• No results found

maken 1 bouwen woningen inrichting groen

5 Samenwerkingsmodellen voor de grondexploitatie

6.3 Amersfoort Gemeentelijk beleid

In 1980 is een ontwikkelingsplan Groeistad tot 1995 opgesteld. Dit plan had als doelstelling om binnen 10 jaar minimaal 15.000 woningen te bouwen waarvan 4.000 in bestaand stedelijk gebied. Omdat in 1973 het dorp Hoogland aan Amersfoort was toegevoegd, gingen alle stedelijke ontwikkelingen in die (noordelijk) richting. Het plan Groeistad omvatte achtereenvolgens de ontwikkeling van :

1) Schothorst; 2) Zielhorst; 3) Kattenbroek; 4) Hoogland; 5) Nieuwland;

6) Vathorst is sinds 2000 de nieuwste ontwikkeling in Amersfoort. Grondexploitatie

De benodigde gronden voor Groeistad waren in eigendom bij de gemeente en werden voor ontwikkeling uitgegeven. Door deze situatie kon de gemeente grip houden op zowel de planvorming als de verdere ontwikkeling en met name op de kwaliteit. Mede hierdoor is er een groot centraal park van 100 hectare met subsidie van LNV/CRM gerealiseerd en is er in Schothorst en Zielhorst ook buurt- en wijkgroen. In latere grondexploitaties zat minder groen omdat men vond dat die nieuwe wijken gebruik konden maken van het centrale park. In Kattenbroek is er weinig groen omdat daar in de grondexploitatie sterk op de architectuur en het water gefocust is. In de oorspronkelijke plannen had groen een groter aandeel maar vanwege de hoge kosten voor de architectuur is dat langzaam uit de plannen verdwenen. De gemeente had weinig grip op deze ontwikkeling en vooral weinig grip op de architect/stedenbouwer. In een latere evaluatie heeft de architect/steden- bouwer aangegeven dat die focus op architectuur wel te sterk is geworden.

Uit de opbrengsten van Groeistad moest ook aan algemene voorzieningen elders in Amersfoort (dus buiten het netto plangebied) worden bijgedragen omdat er zoveel nieuwe bewoners bijkwamen.

Voor de nieuwste ontwikkeling Vathorst brengt de locatie hoge kosten met zich mee vanwege een sanering en het plaatsen van geluidsschermen langs de snelweg en de spoorlijn. Inmiddels loopt Vathorst ook vertraging op omdat er minder woningen worden verkocht dan gepland.

Samenwerkingsmodel

Voor het hele plan Groeistad had de gemeente alle gronden in eigendom en dus de regie over de planontwikkeling en de uitvoering. Bij de ontwikkeling van Nieuwland was er voor het eerst sprake van een samenwerking met marktpartijen (PPS). De gronden die marktpartijen inmiddels in eigendom hadden, zijn door bouwclaims weer bij de gemeente terug gekomen. Ook deed de gemeente de grondexploitatie zelf en is de uitvoering is uitgegeven aan Bouwfonds. Het plan dat Bouwfonds maakte is wel getoetst aan een eerder plan dat door de gemeente zelf was ontwikkeld.

In het nieuwste project Vathorst had de gemeente geen grond in handen. Binnen de gemeente waren geen draagvlak en middelen aanwezig om zelf een grondpositie in te nemen (vanwege risico's van vroegtijdige verwerving). De gemeente heeft daarom marktpartijen verzocht om grondposities in te nemen zodat ze later met hen afspraken kon maken over bouwclaims (Groetelaers, 2004). De gemeente is wel aandeelhouder in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV), samen met Bouwfonds, Heijmans IBC, de Alliantie, Thomasson Dura en AM Wonen. In die rol heeft de gemeente meegewerkt aan het Programma van Eisen en heeft ze in het verdere verloop van het project vooral een toetsende rol (bestemmingsplan, welstand, civieltechnisch, et cetera). De werkzaamheden van OBV bestaan in hoofdlijnen uit: grondverwerving, bouw- en woonrijp maken en gronduitgifte. Voorheen waren deze disciplines binnen de gemeente vertegenwoordigd.

De gemeente merkt door deze nieuwe rol dat ze minder invloed heeft op het gehele proces. Om dat in toekomstige projecten toch weer meer te verkrijgen, zet de gemeente Amersfoort de Wet Voorkeursrecht Gemeenten weer meer in.

Financiering van het groen

De financiering en uitvoering van het groen wordt meegenomen in twee delen van de grondexploitatie: in het bouwrijp maken en in het woonrijp maken van het plangebied. In het bouwrijp maken zit het grondwerk ten behoeve van het groen. Bijvoorbeeld het graven van waterplassen, het maken van een heuvel, et cetera. In het woonrijp maken zitten vervolgens werkzaamheden als beplanting van oevers, planten van bomen, inrichting van parken, et cetera.

De ontwikkeling van stedelijke plannen begint met een globaal plan en even globale berekening van de kosten (oppervlakte groen/blauw/rood maal de normkosten). In een aantal stappen wordt het uitgewerkt tot een gedetailleerd matenplan dat als basis

dient voor de aanbesteding van deelplannen. De gemeente maakt wederom een eigen begroting op basis van dit matenplan. Deze is niet openbaar.

Vervolgens kunnen aannemers inschrijven op de deelplannen en dienen daartoe hun offerte in. Afhankelijk van het type aanbesteding (Europees, onderhands, et cetera) zal hij zijn prijs bepalen. Voor de gemeente wordt niet inzichtelijk gemaakt hoeveel aan welke onderdelen besteed zal worden. Gedurende de uitvoering kunnen hier immers nog verschuivingen in optreden. Na de oplevering wordt door de aannemer ook niet bekend gemaakt hoe het budget uiteindelijk is verdeeld. De gemeente beoordeelt tussentijds alleen de voortgang en uitvoering van het (deel)plan.

Positie van het groen

In de Groeistad periode had de gemeente nog alle grond in handen en ook veel regie over de plannen en de kwaliteit. Vandaar dat daar ook een groot park en buurt- en wijkgroen is gerealiseerd.

De gemeente is op zoek naar instrumentarium om kwaliteit in nieuwbouwwijken te realiseren en dan met name kwaliteit in de openbare ruimte. De gemeente wil dat dit vanuit het rijk wordt gerealiseerd omdat provincies teveel onderling concurreren en Amersfoort nabij de grens tussen twee provincies ligt.

Veel gemeenten hebben ook niet de kennis en de strategische aanpak in huis om te kunnen omgaan met projectontwikkelaars. Hiertoe is meer expertise nodig over de verhouding tussen kosten en kwaliteit in de openbare ruimte.

6.4 Meerstad Groningen