• No results found

Anti-inflammatoire middelen (2010)

In document Hidradenitis suppurativa 2019 (pagina 59-63)

Dapson Inleiding

Dapson (diaminodifenylsulfon, diafenylsulfon, DDS) werkt bacteriostatisch op

mycobacterium leprae, door interferentie met het foliumzuurmetabolisme. Daarnaast heeft het een nog niet geheel opgehelderde invloed op een aantal inflammatoire aandoeningen, mogelijk via remming van de neutrofiele granulocyten chemotaxis. Dapson wordt bij veel aandoeningen genoemd als mogelijke optie zonder dat er uitgebreide studies beschikbaar zijn. Het is geregistreerd voor lepra en dermatitis herpetiformis. Verder wordt dapson genoemd als mogelijke optie bij HS. Dapson is verkrijgbaar in deelbare tabletten à 100 mg. De voornaamste bijwerkingen van dapson zijn dosisgerelateerde hemolytische anemie, gewoonlijk mild (bij glucose-6-phosphate dehydrogenase (G-6-PD)-deficiëntie vaak ernstig, soms hemolytische crisis), methemoglobinemie en agranulocytose. Verder ook lever- en nierfunctiestoornissen, gastro-intestinale klachten en neurologische bijwerkingen zoals hoofdpijn, perifere neuropathie en psychosen. Deze bijwerkingen treden echter zelden op. Over het algemeen is dapson een veilig medicijn.

Samenvatting van de literatuur

Hofer et al. publiceerden een retrospectieve studie van vijf vrouwelijke patiënten die behandeld werden met dapson variërend van 25 tot 100 mg per dag. [Hofer 2001] Er werd door de patiënt een vragenlijst over de ernst van de HS ingevuld en een vragenlijst over het succes van de behandeling met dapson. Binnen twee tot vier weken na start van de dapson werd een vrijwel complete remissie van de symptomen bij alle vijf de patiënten bereikt. Er werden geen noemenswaardige bijwerkingen gemeld.

Kaur et al. publiceerden een retrospectieve studie van vijf patiënten die tussen 2002 en 2005 behandeld werden met dapson met een dagelijkse dosis variërend van 25 tot 150 mg. [Kaur 2006] De patiënten werd gevraagd een vragenlijst in te vullen met betrekking tot de pijn, frequentie en duur. Ze bemerkten een verbetering bij alle vijf de patiënten binnen vier tot twaalf weken na start van de behandeling. Alle patiënten kregen daarna een

onderhoudsbehandeling tussen 50 en 150 mg per dag. De gemiddelde follow-up duur was 24 maanden. Er werden geen significante bijwerkingen gemeld.

Conclusie

Niveau 3

Dapson is mogelijk een alternatieve therapeutische optie in de behandeling van (therapieresistente) HS. Het aantal patiënten waarover gepubliceerd is, is echter zeer klein (n = 10).

C Hofer et al. 2001, Kaur et al. 2006

Aanbeveling

Dapson kan geprobeerd worden bij patiënten met HS waarbij andere therapieën niet werkzaam zijn of gecontra-indiceerd. Controle van laboratorium waarden (bloedbeeld) tijdens behandeling is nodig, en voorafgaande screening op G-6-PD-deficiëntie wordt aangeraden.

Literatuur

- Hofer T, Itin PH. Acne inversa: a dapsone-sensitive dermatosis. Hautarzt. 2001;52:989-92. - Kaur MR, Lewis HM. Hidradenitis suppurativa treated with dapsone: a case series of five

Corticosteroïden systemisch

In oudere publicaties over HS wordt gesuggereerd dat tijdelijke immuunsuppressie met systemische corticosteroïden gunstig kan zijn voor het welzijn van patiënten met HS. [Kipping 1970] Gerandomiseerde en gecontroleerde studies naar het gebruik van

corticosteroïden in de behandeling van HS zijn echter nog nooit gedaan. De ervaring is dat corticosteroïden tijdens een opvlamming van de ontsteking de klachten kunnen verlichten. [Jemec 2006] Een gebruikelijke dosering is 0,5 tot 0,7 mg / kg. Dit kan in de loop van enkele weken afgebouwd worden en eventueel vervangen worden door andere vormen van

immuunsuppressieve behandelingen. Veelal wordt een behandeling met corticosteroïden toegepast in combinatie met andere systemische therapieën zoals antibiotica.

Conclusie

Niveau 4

Systemische corticosteroïden kunnen tijdens een opvlamming van de ontsteking mogelijk de klachten verlichten.

D Kipping et al. 1970, Jemec et al. 2006

Overige overwegingen

Op basis van ervaringen zou een kortdurende behandeling met systemische

corticosteroïden tijdens een opvlamming een zinvolle behandeling zijn. Bij voorkeur in combinatie met antibiotica. Voor langdurige behandelingen gaat de voorkeur uit naar andere vormen van systemische therapieën.

Aanbeveling

Systemische corticosteroïden zijn niet geschikt als onderhouds- of langetermijnbehandeling voor HS. Incidenteel gebruik voor korte perioden (enkele weken) kan zinvol zijn bij

opvlammingen.

Literatuur

- Jemec GBE, Revuz J, Leyden JJ (eds). Hidradenitis Suppurativa. Springer Berlin Heidelberg. 2006:138-40.

Corticosteroïden intralesionaal Inleiding

Doel (van intralesionaal gebruik) van corticosteroïden is het snel reduceren van de inflammatie. Intralesionaal corticosteroïdgebruik heeft als belangrijke bijwerking het

veroorzaken van atrofie van de dermis. Dit zou een positief effect kunnen hebben wanneer sinussen gelegen zijn in de dermis.

Samenvatting van de literatuur

Er is geen gecontroleerde studie verricht naar het gebruik van intralesionale corticosteroïden bij HS, maar wel bij acne cystica / conglobata. Hierbij heeft het een gunstig resultaat. [Levine 1983]

Overige overwegingen

Gezien de beschreven effectiviteit bij andere vormen van acne en het feit dat systemische corticosteroïden bij HS soms kortdurend verlichting geven, kan men aannemen dat

intralesionale corticosteroïden (triamcinolon 10 mg/ ml) incidenteel kunnen worden toegepast ter verlichting van inflammatoire reacties rond matig ernstige HS laesies.

Voorwaarde voor gebruik van systemische corticosteroïden is dat er geen sprake is van een bacteriële infectie.

Aanbeveling

Intralesionale corticosteroïden (triamcinolon 10 mg/ ml) kunnen incidenteel worden toegepast ter verlichting van inflammatoire reacties rond matig ernstige HS laesies.

Literatuur

- Jansen T, Romiti R, Plewig G, Altmeyer P. Disfiguring draining sinus tracts in a female acne patiënt. Pediatr Dermatol 2000;17:123-5.

- Levine RM, Rasmussen JE. Intralesional corticosteroids in the treatment of nodulocystic acne. Arch Dermatol 1983;119:480-1.

Ciclosporine en methotrexaat Inleiding

Ciclosporine is een medicament met een krachtig immunosuppressief effect. Het remt specifiek en reversibel de proliferatie van T-lymfocyten. Methotrexaat is een

foliumzuurantagonist. Het wordt gebruikt bij ernstige therapieresistente vormen van psoriasis.

Samenvatting van de literatuur

Er zijn drie case studies verschenen over, in totaal, vier patiënten met HS die behandeld werden met ciclosporine. In alle gevallen betrof het patiënten die ernstige, langer bestaande en therapieresistente HS hadden. Het effect was matig bij één patiënt [Gupta 1990] en redelijk tot positief bij drie andere patiënten. [Buckley 1995, Rose 2006]

Jemec onderzocht het effect van methotrexaat als monotherapie bij HS; dit bleek niet effectief. [Jemec 2002]

Conclusies

Niveau 3

Er kunnen geen eenduidige conclusies worden getrokken over de behandeling van HS met ciclosporine.

C Gupta et al. 1990, Buckley et al. 1995, Rose et al. 2006

Niveau 3 Methotrexaat is niet effectief bij HS. C Jemec et al. 2002

Aanbevelingen

Gezien de afwezigheid van grotere studies omtrent het gebruik van ciclosporine bij ernstige en therapieresistente HS, wordt deze behandeling niet aanbevolen.

Methotrexaat wordt niet aanbevolen bij HS.

Literatuur

- Buckley DA, Rogers S. Cyclosporin-responsive hidradenitis suppurativa. J R Soc Med 1995;88:289-90.

- Gupta AK, Ellis CN, Nickoloff BJ, et al. Oral cyclosporine in the treatment of inflammatory and noninflammatory dermatoses. A clinical and immunopathologic analysis. Arch Dermat

1990;126:339-50.

- Jemec GB. Methotrexate is of limited value in the treatment of hidradenitis suppurativa. Clin Exp Dermatol 2002;27:528-9.

- Rose RF, Goodfield MJ, Clark SM. Treatment of recalcitrant hidradenitis suppurativa with oral ciclosporin. Clin Exp Dermatol 2006;31:154-5.

In document Hidradenitis suppurativa 2019 (pagina 59-63)