronden verliezen geleden (Russel, Gates, Keller & Watkins, 2016).

Framing

Een bekende definitie van framing is gegeven door Entman (1993). Entman beschrijft:

“To frame is to select some aspects of a perceived reality and make them more salient in a communicating text, in such a way as to promote a particular problem definition, causal interpretation, moral evaluation, and/or treatment recommendation for the item described.”

(Entman, 1993, p. 52)

Door het benadrukken van bepaalde aspecten wordt een specifieke interpretatie saillant gemaakt (Entman, 1993; Kim & Cameron, 2011). Het toepassen van frames beïnvloedt dan niet zozeer waar men over denkt, maar meer hoe men over het onderwerp denkt. Ook in de berichtgeving over crises worden frames toegepast. Deze frames worden door stakeholders van de crisisorganisatie gebruikt bij het vormen van een interpretatie van de situatie (Coombs & Holladay, 2002). Wanneer journalisten rapporteren over een crisis is het onmogelijk een directe en gelijke weergave van de realiteit te geven (Hong, 2012): normen, waarden en eigen ervaringen hebben een zekere mate van invloed.

Frames zouden grofweg ingedeeld kunnen worden in twee soorten, namelijk

issue-specifieke frames en algemene frames (de Vreese, 2005). Issue-issue-specifieke frames kunnen

worden omschreven als frames die specifiek gericht zijn op het issue of de crisis en de directe context. De frames kunnen kenmerkende aspecten van selectie bevatten, die de crises op een typerende manier belichten (De Vreese, Peter & Semetko, 2001). Algemene frames betreffen alle frames die bruikbaar zijn voor alle issues op ieder moment. Het human-interest-frame, conflict-frame, economic-frame, repsonsibility-frame en het morality-frame zijn voorbeelden van algemene frames (Semetko & Valkenburg, 2000). Over issue-specifieke frames is veel discussie onder onderzoekers. Dit komt voornamelijk door de afwezigheid van een duidelijke afbakening of definitie van dit soort frames (Hong, 2012).

Onderzoekers raden veelal aan gebruik te maken van algemene frames. Het gebruik van algemene frames in de analyses overtreft beperkingen die een issue-specifiek frame met zich meebrengt, zoals de onduidelijke afbakening van aanwezigheid van het issue-specifieke frame, en zijn bovendien herkenbaar in verschillende topics en culturele contexten (de Vreese, 2005). Echter, uit onderzoek blijkt dat het issue-specifieke frame nog steeds domineert in de frame analyses die gedaan zijn tussen 1997 en 2007 (Borah, 2011).

(7)

Een issue-specifieke benadering heeft zowel voor- als nadelen. Door gebruik van een issue-specifiek frame kunnen issues expliciet worden benaderd en daarmee intensief worden uitgewerkt. Dit is echter eveneens een nadeel. De hoge mate van specificiteit van het frame maakt de analyses moeilijk generaliseerbaar en tevens slecht te vergelijken met andere issues. Dit heeft gevolgen voor het genereren van nieuwe empirische theorieën (de Vreese, 2005). Algemene frames zijn beter generaliseer en vergelijkbaar met andere issues, maar geven beperkte mogelijkheid om het issue expliciet te benaderen (de Vreese, 2005; De Vreese, Peter & Semetko, 2001).

Onderzoek naar het gebruik van de issue-specifieke en algemene frames binnen de crisisberichtgeving over Volkswagen en Toyota kan verduidelijken in hoeverre de crises op een gedetailleerde en issue-specifieke manier worden benaderd, en in welke mate dit verschilt voor de verschillende typen crisis. De deelvraag die hierbij kan worden opgesteld luidt:

RQ1: In hoeverre wordt een issue specifiek frame vaker of minder vaak toegepast in de berichtgeving over de crisis van Volkswagen en crises van Toyota dan algemene frames?

Voor het beantwoorden van deze deelvraag zijn issue-specifieke frames nodig in de analyse van de berichten over de crises van Volkswagen en Toyota. Deze specifieke frames zullen het crisis-frame, het blame-frame en het explain-frame zijn. Hoewel in eerdere

onderzoeken wel crisis-frames zijn gevormd, zal er in dit onderzoek een nieuw crisis-frame worden opgesteld die crises in een algemenere context analyseert. Eerdere crisis-frames waren specifiek gericht op de onderzochte crisis of werden gecodeerd op basis van aanwezigheid van kenmerkende woorden (Van der Meer, Verhoeven, Beentjes & Vliegenthart, 2014; Vincze, 2014). Het blame-frame en het explain-frame zijn frames die eerder in onderzoek van Shanin (2015) zijn verschenen.

Zowel Semetko en Valkenburg (2000) als Shanin (2015) hebben de frames een korte definiërende uitleg toegekend, waarmee de focus binnen de frames wordt verduidelijkt. De algemene frames kunnen als volgt worden gedefinieerd: het conflict-frame benadrukt het conflict tussen individuen, groepen of instellingen met als doel het wekken van interesse van het publiek (Semetko & Valkenburg, 2000, p.95), het human-interest-frame geeft een

menselijk gezicht of emotioneel gezichtspunt aan de presentatie van de gebeurtenis, issue of probleem (Semetko & Valkenburg, 2000, p.95) en het responsibility-frame presenteert een issue of probleem op dergelijke wijze dat verantwoordelijkheid voor de oorzaak of de

oplossing bij de overheid, een individu of een groep kan worden toegeschreven (Semetko & Valkenburg, 2000, p.96). Het issue-specifieke blame-frame van Shanin (2015) kan worden omschreven als een frame waarin de gebeurtenis als een misdrijf, overtreding of als

(8)

terrorisme wordt beschreven, waarbij de focus wordt gelegd op de menselijke impact van de gebeurtenis en het beschuldigen van een individu, groep of organisatie. Het explain-frame is het ambivalente frame, waarbij de gebeurtenis als een ongeluk wordt beschreven, waarbij mensen niet direct verantwoordelijk worden gesteld voor de gebeurtenissen en er geen focus ligt op de menselijke impact (Shanin, 2015). Tot slot beschrijft het opgestelde crisis-frame de nadelige en onverwachte situatie waarin een organisatie zich kan bevinden, en het streven naar een passende oplossing.

Verantwoordelijkheid voor de crisis

Situational Crisis Communication Theory.

Volgens de situational crisis communication theory (SCCT) van Coombs (2007a) bestaan er drie typen crisis. Het onderscheid tussen de typen is gebaseerd op toekenning van de mate van verantwoordelijkheid aan de organisatie in crisis, en worden omschreven als de victim crisis, accidental crisis en preventable crisis (Coombs, 2007a). De principes uit de SCCT zijn gebaseerd op de attribution theory (Mason, 2014). Deze theorie beschrijft hoe de ontvanger van een boodschap de informatie uit deze boodschap gebruikt bij het vormen van een mening en attitude (Fiske & Taylor, 1991). Uit meerdere studies blijkt dat er een negatief verband bestaat tussen de perceptie van de mate van verantwoordelijkheid en de reputatie van de organisatie (Coombs & Holladay, 1996; Coombs, 2004): wanneer de verantwoordelijkheid voor een crisis toeneemt, vermindert de reputatie van de organisatie. Mensen zijn hierbij geneigd om een organisatie positiever te beoordelen wanneer er geen eerdere fouten zijn gemaakt. Daarentegen kan wel worden gesteld dat wanneer een

organisatie (wederom) in crisis verkeert en de oorzaak onder de eigen verantwoordelijkheid ligt, het van positieve invloed op de reputatie van de organisatie is wanneer de

verantwoordelijkheid voor de crisis wordt erkend door de organisatie (Schultz, Utz & Göritz, 2011). Erkenning van de verantwoordelijkheid is mogelijk ook een nieuwswaardige factor voor kranten, waarbij men zich kan afvragen of de mate van verantwoordelijkheid van invloed is op de gebruikte frames in de crisisberichtgeving.

Het onderscheid in de crises van Volkswagen en Toyota kan worden gebaseerd op de verdeling van Coombs (2007a). Waar Volkswagen opzettelijk aanpassingen aan de software van de auto’s heeft gedaan die de stakeholders zou benadelen en daarmee kan worden gezien als een preventable crisis, heeft Toyota geen opzettelijke misstappen gemaakt en valt deze crisis onder Coombs’ accidental crisis.

Mitroffs clusters.

Ook Mittroff (1988) en een aantal andere crisismanagementonderzoekers stellen dat crises kunnen worden onderverdeeld in verschillende clusters. Crises uit hetzelfde cluster

(9)

kunnen met soortgelijke communicatiestrategieën worden behandeld (Mitroff & Anagos, 2001; Pearson & Mitroff, 1993). De drie clusters komen in grote mate overeen met de drie typen crisis van Coombs, en worden onderscheiden op basis van verantwoordelijkheid van de crisisorganisatie. De drie clusters, het victim cluster, het accidental cluster en het

intentional cluster kunnen als volgt worden beschreven (Coombs & Timothy, 2004):

Tot het eerste cluster, het victim cluster, behoren de crises waarbij de organisatie zelf weinig verantwoordelijkheid kent voor de crisis. Het zijn crises als natuurrampen of

ongegronde geruchten over de organisatie. De organisatie kan hierbij worden gezien als een slachtoffer van de crisis.

Binnen het accidental cluster vallen de crises waarbij de organisatie minimale

verantwoordelijkheid heeft voor de crisis. Men kan hierbij denken aan technische problemen en product terugnames door technische complicaties. De organisatie heeft beperkte mate van controle over de situatie gehad. De Toyota crises kunnen onder het accidental cluster worden ingedeeld.

Tot slot beschrijven Mitroff en collega’s het intentional cluster. Een crisis kan worden toebedeeld tot dit cluster wanneer de organisatie gehele verantwoordelijkheid heeft voor de crisis. Het management van de organisatie is op de hoogte van de overtreding van wetten en regels, waarmee zij bewust stakeholders benadelen. Voorbeelden van crises uit dit cluster zijn product-terugnames door menselijke fouten, wandaden van de organisatie als geheel en andere fouten die bewust door de werknemers van de organisatie zijn gemaakt.

Stakeholders zelf kennen vaak een grotere verantwoordelijkheid toe aan de organisatie wanneer menselijke fouten worden gemaakt dan wanneer er technische fouten worden gemaakt (Coombs & Holladay, 2002; Coombs & Holladay, 2006). De Volkswagen crisis kan worden gezien als een intentional crisis.

De indelingen van Mitroff en Coombs zijn toepasbare indelingen om crises van elkaar te onderscheiden. In dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van de indeling van

Coombs. Op basis van de kennis over indelingen van typen crisis en de houding van stakeholders per type crisis, wordt de volgende deelvraag gesteld:

RQ2: In hoeverre is er een verband tussen het type crisis en de frequentie waarmee de organisatie aan het woord wordt gelaten in de nieuwsartikelen?

Hoewel dit verband nog niet eerder lijkt te zijn onderzocht, kan onderzoek hiernaar wel degelijk van waarde zijn. Zoals al eerder werd beschreven, kan erkenning van

verantwoordelijkheid de reputatie van een organisatie positief beïnvloeden. Wanneer de organisatie de verantwoordelijkheid erkent, zal dit mogelijk als nieuwswaardig worden beschouwd door de nieuwsmedia, die daarmee de organisatie kan citeren in het

(10)

nieuwsbericht. Of dit daadwerkelijk gebeurt, wordt onderzocht op basis van de bovenstaande deelvraag.

Soort krant

Tot slot zal er een vergelijking worden gemaakt in de aanwezigheid van frames tussen kwaliteitskranten en populaire kranten. Dit onderscheid wordt vaak toegepast in sociaal wetenschappelijk onderzoek naar berichtgeving in kranten (Schaap & Pleijter, 2012; Boesman, d’Haenens & Van Gorp, 2015; Bakker & Scholten, 2006). In populaire kranten wordt frequenter gebruik gemaakt van soft news (human-interest, sport, bekende mensen, etc.) en wordt de inhoud gedramatiseerd (Semetko & Valkenburg, 2000; Schaap & Pleijter, 2012). Van kwaliteitskranten wordt daarentegen verwacht dat er een rationele manier van berichtgeven wordt gehanteerd waarbij een feitelijke rapportage van de gebeurtenis wordt gegeven. Deze kranten zouden daarbij vaker gebruik maken van het responsibility-frame en het conflict-frame (Semetko & Valkenburg, 2000). Doordat de crisisnieuwsberichtgeving als basis dient voor de evaluatie van de oorzaak en de verantwoordelijkheid van een crisis, is onderzoek naar hoe verschillende media crises framen van belang (An & Gower, 2009). Vooral wanneer er sprake is van een crisis blijkt het type medium belangrijk te zijn in de berichtgeving voor de effecten op de attitude van het publiek en de reputatie van de crisisorganisatie (Schultz, Utz & Göritz, 2011).

Het verschil in berichtgeving is mogelijk ook zichtbaar in de crisisberichtgeving over Volkswagen en Toyota. Om dit te onderzoeken zal gewerkt worden met de volgende deelvraag:

RQ3: In hoeverre is er een verschil in de aanwezigheid van frames in de berichtgeving over preventable en accidental crises, wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen

kwaliteitskranten en populaire kranten?

Methode

Dataverzamelingsmethode en onderzoekspopulatie

Het beantwoorden van de onderzoeksvragen zal worden gedaan middels een kwantitatieve inhoudsanalyse. Met kwantitatieve inhoudsanalyses kan geschreven

communicatie worden geïnterpreteerd, waarbij de contextgevoeligheid niet verloren hoeft te gaan door de transparante en consequente manier van analyseren (Lock & Seele, 2015). Door gebruik van stellingen waarmee de aanwezigheid van frames wordt gemeten, wordt er gewerkt met manifeste variabelen die een kwantitatieve analysebenadering mogelijk maken. Een inhoudsanalyse is een geschikte methode om vast te stellen in hoeverre er een verschil

(11)

in de aanwezigheid van frames in nieuwsartikelen is voor verschillende organisaties. De onderzoekseenheden betreffen de gehele artikelen. Ook de samplingeenheid in de analyses is het krantenartikel: langere nieuwsartikelen kunnen meerdere frames bevatten (Di

Gregorio, 2012; Entman, 1993).

Nieuwsartikelen over de crises van Volkswagen en Toyota uit de vier grootste Nederlandse kranten zijn geanalyseerd. Hierbij zijn aan de hand van de indeling van Bakker en Scholten (2006) twee kwaliteitskranten geselecteerd, het NRC Handelsblad en de

Volkskrant, en twee populaire kranten, De Telegraaf en het Algemeen Dagblad.

De nieuwsartikelen zijn verzameld via de online databank Lexis Nexis. Door middel van de zoektermen “Volkswagen OR VW AND crisis OR software OR terugroepactie OR dieselgate”, waarbij is gefilterd op nieuwsartikelen gepubliceerd tussen 01/01/2015 en 01/03/2016, zijn 354 artikelen verzameld voor de crisis van Volkswagen. Met de zoektermen “Toyota OR Prius AND terugroep* OR terugroepactie” in de periode 01/01/2010 tot

01/03/2016 is een populatie van 75 artikelen vastgesteld voor de crises van Toyota. Uit de populatie van Volkswagen is een enkelvoudige aselecte steekproef getrokken van 100 artikelen. Voor Toyota is een censussteekproef gedaan: de populatie van artikelen voor Toyota is geheel meegenomen in de analyse. Dit heeft als reden dat er sprake is van een relatief kleine populatie.

Van de 175 gecodeerde artikelen, bleken 163 artikelen (93,1%) relevant te zijn voor analyses. Een artikel werd als relevant beschouwd wanneer de crisis van Toyota of

Volkswagen centraal stond in het nieuwsartikel. Van de 75 artikelen over de crises van Toyota, bleken 74 artikelen (98,7%) relevant, voor de crisis van Volkswagen bevatte de relevante dataset 89 artikelen (89,0%). Over de gehele dataset geldt dat 45,4% van de artikelen over Toyota ging, en 54,6% van de artikelen over Volkswagen.

Niet alleen zijn over de crisis van Volkswagen meer nieuwsartikelen verschenen, de ook de lengte van de berichtgeving was van grotere omvang. Voor de Volkswagencrisis werden gemiddeld 540,13 woorden gebruikt (SD = 542,13), voor de crises van Toyota waren dit gemiddeld 402,38 woorden (SD = 348,31). De hoge standaarddeviatie geeft aan dat het aantal woorden per nieuwsartikel sterk varieerde.

Door de methode van steekproeftrekking is een precies gelijk aantal artikelen per krant nagenoeg uitgesloten. In tabel 1 staat de verdeling uitgewerkt. Voor beide crises geldt dat iedere krant ongeveer even veel heeft bericht over de crisis, waarbij in De Telegraaf met een totaal van 48 artikelen het meest over de crises is geschreven.

(12)

Tabel 1

Aantal en percentage artikelen over de crises per krant

Accidental crises (Toyota) Preventable crisis (Volkswagen) Totaal De Telegraaf 18 (24,3%) 30 (33,7%) 48 (29,4%) Algemeen Dagblad 22 (29,7%) 16 (18,0%) 38 (23,3%) NRC Handelsblad 19 (25,7%) 27 (30,3%) 46 (28,2%) De Volkskrant 15 (20,3%) 16 (18,0%) 31 (19,0%) Totaal 74 (45,4%) 89 (54,6%) 163 Variabelen Onafhankelijke variabele.

Het onderzoek kent twee onafhankelijke variabelen, namelijk het type crisis en het soort krant. Het type crisis werd gemeten op nominaal meetniveau aan de hand van de vraag “Welk onderwerp staat centraal in het nieuwsbericht?”. De variabele kent twee waarden: Volkswagen of Toyota. Hierbij is op basis van literatuur de link gelegd tussen de naam van de organisatie en het type crisis (accidental of preventable) dat bij de organisatie hoort: voor Volkswagen was er sprake van een preventable crisis, voor Toyota waren dat accidental crises.

De tweede onafhankelijke variabele, het soort krant, is vastgesteld aan de hand van de stelling/vraag “Naam van het medium (krant/website)”. Later zijn de twee kwaliteitskranten en de twee populaire kranten samengevoegd tot de categorieën populaire kranten en

kwaliteitskranten.

Afhankelijke variabele.

De afhankelijke variabele in het onderzoek betreft de mate waarin de verschillende frames aanwezig zijn in de nieuwsberichten. Er is gewerkt met zeven verschillende frames, ieder gemeten aan de hand van vijf vragen. Deze vragen zijn afkomstig uit het onderzoek van Semetko en Valkenburg (2000). Het blame-frame en het explain-frame zijn uitgewerkt met vragen die Shanin (2015) in zijn onderzoek heeft gebruikt. Door het gebruiken van

(13)

algemene frames wordt de validiteit in zekere zin gewaarborgd: in het verleden zijn de frames meerdere malen getest en gebruikt in onderzoeken. In dit onderzoek zijn de algemene frames uitgebreid met enkele vragen, zodat ieder frame vijf items bevatte. Dit is gedaan zodat wanneer tijdens de analyses bleek dat de betrouwbaarheid van de schalen niet voldoende was, vragen met een lage betrouwbaarheid konden worden verwijderd waarbij de schaal nog steeds een acceptabel aantal items bevatte. Daarnaast geldt dat wanneer het aantal vragen per frame wordt verhoogd, de validiteit positief wordt beïnvloed doordat het frame vanuit meerdere, maar soortgelijke, invalshoeken wordt benaderd (Van Thiel, 2004). De extra toegevoegde vragen zijn: “Wordt er in het artikel benoemd dat de verschillende partijen het liefst een andere manier van aanpak zien om het probleem/issue op te lossen?” (conflict-frame); “Lijkt het artikel de grootste gevolgen van de crisis toe te kennen aan de impact die het heeft op individuen of groepen mensen?” (human-interest-frame); “Wordt er in het artikel verwezen naar andere economische issues, zoals effecten van de crisis op de economie in het algemeen of economische gevolgen voor de auto-industrie en/of specifieke organisaties?” (economic-frame) en “Worden eventuele economische winsten/verliezen beschreven als gevolg van de crisis in de organisatie?” (economic-frame). Alle vragen die betrekking hebben op framing in de nieuwsartikelen zijn beantwoord aan de hand van een dichotome antwoordschaal met de antwoordcategorieën “nee” en “ja”.

Het morality-frame van Semetko en Valkenburg (2000) is niet meegenomen in de analyses. Dit frame bleek na een testfase niet goed aan te sluiten bij de nieuwsberichtgeving over de crises, en vormde daarmee geen betrouwbare en relevante schaal voor het

onderzoek.

Het crisis-frame is een frame dat is ontwikkeld voor deze studie. De variabelen binnen dit frame zijn opgesteld aan de hand van definities en kenmerken van het begrip crisis uit de literatuur (Coombs, 2007a; Seeger et al., 2003; Russel et al., 2016). Aan de hand van deze kenmerken zijn de volgende vragen voor het crisis-frame opgesteld: “Wordt er in het artikel een aanduiding gedaan naar chaos of verwarring binnen de organisatie door toedoen van recente gebeurtenissen?”; “Doet het artikel uitspraken over onvermogen van het

management/bestuur van de organisatie om het probleem spoedig op te lossen?”; “Schetst het artikel de situatie als een noodgeval?”; “Doet het artikel uitspraken over

verliezen/schades/nadelen voor één of meerdere stakeholders van de organisatie door de gebeurtenis?” en “Wordt er in het artikel aangegeven dat partijen op zoek zijn naar een oplossing voor het probleem?”

(14)

Aan de hand van een factoranalyse met varimax rotatie en een

betrouwbaarheidsanalyse is per frame vastgesteld of de variabelen per frame consistent met elkaar samenhingen en betrouwbaar waren.

De variabelen van het conflict-frame gaven samen één component met een

eigenwaarde hoger dan 1, namelijk 2,897. De totale verklaarde variantie van de component bedraagt 57,9%. Dit betekent dat de variantie in de eerste component voor 57,9% wordt verklaard door de variantie in één item. De component bestaat uit alle vijf de items, alle met een factorlading hoger dan 0,45. De schaal is zeer betrouwbaar en hoefde niet verbeterd te worden: Cronbach’s Alpha = 0,81.

Ook de variabelen van het human-interest-frame gaven samen één component met een eigenwaarde hoger dan 1, namelijk 2,836. De totale verklaarde variantie van de component is 56,7%. Alle vijf de variabelen hebben een factorlading hoger dan 0,45 op de component. Ook deze schaal is zeer betrouwbaar en hoefde niet verbeterd te worden: Cronbach’s Alpha = 0,81.

De variabelen van het responsibility-frame vormden één component met een eigenwaarde van 1,997. De totale verklaarde variantie van de component bedraagt 39,9%. Ook voor dit frame hadden alle variabelen een factorlading hoger dan 0,45 op de

component. De schaal was redelijk betrouwbaar, Cronbach’s Alpha = 0,62, en kon niet verbeterd worden.

De variabelen van het economic-frame leverden één component met een totale eigenwaarde van 3,103. De totale verklaarde variantie bedroeg 62,1%. De component bestaat uit alle vijf de variabelen, alle met een factorlading hoger dan 0,45. Het economic-frame is een zeer betrouwbare schaal, Cronbach’s Alpha = 0,85, en hoefde niet verbeterd te worden.

Ook de variabelen van het crisis-frame vormden één component met een

eigenwaarde boven de 1, namelijk 2,275. De totale verklaarde variantie van de component bedraagt 45,5%. Alle vijf de variabelen hadden een factorlading boven de 0,45. Samen vormen zij een redelijk betrouwbare schaal, Cronbach’s Alpha = 0,70, die niet verbeterd kon worden.

De variabelen voor het blame-frame vormden één component met een eigenwaarde van 2,535. De totale verklaarde variantie van de component is 50,7%. Eén variabele, de variabele gericht op de menselijke impact en dramatiserende taal, had een factorlading lager dan 0,45. Deze variabele is niet meegenomen in de schaalconstructie. De schaal was

redelijk betrouwbaar en kon niet verbeterd worden, Cronbach’s Alpha = 0,79.

Tot slot het explain-frame. De variabelen voor dit frame leverden twee componenten met een eigenwaarde hoger dan 1. Het eerste component met een totale eigenwaarde van 2,105 en een verklaarde variantie van 42,1% bestond uit de twee variabelen gericht op

(15)

oplossingen voor de crisis. De tweede component met een totale eigenwaarde van 1,177 en een verklaarde variantie van 23,5% bestond uit de andere drie variabelen van het explain-frame. De eerste component was wel betrouwbaar, Cronbach’s Alpha = 0,73, maar is door het kleine aantal variabelen van deze schaal niet meegenomen in verdere analyses. De tweede component was niet betrouwbaar, Cronbach’s Alpha = 0,58.

Voor de overige zes frames zijn schalen gemaakt door het gemiddelde van de scores van de variabelen binnen dat frame te berekenen. De waarden op deze schalen variëren tussen de 0,00 (het frame is geheel niet aanwezig) en 1,00 (het frame is in zijn geheel

aanwezig).

Voor RQ1 diende te worden vastgesteld wanneer een frame als aanwezig werd beschouwd. Hierbij is gewerkt met de geconstrueerde schalen. In dit onderzoek is gekozen voor een ondergrens van 0,50. Wanneer een nieuwsartikel een gemiddelde waarde van 0,50 of hoger scoorde op de schaal werd het frame als aanwezig beschouwd.

Overige variabelen

Tot slot zijn er enkele algemene variabelen opgenomen. Dit zijn de kop van het artikel, het artikelnummer, de relevantie van het artikel voor het onderzoek, het aantal woorden van het artikel, de naam van de codeur en de datum waarop het artikel is

gepubliceerd. Al deze variabelen hadden betekenis voor het onderzoek: met het noteren van de kop van het artikel en het artikelnummer kon het artikel eenvoudig worden teruggevonden tijdens de data-analyse; het woordaantal en de publicatiedatum waren relevant voor andere onderzoekers en de naam van de codeur was nodig om de intercodeursbetrouwbaarheid te kunnen vaststellen.

Intercodeursbetrouwbaarheid

Aan de hand van de gestandaardiseerde Lotus (S-Lotus) is de

intercodeursbetrouwbaarheid berekend, deze toets houdt rekening met het de dichotome antwoordenschaal en de kans dat gelijke coderingen van verschillende codeurs op toeval berusten. In tabel B1 (appendix B) is de S-Lotus per variabele vermeld. Over het algemeen zijn de scores voldoende, met een gemiddelde van 0,84, met een range van 0,62 tot 0,99. Vier variabelen scoren onder de vereiste waarde van 0,67. Deze variabelen, die betrekking hebben op de mogelijkheden om een crisis op te lossen, de verantwoordelijkheid voor de crisis en de economische gevolgen van oplossingen, zijn echter wel meegenomen in verdere analyses doordat zij net onder de vereiste waarde scoorden of verder werden geanalyseerd door de verschillende codeurs.

(16)

De hoge gemiddelden van de S-Lotus voor de individuele codeurs geven aan dat de

artikelen eenduidig en betrouwbaar werden geanalyseerd. Dit heeft het mogelijk gemaakt om de analyses van de artikelen over de crises van de verschillende organisaties onder de codeurs te verdelen.

Resultaten

In deze sectie zullen de resultaten van de analyses worden uitgewerkt waarmee de deelvragen en onderzoeksvraag beantwoord konden worden.

De eerste deelvraag luidt: In hoeverre wordt een issue specifiek frame vaker of

minder vaak toegepast in de berichtgeving over de crisis van Volkswagen en de crises van Toyota dan algemene frames?

De deelvraag kan worden beantwoord door middel van een frequentietabel. Uit tabel 2 blijkt dat er in totaal 383 frames aanwezig zijn in de geanalyseerde nieuwsartikelen. 35,5% van deze frames in de nieuwsartikelen betreft een issue-specifiek frame.

Tabel 2

Aanwezigheid algemene en issue specifieke frames in aantallen en percentages

Frame N % Conflict-frame 57 14,9% Human-interest-frame 35 9,1% Responsibility-frame 88 23,0% Economic-frame 67 17,5% Crisis-frame 77 20,1% Blame-frame 59 15,4% Totaal 383 100%

Een Chi-kwadraat toets is uitgevoerd om een mogelijk verband tussen de

aanwezigheid van issue specifieke frames en het type crisis vast te stellen. Uit de toets blijkt dat er sprake is van een significant verschil tussen de aanwezigheid van issue specifieke frames in de berichtgeving voor de preventable crisis van Volkswagen en de accidental crises van Toyota, 2 (1) = 29,96, p < 0,001. Het is een zwak verband (tau = 0,18). Wanneer er over de preventable crisis van Volkswagen wordt bericht, wordt vaker een issue specifiek frame toegepast dan wanneer de accidental crises van Toyota worden behandeld in het nieuwsartikel.

(17)

De tweede deelvraag luidt: In hoeverre is er een verband tussen de mate van

verantwoordelijkheid die een organisatie voor de crisis heeft en de frequentie waarmee de organisatie aan het woord wordt gelaten in de nieuwsartikelen?

Het testen of er een verband is tussen de variabelen ‘de mate van

verantwoordelijkheid van de organisatie voor de crisis’ en ‘frequentie waarmee de

organisatie aan het woord wordt gelaten’ is gedaan aan de hand van een Chi-kwadraat toets. De resultaten van de Chi-kwadraat toets toonden dat geen van de verwachte celfrequenties lager dan één was, waardoor deze toets kan worden toegepast. De Chi-kwadraat toets indiceert dat Volkswagen in 64,0% van de artikelen wordt geciteerd, voor Toyota ligt dit percentage op 50,0%. Uit de Chi-kwadraat toets blijkt dat dit geen significant verschil is voor de verschillende typen crisis, 2 (1) = 2,72, p = 0,099. Hieruit kan worden opgemaakt dat de mate van verantwoordelijkheid van de organisatie voor de crisis geen directe invloed heeft op de mate waarmee organisaties worden geciteerd in een nieuwsartikel. Ook blijkt er geen significant verband te zijn tussen het soort krant en de mate waarin een organisatie aan het woord wordt gelaten, 2 (1) = 0,44, p = 0,506.

De laatste deelvraag “In hoeverre is er een verschil in de aanwezigheid van frames in

de berichtgeving over preventable en accidental crises, wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen kwaliteitskranten en populaire kranten?” is beantwoord aan de hand van een

MANOVA, waarbij de verschillende frames als afzonderlijke variabelen zijn opgenomen. Met de MANOVA werden de effecten van de twee onafhankelijke variabelen, het type crisis en het soort krant, op de afhankelijke variabele, aanwezigheid van de frames, getest. De MANOVA geeft een significant effect voor het type crisis, F(6,154) = 7,86, p < 0,001, maar geen significant effect voor het soort krant, F(6,154) = 1,08, p = 0,377. Met de MANOVA werd ook geen significant interactie-effect gevonden, F(6,154) = 0,51, p = 0,801. Uit de resultaten blijkt dat het type crisis een significant effect heeft op vier van de zes frames: zo heeft het type crisis een klein tot middelmatig significant effect op het toepassen van het conflict-frame, F(1,159) = 1,06, p = 0,004, 2 = 0,05 (Mverschil = 0,162, p = 0,004) een klein tot middelmatig significant effect op het toepassen van het responsibility-frame, F(1,159) = 0,53, p = 0,012, 2 = 0.04 (Mverschil = 0,114, p = 0,012), een middelmatig effect op het toepassen van het crisis-frame, F(1,159) = 2,28, p < 0,001, 2 = 0,13 (Mverschil = 0,238, p < 0,001), en een middelmatig tot groot effect op het toepassen van het blame-frame, F(1,159) = 3,33, p < 0,001, 2 = 0,19 (Mverschil = 0,287, p < 0,001). Het soort krant heeft alleen een significant klein effect op het human-interest-frame, F(1,159) = 0,50, p = 0,025, 2 = 0,03 (Mverschil = 0,111, p = 0,025). Ook is er getest voor eventuele interactie-effecten van type crisis en het soort krant. Hier blijken geen significante resultaten voor te zijn.

(18)

In tabel 3 staat uitgewerkt hoe de onafhankelijke variabelen de mate van

aanwezigheid van een frame beïnvloeden. De waarden variëren hierbij tussen de 0,00 (het

frame is geheel niet aanwezig) tot 1,00 (het frame is in zijn geheel aanwezig). De resultaten

van de MANOVA zijn in grove mate ook te herleiden wanneer de tabel wordt bestudeerd. Zo komen zowel het conflict-frame als het human-interest-frame gemiddeld het vaakst voor in de kwaliteitskranten. Dit geldt voor beide crisisorganisaties. Uit de variantie analyse werd echter al duidelijk dat dit verband alleen significant is voor het human-interest-frame. Zoals ook duidelijk werd uit de variantie analyse, is het verschil in framegebruik voor de

verschillende typen crisis. Dit verschil is ook te herleiden uit de tabel: zowel het conflict-frame, het responsibility-conflict-frame, het crisis-frame en het blame-frame komen gemiddeld vaker voor in artikelen over de crisis van Volkswagen.

Tabel 3

Aanwezigheid van frames, gespecificeerd op organisatie en soort krant

Frame Organisatie Soort krant M SD Fcrisis p Fkrant p Conflict-frame Volkswagen Populaire kranten 0,391 0,053 8,630 0,004 0,704 0,403

Kwaliteitskranten 0,443 0,052

Toyota Populaire kranten 0,235 0,060

Kwaliteitskranten 0,275 0,055

Human-interest-frame

Volkswagen Populaire kranten 0,209 0,048 1,513 0,220 5,116 0,025

Kwaliteitskranten 0,330 0,046

Toyota Populaire kranten 0,159 0,053

Kwaliteitskranten 0,260 0,049

Responsibility-frame

Volkswagen Populaire kranten 0,544 0,043 6,471 0,012 0,201 0,654

Kwaliteitskranten 0,552 0,042

Toyota Populaire kranten 0,418 0,049

Kwaliteitskranten 0,450 0,045

(19)

frame Kwaliteitskranten 0,430 0,056

Toyota Populaire kranten 0,388 0,065

Kwaliteitskranten 0,325 0,060

Crisis-frame Volkswagen Populaire kranten 0,519 0,047 24,553 0,000 0,003 0,959

Kwaliteitskranten 0,565 0,045

Toyota Populaire kranten 0,329 0,052

Kwaliteitskranten 0,350 0,048

Blame-frame Volkswagen Populaire kranten 0,488 0,045 38,321 0,000 1,118 0,292

Kwaliteitskranten 0,513 0,043

Toyota Populaire kranten 0,176 0,051

Kwaliteitskranten 0,250 0,047

Noot. Gemiddelde aanwezigheid van frame varieert tussen de 0,00 (het frame is geheel niet aanwezig) tot 1,00 (het frame is geheel aanwezig)

Tot slot zal de onderzoeksvraag worden behandeld. De onderzoeksvraag luidt: In hoeverre is

er een verschil in de aanwezigheid van frames in de berichtgeving in Nederlandse kranten over de preventable crisis van Volkswagen en de accidental crises van Toyota?

Met een logistische regressie analyse kan men de grootte van de kans dat een specifiek frame voorkomt in een nieuwsartikel voorspellen. Voor ieder frame is een aparte logistische regressieanalyse uitgevoerd. Daarbij werden de invloed van type crisis en krantensoort op de waarschijnlijkheid dat een frame is toegepast in een krantenartikel over een crisis getest.

Het logistische regressiemodel voor het conflict-frame is statistisch significant, 2(2) = 8,92, p = 0,012. Dit betekent dat het model met de variabelen type crisis en soort krant een betere voorspeller is van de aanwezigheid van het conflict-frame dan wanneer deze

variabelen niet zouden worden opgenomen in het model. Het model verklaart voor 7,3% (Nagelkerke R2) de totale variantie in het model. Het verband tussen type crisis en de kans op aanwezigheid van het conflict-frame is significant positief (B = 1,011, df = 1, p < 0,001). De Odds ratio is 2,75. Dit houdt in dat wanneer de preventable crisis van Volkswagen onderwerp van het nieuwsbericht is, de kans op aanwezigheid van het conflict-frame met 2,75 toeneemt. Het verband tussen soort krant en de kans op aanwezigheid van het

(20)

conflict-frame is niet significant (B = -0,130, df = 1, p = 0,878). Het soort krant is dus geen goede voorspeller van de aanwezigheid van het conflict-frame.

Ook voor het human-interest-frame is het logistische regressiemodel statistisch significant, 2(2) = 10,40, p = 0,006. Het model met de variabelen type crisis en soort krant is een betere voorspeller van de aanwezigheid van het human-interest-frame dan een model zonder deze variabelen. Het model verklaart voor 9,6% (Nagelkerke R2) de totale variantie in het model. Het verband tussen type crisis en de kans op aanwezigheid van het human-interest-frame is niet significant (B = 0,804, df = 1, p = 0,052). Het soort krant heeft echter wel een significant verband met de aanwezigheid van het human-interest-frame (B = -1,053, df = 1, p < 0,012). De Odds ratio is 0,35. Dit houdt in dat wanneer een nieuwsbericht over de crises in een populaire krant staat, de kans op aanwezigheid van het human-interest-frame met 0,35 vermenigvuldigd wordt, oftewel: de kans neemt af.

Het logistische regressiemodel voor het responsibility-frame is niet statistisch

significant, 2(2) = 4,89, p = 0,087. Het model met de variabelen type crisis en het soort krant is geen betere voorspeller van de aanwezigheid van het responsibility-frame dan een model zonder deze twee variabelen. Uit de analyse blijkt echter wel dat het verband tussen type crisis en de kans op aanwezigheid van het responsibility-frame significant positief is (B = 0,700, df = 1, p = 0,029). De Odds ratio is 2,01. Wanneer de preventable crisis van Volkswagen onderwerp van het nieuwsartikel is, is de kans op aanwezigheid van het responsibility-frame 2,01 keer hoger dan wanneer de accidental crises van Toyota wordt behandeld. Het verband tussen soort krant en de kans op aanwezigheid van het

responsibility-frame is niet significant (B = -0,075, df = 1, p = 0,814). Het soort krant is daarom geen goede voorspeller van de aanwezigheid van het responsibility-frame.

Vervolgens het logistische model voor het economic-frame. Dit model is niet statistisch significant, 2(2) = 0,90, p = 0,639. Het model met de variabelen type crisis en soort krant is geen goede voorspeller van de aanwezigheid van het economic-frame. Om te testen of er inderdaad geen sprake is van een verband tussen de drie variabelen, is er een interactie-variabele toegevoegd aan de logistische regressieanalyse: type crisis*soort krant. Ook met toevoeging van deze interactie-variabele blijkt het model echter niet significant,

2(3) = 4,37, p = 0,224.

Het logistische regressiemodel voor de aanwezigheid van het crisis-frame is

daarentegen wel statistisch significant, 2(2) = 23,44, p < 0,001. De variabelen type crisis en soort krant in een model zijn goede voorspellers van de aanwezigheid van het human-interest-frame. Het model verklaart voor 17,9% (Nagelkerke R2) de totale variantie. Het verband tussen type crisis en de kans op aanwezigheid van het frame is significant positief (B = 1,571, df = 1, p < 0,001). De Odds ratio is 4,81. Een nieuwsartikel over de preventable

(21)

crisis van Volkswagen vergroot de kans op aanwezigheid van het crisis-frame met 4,81. Het soort krant heeft echter geen significant effect op de aanwezigheid van het crisis-frame (B = 0,260, df = 1, p = 0,443).

Tot slot het logistische regressiemodel voor aanwezigheid van het blame-frame. Dit model is statistisch significant, 2(2) = 23,48, p < 0,001. Hiermee kan worden vastgesteld dat een model met de variabelen type crisis en soort krant een betere voorspeler is van

aanwezigheid van het blame-frame dan een model zonder deze variabelen. Het model verklaart voor 18,4% (Nagelkerke pseudo R2) de totale variantie. Het verband tussen type crisis en de kans op aanwezigheid van het blame-frame is significant positief (B = 1,648, df = 1, p < 0,001). Nieuwsartikelen over de preventable crisis van Volkswagen verhogen de kans op aanwezigheid van het blame-frame met 5,20 in vergelijking met artikelen die berichten over de accidental crises van Toyota. Voor de kans van aanwezigheid van het blame-frame geldt ook hier: geen significant verband met het soort krant (B = -0,571, df = 1, p = 0,145).

Conclusie en discussie

Conclusie

Dit onderzoek had als doel het verkrijgen van meer inzicht in de framing van

nieuwsartikelen over crisisorganisaties. De crises zijn onderscheiden op basis van de mate van verantwoordelijkheid van de organisatie voor de crisis, waarbij de crisis van Volkswagen is beschreven als een preventable crisis en de crises van Toyota als accidental crises werden gezien. De volgende onderzoeksvraag stond hierbij centraal:

In hoeverre is er een verschil in de aanwezigheid van frames in de berichtgeving in Nederlandse kranten over de preventable crisis van Volkswagen en de accidental crises van

Toyota?

Allereerst kon worden opgemerkt dat over de Volkswagencrisis meer is bericht in de Nederlandse kranten dan over de crises van Toyota. Galtung en Ruge (1965) geven hier een mogelijke verklaring voor. Men beschouwt nieuws als belangrijker wanneer een crisis in de omgeving plaatsvindt of wanneer zijzelf worden beïnvloed door de crisis. Mogelijk heeft het aantal Nederlandse gedupeerden van de crises aan het verschil in berichtgeving

bijgedragen: het aantal teruggeroepen auto’s van Volkswagen in Nederland lag hoger dan het aantal auto’s van Toyota (RTL nieuws, 2015; Telegraaf, 2013). Nieuwsmedia hebben de nieuwswaarde van de crisis van Volkswagen daarmee mogelijk als relevanter beschouwd, en daar de berichtgeving op aangepast.

Verschillen bleken niet alleen aanwezig in de mate van media-aandacht voor de crises: ook de aanwezigheid van de frames in de berichtgeving over de preventable crisis

(22)

van Volkswagen en de accidental crises van Toyota verschilde. Wanneer een onderscheid werd gemaakt in de issue specifieke frames en de algemene frames, werd duidelijk dat de algemene frames veelvuldig worden gebruikt in de crisisberichtgeving in de kranten. Dit is in overeenkomst met de bevindingen van Semetko en Valkenburg (2000), maar spreekt de onderzoeksbevindingen van Borah (2011) tegen. Het algemene responsibility-frame was het meest toegepaste frame in de nieuwsberichten. Dit frame lijkt een passend frame te zijn voor de crises, aangezien men van nature zoekt naar oorzaken en verantwoordelijken voor een crisis (Coombs, 2007b). Ook het issue specifieke crisis-frame werd vaak aangetroffen in de nieuwsartikelen: na het responsibility-frame werd het crisis-frame het meest gebruikt in de berichtgeving over de crises. Dit indiceert dat journalisten in staat zijn om te schrijven over de specifieke context en kenmerken van een issue, waarbij een invalshoek wordt gehanteerd die kenmerkend is voor crisissituaties. Issue specifieke frames werden vaker toegepast in de berichtgeving over de crisis van Volkswagen. De algemene frames waren voornamelijk aanwezig in de crisesberichtgeving over Toyota.

De analyses waarbij de frames afzonderlijk werden vergeleken met het type crisis als de onderscheidende factor, hebben aangetoond dat het type crisis effect heeft op

aanwezigheid van vier frames. Het conflict-frame, het responsibility-frame, het crisis-frame en het blame-frame werden vaker toegepast wanneer er werd bericht over de preventable crisis van Volkswagen. Daarbij kon ook worden vastgesteld dat wanneer de preventable crisis onderwerp van het nieuwsbericht was, de kans op aanwezigheid van één van deze frames toenam ten opzichte van berichtgeving over de accidental crises van Toyota.

Niet alleen de invloed van het type crisis, maar ook de invloed van het soort krant is vastgesteld. Uit de resultaten bleek dat het soort krant effect heeft op het voorkomen van het human-interest-frame in de crisisberichtgeving. Dit effect was echter anders dan op basis van eerdere bevindingen in de literatuur verwacht kon worden (Semetko & Valkenburg, 2000). Het human-interest-frame kwam in de crisisberichtgeving meer voor in de kwaliteitskranten dan in de populaire kranten. Met deze kwantitatieve studie kan geen

verklaring worden gegeven voor dit onverwachte verschijnsel. Het human-interest-frame was over het algemeen relatief weinig aanwezig in de berichtgeving over de crises. Mogelijk is het human-interest-frame voornamelijk aanwezig in televisienieuws, en minder in

nieuwsartikelen in kranten. Deze potentiele verklaring is in overeenstemming met de bevindingen van Semetko en Valkenburg (2000).

Voor één van de frames, het economic-frame, zijn geen effecten van zowel type crisis als het soort krant gevonden. Aanwezigheid van dit frame lijkt op basis van andere

(23)

interactie-effecten tussen type crisis en het soort krant op de aanwezigheid van frames. Afwezigheid van interactie-effecten indiceert dat verschillende kranten geen andere frames toepassen voor een verschillende crisisorganisatie.

Tot slot kon worden vastgesteld dat zowel het type crisis als het soort krant geen invloed hebben op de mate waarin de crisisorganisatie aan het woord werd gelaten in de nieuwsberichten.

Geconcludeerd kan worden dat het type crisis effect heeft op de aanwezigheid van frames. Nieuwsberichtgeving over de Volkswagencrisis bevatten vaker het conflict-frame, het responsibility-frame, het crisis-frame of het blame-frame dan nieuwsartikelen over de crisis van Toyota. Wanneer daarbij inhoudelijk naar het type crisis wordt gekeken, kan worden vastgesteld dat de mate van verantwoordelijkheid voor de crisis een belangrijke rol speelt voor de manier van berichtgeving. Hierbij bleek dat het soort krant, kwaliteit of populair, geen significante rol speelt.

Discussie

Het onderzoek kent enkele limitaties voor de validiteit van het onderzoek.

Ten eerste bestond het onderzoek uit een kleine steekproef. Dit kan worden verklaard door de korte beschikbare tijd voor de analyses en de kleine populatie. De kleine steekproef heeft mogelijk gezorgd voor niet significante resultaten, die in werkelijkheid wel statistisch significant kunnen zijn. Dit brengt de betrouwbaarheid en validiteit van de getrokken conclusies mogelijk is gevaar. In volgend onderzoek zou, indien de beschikbare tijd dit toelaat, kunnen worden gewerkt met een grotere steekproef. Hoewel een grotere steekproef voor Toyota niet mogelijk was, de gehele populatie is immers geanalyseerd, kan worden gekozen voor het opnemen van nieuwsberichtgeving over soortgelijke crises.

Hoewel de steekproef relatief klein was, kan worden gesteld dat, doordat er is gewerkt met een censussteekproef voor de crises van Toyota, de externe validiteit naar berichtgeving over de crises van Toyota hoog is. Steekproeftrekking brengt het risico met zich mee dat de steekproef niet representatief is voor de populatie. Gezien het feit dat de gehele populatie nieuwsartikelen over de Toyotacrises is geanalyseerd, heeft dit risico geen rol gespeeld in dit onderzoek.

In het onderzoek zijn vier variabelen opgenomen die een

intercodeursbetrouwbaarheidswaarde hadden van lager dan 0,67. Hoewel deze variabelen dus niet betrouwbaar zijn gecodeerd door de verschillende onderzoekers, zijn deze

(24)

variabelen wel meegenomen in de schaalconstructie en de verdere analyses. De variabelen leken van waarde voor de schalen, en verdere coderingen vonden plaats door alle

onderzoekers waardoor kans op vertekening door misinterpretaties van één codeur werd gereduceerd. In vervolgonderzoek is een intensievere training van de codeurs aan te raden, waarbij ook het codeboek mogelijk uitgebreider getest kan worden.

Hoewel het onderzoek gefocust was op crises van slechts twee organisaties uit één branche, bleek het issue-specifieke crisis-frame, dat is gevormd op basis van literatuur over crises in meer algemene context (Coombs, 2007; Seeger et al., 2003; Russel et al., 2016), ook goed aan te sluiten bij de crises van Volkswagen en Toyota. Dit maakt dat niet alleen het codeboek, maar ook de resultaten mogelijk bruikbaar en generaliseerbaar zijn naar andere sectoren op de Nederlandse markt. Door middel van het codeboek was het mogelijk om aanwezigheid van het crisis-frame, dat niet specifiek gericht was op crises in de

autobranche, duidelijk te herleiden. Mogelijk geeft het crisis-frame dan niet alleen

waardevolle betekenis aan preventable en accidental crises in de autobranche, maar ook voor crises in andere sectoren waar de verantwoordelijkheid van de organisatie een rol speelt. Met nieuw onderzoek, gefocust op andere sectoren en crises, kan worden

vastgesteld of het crisis-frame dat in dit onderzoek is opgesteld ook daadwerkelijk bruikbaar en valide is in andere sectoren.

Implicaties.

De resultaten bieden een basis voor vervolgonderzoek naar de effecten van de mate van verantwoordelijkheid van een crisisorganisatie op de reputatie en de mening van het publiek. Met dit onderzoek is aangetoond dat het type crisis, waarbij verantwoordelijkheid de onderscheidende factor was, invloed heeft op de aanwezigheid van frames in de

nieuwsberichtgeving over de crisis. Zoals eerdere onderzoeken (Young, 2016; Tversky & Kahneman, 1981; Hong, 2012) al duidelijk maken, heeft de aanwezigheid van verschillende frames effect op de perceptie van het publiek. In deze onderzoeken zijn echter nog geen uitspraken gedaan over de relatie tussen crisisorganisaties, framing en reputaties. Daarnaast kan worden onderzocht of aangepaste PR van een crisisorganisatie de berichtgeving en framing in kranten beïnvloedt. Resultaten hiervan kunnen weer worden verbonden aan bevindingen over de effecten van frames op de attitude.

Het onderzoek heeft naast wetenschappelijke waarde ook waarde voor de

maatschappij. Zo kunnen communicatieadviseurs van organisaties in crisis of organisaties die aan het beginpunt van een crisis verkeren, de resultaten gebruiken in het vormen van de crisiscommunicatie. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat de crisiscommunicatie van

(25)

invloed is op de wijze van berichtgeving (Coombs, 2007a; Taylor & Perry, 2005).

Professionals binnen een crisisorganisatie kunnen, afhankelijk van de verantwoordelijkheid, overwegen bepaalde aspecten meer te benadrukken waardoor de schuld voor de crisis een minder saillante factor in de crisiscommunicatie en nieuwsberichtgeving over de crisis wordt. Dit kan vervolgens de reputatie van de crisisorganisatie ten goede komen.

Deze thesis had als doel het verkrijgen van inzicht in de aanwezigheid van frames in de krantenberichtgeving over de crises van Volkswagen en Toyota. Het blijkt dat de

verantwoordelijkheid van een organisatie van invloed is op de framing in nieuwsberichten. Wanneer een organisatie verantwoordelijk is voor een crisis, wordt er vaker gebruik gemaakt van een invalshoek waarbij de organisatie als schuldig wordt bevonden en de situatie als nadeliger en onverwacht wordt geschetst.

Hoogstwaarschijnlijk wordt er bij Volkswagen in de toekomst eens extra nagedacht voordat aanpassingen aan de auto’s worden gedaan die duur kunnen komen te staan, zowel in kosten als in de nieuwsberichtgeving. Want: wie verantwoording heeft, zal het krijgen..

(26)

Literatuur

A mucky business; The Volkswagen scandal. (2016, 26 september). Verkregen van

http://www.economist.com/news/briefing/21667918-systematic-fraud-worlds-biggest-carmaker-threatens-engulf-entire-industry-and

An, S.K. & Gower, K.K. (2009). How do the news frame crises? A content analysis of crisis news coverage. Public Relations Review, 35(2), 107–112. doi:

10.1016/j.pubrev.2009.01.010

Bakker, P., & Scholten, O. (2006). Communicatiekaart van Nederland: Overzicht van media

en communicatie. Alphen a/d Rijn: Kluwer.

Boesman, J., d’Haenens, L., & Van Gorp, B. (2015). Triggering the news stories:

Reconstructing reporters’ newsgathering practices in the light of newspaper type, newsroom centralization, reporters’ autonomy and specialization. Journalism Studies,

16(6), 904–922. doi: 10.1080/1461670X.2014.953783

Borah, P. (2011). Conceptual issues in framing theory: A systematic examination of a decade’s literature. Journal of Communication, 61(2), 246–263. doi: 10.1111/j.1460-2466.2011.01539.x

Choi, J. (2011). A content analysis of BP’s press releases dealing with crisis. Public

Relations Review, 38(3), 422-429. doi: 10.1016/j.pubrev.2012.03.003

Coombs, W.T. (2004). Impact of past crises on current crisis communication: insights from situational crisis communication theory. International Journal of Business

Communication, 41(3), 265–289. doi: 10.1177/0021943604265607

Coombs, W.T. (2007a). Protecting organization reputations during a crisis: The development and application of situational crisis communication theory. Corporate reputation

review, 10(3), 163–176. doi: 10.1057/palgrave.crr.1550049

Coombs, W.T. (2007b). Attribution Theory as a guide for post-crisis communication research.

Public Relations Review, 33(2), 135–139. doi: 10.1016/j.pubrev.2006.11.016

Coombs, W.T. (2010). Parameters for crisis communication. In W.T. Coombs & S.J. Holladay (Eds.), The handbook of crisis communication (pp.65-90). Malden, MA: Blackwell. Coombs, W.T., & Holladay, S.J. (1996). Communication and attributions in a crisis: an

experimental study of crisis communication. Journal of Public Relation Research, 8, 241–259. doi: 10.1207/s1532754xjprr0804_04

Coombs, W.T., & Holladay, S.J. (2002). Helping crisis managers protect reputational assets: Initial tests of the situational crisis communication theory. Management

Communication Quarterly, 16(2), 165–186. doi: 10.1177/089331802237233

Coombs, W.T., & Holladay, S.J. (2006). Unpacking the halo effect: reputation and crisis management. Journal of Communication management, 10(2), 123–137. doi: 10.1108/13632540610664698

Coombs, W.T., & Timothy, W. (2004). Impact of past crises on current crisis communication: insights from Situational Crisis Communication Theory. The Journal of Business

(27)

De Telegraaf. (2013, 11 april). Grote terugroepactie Japanse autofabrikanten. Geraadpleegd van http://www.telegraaf.nl/dft/nieuws_dft/21468685/__Grote_terugroepactie_

Japanse_autofabrikanten__.html

Di Gregorio, M., Price, S.H., Saunders, C.E., & Brockhaus, M. (2012). Code book for the analysis of media frames in articles of REDD. CIFOR, Bogor, Indonesia. Verkregen van http://www.cifor.org/publications/pdf_files/Books/BBrockhaus1202.pdf

Doe mee met de massaclaim. (2015). Verkregen van http://www.volkswagenaudiclaim.nl/ Entman, R.M. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of

Communication, 43(4), 51–58. doi: 10.1111/j.1460-2466.1993.tb01304.x

Fiske, S.T., & Taylor, S.E. (1991). Social cognition (2nd ed.) New York: McGraw-Hill

Galtung, J., & Ruge, M. (1965). The structure of foreign news: the presentation of Congo, Cuba and Cyprus crises in four Norwegian newspapers. Journal of International

Peace Research, 2(1), 64–91. doi: 10.1177/002234336500200104

Hong, S.C. (2012). Scare sells? A framing analysis of news coverage of recalls Chinese products. Asian Journal of Communication, 23(1), 86 –106. doi:

10.1080/01292986.2012.717090

Ihlen, O., & Pallas, J. (2014). Mediatization of Corporations. Handbook on mediatization of

Communication (pp.423–441). Berlin: De Gruyer Mouton.

Lock, I., & Seele, P. (2015). Quantitative content analysis as a method for business ethics research. Business Ethics: A European Review, 24(1), 24–40. doi:

10.1111/beer.12095

Kim, H.J., & Cameron, G.T. (2011). Emotions matter in crisis: The role of anger and sadness in the publics response to crisis news framing and corporate crisis response.

Communication Research, 38(6), 826–855. doi: 10.1177/0093650210385813

Mason, A.M. (2014). The impact of media frames and treatment responsibility within the Situational Crisis Communication theory framework. Corporate Reputation Review,

17, 78–90. doi: 10.1057/crr.2013.26

Meer, T.G.L.A. van der, & Verhoeven, P. (2012). Public framing organizational crisis situations: Social media versus news media. Public Relations Review, 39(3), 229– 231. doi: 10.1016/j.pubrev.2012.12.001

Meer, T.G.L.A. van der, Verhoeven, P., Beentjes, H., & Vliegenthart, R. (2014). When frames align: The interplay between PR, news media, and the public in times of crisis. Public

Relations Review, 40(5), 751–761. doi: 10.1016/j.pubrev.2014.07.008

Meijer, M.M., & Kleinnijenhuis, J. (2006). Issue news and corporte reputation: Applying the theories of agenda setting and issue ownership in the field of business

communication. Journal of Communication,(3), 543–559. doi: 10.1111/j.1460-2466.2006.00300.x

Mitroff, I.I. (1988). Crisis management: Cutting through confusion. Sloan Management

Review, 29(2), 15–20. Verkregen van http://search.proquest.com.proxy.uba.uva.nl:

(28)

Mitroff, I.I., & Anagnos, G. (2001). Managing crises before they happen: What every executive and manager needs to know about crisis management. Chicago: AMACOM.

Pearson, C.M., & Mitroff, I.I. (1993). From crisis prone to crisis prepared: A framework for crisis management. The Academy of Management Executive, 7(1), 48–59. doi: 10.5465?AME.1993.9409142058

Petrovici, A. (2014). PR in Crisis Situations. A Case Study. Procedia - Social and Behavioral

Sciences, 149, 714-718. doi: 10.1016/j.sbspro.2014.08.269

RTL nieuws. (2015, 29 september). Terugroepactie: moet mijn Volkswagen naar de garage? Geraadpleegd van http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/terugroepactie-moet-mijn-volkswagen-naar-de-garage

Russell, K., Gates, G., Keller, J., & Watkins, D. (2016). How Volkswagen is grappling with its diesel perception. Verkregen van http://www.nytimes.com/interactive/2015/

business/international/vw-diesel-emissions-scandal-explained.html?_r=0

Schaap, G., & Pleijter, A. (2012). Sensationalism in front page photographs: Content analysis of Dutch popular and quality newspapers. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap,

40(1), 71–87. Verkregen van http://www.boomlemmatijdschriften.nl.proxy.uba.uva.nl:

2048/tijdschrift/TCW/2012/1/TCW_1384-6930_2012_040_001_005

Schultz, F., Kleinnijenhuis, J., Oegema, D., Utz, S., & Van Atteveldt, W. (2012). Strategic framing in the BP crisis: A semantic network analysis of associative frames. Public

Relations Review, 38(1), 97–107. doi: 10.1016/j.pubrev.2011.08.003

Seeger, M.W., Sellnow, T.L., & Ulmer, R.R. (2003). Communication and organizational crisis. Westport, CT: Greenwood Publishing Group. Verkregen van https://books.google.nl/ books?id=hJ1x7kOAKtoC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&c ad=0#v=onepage&q&f=false

Semetko, H.A., & Valkenburg, P.M. (2000). Framing European politics: a content analysis of press and television news. Journal of Communication, 50(2), 93–109. doi:

10.1111/j.1460-2466.2000.tb.02843.x

Shanin, S. (2015, 21 juli). Framing “Bad news”: Culpability and innocence in news coverage of tragedies. Journalism Practice, 1–18. doi: 10.1080/17512786.2015.1044556 Schultz, F., Utz, S., & Göritz, A. (2011). Is the medium the message? Perceptions of and

reactions to crisis communication via Twitter, blogs and traditional media. Public

Relations Review, 37(1), 20–27. doi: 10.1016/j.pubrev.2010.12.001

Taylor, M., & Perry, D.C. (2005). Diffusion of traditional and new media tactics in crisis communication. Public Relations Review, 31(2), 209–217. doi: 10.1016/

j.pubrev.2005.02.018

Tian, Y., & Stewart, C. (2005). Framing the SARS Crisis: A computer-assisted text analysis of CNN and BBC online news reports of SARS. Asian Journal of Communication,

15(3), 289–301. doi: 10.1080/01292980500261605

Tiel, S. van (2013). Bestuurskundig onderzoek: Een methodologische inleiding (2e ed.). Bussum, Nederland: Coutinho

Tversky, A., & Kahneman, D. (1981). The framing of decisions and the psychology of choice.

(29)

Vincze, H.O. (2014). ‘The Crisis’ as a journalistic frame in Romanian news media. European

Journal of Communication, 29(5), 567–582. doi: 10.1177/0267323114541610

Vreese, C.H. de (2005). News framing: Theory and typology. Information design journal+

document design, 13(1), 51–62. doi: 10.1075/idjdd.13.1.06vre

Vreese, C.H. de, Peter, J., & Semetko, H.A. (2001). Framing politics as the launch of the euro: A cross-national comparative study of frames in the news. Political

Communications, 18(2), 107–122. doi: 10.1080/105846001750322934

Young, K. (2016). Understanding publics’ perception and behaviors in crisis communication: Effects of crisis news framing and publics’ acquisition, selection, and transmission of information in crisis situations. Journal of Public Relations Research, 28(1), 35–50. doi: 10.1080/1062726X.2015.1131697

(30)

Appendix A: Codeboek

Onderstaande vragenlijst dient door de codeur te worden ingevuld. Lees eerst het gehele nieuwsartikel door alvorens de vragen te beantwoorden. Dit is belangrijk om zo de context van een zin vast te kunnen stellen. Wanneer er onduidelijkheid is over de vraag of de antwoordcategorieën is het verstandig contact op te nemen met de andere codeurs om zo systematische fouten te voorkomen.

Zowel de registratie-eenheid als de context-eenheid is het hele nieuwsartikel. Aanwezigheid van een frame kan slechts nauwkeurig worden vastgesteld wanneer het hele artikel wordt gelezen en beoordeeld

“To frame is to select some aspects of a perceived reality and make them more salient in a communicating text, in such a way as to promote a particular problem definition, causal interpretation, moral evaluation, and/or treatment recommendation for the item described.”

(Entman, 1993, p. 52)

Algemene variabelen

Q1: Artikelnummer

_______

Artikelnummer toegekend op basis van chronologie Lexis Nexis

Q2: De kop van het artikel

_______

Wanneer het artikel een titel en ondertitel heeft, geef dan de titel; ondertitel aan.

Q3: Relevantie nieuwsbericht

Is het artikel relevant voor één van de onderzoeken?

De relevantie van het artikel voor de verschillende onderzoeken kan worden vastgesteld aan de hand van de volgende kenmerken: staan aspecten van de crisis centraal in het artikel en wordt de organisatie hierbij genoemd? De artikelen zijn relevant wanneer deze betrekking hebben op:

De Libor-fraude bij de Rabobank

De kernramp bij kerncentrale Fukushima De terugroepactie bij Toyota

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The neo- institutionalist approach explains the mechanism that pressures firms to conform to institutional environments (Meyer and Rowan 1977; DiMaggio and Powell

Omdat er weinig elektrische auto's worden verkocht, zijn de ontwikkelingskosten per auto hoog en dus blijft de prijs hoog.. Volkswagen wil hier verandering

Figuur 26 laat zien hoe deze vestigingen zijn verdeeld over de verschillende branches, grootteklassen en stedelijkheid (regio). Deze steekproef is gestratificeerd naar

Belanghebbenden kunnen tot en met donderdag 17 november 2016 beroep instellen tegen het door Provinciale Staten genomen besluit tot vaststelling van het PIP HOV in ’t

Koop een Premium Kentekencheck om alle afkeuringen, reparaties en adviespunten te

Koop een Premium Kentekencheck om alle afkeuringen, reparaties en adviespunten te

In de vijftien jaar dat de Golf GTI gebouwd wordt, heeft hij van zijn vele fans alle moge- lijke namen gekregen..

Onderhuids is de Touran namelijk gebaseerd op de Volkswagen Passat, alleen zijn de componenten anders gerangschikt om tot een auto met meer inhoud te