• No results found

Basispatroon 2: kentekenargumentatie als ondersteuning voor het standpunt

5 De praktijk: argumentatieve keuzes van de schrijver om te anticiperen op twijfel bij de verschillende doelgroepen van de

5.2 Analyse brochures gericht op mensen met diabetes

5.2.1 Analyse van de brochure ‘Gevolgen van diabetes’

Het belangrijkste standpunt in deze brochure is dat de lezer de maatregelen in de brochure op moet volgen. Deze maatregelen zijn adviezen van de schrijver over de leefstijl van de lezer. Het standpunt wordt ondersteund door twee argumenten. Het ene argument richt zich op mensen die wel diabetes hebben maar nog geen last hebben van complicaties als gevolg van de ziekte. Bij deze mensen ondersteunt de schrijver het advies met het argument dat het opvolgen van de maatregelen de kans op gevolgen van diabetes met de helft verkleint. Het andere argument richt zich op mensen die al last hebben van gevolgen van diabetes. Bij deze mensen ondersteunt de schrijver het advies met het argument dat het opvolgen van de maatregelen ervoor zorgt dat de complicaties niet erger worden. Beide argumenten worden ondersteund door de rechtvaardiging dat wanneer het opvolgen van de maatregelen wenselijke gevolgen heeft, je de maatregelen moet opvolgen. Deze rechtvaardiging wordt niet expliciet in de tekst genoemd. De schrijver hoeft de rechtvaardiging niet expliciet te noemen, omdat de lezer verwacht dat de schrijver geen advies zal geven dat onwenselijke gevolgen heeft voor de lezer. De reconstructie van deze argumentatie is als volgt:

(8) (1 Volg de maatregelen in deze brochure op)

1.1a Het opvolgen van de maatregelen in deze brochure verkleint uw kans op gevolgen van diabetes met de helft

(1.1b Een met de helft verkleinde kans op gevolgen van diabetes is wenselijk)

(1.1a-1.1b’ Als het opvolgen van de maatregelen in deze brochure uw kans op gevolgen van diabetes met de helft verkleint, en een met de helft verkleinde kans op gevolgen van diabetes is wenselijk, dan moet u de maatregelen in deze brochure opvolgen)

1.2a Het opvolgen van de maatregelen in deze brochure zorgt ervoor dat eventuele complicaties niet erger worden (1.2b Het niet erger worden van eventuele complicaties is

wenselijk)

(1.2a-1.2b’ Als het opvolgen van de maatregelen in deze brochure ervoor zorgt dat eventuele complicaties niet erger worden, en het

51 niet erger worden van eventuele complicaties is wenselijk, dan moet u de maatregelen in deze brochure opvolgen)

Bij de ondersteuning van het advies wordt gebruik gemaakt van pragmatische argumentatie. Er wordt immers bij beide argumenten gewezen op de wenselijke gevolgen van het opvolgen van het advies. Hiermee wordt geanticipeerd op twijfel ten aanzien van de wenselijkheid van het advies. Door het gebruik van pragmatische argumentatie laat de schrijver zien dat aan de geslaagdheidsvoorwaarde is voldaan dat de schrijver redenen heeft om te geloven dat de geadviseerde actie de gezondheid van de lezer ten goede zal komen (zie paragraaf 3.1.2). De schrijver verwacht namelijk twijfel bij deze doelgroep ten aanzien van de wenselijkheid van het advies, omdat de lezer zich af kan vragen of het wel de moeite waard is om al deze maatregelen op te volgen. Door te wijzen op de wenselijke gevolgen van het opvolgen van de maatregelen, probeert de schrijver deze twijfel weg te nemen. Het ondersteunen van het standpunt met pragmatische argumentatie komt overeen met basispatroon 1 voor mensen met diabetes (zie figuur 2, p. 41).

In het vervolg van het hoofdstuk worden de verschillende maatregelen gepresenteerd die de lezer op kan volgen om gevolgen van diabetes te voorkomen of te voorkomen dat complicaties erger worden. Het advies van de schrijver dat de lezer een dergelijke maatregel op zou moeten volgen, kan worden gereconstrueerd als een standpunt. Een van de manieren waarop een dergelijk standpunt wordt ondersteund is door middel van kenteken- argumentatie. Fragment 9 geeft een voorbeeld weer waarbij het standpunt wordt ondersteund door kentekenargumentatie:

(9) (1 Zorg voor een buikomtrek voor vrouwen kleiner dan 88 cm en voor mannen kleiner dan 102 cm)

1.1a Een buikomtrek bij vrouwen kleiner dan 88 cm en bij mannen kleiner dan 102 cm heeft als kenmerk dat het een gezonde buikomtrek is

(1.1b Een gezonde buikomtrek is wenselijk)

Het standpunt in dit voorbeeld is dat de lezer moet zorgen voor een buikomtrek van 88 cm als vrouw zijnde en een omtrek van 102 cm als man zijnde. Wanneer de lezer hiervoor zorgt, zal dit de kans op complicaties of het verergeren van complicaties verkleinen. Het standpunt wordt ondersteund door het argument dat een dergelijke buikomtrek het kenmerk heeft dat

52 het een gezonde buikomtrek is. Dit argument wordt vervolgens ondersteund door het argument dat een gezonde buikomtrek wenselijk is. De maatregel wordt hier ondersteund door inzichtelijk te maken waarom de lezer juist voor de genoemde buikomtrek moet zorgen, namelijk omdat dit een gezonde buikomtrek is. De schrijver geeft hier een specificatie van wat ‘gezond’ is. Wanneer er had gestaan ‘Zorg voor een gezonde buikomtrek’, was het voor de lezer niet duidelijk wat een gezonde buikomtrek is. Hiermee anticipeert de schrijver op de vraag: ‘Ben ik in staat om de geadviseerd actie op te volgen?’. Verondersteld wordt namelijk, zoals beschreven in paragraaf 3.3.1, dat mensen met diabetes de maatregelen wel op willen volgen, maar niet altijd weten hoe ze dit moeten doen, omdat ze bijvoorbeeld niet weten wat het geadviseerde gedrag inhoudt. Het gebruik van kentekenargumentatie als ondersteuning voor een standpunt komt overeen met basispatroon 2 voor mensen met diabetes (zie figuur 2, p. 41).

De schrijver gebruikt kentekenargumentatie niet alleen ter ondersteuning van het standpunt, maar ook als aanvulling op pragmatische argumentatie. Zoals in paragraaf 4.3.2 is uitgelegd, kan de schrijver verwachten dat het ondersteunen van het standpunt met pragmatische argumentatie voor de lezer niet voldoende is om het standpunt te aanvaarden. Dit komt doordat de lezer twijfel kan hebben ten aanzien van zowel de wenselijkheid van het geadviseerde gedrag als ten aanzien van de haalbaarheid van het gedrag. Met pragmatische argumentatie is wel geanticipeerd op twijfel ten aanzien van de wenselijkheid, maar er kan bij de lezer nog steeds twijfel bestaan ten aanzien van de haalbaarheid van het gedrag. Het gebruik van kentekenargumentatie als ondersteuning van pragmatische argumentatie komt overeen met het verwachte argumentatieve patroon voor mensen met diabetes. Kentekenargumentatie kan volgens dat patroon (zie figuur 2, p. 41) een uitbreiding zijn op zowel basispatroon 1 als basispatroon 2.

In paragraaf 4.2 is uitgelegd dat kentekenargumentatie kan worden gebruikt om te anticiperen op twijfel ten aanzien van de haalbaarheid van het geadviseerde gedrag. Dit wordt gedaan door een (on)wenselijk kenmerk toe te schrijven aan het geadviseerde gedrag. Hiermee maakt de schrijver duidelijk wat het geadviseerde gedrag inhoudt. Door inzichtelijk te maken wat het geadviseerde gedrag inhoudt, wordt duidelijk gemaakt hoe het geadviseerde gedrag kan leiden tot positieve gevolgen voor de gezondheid van de lezer. Een voorbeeld uit de brochure ‘Gevolgen van diabetes’ is als volgt:

53

(10) (1 Eet gezond)

1.1a Gezond eten helpt mee aan een gezondere vetstofwisseling en een stabielere bloedsuikerspiegel

(1.1b Er zijn verschillende manieren om gezond te eten) 1.1b.1 Let op de soorten vetten

(1.1b.1.1a Sommige vetten hebben als kenmerk dat ze ongezond zijn) (1.1b.1.1b Ongezonde vetten zijn onwenselijk)

1.1b.2 Let op de hoeveelheden koolhydraten die u gebruikt (1.1b.2.1a Een teveel aan koolhydraten heeft als kenmerk dat het

ongezond is)

(1.1b.2.1b Ongezond eten is onwenselijk)

(1.1c Een gezondere vetstofwisseling en een stabielere bloedsuikerspiegel zijn wenselijk)

(1.1a-1.1c’ Als gezond eten meehelpt aan een gezondere vetstofwisseling en een stabielere bloedsuikerspiegel, er verschillende

manieren zijn om gezond te eten, en een gezondere vetstofwisseling en een stabielere bloedsuikerspiegel zijn wenselijk, dan moet u gezond eten)

In bovenstaand voorbeeld is het standpunt dat de lezer gezond moet eten. De argumentatie hiervoor is pragmatisch: ‘gezond eten helpt mee aan een gezondere vetstofwisseling en een stabielere bloedsuikerspiegel’. De schrijver wijst op wenselijke gevolgen van het opvolgen van het geadviseerde gedrag. De schrijver voegt aan deze argumentatie toe dat er verschillende manieren zijn om gezond te eten, zoals het letten op de soorten vet en de hoeveelheid koolhydraten die iemand eet. De schrijver maakt hiermee duidelijk dat er ongezond eten bestaat, met onwenselijke kenmerken, en wil er voor zorgen dat de lezer weet dat hij of zij niet ongezond moet eten, maar juist gezond. Hiermee maakt de schrijver voor de lezer duidelijk wat hij onder ‘gezond’ verstaat.

De schrijver probeert het geadviseerde gedrag nog op een andere manier inzichtelijk te maken, om zo twijfel ten aanzien van de haalbaarheid weg te nemen. De schrijver maakt hiervoor gebruik van argumentatie op basis van voorbeelden. De schrijver voegt hierbij een extra argument toe aan het standpunt waarin voorbeelden worden gegeven van het geadviseerde gedrag. Het gebruik van voorbeeldargumentatie als ondersteuning voor het standpunt wordt in het argumentatieve patroon voor mensen met diabetes gezien als een

54 mogelijke uitbreiding op zowel basispatroon 1 als basispatroon 2 (zie figuur 2, p. 41). Fragment 11 geeft een voorbeeld weer uit de brochure:

(11) 1 Beweeg voldoende

(1.1a Voldoende bewegen verkleint de kans op diabetes)

(1.1b Er zijn verschillende manieren om voldoende te bewegen) 1.1b.1 Een half uur tot drie kwartier per dag stevig wandelen, fietsen

of andere dingen waarbij u sneller ademt en transpireert 1.1b.2 Sprokkel de dagelijkse beweging in delen bij elkaar 1.1b.3 Bouw beweging in in uw leven

1.1b.4 Laat mensen in uw omgeving meedoen (1.1.c Een verkleinde kans op diabetes is wenselijk)

(1.1a-1.1c’ Als voldoende beweging de kans op diabetes verkleint, er verschillende manieren zijn om voldoende te bewegen en een verkleinde kans op diabetes is wenselijk, dan moet u

voldoende bewegen)

In bovenstaand fragment is het standpunt dat de lezer voldoende moet bewegen. De schrijver ondersteunt dit standpunt door in zijn argumentatie te wijzen op de wenselijke gevolgen van het opvolgen van het advies. Voldoende bewegen leidt volgens de schrijver tot een verkleinde kans op diabetes. Zoals in paragraaf 3.3.1 staat beschreven, verwacht de schrijver twijfel ten aanzien van de haalbaarheid van het advies. De lezer kan wel voldoende willen bewegen, maar weet misschien niet hoe hij of zij dat moet doen. De schrijver gebruikt daarom argumentatie op basis van voorbeelden om voor de lezer inzichtelijk te maken hoe de maatregel in deze brochure opgevolgd kan worden. De voorbeelden (1.1b.1-1.1b.4) geven de lezer voorbeelden van hoe hij aan voldoende beweging kan komen. Hiermee anticipeert de schrijver op de vraag van de lezer: ‘Ben ik in staat om de geadviseerde actie op te volgen?’.

De schrijver gebruikt niet alleen kentekenargumentatie en voorbeeldargumentatie om basispatroon 1 te ondersteunen. De schrijver maakt hiervoor ook gebruik van pragmatische argumentatie. Op deze manier probeert de schrijver eventuele resterende twijfel ten aanzien van de wenselijkheid van het geadviseerde gedrag weg te nemen. Fragment 12 is een voorbeeld van het ondersteunen van pragmatische argumentatie met nog meer pragmatische argumentatie:

55 (12) (1 Laat uzelf regelmatig controleren)

1.1a Regelmatige controles zorgen ervoor dat eventuele opkomende complicaties op tijd worden ontdekt

(1.1b Het op tijd ontdekken van eventuele opkomende complicaties is wenselijk)

1.1b.1a Het op tijd ontdekken van eventuele opkomende complicaties zorgt ervoor dat schade kan worden beperkt

(1.1b.1b Het beperken van schade is wenselijk)

(1.1b.1a-1.1b.1b’ Als het op tijd ontdekken van eventuele opkomende

complicaties ervoor zorgt dat schade kan worden beperkt, en het beperken van schade is wenselijk, dan is het op tijd ontdekken van eventuele opkomende complicaties wenselijk) (1.1a-1.1b’ Als regelmatige controles ervoor zorgen dat eventuele

opkomende complicaties op tijd worden ontdekt, en het op tijd ontdekken van eventuele opkomende complicaties is wenselijk, dan moet u zich regelmatig laten controleren)

Het advies dat de schrijver in de brochure geeft kan worden gezien als het standpunt: ‘Laat uzelf regelmatig controleren’. Het gaan uitvoeren van dit gedrag is waar de schrijver de lezer van probeert te overtuigen. De schrijver ondersteunt zijn advies met pragmatische argumentatie. Hij wijst op het gevolg dat door jezelf regelmatig te laten controleren, complicaties op tijd kunnen worden ontdekt. Hierbij laat de schrijver impliciet dat dit gevolg wenselijk is. Dat het gevolg wenselijk is, kan worden opgemaakt uit het feit dat het Diabetes Fonds geen gedrag zal adviseren dat onwenselijke gevolgen heeft voor de gezondheid. Om de wenselijkheid van het opvolgen van het geadviseerde gedrag meer te ondersteunen, gebruikt de schrijver nog argumentatie om aan te geven waarom het gevolg van het opvolgen van het geadviseerde gedrag wenselijk is. Wanneer complicaties op tijd worden ontdekt kan schade namelijk worden beperkt. Ook hierbij wordt impliciet gelaten dat dit een wenselijk gevolg is. Door aan te geven waarom het opvolgen van het advies wenselijk is, kan resterende twijfel bij de lezer ten aanzien van de wenselijkheid van het advies worden weggenomen. Dit argumentatiepatroon komt niet overeen met het verwachte argumentatieve patroon in brochures die zich richten op mensen met diabetes. In dit patroon wordt verwacht dat de uitbreidende argumentatie zich zal richten op twijfel bij de lezer ten aanzien van de

56 haalbaarheid van het geadviseerde gedrag en niet op twijfel ten aanzien van de wenselijkheid (zie paragraaf 4.3.1).

Op basis van bovenstaande analyse van de brochure ‘Gevolgen van diabetes’ kan worden geconcludeerd dat de gebruikte argumentatie grotendeels overeenkomt met het verwachte argumentatieve patroon voor mensen met diabetes. Zowel basispatroon 1 als basispatroon 2 komt terug in de brochure. In een aantal gevallen worden deze basispatronen nog verder uitgebreid met kentekenargumentatie en voorbeeldargumentatie. Dit is in lijn met de verwachte uitbreidingen. Er wordt echter ook gebruik gemaakt van pragmatische argumentatie als ondersteuning van basispatroon 1. Dit werd op basis van de in kaart gebrachte twijfel bij mensen met diabetes niet verwacht.

5.2.2 Analyse van de brochure ‘Lekker en gezond eten met diabetes’, hoofdstuk ‘Koolhydraten’

De tweede tekst die wordt geanalyseerd is het hoofdstuk ‘Koolhydraten’ uit de brochure ‘Lekker en gezond eten met diabetes’. Het belangrijkste standpunt in dit hoofdstuk is dat de schrijver vindt dat de lezer niet te veel koolhydraten moet eten. De schrijver ondersteunt dit standpunt door aan te geven dat het eten van te veel koolhydraten zorgt voor een teveel aan bloedsuiker en dat een teveel aan bloedsuiker niet goed is. Een reconstructie van standpunt en argumenten is weergegeven in fragment 13:

(13) (1 Eet niet te veel koolhydraten)

1.1a Het eten van te veel koolhydraten leidt tot een teveel aan bloedsuiker

1.1b Een teveel aan bloedsuiker is onwenselijk

(1.1a-1.1b’ Als het eten van te veel koolhydraten leidt tot een teveel aan bloedsuiker, en een teveel aan bloedsuiker is onwenselijk, dan moet u niet te veel koolhydraten eten)

De schrijver gebruikt in bovenstaand fragment pragmatische argumentatie. Hij wijst op het onwenselijke gevolg van het niet op opvolgen van het geadviseerde gedrag. De lezer krijgt door het eten van te veel koolhydraten een teveel aan bloedsuiker. Een teveel aan bloedsuiker is een onwenselijk gevolg voor de gezondheid van de lezer. De argumentatie wordt

57 gerechtvaardigd door het verbindende argument dat wanneer het niet opvolgen van het geadviseerde gedrag leidt tot een onwenselijk gevolg, de lezer het geadviseerde gedrag moet opvolgen. Dit verbindende argument staat niet expliciet in de tekst, maar kan worden gereconstrueerd op basis van de argumenten 1.1a en 1.1b. Het gebruik van pragmatische argumentatie als ondersteuning voor het standpunt komt overeen met het verwachte basispatroon 1. Er wordt verwacht dat de schrijver anticipeert op twijfel ten aanzien van de wenselijkheid van het geadviseerde gedrag. De schrijver doet dat hier door aan te geven dat er negatieve gevolgen voor de gezondheid van de lezer kunnen zijn wanneer de lezer het advies niet opvolgt. De schrijver beantwoordt hiermee de vraag: ‘Heeft de geadviseerde actie daadwerkelijk een positief effect op mijn gezondheid?’

Het gebruik van pragmatische argumentatie om het standpunt te ondersteunen komt vaker voor in de brochure. Zo geeft de schrijver de lezer het advies om niet te veel snelle koolhydraten te eten. Dit kan worden gezien als het standpunt in de tekst. De schrijver ondersteunt dit standpunt door aan te geven dat het eten van snelle koolhydraten ervoor zorgt dat iemands bloedsuiker omhoog gaat. Vervolgens geeft de schrijver nog aan welke producten snelle koolhydraten bevatten. Een reconstructie van standpunt en argumenten is weergegeven in fragment 14:

(14) 1 Eet niet te veel snelle koolhydraten

1.1a Snelle koolhydraten zorgen ervoor dat je bloedsuiker omhoog gaat

1.1b Er zijn verschillende producten waar snelle koolhydraten inzitten

1.1b.1 Snoep, koekjes, jam, wit brood, witte rijst, vruchtensap en aardappelpuree zijn producten waar snelle koolhydraten inzitten

(1.1c Het omhoog gaan van de bloedsuiker is onwenselijk) (1.1a’-1.1c’ Als snelle koolhydraten ervoor zorgen dat de bloedsuiker

omhoog gaat, er zijn verschillende producten waar snelle koolhydraten inzitten, en het omhoog gaan van de

bloedsuiker is onwenselijk, dan moet u niet te veel producten eten waar snelle koolhydraten inzitten)

58 De schrijver maakt allereerst gebruik van pragmatische argumentatie om zijn advies te ondersteunen. Hij geeft immers aan dat het eten van snelle koolhydraten ervoor zorgt dat iemands bloedsuiker omhoog gaat. Het niet opvolgen van het geadviseerde gedrag leidt tot een onwenselijk gevolg. Zoals eerder duidelijk werd gemaakt, is het ondersteunen van het geadviseerde gedrag met pragmatische argumentatie in lijn met het verwachte argumentatieve patroon om te anticiperen op twijfel ten aanzien van de wenselijkheid van het geadviseerde gedrag. In dit geval breidt de schrijver het basispatroon uit met voorbeeldargumentatie. De schrijver geeft voorbeelden van producten die veel snelle koolhydraten bevatten (argument 1.1b.1). Op deze manier probeert de schrijver twijfel bij de lezer weg te nemen ten aanzien van de haalbaarheid van het geadviseerde gedrag. Door inzichtelijk te maken welke producten veel snelle koolhydraten bevatten, en dus afgeraden worden om te eten, wordt het voor de lezer makkelijker om het geadviseerde gedrag uit te voeren. Hiermee anticipeert de schrijver op de vraag: ‘Ben ik in staat de geadviseerde actie uit te voeren?’.

Ook basispatroon 2 voor mensen met diabetes komt terug in het hoofdstuk ‘Koolhydraten’ uit de brochure ‘Lekker en gezond eten met diabetes’. De schrijver legt in de brochure uit dat er gezonde voedingsmiddelen bestaan die naast energie ook belangrijke andere stoffen bevatten. Deze uitleg kan worden gezien als een ondersteuning voor het standpunt dat de lezer koolhydraten uit gezonde voedingsmiddelen moet eten. De schrijver adviseert dit omdat er dus naast koolhydraten ook belangrijke andere stoffen zitten. Vervolgens geeft de schrijver enkele voorbeelden van gezonde voedingsmiddelen met koolhydraten. Een reconstructie van standpunt en argumenten is weergegeven in fragment 15:

(15) (1 Eet koolhydraten uit gezonde voedingsmiddelen)

1.1a Gezonde voedingsmiddelen hebben als kenmerk dat er naast energie ook belangrijke andere stoffen inzitten

1.1b Er zijn verschillende gezonde voedingsmiddelen met koolhydraten

1.1b.1 Volkorenbrood is gezond voedingsmiddel, waarin naast energie ook belangrijke andere stoffen zitten

1.1b.2 Groenten zijn een gezond voedingsmiddel, waarin naast energie ook belangrijke andere stoffen zitten

59 1.1b.3 Fruit en peulvruchten zijn gezonde voedingsmiddelen, waarin

naast energie ook belangrijke andere stoffen zitten (1.1c Het binnenkrijgen van belangrijke andere stoffen is

wenselijk)

De schrijver maakt hier gebruik van kentekenargumentatie om zijn standpunt te ondersteunen. Hij benoemt een kenmerk van gezonde voedingsmiddelen, namelijk dat deze naast koolhydraten ook belangrijke andere stoffen bevatten. Dit wordt op impliciete wijze ondersteund door het argument dat het binnenkrijgen van belangrijke andere stoffen wenselijk is. Dit wordt door de schrijver niet expliciet genoemd in de tekst, maar kan worden afgeleid uit het advies. De schrijver zou het advies niet geven wanneer het geen wenselijke gevolgen zou hebben voor de gezondheid van de lezer. Door wenselijke kenmerken te noemen van gezonde voedingsmiddelen neemt de schrijver twijfel weg ten aanzien van de wenselijkheid van het geadviseerde gedrag. Hierdoor zal de lezer eerder bereid zijn om het gedrag uit te voeren. De schrijver gebruikt vervolgens voorbeeldargumentatie om de kentekenargumentatie te ondersteunen. Er worden namelijk enkele voorbeelden gegeven van producten waar naast koolhydraten ook belangrijke andere stoffen in zitten. Dit maakt het geadviseerde gedrag inzichtelijker voor de lezer en kan er voor zorgen dat ze het advies beter op kunnen volgen. De lezer weet nu immers wat voorbeelden zijn van gezonde voedings- middelen. De schrijver beantwoordt hiermee de vraag: 'Ben ik in staat de geadviseerde actie