• No results found

Coderingen

A1: Artikelnummer

A2: Uit welke nieuwsbron is het item afkomstig? 1= NRC Handelsblad

2= De Volkskrant 3= Algemeen Dagblad 4= Telegraaf

A3: Datum van publicatie van het verhaal? Codeer in ddmmjj formaat.

Voorbeeld: 2 Maart 2016 wordt 02032016 A4: Is dit artikel relevant?

0 = Nee 1 = Ja

 Nee= slechts als voorbeeld in een zin/minder dan 3 regels over het onderwerp in artikel.

 Ja= als minstens een gehele alinea over het (mogelijke) faillissement van de bedrijven gaat.

A5: Welk bedrijf staat centraal in het item?

Bij deze vraag kan het zijn dat een ander bedrijf centraal staat zoals het UWV, in dit geval wordt het bedrijf gecodeerd die in combinatie wordt genoemd dit bedrijf. (bv. Het UWV draait overuren nu dat het personeel van V&D op straat staat. > codeer 1) 1= Vroom & Dreesmann/V&D/ Sun Capital

2= Etam Group Retail/ Miss Etam/ Promiss

3= Macintosh/ Invito/ Manfield/ Pro Sport/ Dolcis/ Scapino/ Steve Madden 4= een combinatie van de bovengenoemde organisaties

V1: Aanwezigheid verantwoordelijkheidsframe Signaalwoorden:

verantwoordelijk/schuldig/door/verwijten/beschuldigen/aansprakelijk/veroorzaken/toerekenba ar

V1.1: Suggereert het artikel (een) oplossing(en) voor het (voorkomen van het) faillissement? Op het moment dat er verwezen wordt naar een doorstart of mogelijke doorstart moet

deze vraag met Ja beantwoord worden. 0 = Nee, 1 = Ja

V1.2: Suggereert de tekst dat een bepaalde groep (werknemers) of organisatie (de bedrijven of regering) in staat is OF was in staat om bijdrage te leveren voor het voorkomen van het

faillissement OF aan het verwezenlijken van een doorstart?

Op het moment dat in het artikel regelgevende en/of financiele steun wordt aangeboden in het artikel voor een doorstart moet deze vraag met Ja beantwoord worden.

0 = Nee, 1 = Ja

V1.3: Suggereert de tekst dat het bedrijf/de eigenaren van het bedrijf zelf verantwoordelijk is voor het faillissement?

Er moet letterlijk verwezen worden naar het bedrijf als de schuldige.

Wanneer het artikel suggereert dat het bedrijf zelf anders had moeten handelen om het faillissement te voorkomen wordt deze vraag met Ja beantwoord.

0 = Nee, 1 = Ja

V1.4 Suggereert de tekst dat een andere groep (individu, consumenten) dan het bedrijf of een bepaalde trend (internetverkoop/warm weer) verantwoordelijk is voor het faillissement?

Wanneer het artikel suggereert dat het failliete bedrijf werd tegenwerkt door een ander bedrijf OF trend (etc.) wordt dit artikel met Ja beantwoord.

bv. Een kwart van de stemmers denkt dat de vakbonden hierdoor (mede) schuld zijn aan het faillissement van de warenhuisketen. / Maar de allergrootste boosdoener was toch wel internet, zegt het bedrijf zelf.

0 = Nee, 1 = Ja

V1.5: Suggereert de tekst dat het faillissement onmiddellijk ingrijpen behoeft of nodig heeft gehad?

Er moet hierbij verwezen worden naar signaalwoorden als ‘snel’ ‘onmiddellijk’ ‘spoed’ etc.

Er is duidelijk sprake van een groot probleem wat snel moet worden opgelost. Hierbij wordt er gerefereerd naar spoedvergaderingen/snelle maatregelingen. - Dit kan ook zijn dat er kritiek wordt geleverd op het niet snel handelen.

0 = Nee, 1 = Ja

V2: Aanwezigheid human-interestframe

Signaalwoorden: werknemers/arbeider/arbeidskracht/medewerker/personeel/assistent/emotie/ gevoel/consument/gedupeerden/persoonlijk/privé/ontslagen

V2.1 Geeft het artikel een menselijk voorbeeld of een menselijk gezicht aan het issue? Hierbij moet vooral een voorbeeld worden verteld van een persoon en/of een verhaal

bij deze persoon. (Een verhaal/situatie van een medewerker wordt verteld, vb. Rita heeft 25 jaar bij V&D gewerkt...)

0 = Nee, 1 = Ja

V2.2 Gebruikt het verhaal bijwoorden of een beschrijving van een persoonlijke situatie die gevoelens van woede, empathie, sympathie of compassie oproepen?

Hierbij moet een gevoel of emotie letterlijk genoemd worden in het artikel. (vb. Rita is emotioneel...)

0 = Nee, 1 = Ja

V2.3 Legt de tekst nadruk op directe gevolgen voor individuen en groepen (bv. werknemers/consumenten/werknemers van andere bedrijven) door het faillissement?

Een gevolg van een persoon of groep wordt genoemd. (Vb. De werknemers zijn ontslagen en moeten opzoek naar een nieuwe baan)

0 = Nee, 1 = Ja

V2.4 Gaat het verhaal in op het privé of persoonlijke leven van de actoren? *

Niet werk-gerelateerd zaken. Hierbij besteedt het artikel aandacht aan een persoon en zijn of haar persoonlijke situatie. (Vb. Het winkelbeeld is erg veranderd voor de inwoners van Doetinchem)

0 = Nee, 1 = Ja

*Deze variabele is verwijderd doordat de S-Lotus waarde te laag was.

V2.5 Gaat het verhaal in op consumenten als slachtoffers van het faillissement?

Hierbij worden dus consumenten geaffecteerd door het faillissement. Hierbij moet verwezen worden dat dit een nadeel is voor de consument en/of dat de consument het jammer vindt. (Vb. Rita kan helaas geen koffer meer halen bij de V&D./ Volgens ING heeft het Nederlandse consumentenvertrouwen een ,,flinke tik'' gekregen door het faillissement van het bedrijf.)

0 = Nee, 1 = Ja

V3: Aanwezigheid conflictframe

Signaalwoorden: conflict/ruzie/onenigheid/verdeeldheid/tegenstrijdig/aanvaring/confrontatie/ geschil/confrontatie/meningsverschil/concurrentie

V3.1 Reflecteert de tekst naar onenigheid tussen werknemers/vakbonden tegenover bedrijven? Hierbij wordt er letterlijk genoemd in het artikel dat er onenigheid/verdeeldheid/etc.

aanwezig is tussen groepen. (Vb. Er is onenigheid/ontevredenheid over arbeidsvoorwaarden tussen vakbonden en het bedrijf.)

0 = Nee, 1 = Ja

V3.2 Staat een externe partij tegenover een het bedrijf omtrent zaken van het faillissement? Zowel de naam als de externe partij als het bedrijf moeten worden genoemd en

daarnaast dat zij tegenover elkaar staan rondom een kwestie over het faillissement. (Vb. De vakbonden staan tegenover het bedrijf omtrent het loonoffer/ Er zijn meerdere partijen in de strijd voor een eventuele overname)

0 = Nee, 1 = Ja

V3.3 Refereert de tekst naar twee kanten of naar meer dan twee kanten van het probleem of issue?

Het standpunt van werknemers, consumenten, vakbonden EN (of twee) bedrijven worden genoemd in het artikel en worden uitgelegd in meer dan twee regels. Er moet duidelijk naar voorkomen wat de standpunten van de partijen precies

inhouden. 0 = Nee, 1 = Ja

V3.4 Verwijst de tekst naar winnaars en verliezers?

Hierbij moet duidelijk blijken dat de ‘verliezer’ als slachtoffer wordt afgebeeld. EN/OF er moet bij een ‘winnaar’ blijken dat de winnaar baat bij het faillissement heeft.

(vb. Modint, de branchevereniging voor mode- en interieurbedrijven, waarschuwde afgelopen week dat leveranciers - met name de kleine - de dupe zijn als V&D failliet gaat/ Zoals altijd is het personeel het kind van de rekening/ Hoewel een potentieel faillissement van de grote ketens V&D , DA en de schoenenwinkelketen Macintosh (Invito, Manfield, Dolcis, Scapino) een drama is voor het personeel, kan het kansen bieden voor grote winkelcentra/ Deze winnaars van het retailspel nemen de plaats in van de verliezers, zoals warenhuis V&D.)

0 = Nee, 1 = Ja

V3.5 Refereert de tekst naar werknemers/consumenten/vakbonden/bedrijven die zich verdedigen tegen kritiek?

De kritiek wordt in het artikel letterlijk benoemd en een partij reageert hier op. (vb. “V&D topman John van der Ent werd vorige week nog bekritiseerd in het

programma PAUW. Zijn reactie op deze kritiek was vel:...”) 0 = Nee, 1 = Ja

V4: Aanwezigheid economisch gevolgframe Signaalwoorden: economie/economisch

gevolg/werkloos(heid)/geld/kosten/schulden/opbrengsten/

winst/omzet/uitgaven/leningen/banken/bedragen/investering/ontslagen/uitkering/WW V4.1
 Worden er in de tekst huidige of toekomstige financiële gevolgen genoemd voor werknemers?

Zowel werknemers van het genoemde bedrijf als voor bedrijven die in contact staan met het bedrijf - zoals schoonmakers

(vb. De werknemers zijn ontslagen en komen nu in de WW terecht/ De koopkracht van de werknemers zullen dalen/De werknemers moeten rekening houden met een lager inkomen de komende tijd.)

0 = Nee, 1 = Ja

V4.2 Wordt er in de tekst gerefereerd naar eventuele (achterstallige) betalingen/schulden/schuldeisers?

Er moet letterlijk verwezen worden in de tekst naar achterstallige betalingen, schulden of schuldeisers.

(vb. De organisatie had nog veel schulden staan bij leveranciers/pandeigenaren) 0 = Nee, 1 = Ja

V4.3 Worden er in de tekst huidige of toekomstige financiële gevolgen genoemd voor schuldeisers

Er moet letterlijk verwezen worden naar problemen die schuldeisers ervaren naar aanleiding van het faillissement.

leveranciers/andere bedrijven die in contact staan met elkaar (vb. De leveranciers komen in financiële problemen terecht/ Ook het schoonmaakbedrijf)

0 = Nee, 1 = Ja

V4.4 Wordt er in de tekst verwezen naar economische consequenties van het faillissement/ een eventuele doorstart/ overname van de bedrijven voor de Nederlandse economie?

Hierbij moet er verwezen worden naar de economische economie en gevolgen voor de Nederlandse economie.

(vb. Door de ontslagen mensen van vele retailorganisaties neemt de koopkracht van deze mensen af/ 14 procent van alle Nederlandse winkels loopt een 'zeer hoog risico' binnen nu en drie jaar leeg te staan./ Volgens de curatoren hebben ze door de transactie ,,een groot deel van de werkgelegenheid" kunnen behouden.) 0 = Nee, 1 = Ja

V.4.5 Wordt het faillissement gelinkt aan de economische crisis?

De economische crisis moet letterlijk genoemd worden in het artikel in combinatie met het faillissement.

APPENDIX B

S-LOTUS tabel

Frame Indicator S-Lotus

Verantwoordelijkheidsframe Suggestie voor een oplossing 0,95 Bijdrage door een bepaalde groep 0,82

Eigen verantwoordelijkheid 0,85

Verantwoordelijkheid bij een externe groep 0,71

Urgentie van ingrijpen 0,95

Human-interestframe Menselijk voorbeeld/gezicht 0,56

Beschrijving persoonlijke situatie/gevoelens 0,91 Directe gevolgen individuen en groepen 0,85

Beschrijving privé leven* 0,29

Consumenten als slachtoffers 0,64

Conflictframe Onenigheid vakbonden/ werknemers

tegenover bedrijven 0,58

Externe partij tegenover het bedrijf 0,82 Referentie naar twee of meer kanten van het

verhaal 0,69

Verwijzing winnaars en verliezers 0,71 Groepen die zich verdedigen tegen kritiek 0,84 Economisch gevolgframe Financiële gevolgen voor werknemers 0,72

Referentie naar eventuele schulden/

schuldeisers 0,52

Financiële gevolgen voor schuldeisers 0,85 Economische consequenties voor de

Nederlandse economie 0,89

Link naar economische crisis 0,78

*Doordat deze waarde extreem laag is, is deze indicator niet meegenomen in verdere analyses.

APPENDIX C

Frequentietabel indicatoren

Frames Indicatoren Score (%)

Verantwoordelijkheidsframe Suggestie voor een oplossing 46,6 Bijdrage door een bepaalde groep 42,0

Eigen verantwoordelijkheid 15,4

Verantwoordelijkheid ligt bij externe groep 12,0

Urgentie van ingrijpen 6,5

Human-interestframe Menselijk voorbeeld/gezicht 10,5

Beschrijving persoonlijke situatie/gevoelens 9,3 Directe gevolgen voor individuen en groepen 30,2 Consumenten als slachtoffers 5,6 Conflictframe Onenigheid vakbonden/werknemers

tegenover bedrijven

22,8

Externe partij tegenover het bedrijf 25,3 Referentie naar twee of meer kanten van het

verhaal

17,6

Verwijzing winnaars en verliezers 10,5 Groepen die zich verdedigen tegen kritiek 2,5 Economisch gevolgframe Financiële gevolgen voor werknemers 29,0

Referentie naar eventuele schulden/ schuldeisers

27,5

Financiële gevolgen voor schuldeisers 8,3 Economische consequenties voor de

Nederlandse economie

4,3 Link naar economische crisis 4,3

GERELATEERDE DOCUMENTEN