Dat er een verschil kan zijn tussen diaspora en hun vaderland komt ook naar voren tijdens de Taglitreis. Taylor, Levi en Dinovitzer schrijven erover in hun artikel. Zij stellen dat een reis zoals Birthright Israel de aandacht van de deelnemer laat vestigen op zijn eigen otherness gevoel in het land waar hij woont. Tevens genereert de ervaring een gevoel van bezit van en belonging, betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij een land waar zij niet in wonen, namelijk Israël. Dit kan resulteren in het gevoel van belonging voor zowel het vaderland als de diaspora (Taylor e.a. 2012: 71‐72). Dit komt sterk naar voren in David zijn verhaal. Hij geeft aan zich erg betrokken te voelen bij Israël en de Joodse diaspora. Hij “volgt veel het nieuws over hoe het gaat met Joden in andere landen”, bijvoorbeeld als hij leest over “Joden in Frankrijk die niet meer veilig zijn, of de situatie in Nederland”. De betrokkenheid van David uit zich ook in het feit dat hij de zomer na Taglit langer dan een maand is teruggegaan naar Israël om rond te reizen. Hij heeft toen onder andere vrijwilligerswerk gedaan. Dit vrijwilligerswerk betrof het planten van bomen. Hierover zegt David: “Dan treed je toch wel een beetje in de voetsporen van de mensen die er als eerste heengingen.” Geconcludeerd kan worden dat Taglit impact heeft op de politieke betrokkenheid van de deelnemer bij Israël. Het komt in de interviews sterk naar voren dat Israël als land onlosmakelijk verbonden is met de politieke situatie en de discussies die hier mee gepaard gaan. Hoewel er geen expliciete sturing is gegeven in het interview naar de politieke situatie komt deze toch onvermijdelijk aan bod. Wanneer er namelijk wordt ingegaan op hun betrokkenheid bij Israël komt meerdere keren de manier van berichtgeving in de media naar voren. Hannah, David en Ronit geven aan een andere kijk erop te hebben gekregen. David zegt dat zijn betrokkenheid veranderd is sinds zijn eerste bezoek aan Israël met Taglit. Hoewel hij aangeeft altijd wel betrokken te zijn geweest, is het voor hem nu wel op een ander niveau. Hij zegt “de Nederlandse media niet meer te vertrouwen als het gaat om de berichtgeving over Israël”. Hij zegt “ook eerst altijd Israëlische media op te zoeken” omdat hij “echt het idee heeft dat Nederlandse media een beeld pushen”. Een beeld dat hij niet zo heeft ervaren. De reis heeft Hannah verbaasd over wat de media laat zien in Israël. Ze zegt hierover: “Dat het zo enorm gekleurd is allemaal en dat als je er eenmaal bent dat je helemaal niet zoveel merkt van het conflict.” Naar eigen zeggen “ziet ze Israël nu meer voor wat het is: als land wat zich keihard probeert te verdedigen in een uitsluitend islamitische omgeving en daar nogal fel in reageren.” Ze vindt dat ze “als klein landje niet heel veel andere opties hebben”. Ze vind het erg jammer dat er zo weinig begrip is voor de situatie en dat Israël wordt afgeschilderd als de bad guy. Hannah zegt “dit heel schrijnend” te vinden.
Ondanks dat Fietje fel is in discussies op de reis zelf en een kritisch is op wat Israël doet, zegt ze dat ze een stuk gematigder is geworden in haar standpunt met betrekking tot het conflict: “Ik ben het nog steeds met heel veel dingen niet eens die Israël doet, alleen spring ik er nu vaker voor in de verdediging dan voor de reis.”
Niet elke deelnemer was al eerder in Israël geweest. Maar zelfs diegene die aangaven al eerder het land te hebben bezocht hadden de oorlog die er speelt niet van zo dichtbij meegemaakt. De confrontatie met de strijd die er gaande is heeft een effect op de mate van bewustzijn als het gaat om de deelnemers hun diaspora‐identiteit. Het conflict roept vragen op over hun betrokkenheid ten opzichte van het groepslidmaatschap. Op de reis wordt de nadruk gelegd op de volksgedachte, de gedeelde geschiedenis en achtergrond en de daarbij horende cultuur. Dit kan zowel distantie als betrokkenheid bij iemand oproepen, aangezien de deelnemers de ervaringen positief maar ook negatief kunnen vinden. Tabitha zegt over haar ervaring met de oorlog het volgende: “Wat ik wel heel erg had met die oorlog is dat ik dat heel, heel raar vond. Dat het echt oorlog was, dat je ook overal die uzi’s en soldaten ziet staan.” David gaf aan zich veel bewuster van de oorlog te zijn geworden toen ze in de kibboets de schuilkelder als gezamenlijke ruimte gebruikten. Hannah zegt: “We liepen in de Golan en we waren een paar kilometer verwijderd van de grens met Syrië en we hoorden echt explosies. Dat was wel echt heel heftig dat je daar zo vlakbij zit.”. De diaspora‐identiteit kan gelinkt worden aan de affiniteit met Israël, of het zogenoemde long distance nationalism. Meerdere deelnemers gaven aan een sterke verbondenheid te voelen met Israël. Hoewel Ronit aangeeft dat het niet per se is veranderd na Taglit, merkte ze wel dat het gevoel versterkt is. Ze zegt dat ze “er altijd al van gehouden heeft en het voelt als een soort van thuiskomen”. Op de vraag wat het dan een thuis maakt voor haar, antwoordt ze: “Misschien omdat ik me heel erg verbonden voel met de cultuur en alles erop en eraan en het land zelf vind ik heel erg prachtig. Maar ook omdat wat heel erg sterk is: iedereen heeft een soort van verbintenis met elkaar. Joodse mensen hebben dat heel erg sterk omdat ze toch een soort van achtergrond hebben en daar heb je dat ook heel erg. Dat vind ik wel heel erg fijn.” Hannah zegt: “Ik denk dat het meeste indruk op me heeft gemaakt dat in Israël het niet zo heel erg veel uitmaakt uit welk land je oorspronkelijk komt. Het is wel dat als je in Israël bent […] dat het heel erg een thuis voelt als je daar bent. Gevoel van verbondenheid […]. Het voelt niet alsof ik op vakantie ga, het is gewoon een tweede thuis wat je hebt.” Taylor e.a. geven in hun artikel ook aan dat de reis de deelnemer aan het denken zet over zijn eigen gevoel over het land waar ze wonen (Taylor e.a. 2012: 71‐72). Bij terugkomst had ze het gevoel weer opnieuw te moeten aarden: “Het klinkt heel gek, maar als je daar [in Israël] loopt dan weet je ongeveer negentig procent zeker dat iedereen om je heen Joods is of in ieder geval een Joodse achtergrond heeft. Dan kom je hier en dan is het ineens heel moeilijk te peilen. Dan weet je niet meer waar je wel of niet open
David stelt: “Israël is voor mij toch wel een land dat ik toch wel als mijn thuis, als mijn tweede land beschouw.” Tabitha staat hier echter anders in: “Ik heb niet het gevoel dat als ik daar nu naar toe ga, dat ik thuis kom. Dat heb ik niet. […] Ik voel me er wel heel erg thuis maar dat heb ik ook in Spanje.” Fietje geeft aan zich alleen te voelen in hoe zij het land beleefde: “Voor iedereen was het: “Mijn tweede thuisland, ik heb het gevonden, mijn Joodse identiteit”. Ik heb nog nooit zoveel innerlijk conflict gehad over iets, ongeveer tien dagen lang, als hier.” Fietje stoorde zich eraan dat er niet zo kritisch werd omgesprongen met de informatie die de groep werd gegeven. Hierdoor had zij niet het gevoel dat ze ‘thuis kwam’. Ze gaf een voorbeeld van een moment waarbij een man de groep een “propagandaverhaal” kwam vertellen over de huidige situatie in Israël. Het resulteerde voor haar in een innerlijke strijd over dingen en ook in toch wel verhitte discussies die ze daar heeft gevoerd met mensen. Tabitha haalt in haar verhaal ook een paar momenten aan waarbij zij een zekere distantie voelde toen er gesproken werd over de rol van Israël in het conflict. Hoewel dit bij haar niet resulteerde in een discussie geeft ze wel aan: “Dat hoef ik gewoon echt niet te horen”. Meerdere deelnemers geven aan Israël als tweede thuis te ervaren of zich er in ieder geval erg thuis te voelen. Dit komt overeen met wat Taylor e.a. schrijven over de blootstelling van de deelnemers aan ‘mytisch’ Israël. Dit beeld van Israël ontstaat door de emotionele content die deelnemers meenemen naar deze plekken (Taylor e.a. 2012: 71). Deze emotionele content komt sterk naar voren bij het Yad Vashem museum en de Klaagmuur. Deze ervaringen resulteren in een samenvattend symbool. Dit samenvattende symbool staat voor het enthousiasme en de ervaringen van de reis (ibid.: 71). Dit komt sterk naar voren bij Tabitha. Zij geeft aan dat haar betrokkenheid bij Israël niet is veranderd. Ze geeft aan wel met andere ogen naar het land en bepaalde plekken te kijken, maar dit komt volgens haar voort uit de herinneringen die ze van de reis heeft. David zegt hierover dat “het best wel fijn is om met veertig joodse jongeren te zijn die allemaal dingen begrijpen die niet‐Joodse vrienden niet zouden snappen. Bijvoorbeeld bepaalde emoties als je in Israël bent. […] Vooral de ervaring als groep maakt de reis.”. Dit sluit aan bij wat Hannah zegt. Zij stelt dat “je zoveel gemeenschappelijke dingen hebt met zo’n groep waar je dan mee bent. […] Dat er echt wel heel veel dezelfde verhalen waren tot aan de houding en het karakter van ouders tot wat je dan gemeenschappelijk met elkaar hebt.”
3.5 Samenvatting
Birthright Israel is voortgekomen uit de zorg die Steinhardt en Bronfman deelden over assimilatie. Identiteit kan bij assimilatie een grote rol spelen. Een etnische identiteit kan belangrijk worden wanneer de drager het gevoel heeft dat deze bedreigd wordt. Dit kan in verband worden gebracht met identiteitspolitiek. Omdat het een essentiële menselijke behoefte is, kan gesteld worden dat BRI
enerzijds ter voorkoming is van assimilatie maar anderzijds ook een programma is dat voorziet in die essentiële behoefte van de deelnemers. Dit wordt gedaan door een gevoel van belonging en historische continuïteit voor het individu te creëren. De etnische ideologie is echter erg complex. Dit blijkt uit de Third Space theorie van Bhabha.
Israël is voor de Joodse diaspora een religieus en symbolisch vaderland. Dit maakt hen een unieke diasporagroep. Hoewel er meerdere diasporagroepen zijn die reizen faciliteren naar het vaderland is de Taglitreis toch een vreemde eend in de bijt. Het wordt overkoepeld door de term
homeland tourism, maar kan geen pelgrimage of toerisme genoemd worden. De term hybride zou aan
de Taglitreis toegekend kunnen worden.
Taglit mobiliseert in zekere zin een reeks van emoties onder de deelnemers. De Taglitreiziger bevindt zich dan ook in een liminele fase. Birthright Israel maakt gebruik van the garb of contemporary
tourism. De deelnemers ontwikkelen een groter gevoel van collectieve identiteit en worden veelal
meer betrokken bij hun Joodse diasporagemeenschap.
De Taglitreis creëert tevens een gevoel van communitas. Het vormingsproces heeft dan ook haar kiemen in de ontroering en emotie. Het mythische Israël waaraan de deelnemers worden blootgesteld wordt een samenvattend symbool voor de reis. Dit proces wordt ook wel selective
permeability genoemd. Het bewustwordingsproces tijdens de reis wordt in gang gezet door de vragen
waarmee elke deelnemer wordt geconfronteerd met zijn eigen positie.
Het gevoel van otherness en belonging onder de deelnemers is al voor de reis aanwezig. Dit gevoel komt ook tijdens de reis naar voren aangezien de deelnemers zich bewust worden van hun diaspora‐identiteit. Daarnaast vormt het gevoel van belonging een rode draad tijdens de gehele tiendaagse reis. Het Yad Vashem heeft hier een sterk aandeel in door de reeks van emoties die het teweeg brengt. Dit heeft tevens een uitwerking op de collectieve identiteit. Geconcludeerd kan worden dat Taglit het besef van een gedeelde geschiedenis en etnische identiteit versterkt. De keerzijde van de nadruk op belonging leggen, is dat het ook een gevoel van uitsluiting kan creëren. Het gevoel van uitsluiting werd dan ook door sommige ‘half joodse’ deelnemers ervaren.
Religie is het belangrijkste element van de Joodse diaspora. Het is nauw verbonden aan identiteit en cultuur en geeft wederom een zeker gevoel van belonging. Het diasporaconcept staat in verband met nationalisme. Omdat diasporagemeenschappen echter niet in het vaderland wonen is er sprake van long distance nationalism. Dit laatste betreft onder andere ook identificatie, belonging en een gedeelde geschiedenis, maar heeft een fysieke afwezigheid van het vaderland als onderscheidende factor. Hierdoor worden politieke betrokkenheid en actieve deelname aan sociale projecten aangaande het vaderland anders vormgegeven. Long distance nationalism heeft betrekking op transnationale gemeenschappen. De identificatie en het gevoel van belonging komen dan ook terug
Birthright Israel heeft invloed op de deelnemers hun politieke betrokkenheid bij Israël. Dit wordt natuurlijk versterkt door de huidige politieke situatie waarin Israël verkeert. Het conflict wat er in de regio gaande is, roept vragen op bij de deelnemers over hun positie, groepslidmaatschap en betrokkenheid. Het blijkt dat het merendeel van de deelnemers zich verbonden voelt met Israël.
Doordat Taglit de nadruk legt op het gevoel van een volksgedachte en de daarbij horende cultuur, kan dit zowel negatieve als positieve ervaringen bij de deelnemers voortbrengen. Het mythische Israël brengt emotionele content met zich mee en resulteert in een samenvattend symbool voor de reiservaringen.