• No results found

4. Analyse 1 Belangen

4.5 Algemene vergelijking

Nu alle interviews met elkaar zijn vergeleken, is de algemene trend duidelijk geworden. Om de posities van alle belanghebbenden nog eens goed per thema met elkaar te vergelijken toont tabel 4 een algemeen overzicht. Hierin valt af te lezen wat de positie per stakeholder is voor de benoemde onderdelen.

Stakeholder Gebruikersdata Samenwerking Wetgeving

Den Haag Positief, meer onderzoek en data nodig Voor samenwerking, huidige samenwerking is niet goed Nieuwe wet- en regelgeving nodig Rotterdam Negatief, meer onderzoek en data nodig Voor samenwerking, huidige samenwerking is niet goed

Geen problemen huidige wet- en regelgeving Amsterdam

Positief over data, meer onderzoek nodig

Huidige samenwerking is goed

Nieuwe wet- en regelgeving nodig Utrecht Positief over data

Huidige samenwerking is goed Nieuwe wet- en regelgeving nodig Greenwheels Positief, meer onderzoek en data nodig Voor samenwerking, maar het is geen realiteit (sceptisch)

Nieuwe wet- en regelgeving nodig

Mywheels Positief over data

Voor samenwerking, huidige samenwerking is niet goed

Nieuwe wet- en regelgeving nodig ANWB Positief over data Meer samenwerking

Nieuwe wet- en regelgeving nodig 9292 Negatief over data Geen samenwerking

Geen problemen huidige wet- en regelgeving Universiteit

Utrecht

Positief, Meer onderzoek en data

nodig Meer samenwerking

Nieuwe wet- en regelgeving nodig Tabel 4: Positie van belanghebbenden per thema Bron: auteur

Om een compleet beeld te krijgen van de posities, toont tabel 5 een opsomming van het aantal belanghebbenden per thema.

Data Samenwerking Wetgeving

3x Positief over data

2x voor samenwerking, huidige samenwerking is goed

7x nieuwe wet- en regelgeving nodig 4x Positief over

data, meer

onderzoek nodig 3x voor meer samenwerking

2x geen problemen huidige wet-en regelgeving 1x Negatief, meer

onderzoek nodig 3x voor samenwerking, huidige is niet goed 1x negatief over

data 1x geen samenwerking

Voordat er een terugkoppeling wordt gemaakt naar hoofdvragen en deelvragen in de

conclusie eerst een overzicht van quotes in Tabel 6 die zijn gedaan door belanghebbenden waar de samenhang van de verschillende vervoersmodaliteiten wordt geschetst.

Tabel 6: Belangrijkste quotes van belanghebbenden over de samenhang van vervoersmodaliteiten

Belanghebbenden Quotes

Den Haag

“Autodelen is OV en daar zal een rendabel en een niet rendabel systeem van zijn. Dan moet je ook gewoon vragen als gemeente was

heb je nodig om die auto weg te doen. Actie bij iedereen is belangrijk.’’ (van der Poel, 2015)

Rotterdam “Het verhaal van verdringing bij fiets en OV is echt blijven hangen bij bestuurders.” (Hernandez, 2016)

Amsterdam

“Hybride autodeelvormen, promotie elektrische mobiliteit en verschuiving weegt op tegen de effecten van de parkeerdruk.” (van der

Brant & van der Molen, 2016)

Utrecht “Op Car2Go concepten na wordt autodelen niet gezien als gevaar voor de fiets” (van der Gunnink, 2016)

Greenwheels

“Snappcar en Car2go snoepen ritten af van Greenwheels maar in zijn algemeenheid wordt gekeken zijn privé-auto's de grootste concurrent

en niet de deelautobedrijven.” (Tessel, 2015)

Mywheels

“Autodelen wordt gezien als een goede aanvulling op het OV en dat helpt die vervoerders uiteindelijk ook aantrekkelijker te maken. De combinatie autodelen en openbaar vervoer vormt een alternatief tegen

privé-auto’s.” (Vaas, 2016)

ANWB

“Mensen stappen gewoon blind in de auto of die pakken gewoon altijd het OV. In Nederland heb je gewoon heel goed OV en bovendien heeft

onze doelgroep studenten gratis OV dus eigenlijk is daar ook niet zoveel potentieel voor in Nederland.” (Stroobrants, 2016)

9292

“Het voor- en natransport moet volgens de openbaar vervoerders geregeld worden met taxidiensten en deelfietsen, want de deelauto concurreert op lokaal niveau met deze vervoerders. Voor vervoerders

die opereren op regionale of nationale schaal is dit geen probleem.” (Hulman, 2016)

Universiteit Utrecht

“Elk vorm van deelauto’s is beter dan privé-auto bezit. De verbinding tussen autodelen en openbaar vervoer is heel belangrijk en is aanvullend in de vorm van multimodale mobiliteit.” (Munzel, 2016) Bron: auteur

   

6. Conclusie

In deze scriptie is aan de hand van de verhalen van belanghebbenden in het autodelen geprobeerd weer te geven hoe het autodelen zich verhoudt ten opzichte van andere vervoersmodaliteiten. Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag wordt eerst gekeken naar de antwoorden op de vier deelvragen.

1. Wie zijn de belanghebbenden en wat is hun belang?

2. In hoeverre werken belanghebbenden samen in het autodelen? 3. In hoeverre volstaat huidige wet- en regelgeving voor de deelauto? 4. In hoeverre is er gebruikersdata over autodelen beschikbaar?

Allereerst is er gekeken naar de verschillende belangen in het autodelen. Verschillende belangen vormen de basis voor verschillende verhalen over het autodelen. Het helpt dat veel belanghebbenden zijn aangesloten bij de Greendeal zodat zij een gemeenschappelijk doel nastreven. Echter elke belanghebbende gebruikt hier autodelen als middel om verschillende belangen na te streven. Gemeenten en non-profit organisaties zien autodelen vooral als middel om de leefbaarheid in de stad te verbeteren door afname van de parkeerdruk, afname van het aantal gereden kilometers en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Daarnaast zijn er ook partijen met een commercieel belang waarbij autodelen een middel is om geld te verdienen. Dit kan zowel door directe als indirecte business. Voor 9292 geldt dat door de contractuele afspraken tussen vervoerders er geen interesse is in het autodelen, ondanks dat het wel een belang heeft in het optimaliseren van reizigersinformatie.

Vervolgens is er gekeken naar de verhalen van belanghebbenden over het autodelen. Deze geven antwoorden op deelvraag twee, drie en vier. De belanghebbenden zijn overwegend positief over de gebruikersdata. Wel is er nog veel behoefte naar het openbaar maken en delen van meer gebruikersdata voor meer efficiëntie en aanvullende dienstverleningen in het autodelen. Dit geldt vooral om meer inzicht te kunnen krijgen in het verhaal van verdringing van duurzame modaliteiten of individuele toenamen van het aantal gereden kilometers van autodelers. De belanghebbenden zijn vrijwel allemaal voor samenwerking, slechts 9292 kan in samenwerking beperkt worden door contractbezwaringen met de vervoerders. Wel wordt aangegeven dat de huidige samenwerking beter kan. Tot slot voldoet volgens belanghebbenden de huidige juridische context niet voor het autodelen en is er nieuwe nieuwe wet- en regelgeving nodig, voornamelijk op het gebied van parkeervergunningen. De belanghebbenden die aangeven dat de huidige context wel voldoet zijn ook de partijen die momenteel nog niet positief zijn over de uitkomsten van gebruikersdata van deelauto’s

In de algemene vergelijking van verhalen is gekeken naar welke quotes van belanghebbenden zijn gedaan over de samenhang van deelauto’s met andere vervoersmodaliteiten. OV wordt gezien zowel als partner als concurrent van deelauto’s. Enerzijds vormen verhalen over mobility-as-a-service en autodelen als aanvulling op het openbaar vervoer ervoor dat actoren het autodelen als partner van het OV zien. Anderzijds vormen de verhalen van verdringing, contractbezwaringen tussen vervoerders en ridesharing ervoor dat actoren het autodelen als concurrent van het OV zien. Wel wordt er door Hulman (2016) en Tessel (2015) onderscheid gemaakt tussen regionaal en lokaal openbaar vervoer. Op regionaal niveau wordt autodelen gezien als aanvullend en op lokaal niveau als concurrerend.

Uit bovenstaande informatie kan vervolgens de volgende conclusie getrokken worden met betrekking tot de hoofdvraag:

Hoe verhoudt het autodelen zich tot andere vervoersmodaliteiten volgens belanghebbenden in de Randstad?

Autodelen is een vervoersmiddel in ontwikkeling. Er is veel behoefte naar meer toegang tot gebruikersdata, meer samenwerking en nieuwe wet- en regelgeving. Er zijn verschillende perspectieven op autodelen. Enerzijds wordt autodelen gezien als een vorm van duurzame mobiliteit, mogelijke aandrijver van elektrisch vervoer en middel voor het verbeteren van de leefbaarheid. Anderzijds is echter ook onzekerheid over verdringing van met name lokaal openbaar vervoer. Echter juist de verbinding tussen autodelen en openbaar vervoer wordt gezien als heel belangrijk en aanvullend in de vorm van multimodale mobiliteit. Voor het maken van deze verbinding is het belangrijk dat gemeenten en bedrijven goed samenwerken. Daarbij is vooral de verbinding tussen de winstgevende autodeelbedrijven en de semioverheidsbedrijven in het openbaar vervoer is een belangrijk vraagstuk. Binnen de Greendeal autodelen wordt ingezet op gedragsverandering, bekendheid, massa en Randstadbrede-parkeervergunningen om het autodelen snel te laten toenemen. Daarnaast zal de ontwikkeling van de zelfrijdende auto ook een enorm belangrijke rol in de toekomst spelen voor de toegankelijkheid van deelauto’s.  

7. Discussie

 

GERELATEERDE DOCUMENTEN