• No results found

Er zijn diverse mogelijkheden voor invulling van een saneringsregeling in de visserij. De invulling van een regeling zal afhangen van het doel dat met de regeling wordt nagestreefd. Beoogde doelen zijn bijvoorbeeld capaciteitsvermindering, het op peil brengen van sterk teruglopende specifieke

visbestanden en/of natuurbescherming. Vervolgens kunnen in de regeling criteria worden gesteld aan bedrijven die in aanmerking komen om het doel efficiënt en effectief te verwezenlijken, zoals type visserij of vlootsegment (BT: pulskor/boomkor; TR: twinrig, borden en flyshoot). Daarnaast kan een regeling ook specifiek rekening houden met leeftijd schip en motoren, grootte (bruto tonnage en/of kW) en/of lengte van het schip.

De vraag is welke rechten er uit de markt genomen worden (vergunningen met betrekking tot bruto tonnage en/of kW’s van schepen, trackrecords9 en/of visquota) en/of welke duurzame

productiemiddelen gesaneerd worden (met name schepen (casco en motor) en vastgoed). Tot nu toe is er nog geen regeling geweest waarbij ook contingenten werden ingenomen.

Een vermindering van het totale quotum dat in gebruik is kan worden gerealiseerd als de onttrokken contingenten (vangstrechten) ook werkelijk een beperking betekenen en dus uit de markt blijven. De rechten kunnen bijvoorbeeld worden gereserveerd als wetenschappelijk quotum wat gebruikt kan worden voor onderzoek; of als startcontingent voor jonge vissers. Opkopen van ongebruikte vangstrechten heeft in de praktijk geen effect op de korte termijn, maar op lange termijn kunnen onttrokken onbenutte rechten leiden tot een werkelijke beperking omdat deze rechten dan nooit meer kunnen worden ingezet.

9 Het recht om met een bepaald vistuig in een bepaald gebied te kunnen vissen, wordt bepaald door het historisch gebruik

van het vaartuig in de periode 2006 t/m 2008. Dit wordt wel de 'trackrecord' van een vaartuig genoemd. Beschikt een vaartuig niet over een trackrecord dan kan er geen speciaal visdocument annex iia worden verstrekt door het Ministerie van LNV. Een vaartuig kan wel een trackrecord van een ander vaartuig overnemen en op die manier toch een speciaal visdocument annex iia verkrijgen (https://www.vissersbond.nl/diensten/zeedagenbeheer/).

De economische waarde van de uit de markt te nemen rechten bij een vrijwillige saneringsregeling kan op verschillende grondslagen worden bepaald (Figuur 3.1):

- Prijs in de vrije markt van koop- of huurrechten;

- Bedrijfseconomische resultaten van de houders van rechten.

Vrijwillige sanering op basis van prijs in de vrije markt van koop- of huurrechten

Het voordeel van een saneringsregeling op basis van opkoop van rechten in de vrije markt is dat de waardering relatief eenvoudig is, waarbij de markt rekening houdt met de toekomstige

ontwikkelingen. Een regeling op basis van prijs in de vrije markt van koop- of huurrechten is alleen mogelijk gegeven een transparante markt en als er geen sprake is van een dunne markt (weinig vraag en aanbod en dus een fragiel evenwichtsprijs).

Rechten kunnen doorgaans worden gekocht en gehuurd. Een visser die rechten over heeft kan die rechten verhuren. Daarbij worden de benutbaarheid van de rechten overgedragen aan de hurende partij en behoudt de verhurende partij het eigendom over de rechten, die op dat moment voor de eigenaar niet benutbaar zijn. De prijzen van de rechten worden verder sterk beïnvloed door de (verwachte) rentabiliteit van de sector en, in geval van de visserij, de beschikbaarheid en/of vangbaarheid van vis. Een stijging van de rentabiliteit zorgt ervoor dat bedrijven een beter toekomstperspectief hebben en meer financiële armslag hebben om op dat moment te investeren. Bedrijven zullen eerder geneigd zijn te investeren en uitbreiden; bedrijven die twijfelen over stoppen zullen daardoor wellicht nog even wachten. Een aantrekkelijke markt met relatief meer vraag naar rechten drijft de prijs op. Een ander effect van een hogere rentabiliteit is dat bedrijven proberen de winst in het bedrijf te investeren om te voorkomen dat veel belasting betaald moet worden (het aankopen van rechten is een manier om winsten te beleggen) (Hoste et al., 2018a). Het omgekeerde effect is waarneembaar bij een afnemende rentabiliteit.

Het doorhalen (opkopen en uit de markt halen) van de rechten door de overheid heeft een direct effect op de prijs van de rechten, de mate is afhankelijk van de relatieve hoeveelheid doorgehaalde rechten. Vandaar dat bijvoorbeeld de prijs vastgesteld wordt op basis van de prijs voorafgaande aan de openstelling van de regeling.

Voor diverse rechten zoals melkquota, varkensrechten, fosfaatrechten en ook de viscontingenten geldt dat landbouwers en vissers deze bij de invoering gratis hebben gekregen, maar dat deze door gebruik en door verhandelbaarheid economische waarde hebben gekregen. Er zijn ondertussen al veel

ondernemers die extra rechten hebben aangekocht van stakende ondernemers voor bedrijfsuitbreiding.

Vrijwillige sanering op basis van bedrijfseconomische resultaten van de houders van rechten

Indien een waardering op basis van de prijs in de vrije markt van koop- of huurrechten niet of beperkt mogelijk is kan gekozen worden voor een bedrijfseconomische benadering. Het voordeel van een bedrijfseconomische benadering is dat het een objectieve en verifieerbare waarderingsmethode is. Het is dus een goede onderbouwing van de economische waarde van de sector als geheel en van

individuele bedrijven (Taal et al., 2010a). Ook tegen de achtergrond van de randvoorwaarde dat een vrijwillige saneringsregeling een in financieel opzicht bedrijfseconomisch reële vergoeding dient te bieden, kan het voor de hand liggen om voor de bepaling van deze vergoeding een

bedrijfseconomische benadering te volgen (Turenhout et al., 2016a; Advies Schade Kokkelvisserij, 2005). Na inlevering van een vergunning kan een visser geen inkomen meer verdienen zoals voorheen. Voor het berekenen van economische prestaties kunnen in principe meerdere kengetallen worden toegepast zoals het inkomen van de ondernemer. Het inkomen van een ondernemer omvat zowel winst als loon van de ondernemer. De schade die de ondernemer ondervindt is gelijk aan het verwachte inkomen bij voortzetting minus het alternatieve inkomen dat de ondernemer verondersteld wordt te kunnen realiseren. Er wordt vanuit gegaan dat een visserijondernemer in de toekomst ander werk kan gaan doen, waarmee een alternatief inkomen door de ondernemer kan worden gerealiseerd. Dit inkomen moet in mindering worden gebracht op het eerder berekende ondernemersinkomen (Turenhout et al., 2016a).

Bij een bedrijfseconomische grondslag is de vaststelling van een zekere kapitalisatiefactor voor gemiste toekomstige winsten noodzakelijk. De kapitalisatiefactor geeft de verhouding tussen de waarde van een object (of recht) en de verwachte jaarlijkse winst door het gebruik ervan. Bij een vrijwillige sanering is de kapitalisatiefactor doorgaans lager dan bij een onteigening (Taal et al., 2010b; Zaalmink et al., 2017). In de beschreven vrijwillige regelingen en verkenningen varieert de gehanteerde kapitalisatiefactor tussen 5 en 10. Bij onteigening wordt in de Nederlandse rechtspraak vaak de kapitalisatiefactor van 10 gebruikt. Deze waardering geldt voor de eigenaar en/of gebruiker. Voor de bemanning van vissersschepen geldt dat zij geen eigenaar zijn van de visrechten en kotter, in maatschapsverband werken en daarmee geen ondernemer zijn (Uitspraak Hoge Raad 14 november 2008).

Waardering duurzame productiemiddelen

Naast opkoop van rechten kunnen ook duurzame productiemiddelen uit productie worden genomen. Opkoop van rechten inclusief opkoop van de duurzame productiemiddelen maakt het aannemelijker dat er sprake is van bedrijfsbeëindiging. In het verleden is gebleken dat in geval van

bedrijfsbeëindiging de opkoop eerder als staatssteunbestendig gezien wordt dan in geval van het gedeeltelijk opkopen van rechten.

De duurzame productiemiddelen in de visserij omvatten het schip (casco en motor) en overige duurzame productiemiddelen (Turenhout et al., 2016b). De waardering van duurzame

productiemiddelen zoals het schip is in beginsel de onderlinge verkoopwaarde tussen vissers indien bedrijfseconomisch nog geschikt voor gebruik (of anders schrootwaarde).

Onder normale economische omstandigheden kunnen visrechten behorende bij opgekochte schepen verhandeld worden, waardoor het opkopen van duurzame productiemiddelen (schepen) zonder opkoop van rechten niet zal resulteren in productievermindering. Dit kan dan schaalvergroting (meer rechten bij minder bedrijven) in de hand werken. Het opkopen van rechten zonder opkoop van duurzame productiemiddelen kan leiden tot alternatief gebruik van deze productiemiddelen, verkoop en/of gebruik door andere (buitenlandse) visserijbedrijven, waarbij het de vraag is of deze kotter weer voor de Nederlandse visserij gebruikt zal worden.

Figuur 3.1 Beslisboom economische waardering in geval van vrijwillige sanering.

Flankerend beleid

Met een breder pakket aan (nationale of regionale) maatregelen kunnen diegenen die nadelige consequenties ondervinden als gevolg van de vaststelling en uitvoering van het saneringsplan ondersteund worden. Flankerend beleid is bijvoorbeeld het ondersteunen van uittredende vissers en bemanning middels begeleiding van werk naar werk. Overig flankerend beleid omvat bijvoorbeeld

herbestemming van het terrein, sloopvergoeding of ombouwvergoeding voor onroerend goed, en asbestverwijderingssubsidie.

Selectie bedrijven bij vrijwillige sanering

Een van de belangrijkste effecten van elke saneringsregeling is dat het saneringsgeld vaak wegvloeit naar minder productieve of niet actieve bedrijven. Dit effect is groter als de regeling gebaseerd wordt op vaste normatieve vergoeding omdat die aantrekkelijk zijn voor de minst productieve eenheden (Taal et al., 2010b). Bij meer gedifferentieerde normatieve vergoedingen is het effect minder. Echter kan de regeling ook gebruikt worden door bedrijven met een schuldenlast, die de regeling als een mogelijkheid zien het bedrijf te beëindigen en de schulden af te lossen.

Afhankelijk van het doel van sanering zou bij sanering een systeem toegepast kunnen worden dat is gebaseerd op een rangorde, bijvoorbeeld op basis van de verhoudingsgetallen zoals de ingeleverde rechten per (geboden) euro. Als gebruik wordt gemaakt van economische bedrijfsgegevens en het doel is zoveel mogelijk (economische) capaciteit uit de vloot te halen, zou de rangorde kunnen worden bepaald door de verhouding van het berekende jaarlijkse inkomen en de geboden euro's. Het voordeel van open inschrijving is dat het systeem concurrerend is. Hoe gunstiger het 'bod', dus hoe meer rechten per euro uitkooppremie worden ingeleverd, hoe hoger het betreffende bedrijf stijgt in rangorde (Taal et al., 2010b).

Verplichte sanering

Bij het verplicht direct inleveren (en dus onteigening) wordt het recht ontnomen om beroepsmatig door te vissen. Deze situatie kan voorkomen in situaties van algemeen maatschappelijk belang waarbij de overheid een vergoeding uitkeert, gebaseerd op de contante waarde van het te verwachten

inkomensverlies (vertoont overeenkomsten met de Regeling Nadeelcompensatie Rijkswaterstaat, Advies Schade Kokkelvisserij, 2005). Hierbij kan wederom gebruik gemaakt worden van

kapitalisatiefactoren met de bij onteigening gebruikelijke factor 10 om te komen tot een schatting voor de inkomensschade (Daatselaar et al., 1999). De factor 10 voor een eigenaar en de factoren voor de andere rechthebbenden hiervan afgeleid, zijn door de jaren heen in de jurisprudentie geaccepteerd (Zaalmink et al., 2017). Indien relevant kan flankerend beleid van belang zijn zoals ook bij vrijwillige sanering.

Grondslagen en methodieken bij historische saneringsregelingen in de