• No results found

Analyse uitspraken

Wel adolescentenstrafrecht

1. ECLI:NL:RBAMS:2019:5628 Leeftijd: 18 jaar.

Advies OvJ: geen toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat verzoekt om een berechting volgens het adolescentenstrafrecht omdat er volgens hem aanwijzingen zijn dat pedagogische beïnvloeding van verdachte nog mogelijk is.

Advies deskundigen: de GZ-psycholoog is tot de conclusie gekomen dat er bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling of een laag niveau, dat hij er niet jonger uitziet dan zijn kalenderleeftijd en hij goed zicht heeft op zijn eigen daden en gedrag. Verdachte neemt ook op een volwassen manier deel aan zijn gezin. Er zijn geen contra-indicaties voor het toepassen van het adolescentenstrafrecht. De psycholoog adviseert om het volwassenenstrafrecht toe te passen. De kinder- en jeugdpsychiater is tevens van mening dat er geen sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis. Omdat de verdachte niet wilde ingaan op bijvoorbeeld de motieven voor het plegen van het strafbare feit, is door de psychiater op dat punt geen inzicht verkregen. Verder is de psychiater van mening dat het risico op het opnieuw plegen van geweld als laag wordt ingeschat. Met behulp van de Wegingslijst adolescentenstrafrecht acht zij pedagogische beïnvloeding, aanpak en/of groepsgerichte hulpverlening niet meer van toepassing. Ook de psychiater geeft aan dat er geen contra-indicaties zijn. De reclassering ziet ook geen uitgangspunten om het adolescentenstrafrecht toe te passen. De verdachte functioneert op verstandelijk beperkt niveau, komt leeftijdsadequaat over en geeft de indruk zijn eigen gedrag voldoende te kunnen organiseren.

Oordeel rechtbank: de rechtbank is van mening dat er wel degelijk aanknopingspunten zijn voor de toepassing van het adolescentenstrafrecht, en vindt dat de deskundigen onvoldoende hebben gemotiveerd waarom pedagogische beïnvloeding niet meer mogelijk is. Zo blijkt uit het rapport van de psycholoog dat verdachte niet een heel aangepaste indruk lijkt te maken en zich de ernst van de feiten onvoldoende lijkt te realiseren. Ook maakt hij een wat onraakbare, stoïcijnse indruk en is hij traag in het verwerken van informatie. Bovendien lijkt hij soms moeite te hebben om voor zichzelf op te komen. Vanuit het testonderzoek komt naar voren dat verdachte agressie zal omzetten in gedrag en neigt naar impulsief handelen. De psychiater heeft gerapporteerd dat de indruk bestaat dat verdachte vanuit zijn opvoeding weliswaar voldoende heeft meegekregen qua waarden en normen en dat hij heeft geleerd wat wel of niet kan, maar dat hij buiten, in de situatie zelf, er niet naar handelt. Hij loopt hierdoor verhoogd risico om in een probleemsituatie terecht te komen. De rechtbank overweegt dat zij uit de rapportages en uit de houding en presentatie van verdachte tijdens de zitting niet de indruk heeft gekregen dat er bij verdachte al sprake is van criminele verharding. Verdachte heeft ook een bijna blanco strafblad. Bij de rechtbank is het beeld ontstaan dat verdachte op een kruispunt in zijn leven staat waarbij hij de keuze heeft om al dan niet verder de criminaliteit in te gaan. De rechtbank acht het daarom des te meer van belang dat verdachte

intensief aangestuurd en begeleid zal worden om de nodige stappen te zetten. De rechtbank verwacht dat het programma in een JJI daarvoor bij uitstek geschikt zal zijn. Verdachte heeft tijdens

zijn voorarrest laten zien dat hij iets van zijn leven wil maken door het volgen van cursussen en het behalen van certificaten. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij weer naar school wil gaan om een Havodiploma te behalen. Dat verdachte de steun heeft van zijn ouders, weegt voor de rechtbank ook mee. De rechtbank heeft dus wel de indruk gekregen dat verdachte baat zal hebben bij pedagogische beïnvloeding. De rechtbank ziet geen contra-indicaties voor het toepassen van het adolescentenstrafrecht. Verdachte is ook niet eerder veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. En hoewel verdachte tijdens de gesprekken met de reclassering en de psycholoog en psychiater zweeg, heeft hij tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak bekend en meer openheid van zaken gegeven. De rechtbank is van mening dat toepassing van het

adolescentenstrafrecht van belang is voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte als ook in het belang van de maatschappij, om verdachte er in de toekomst van te weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan het plegen van strafbare feiten.

2. ECLI:NL:RBDHA:2019:2116 Leeftijd: 18/19 jaar.

Advies OvJ: geen toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat is van mening dat het adolescentenstrafrecht toegepast dient te worden volgens het advies van de reclassering.

Advies deskundigen: uit het zogeheten ASR-wegingskader komen volgens de reclassering ook

voornamelijk indicaties voor toepassing van het jeugdstrafrecht naar voren. De verdachte woont nog thuis, is onlangs gestart met een HBO-opleiding en heeft een goed contact met zijn ouders. Uit het voortgangsverslag van de reclassering volgt dat de verdachte weinig gemotiveerd is om zaken in zijn leven anders aan te pakken dan hij gewend is. Hierdoor schatten zij het actuele recidiverisico als laag in, maar op de lange termijn zou dit enigszins hoger kunnen zijn.

Oordeel rechtbank: de rechtbank ziet - overeenkomstig het advies van de reclassering - in de persoon van de verdachte aanleiding om het adolescentenstrafrecht toe te passen.

3. ECLI:NL:RBAMS:2019:6378 Leeftijd: tussen de 18 en 20 jaar.

Advies OvJ: geen toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat heeft verzocht om toepassing van het adolescentenstrafrecht omdat verdachte veel jonger overkomt dan zijn kalenderleeftijd en omdat verdachte beïnvloedbaar blijkt te zijn.

Advies deskundigen: de reclassering adviseert toepassing van het volwassenenstrafrecht omdat er geen noodzaak is tot continuering van de schoolgang, verdachte in taal en antwoord niet jonger oogt dan zijn kalenderleeftijd en er geen andere redenen zijn om het adolescentenstrafrecht toe te passen. Een andere reclasseringsmedewerker die tijdens de zitting is gehoord adviseert echter wel tot toepassing van het adolescentenstrafrecht. Dit omdat er is gebleken dat verdachte bezig is met solliciteren en zich goed gedraagt in de justitiële jeugdinrichting waar hij gedetineerd is. Daarnaast

heeft ze verklaard dat verdachte weinig levenservaring heeft en zich jonger gedraagt dan zijn kalenderleeftijd. Volgens de reclasseringsmedewerker is pedagogische beïnvloeding nuttig en moet daartoe een poging worden gewaagd.

Oordeel rechtbank: de rechtbank ziet wel aanknopingspunten voor toepassing van het

adolescentenstrafrecht. De houding en presentatie van verdachte tijdens de zitting hebben de rechtbank de indruk gegeven dat verdachte nog jong is in zijn doen en laten. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij goed wordt begeleid in de justitiële jeugdinrichting waar hij

gedetineerd is en dat zijn perspectiefplan gereed is. Hij heeft verklaard dat hij graag wil werken na zijn detentie, dat hij afstand wil nemen van foute vrienden en dat hij bereid is om gesprekken te voeren over foute vrienden. Dit weegt de rechtbank mee bij de beslissing om adolescentenstrafrecht toe te passen. De rechtbank concludeert dat verdachte baat heeft bij intensieve aansturing en begeleiding. De structuur die verdachte opgelegd krijgt doet hem goed. De rechtbank heeft bij de keuze voor het adolescentenstrafrecht meegewogen dat één van de doelen van strafoplegging is om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten gaat plegen. De kans om dat doel te behalen wordt naar het oordeel van de rechtbank vergroot als verdachte zijn gevangenisstraf niet in een volwassenen-, maar in een jeugdinrichting uitzit.

4. ECLI:NL:RBROT:2019:4924 Leeftijd: 18 jaar.

Advies OvJ: geen toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: verzoek om toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies deskundigen: volgens de psychiater en GZ-psycholoog loopt verdachte erg achter in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling en gedraagt hij zich nog als een jong kind. Hij heeft een ernstige leerachterstand en loopt ook op het gebied van praktische vaardigheden achter. Hij kan zijn eigen handelen maar beperkt organiseren. Zijn empathische vermogens (inlevingsvermogen) hebben zich vooralsnog maar beperkt ontwikkeld. In emotioneel opzicht is de regulatie van zijn emoties nog niet uitgerijpt. Ook zijn geweten heeft zich als gevolg van deze ernstige traumatisering nog niet goed ontwikkeld. Hij is minder gevoelig voor de pijn van anderen. Verdachte heeft vanaf zijn elfde tot achttiende levensjaar niet thuis gewoond, en is op zijn achttiende weer bij zijn moeder gaan wonen. Hier miste hij de externe structuur en de begrenzing, waarvan hij nu juist vanwege zijn

achterlopende sociaal emotionele ontwikkeling zo afhankelijk was. Er is dan ook sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de verdachte in de zin van een andere

gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken voortkomend uit een reactieve hechtingsstoornis. Verder is nog sprake van een ziekelijke stoornis van zijn

geestvermogens, te weten ADHD en een ongespecificeerde dissociatieve stoornis.

Over de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd hebben de deskundigen geconstateerd dat er sprake is van een sterke doorwerking van de psychopathologie van de verdachte. Er kan

anderzijds niet met zekerheid worden gezegd dat de verdachte zich in de aanloop naar het gebeuren en gedurende zijn dissociatie tijdens de feiten niet bewust is geweest van het ontoelaatbare van zijn handelen. Maar in ieder geval heeft hij zijn handelen niet conform dat besef vorm weten te geven. Verdachte heeft één van de strafbare feiten ontkend, waardoor de deskundigen zich hierover niet konden uitlaten. Ten aanzien van de overige feiten zien zij geen reden om aan te nemen dat die

feiten onder invloed van de stoornissen van de verdachte zouden hebben plaatsgevonden. Er blijkt dat er duidelijke indicaties zijn om het adolescentenstrafrecht toe te passen en er hiervoor zijn door hen geen contra-indicaties gevonden. Om de stoornissen waar de verdachte aan lijdt te behandelen is volgens hen zowel een pedagogische als een gespecialiseerde psychiatrische behandeling

noodzakelijk in een veilige, gestructureerde omgeving. De reclassering adviseert ook de toepassing van het adolescentenstrafrecht aan de hand van het wegingskader.

Oordeel rechtbank: de rechtbank is het eens met de deskundigen om het adolescentenstrafrecht toe te passen. De verdachte is jong en heeft een grote achterstand in zijn sociaal emotionele

ontwikkeling. Het recidiverisico bij de verdachte is hoog. Verdachte heeft een langjarige behandeling van zijn persoonlijkheids- en psychiatrische stoornissen nodig om dat risico tot aanvaardbare

proporties terug te kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat daarbij niet het persoonlijke belang van de verdachte voorop heeft gestaan. Doorslaggevend is voor de rechtbank dat de stoornissen van de verdachte zo effectief mogelijk behandeld moeten worden. Een effectieve behandeling is immers de enige manier om de maatschappij - ook in de verre toekomst - te beschermen tegen de verdachte. De deskundigen hebben de rechtbank er voldoende van kunnen overtuigen dat daarvoor gestreefd moet worden naar het zo maximaal mogelijk benutten van de mogelijkheden die er nu nog zijn om de verdachte verder en beter op te voeden. Zo wordt voor het behandelen van de verdachte en daarmee het beschermen van de maatschappij een zo gunstig mogelijke uitgangspositie gecreëerd. Daarbij is het voor de verdachte nodig om (eerst) behandeld te worden binnen een orthopedagogische klimaat. Wanneer behandeling pas zou aanvangen na een flink aantal jaren gevangenisstraf is de kans op een succesvolle behandeling voor deze verdachte veel kleiner. Omwille van met name het tweede strafdoel, te weten de bescherming van de maatschappij, is het toepassen van het adolescentenstrafrecht aangewezen.

5. ECLI:NL:RB:NHO:2018:5979 Leeftijd: 19 jaar.

Advies OvJ: de OvJ vordert toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat is het eens met het advies van de deskundigen om het adolescentenstrafrecht toe te passen.

Advies deskundigen: bij verdachte kan een lichte autismespectrumstoornis ‘met enige

ondersteuning vereist’ worden vastgesteld en een matige stoornis in cannabisgebruik, in vroegtijdige remissie en nu stabiel in de gereguleerde setting. Ten aanzien van het handelen en de gedragskeuzes van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde wordt een verband aanwezig geacht met de

autismespectrumstoornis, maar niet met de stoornis in cannabisgebruik. Mede vanwege de tekorten op het gebied van het sociaal inzicht en de sociale interactie (sociale grenzen niet goed aanvoelen) inherent aan de autistische stoornis, is bij verdachte tijdens het plegen van het ten laste gelegde feit, onvoldoende overzicht en inzicht geweest. De kans op betrokkenheid bij een soortgelijk

geweldsdelict wordt niet groot geacht. Het risico in zijn algemeenheid op grensoverschrijdend- en risicovol gedrag is vanwege de aard van de problematiek wel iets meer aanwezig.

Er zijn meerdere beschermende factoren aanwezig. Er zijn anti-gewelddadige opvattingen, een redelijk streng geweten en moreel besef. Verdachte is ook bovengemiddeld intelligent mede waardoor er sprake is van een toenemend probleembesef en lijdensdruk over wat er is gebeurd. Er is ten tijde van het onderzoek verdriet en onbegrip over het overlijden van het slachtoffer. Het

verblijf in de JJI valt verdachte zwaar, maar het overlijden van het slachtoffer is voor hem het ergste. Hij komt hierin niet sociaalwenselijk over, maar oprecht. Verdachte woont nog bij zijn ouders en is ingebed in een prosociaal netwerk. Hij is positief gericht op scholing en had ook een bijbaan. Aan de hand van het wegingskader wordt dan ook geadviseerd om het adolescentenstrafrecht toe te passen. De gebrekkige ontwikkeling beïnvloedde verdachtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde. Verdachte ontkent elke betrokkenheid of deelname aan het hem ten laste gelegde. Vanwege deze ontkenning is geen inzicht ontstaan in zijn mogelijke beweegreden en is een verband tussen de aanwezige gebrekkige ontwikkeling en het hem ten laste gelegde niet te leggen. Het recidiverisico wordt laag ingeschat. Er is sprake van gewetensfunctie. Verdachte toont zich zeer geëmotioneerd naar het slachtoffer en zijn ouders. Hij geeft aan dat hij, als hij had geweten wat de medeverdachte mogelijk van plan was geweest, deze zou hebben proberen te stoppen. Verdachte functioneert goed op school. Er wordt door ouders of school geen melding gemaakt van agressieve gedragingen. Verdachte is gemotiveerd bezig met zijn opleiding. Hij wil in september starten met een vervolgopleiding. Verdachte heeft een hechte band met zijn ouders en broers. Verdachte heeft een positieve houding tegenover interventie en gezag. Vanuit het wegingskader komt naar voren dat verdachte in sociaal-emotionele zin een nog vrij jonge indruk maakt, waarbij ook zijn

copingvaardigheden zwak zijn. Hij is maar beperkt weerbaar en kan hierin nog groeien. Vanuit deze optiek is ook het aanbieden van een pedagogisch klimaat zinvol.

Oordeel rechtbank: de rechtbank kan zich verenigen met de conclusies van deze rapporten, dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een lichte autismespectrumstoornis, dat deze aanwezig was ten tijde van het tenlastegelegde, dat deze de gedragskeuzes of gedragingen van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde beïnvloedde. De rechtbank is het ook eens met het ingeschatte recidiverisico. De rechtbank ziet in de persoonlijkheid van de verdachte reden om het adolescentenstrafrecht toe te passen.

6. ECLI:NL:RBAMS:2019:1281 Leeftijd: 20 jaar.

Advies OvJ: de OvJ vordert toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat verzoekt om toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies deskundigen: zowel de psychiater als de psycholoog adviseren om verdachte te berechten via het adolescentenstrafrecht. Er is bij verdachte sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis. Bovendien is er sprake van een lichte cognitieve beperking wat betreft

informatieverwerkingssnelheid. Er is geen verband met het gepleegde feit en het feit kan hem dan ook volledig worden toegerekend. Zijn gezinssituatie wordt gezien als een beschermende factor. Verdachte woont nog bij zijn ouders en zij helpen hem in het vormgeven van zijn leven. Hij is pedagogisch goed aan te sturen en neemt binnen de justitiële jeugdinrichting deel aan het

groepsgerichte verblijf. Ook de reclassering adviseert om het adolescentenstrafrecht toe te passen, omdat verdachte ontvankelijk is voor pedagogische beïnvloeding.

Oordeel rechtbank: de rechtbank ziet in de persoon van verdachte, gelet op het advies van de deskundigen, aanleiding om het adolescentenstrafrecht toe te passen. De rechtbank weegt hierbij mee dat verdachte ondersteuning nodig heeft vanwege zijn informatieverwerkingsproblemen en

door de deskundigen mogelijkheden worden gezien voor pedagogische beïnvloeding vanuit het gezin.

7. ECLI:NL:RBNNE:2018:3947 Leeftijd: 22 jaar.

Advies OvJ: de OvJ vordert toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat verzoekt toepassing van het adolescentenstrafrecht. Advies deskundigen: volgens de reclassering heeft de verdachte ADHD, PDD-NOS en een verstandelijke beperking. Volgens de reclassering zijn er indicaties voor de toepassing van het adolescentenstrafrecht. De problematiek van verdachte heeft invloed op zijn denken en handelen. Hij kan de gevolgen van zijn gedrag en handelen moeilijk overzien. Bovendien is hij niet zelfredzaam en afhankelijk van zijn familie. Een pedagogische en outreachende aanpak past bij hem.

Oordeel rechtbank: De rechtbank zal in overeenstemming met de rapportage van de reclassering, de vordering van de officier van justitie en het verzoek van de advocaat het adolescentenstrafrecht toepassen. De rechtbank vindt grond daarvoor in de persoonlijkheid van de verdachte, zoals deze in de rapportage is omschreven en zoals deze ter terechtzitting is gebleken en in de omstandigheden waaronder het feit is begaan.

8. ECLI:NL:RBOVE:2018:1902 Leeftijd: 22 jaar.

Advies OvJ: de OvJ vordert toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat verzoekt toepassing van het adolescentenstrafrecht. Advies deskundigen: het rapport van de psycholoog vermeldt dat verdachte een

ontwikkelingsleeftijd heeft van tussen de 13 en 17 jaar. Verdachte maakt weliswaar een

jongvolwassen indruk, maar is in zijn ontwikkelingsleeftijd dus aanzienlijk jonger. De psycholoog adviseert daarom tot toepassing van het adolescentenstrafrecht. De reclassering neemt dat advies over.

Oordeel rechtbank: de rechtbank ziet met name in de persoonlijkheid van de dader grond om het adolescentenstrafrecht toe te passen.

9. ECLI:NL:RBAMS:2019:4422 Leeftijd: 20 jaar.

Advies OvJ: geen toepassing van het adolescentenstrafrecht.

Advies advocaat: de advocaat heeft verzocht, conform het advies van de reclassering, om toepassing van het adolescentenstrafrecht, omdat verdachte een jonge first offender is, blijkens het

reclasseringsadvies beperkte handelingsvaardigheden heeft en beïnvloedbaar lijkt te zijn. Ook is onlangs ADHD bij verdachte gediagnosticeerd.

Advies deskundigen: uit het rapport van de reclassering blijkt dat verdachte onlangs is

gediagnosticeerd met ADHD en heeft hij een beneden gemiddelde intelligentie. Dit kan mogelijk van invloed zijn geweest op het delictgedrag. Ook is er bij verdachte sprake van beperkte

handelingsvaardigheden en beïnvloedbaarheid. De reclassering adviseert om verdachte vanwege de beschreven problematiek te berechten volgens het adolescentenstrafrecht.

Oordeel rechtbank: de rechtbank ziet, gelet op het advies van de reclassering, in de persoon van de verdachte aanleiding om recht te doen overeenkomstig de bepalingen van het

adolescentenstrafrecht. Daarbij is voor de rechtbank een belangrijk aspect dat bij verdachte sprake is van een beneden gemiddelde intelligentie, beperkte handelingsvaardigheden en

beïnvloedbaarheid.

10. ECLI:NL:RBAMS:2018:5788 Leeftijd: niet aangegeven.

Advies OvJ: de OvJ vordert toepassing van het adolescentenstrafrecht op grond van het advies van de reclassering.

Advies advocaat: de advocaat is het eens met de OvJ.

GERELATEERDE DOCUMENTEN