• No results found

Eind juni 2016 zijn 109 leraren begonnen met het invullen van de vragenlijst. 101 leraren hebben de vragenlijst ook afgerond. Een leraar heeft alleen de eerste drie vragen beantwoord.

De leraren zijn afkomstig van 24 scholen die bezocht zijn in het kader van het themaonderzoek

‘uitstroom naar arbeid’. Van één school heeft slechts één leraar de vragenlijst ingevuld. Van andere scholen hebben meer leraren de vragenlijst ingevuld, tot een maximum van tien leraren (tabel 1).

Persoonlijke gegevens

Tabel 1 beschrijvende statistieken van het aantal leraren dat de vragenlijst heeft ingevuld per school (n scholen= 24)

Min Max Gemiddeld SD

Aantal leraren 1 10 4,46 2,570

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016 Tabel 2 geslacht van de leraren (n = 107)

Vrouw Man Totaal

geslacht 55,1% 44,9% 107

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016 Tabel 3 Leeftijd (n = 107)

Min Max Gemiddeld SD

Leeftijd 24 65 43,14 11,838

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016 Tabel 4 aantal jaren in het onderwijs (n = 107)

Aantal percentage

Minder dan 1 jaar 2 1,9

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016 Tabel 5 Functie (n = 107)

Aantal percentage

Groepsleraar 55 51,4

Vakleraar 28 26,2

Onderwijsondersteuner 2 1,9

Leraarondersteuner 4 3,7

Anders, namelijk* 18 16,8

Totaal 107 100,0

Hier wordt o.a. genoemd: stagecoördinator, technisch assistent of een combinatie van functies Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 6 aanstelling (n = 107)

Aantal percentage

Vast contract 95 88,8

Tijdelijk contract 8 7,5

Invalkracht 3 2,8

Anders, namelijk* 1 ,9

Totaal 107 100,0

*combinatie van vast en tijdelijk

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 7 aanstellingsomvang in fte (n = 107)

Min Max Gemiddeld SD

aanstellingsomvang ,60 1,00 ,8978 ,14631

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 8 opleiding (n = 107)

Nee Ja totaal

Pabo (en voorgangers) 32,7% 67,3% 107

Academische pabo (pabo+onderwijskunde) 98,1% 1,9% 107

In opleiding als LIO, zij-instromer, onderwijstrainee 97,2% 2,8% 107

HBO lerarenopleiding, 2 e graad 81,3% 18,7% 107

HBO lerarenopleiding, 1 e graad 98,1% 1,9% 107

WO lerarenopleiding, 1 e graad 100,0% 0,0% 107

MBO, onderwijsondersteuner 94,4% 5,6% 107

MBO, leraarondersteuner 95,3% 4,7% 107

Anders, namelijk* 58,9% 41,1% 107

*o.a. genoemd: master SEN, SPW, SPH en andere mbo en hbo opleidingen Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 9 Bevoegd (n = 83)

niet in opleiding Totaal

Bevoegd 91,6% 7,2% 1,2% 83

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Lerarenregister

Tabel 10 Functieschaal (n = 83)

Aantal percentage

LA 1 1,2

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 11 Ingeschreven in het leraarregister (n = 83)

Aantal percentage

Ja 20 24,1

Nee, ik ben dit wel van plan 39 47,0

Nee, ik heb dit nog in overweging 21 25,3

Nee, ik ben dit niet van plan 3 3,6

Totaal 83 100,0

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 12 laatste functioneringsgesprek (n = 102)

Min Max Gemiddeld

datum 01-JAN-2008 25-MAY-2016 15-APR-2015

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 13 lerarenregister gestimuleerd tijdens functioneringsgesprek (n = 81)

Aantal percentage

Ja 9 11,1

Nee, was geen gespreksonderwerp 61 75,3

Niet van toepassing, ik was al ingeschreven 4 4,9

Weet ik niet meer 7 8,6

Totaal 81 100,0

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Het lerarenregister wordt meestal niet tijdens het functioneringsgesprek genoemd. Wel geeft een groot deel van de leraren aan dat het op een andere manier onder de aandacht gebracht wordt.

Hierbij worden de volgende voorbeelden vaker genoemd: vergadering, door directeur genoemd, studiedagen en documenten (in mail).

Professionalisering

Tabel 14 Functiemix als mogelijkheid voor loopbaanontwikkeling (n = 80).

Aantal percentage

Ja, namelijk* 35 43,8

Nee 11 13,8

Weet ik niet 34 42,5

Totaal 80 100,0

* o.a. door studies, cursussen of doorgroeimogelijkheid LC Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 15 Competenties waarvoor ontwikkelbehoefte bestaat (n = 103)

Nee Ja totaal Pedagogische competentie : zorgen voor een veilige leeromgeving en

bevorderen van persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling van de

leerlingen 70,9% 29,1% 103

Vakinhoudelijke en didactische competentie : zorgen voor een

krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren 59,2% 40,8% 103 Organisatorische competentie : zorgen voor een overzichtelijke,

ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving 84,5% 15,5% 103 Competent in het samenwerken in het team : zorgen dat het werk

afgestemd is op dat van collega’s; bijdrage aan het goed

functioneren van de schoolorganisatie 78,6% 21,4% 103

Competent in samenwerken met de omgeving : in het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en

instellingen 88,3% 11,7% 103

Competent in samenwerken met de omgeving : in het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en

instellingen 88,3% 11,7% 103

Competent in reflectie en ontwikkeling : zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en professionele kwaliteit van de

beroepsuitoefening 80,6% 19,4% 103

Interpersoonlijke competentie : leiding geven en zorgen voor een

goede sfeer van omgaan met en samenwerking tussen leerlingen 87,4% 12,6% 103

Anders, namelijk 85,4% 14,6% 103

Geen ontwikkelbehoefte 95,1% 4,9% 103

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 16 Aantal antwoorden uit tabel 15 met ‘ja’ beantwoord (n = 98).

Aantal Percentage

1 47 48,0

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 17 Schoolleiding heeft zicht op de ontwikkelbehoefte (n = 103)

Aantal Percentage

Ja, volledig 48 46,6

Ja, gedeeltelijk 36 35,0

Nee 11 10,7

Weet ik niet 8 7,8

Total 103 100,0

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 18 Ontwikkelbehoefte veranderd na invoering passend onderwijs

Aantal Percentage

Ja 26 25,2

Nee 77 74,8

Total 103 100,0

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 19 Gebieden van ontwikkeling voor een goede vormgeving van het arbeidsmarktgerichte profiel (n = 103)

Aantal Percentage

Cognitie / leren 16 15,5

Gedrag / sociaal-emotioneel 41 39,8

Stagebegeleiding 19 18,4

Anders, namelijk 14 13,6

Geen ontwikkelbehoefte 13 12,6

Total 103 100,0

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 20 Huidige en geplande scholingsactiviteiten komen tegemoet aan ontwikkelbehoefte in het kader van goede vormgeving arbeidsmarktgerichte profiel (n = 89)

Aantal Percentage

Ja, volledig 37 41,6

Ja, gedeeltelijk 38 42,7

Nee 14 15,7

Total 89 100,0

*voor toelichting: zie bijlage

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 21 Frequentie van professionaliseringsactiviteiten (n = 102) Eén tot

Scholingsactiviteiten in

platforms van leraren gericht op

professionalisering 2,0% 2,0% 12,7% 28,4% 23,5% 31,4%

Lesbezoek van collega’s van de

eigen school 2,9% 6,9% 19,6% 42,2% 12,7% 15,7%

Lesbezoek aan collega’s van de

eigen school (good practices) 3,9% 5,9% 17,6% 36,3% 17,6% 18,6%

Werkbezoek van collega’s van

een andere school 0,0% 2,0% 9,8% 32,4% 27,5% 28,4%

Werkbezoek aan collega’s van een andere school (good

practices) 0,0% 1,0% 8,8% 25,5% 28,4% 36,3%

Collegiale consultatie/feedback

van collega’s 32,4% 22,5% 16,7% 17,6% 5,9% 4,9%

Feedback van schoolleiding naar

aanleiding van lesbezoek 2,9% 7,8% 23,5% 36,3% 16,7% 12,7%

Coaching door iemand van

binnen school 8,8% 12,7% 18,6% 22,5% 17,6% 19,6%

Coaching door iemand van

buiten school 0,0% 6,9% 5,9% 18,6% 16,7% 52,0%

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 22 Mening over uitspraken (individueel) (n = 102) Zeer mee

oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Ik beschik over voldoende

kwaliteiten om mijn werk goed

te doen 0,0% 0,0% 58,8% 41,2%

Ik ben (nog steeds)

gemotiveerd om mij in mijn

werk verder te ontwikkelen 0,0% 0,0% 41,2% 58,8%

Ik heb voldoende ruimte (gelegenheid) om me in mijn

werk verder te ontwikkelen 1,0% 18,6% 52,0% 28,4%

Ik weet op welke punten ik mij

kan ontwikkelen 0,0% 1,0% 66,7% 32,4%

Ik heb het al druk genoeg met mijn werkzaamheden, waardoor ik onvoldoende toe kom aan mijn verdere ontwikkeling

8,8% 51,0% 32,4% 7,8%

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 23 Mening over uitspraken (team) (n = 101)

In mijn team… Zeer mee .. hebben we voldoende inbreng bij het

bepalen van de doelen en thema's om

ons onderwijs te ontwikkelen 0,0% 8,9% 62,4% 25,7% 3,0%

.. evalueren wij de kwaliteit van ons geboden onderwijs, bijvoorbeeld aan

de hand van behaalde leerresultaten 1,0% 13,9% 58,4% 25,7% 1,0%

.. verantwoorden we ons over onze professionaliseringsactiviteiten t.o.v.

de schoolleiding 1,0% 8,9% 58,4% 23,8% 7,9%

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 24 Mening over uitspraken (schoolleiding) (n = 101)

De schoolleiding… Zeer mee

oneens Mee

oneens Mee

eens Zeer mee

eens Niet van toepassing .. geeft mij voldoende ruimte voor

inbreng bij het bepalen van de doelen en thema's om het onderwijs op mijn school te ontwikkelen

0,0% 10,9% 63,4% 23,8% 2,0%

.. stelt tijd en middelen beschikbaar als ik aangeef een cursus of scholing te

willen volgen 1,0% 11,9% 53,5% 28,7% 5,0%

.. voert een scholingsbeleid waarmee ik voldoende toegerust word / mij kan

blijven ontwikkelen 1,0% 13,9% 60,4% 20,8% 4,0%

.. bespreekt in p-gesprekken de mate waarin en manier waarop ik kwaliteit

bereik in het geven van onderwijs 2,0% 16,8% 57,4% 16,8% 6,9%

.. informeert mij over de gerealiseerde kwaliteit van de leerresultaten en van

het onderwijsleerproces 1,0% 17,8% 64,4% 14,9% 2,0%

.. informeert mij over de al dan niet gehaalde doelstellingen omtrent

onderwijskwaliteit 0,0% 17,8% 62,4% 17,8% 2,0%

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016

Tabel 25 Specifieke aandacht vanuit schoolleiding voor startende docent (< 3 jaar uit tabel 4) (n

= 5)

Nee Ja totaal Ja, door werkdrukvermindering . Bijvoorbeeld nog vooral ingezet

voor lesgevende taken en vrijgesteld van andere taken. 80,0% 20,0% 5 Ja, door begeleiding in de les . Bijvoorbeeld begeleiding door een

mentor/collega bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de

lessen. 40,0% 60,0% 5

Ja, door aandacht voor de professionele ontwikkeling . Bijvoorbeeld door het vastleggen van persoonlijke ontwikkeldoelen en

reflectiemomenten 80,0% 20,0% 5

Ja, door het ‘meten’ van de bekwaamheid en de ontwikkeling van de competenties . Bijvoorbeeld door feedback door de toepassing van

een gestandaardiseerd observatie-instrument. 80,0% 20,0% 5 Ja, door informatie over de school en cultuur . Bijvoorbeeld door een

formele kennismaking met de school en collega’s, waarbij huisregels,

cultuur en gebruiken op de school en ICT-zaken zijn besproken. 40,0% 60,0% 5

Ja, door (anders)* 80,0% 20,0% 5

Nee, geen specifieke aandacht 80,0% 20,0% 5

*Het eerste jaar een wekelijks gesprek met een buddie Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2016