• No results found

Alternatieven voor de huidige situatie

De jurisprudentie en een deel van de rechtsgeleerden geeft aan dat om de zorgplicht ex artikel 6:162 BW in te vullen, gebruik gemaakt moet worden van de regels van private organisaties. Hierbij moet de aansprakelijkheid mijns inziens niet aangenomen worden, indien de voetbalclub alle nodige voorzorgsmaatregelen heeft genomen. Wel moet het probleem van wangedrag van supporters worden aangepakt, maar zonder dat daarbij de doelstellingen van het aansprakelijkheidsrecht in gedrang komen. In dit hoofdstuk schets ik enkele suggesties, die dit probleem zouden kunnen oplossen.

4.1: Alternatieven voor het huidige systeem

Een probleem in Nederland is dat de civiele rechter, indien een orgaan van de KNVB een beslissing heeft genomen, deze beslissing alleen marginaal mag toetsen. Een ander probleem is dat wanneer de KNVB zelf niet heeft ingegrepen, maar een club toch door een persoon of organisatie aansprakelijk gehouden wordt, de civiele rechter de zorgplicht van de club invult kijkend naar de regels van de KNVB. In beide situaties gaat de zorgplicht van de voetbalclub dan dus erg ver en zal de club bijna altijd aansprakelijk zijn. In de huidige situatie komen er echter bijna geen zaken bij de civiele rechter. Ik meen dat clubs vaker in beroep zouden moeten gaan tegen de beslissingen van de hoogste instantie van de private organisatie en naar de civiele rechter moeten gaan. Bij Getafe tegen Ajax werd door een supporter een aansteker gegooid en stoeltjes vernield. Dit was een uitwedstrijd, dus hoe Ajax had moeten ingrijpen is mijns inziens al onduidelijk, maar dat er ingegrepen had moeten worden om het vernielen van stoeltjes direct tegen te gaan is verdedigbaar. Maar hoe moet een voetbalclub voorkomen dat in het stadion van een andere club een supporter een aansteker gooit? In dat soort situaties is met de huidige technologie de supporter eenvoudiger te identificeren en zou de schadelijdende partij de supporter die zich heeft misdragen moeten aanspreken.

Ook is hier wellicht een rol voor de wetgever weggelegd. De regels van private organisaties worden steeds vaker gebruikt om open normen in te vullen. Uit de jurisprudentie vallen volgens Westhoff enkele criteria af te leiden wanneer dit is toegestaan. De wetgever zou hieromtrent regels kunnen geven en duidelijkheid creëren. Dat biedt rechtszekerheid. Als de voetbalclub dan toch een boete krijgt, moeten clubs vaker naar de civiele rechter gaan. Ondanks dat de

civiele rechter een besluit van de KNVB alleen marginaal zou mogen toetsen, ligt hier mijns inziens ruimte voor voetbalclubs. Zeker als de wetgever een duidelijk kader heeft geschetst. Ook kan daarbij gekeken worden naar artikel 2:8 BW. Dan kan er gekeken worden of de regel die in die situatie is toegepast, terwijl de club alles heeft gedaan wat mogelijk is om het wangedrag te voorkomen, niet in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.92 Het is mijns inziens niet redelijk dat een club beboet wordt

voor het wangedrag van een supporter, terwijl zij niet konden ingrijpen.

Verder zou de KNVB of anders de clubs zelf, de individuele supporters meer moeten aanspreken. Het was vroeger lastiger om de supporters die zich hadden misdragen te identificeren. Dat is door verbeterde technologieën steeds eenvoudiger geworden. Vroeger had men een papieren kaartje en dat werd door een steward bij de entree verscheurd. Daarna kwamen er vakken binnen stadions, genummerde zitplaatsen en geautomatiseerde toegangscontroles. Er zijn ook persoonsgebonden clubkaarten en sommige clubs hebben biometrische gezichtsherkenning, zoals ADO Den Haag.93

Om racisme tegen te gaan kan een oplossing zijn dat de speler die racistisch is beledigd de supporter of supporters die hem hebben beledigd en identificeerbaar zijn aanklaagt. Dit kan de club wellicht ook doen als werkgever van de speler. Dan wordt de beledigde speler gecompenseerd en is er dus meer sprake van herstel dan als dit niet gebeurt. Verder heeft het als neveneffect dat de supporters geconfronteerd worden met een sanctie vanwege hun uitlatingen en daar zal een preventieve werking vanuit gaan. Nu er meer camera’s zijn en de supporters beter in beeld gebracht kunnen worden, zouden bijvoorbeeld liplezers kunnen kijken naar de beelden om vast te stellen welke supporters racistische leuzen hebben geroepen.

Als een supporter zich misdraagt is er wellicht schade aan het stadion. Ook kan het beeld van het Nederlandse voetbal eronder lijden, zoals de KNVB aangeeft. Als de club of de KNVB de supporter altijd individueel probeert te vervolgen, kan de geleden schade in de concrete situatie beter hersteld worden. Als de naam van het voetbal geschaad is, moet de supporter aansprakelijk gesteld worden en oude situatie hersteld, dit kan door bijvoorbeeld veiligheid in het voetbal te verbeteren en daarmee ook de naam van het voetbal weer te verbeteren. Als er een stoeltje in het stadion gesloopt is en de club spreekt de supporter die deze schade 92 Artikel 2:8 BW

veroorzaakt heeft aan, kan het geld gebruikt worden om het stoeltje te repareren of vervangen. Aan het hoofddoel van het aansprakelijkheidsrecht wordt dan beter voldaan. De preventieve werking, die de voetbalorganisaties willen bereiken met de club aanspreken, wordt vervangen door preventieve werking door de individuele supporters aan te spreken. Als dit consequent gebeurt, zullen supporters hiervan op de hoogte raken en zich wellicht minder snel misdragen. Het heeft dan een preventieve werking, terwijl ook het hoofddoel van het aansprakelijkheidsrecht bereikt wordt. De clubs blijven uiteraard aansprakelijk als zij niet aan hun zorgplicht hebben voldaan, maar de zorgplicht gaat dan niet verder dan alle nodige maatregelen nemen om wangedrag te voorkomen. Als een club dit gedaan heeft en er gebeurt toch iets ongeregelds, zoals dat één supporter een aansteker gooit of dat er vuurwerk van buiten het stadion het stadion wordt ingeschoten, is de club niet aansprakelijk, maar wordt alleen de individuele supporter aangesproken.

4.2 Tussenconclusie

De huidige situatie is mijns inziens dus niet geheel aanvaardbaar. Oplossingen zouden kunnen zijn dat clubs vaker in beroep gaan tegen de beslissingen van de KNVB, indien zij menen wel aan hun zorgplicht te hebben voldaan. Verder zou de wetgever een rol kunnen spelen, door aan te geven wanneer en in hoeverre de regels van private organisatie een rol kunnen spelen bij het invullen van de open normen in het civiele recht. Tot slot zouden de clubs en de KNVB, supporters meer individueel moeten aanspreken. Dit is door technologie makkelijker geworden en de concrete situatie zal dan meer hersteld worden dan op dit moment gebeurt, terwijl nog steeds een preventieve werking uit gaat van de sancties.

Conclusie

In deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar de aanvaardbaarheid van de zorgplicht van voetbalclubs voor het wangedrag van hun supporters, gelet op de doelstellingen van het aansprakelijkheidsrecht. Dat wangedrag van supporters nog veelvuldig voorkomt, volgt uit onder andere de gevallen van de racistische leuzen die de supporters van FC Den Bosch richting Ahmad Mendes Moreira riepen en uit de aansteker die een supporter van Ajax gooide richting een speler van Getafe en de stoeltjes die bij de wedstrijd werden vernield. Beide gevallen zijn van recente datum en illustreren dat het wangedrag van supporters een actueel probleem is.

Om de aanvaardbaarheid van de zorgplicht van voetbalclubs voor dit soort gedrag te onderzoeken heb ik naar de doelstellingen van het aansprakelijkheidsrecht gekeken. Er zijn vele doelstellingen en het aansprakelijkheidsrecht is dynamisch. Van het meer punitieve karakter in de Romeinse oudheid heeft het aansprakelijkheidsrecht zich ontwikkeld naar een compensatoire functie naar aanleiding van het natuurrecht. De meest besproken functies zijn de economische functie, de compensatoire functie en de preventieve werking. De economische functie ziet op het aansprakelijkheidsrecht inzetten om de kosten voor de maatschappij zo laag mogelijk te krijgen. Deze functie wordt mijns inziens steeds belangrijker, maar is nu nog geen erkende functie. De belangrijkste functie, naar mijn mening, is gelet op de memorie van toelichting en de literatuur, de compensatoire functie. Verder gaat er ook een preventieve werking uit van het aansprakelijkheidsrecht, maar dat is eens secundaire functie.

In de praktijk worden voetbalclubs vaak aangesproken op het wangedrag van hun supporters. De sancties die worden opgelegd, worden meestal opgelegd door de private voetbalorganisaties van de verschillende landen, met voor Nederland als belangrijkste de KNVB en de UEFA. Betaalde voetbalclubs gaan vaak niet in beroep bij de civiele rechter, nadat zij door het hoogste orgaan binnen de private voetbalorganisatie een sanctie opgelegd hebben gekregen. Een beroep bij de civiele rechter is ook lastig, aangezien de civiele rechter een besluit van een orgaan van de KNVB alleen marginaal mag toetsen, inhoudende dat de civiele rechter alleen toetst of het orgaan in redelijkheid en billijkheid tot haar uitspraken heeft kunnen komen. Een club kan ook proberen de boete te verhalen op de supporters. Dit gebeurt steeds vaker, maar gelet op de jurisprudentie is ook dit lastig voor voetbalclubs.

Ik heb vervolgens de praktijk vergeleken met de doelstellingen die het aansprakelijkheidsrecht naar mening heeft. Er wordt in het civiele recht vaak gebruik gemaakt van private regelgeving. Vooral bij het invullen van de open normen spelen de regels van private organisaties een belangrijke rol. Er zijn rechtsgeleerden, zoals Westhoff, Giessen en Van Kleef, die dit een goede ontwikkeling vinden. Deze regels kunnen zorgen voor een hogere beschermingsgraad. Ik meen dat deze regels van belang kunnen zijn, maar ze mogen niet te ver gaan. De zorgplicht van voetbalclubs voor het wangedrag van hun supporters, indien geheel ingevuld aan de hand van de regels van private organisaties is erg groot. In Frankrijk en ook bij de zaak in Duitsland van Dynamo Dresden, wordt een verregaande zorgplicht aangenomen. Aan de notie van geen aansprakelijkheid zonder fout, wordt voorbijgegaan. Dat is mijns inziens niet de bedoeling van het aansprakelijkheidsrecht. Ook hebben voetbalclubs niet altijd invloed op wie hun supporters zijn en voor wie zij dus verantwoordelijk zijn.

De reden dat voetbalorganisaties een grote zorgplicht willen voor voetbalclubs, is om de veiligheid te verbeteren en de goede naam van het voetbal te beschermen. De regels van bijvoorbeeld de KNVB worden dus gebruikt om doelen te bereiken, die op dit moment mijns inziens niet de intentie van het aansprakelijkheidsrecht zijn. Zij willen ook dat er een preventieve werking uitgaat van hun regels, zodat supporters zich minder zullen misdragen en voetbalclubs alle nodige maatregelen zullen nemen om wangedrag van hun supporters te voorkomen. Dit is een secundaire doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht en aan de hoofddoelstelling wordt voorbijgegaan. Het geld dat de voetbalorganisaties krijgen door de opgelegde boete aan de voetbalclub, lijkt niet naar het herstel van de situatie te gaan. Of de aansprakelijkheid van een betaalde voetbalclub net zo ver gaat als in Duitsland of Frankrijk, moet nog worden vastgesteld, aangezien er nog niet zo een zaak voor de Nederlandse rechter is verschenen. Maar gelet op hoe nu aangenomen wordt hoe ver de zorgplicht van voetbalclubs strekt voor wangedrag van hun supporters, is de huidige situatie mijns inziens niet geheel aanvaardbaar.

Een oplossing zou kunnen zijn dat voetbalclubs vaker in beroep gaan bij de civiele rechter tegen de beslissing van het hoogste orgaan binnen de voetbalorganisatie. Ook zou de wetgever duidelijke regels kunnen stellen wanneer en in hoeverre private regelgeving een rol mag spelen bij het invullen van de open normen in het civiele recht. Tot slot zouden in Nederland, de KNVB en de clubs de individuele supporters consequent kunnen aanspreken om op die manier zowel de primaire als de secundaire doelstelling van het aansprakelijkheidsrecht te gebruiken. De

geleden situatie herstellen en toekomstige wangedrag afschrikken. In de huidige situatie vind ik de zorgplicht van de voetbalclubs, gelet op de doelstellingen van het aansprakelijkheidsrecht, niet geheel aanvaardbaar. Met de verbeterde technologieën om supporters te identificeren, het dynamische karakter van het aansprakelijkheidsrecht en de mogelijkheden die ik hiervoor heb geschetst, biedt de toekomst perspectief voor een meer aanvaardbare situatie.

Literatuurlijst