• No results found

Algemene evolutie

In document 1 Conjuncturele context ... 7 (pagina 63-68)

De stelsels van tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking hebben als hoofddoel een betere combinatie van het beroeps- en het privéleven mogelijk te maken. In 2002 werd het stelsel van loopbaanonderbreking voor werkne-mers en werkgevers uit de privésector omgezet naar een stelsel van tijdskrediet. Naast die twee stelsels bestaan er ook vier vormen van thema-tisch verlof die gemeenschappelijk zijn voor de openbare en de private sector: in 1995 werd het verlof voor palliatieve zorgen ingevoerd, in 1997 het ouderschapsverlof, in 1998 het verlof voor me-dische bijstand en in 2020 het verlof voor mantel-zorg.

6

64 Vanaf 1 januari 2012 werd de reglementering met betrekking tot loopbaanonderbreking en tijdskrediet ingrijpend gewijzigd, waarbij vooral de maximale duur van de onderbrekingen ingeperkt werd. In het stelsel van het tijdskrediet werden daarenboven on-derbrekingen zonder motief beperkt tot 12 maan-den (voltijds equivalent) op de gehele loopbaan. Een bijkomend saldo wordt enkel toegekend in geval van een geldig motief. Ten slotte werden ook de leef-tijdsvoorwaarden in het eindeloopbaanstelsel (zo-wel in het kader van loopbaanonderbreking als in het kader van tijdskrediet) opgetrokken.

Het ouderschapsverlof werd in 2012 opgetrokken tot een maximum van 4 maanden.

Met ingang van 1 januari 2015 onderging de reg-lementering met betrekking tot het tijdskrediet opnieuw enkele belangrijke wijzigingen. Zo geeft onder meer het niet-gemotiveerd tijdskrediet voortaan geen recht meer op onderbrekingsuit-keringen en gelden opnieuw sterkere leeftijds-voorwaarden voor tijdskrediet in het eindeloop-baanstelsel. Sinds 1 april 2017 is ook het recht op niet-gemotiveerd tijdskrediet afgeschaft.

Vanaf september 2016 is de RVA, behoudens en-kele uitzonderingen, niet meer bevoegd voor nieuwe aanvragen voor onderbrekingsuitkerin-gen in het kader van loopbaanonderbreking en dit voor zowel werknemers van het Vlaamse lo-kale, provinciale, communautaire als het gewes-telijke openbaar ambt, alsook van het Vlaams on-derwijs, met uitzondering van de contractuele personeelsleden die onder het tijdskrediet val-len.

Tabel 32

Evolutie van de uitkeringstrekkers in loopbaanonderbre-king, tijdskrediet en thematisch verlof

T1

Loopbaan-onderbreking (LO)

LO, waarvan federale entiteiten

LO, waarvan gefedereerde entiteiten

Tijdskrediet Thematische

verloven Subtotaal Zonder uitkering Totaal Vlaams Zorgkrediet

2007 71.457 26.495 44.962 108.930 39.312 219.699 2.436 222.135 0

2008 72.566 25.615 46.951 117.647 43.681 233.894 3.507 237.401 0

2009 71.877 23.644 48.232 122.824 48.435 243.135 5.474 248.609 0

2010 72.053 22.517 49.535 132.058 59.547 263.658 6.669 270.327 0

2011 71.644 20.776 50.868 134.375 64.222 270.240 7.374 277.614 0

2012 74.223 19.607 54.615 139.339 63.437 276.998 8.086 285.085 0

2013 70.453 17.261 53.191 132.981 65.980 269.414 7.699 277.113 0

2014 68.952 16.035 52.917 133.088 71.442 273.482 5.915 279.397 0

2015 70.725 16.342 54.384 146.519 73.647 290.891 6.552 297.444 0

2016 70.025 14.608 55.417 134.285 75.651 279.961 9.850 289.812 0

2017 78.932 12.727 66.205 122.012 79.167 280.111 13.753 293.864 2.929

2018 61.516 12.343 49.173 113.921 83.480 258.916 12.581 271.497 13.500

2019 55.543 11.327 44.216 111.973 84.981 252.497 11.413 263.910 17.620

2020 50.545 10.454 40.091 102.012 96.672 249.229 16.889 266.118 21.127

2021 44.321 9.431 34.890 96.125 97.133 237.579 20.014 257.593 21.521

Evol.

1 2017 2007 2017 2015 2021 2015 2021 2015

2 2012 2008 2016 2012 2020 2017 2020 2017

3 2008 2009 2012 2011 2019 2016 2017 2016

4 2010 2010 2015 2016 2018 2012 2018 2012

5 2009 2011 2013 2014 2017 2014 2019 2014

6 2011 2012 2014 2013 2016 2011 2016 2011

7 2007 2013 2011 2010 2015 2013 2012 2013

8 2015 2015 2010 2009 2014 2010 2013 2018

9 2013 2014 2018 2017 2013 2018 2011 2010

10 2016 2016 2009 2008 2011 2019 2010 2020

11 2014 2017 2008 2018 2012 2020 2015 2019

12 2018 2018 2007 2019 2010 2009 2014 2021

13 2019 2019 2019 2007 2009 2021 2009 2009

14 2020 2020 2020 2020 2008 2008 2008 2008

15 2021 2021 2021 2021 2007 2007 2007 2007

Tijdskrediet, thematisch verlof, loopbaanonderbreking

65

6

Grafiek 38

Relatieve verandering t.o.v. het overeenkomstige trimes-ter van het voorgaande jaar

In T1 2021 werden gemiddeld per maand 237.579 onderbrekingsuitkeringen betaald in de verschil-lende stelsels van tijdskrediet, thematische verloven en loopbaanonderbreking. Dat zijn er 11.650 minder dan in T1 2020, wat een daling inhoudt van 4,7%.

Er is een duidelijke daling te bemerken in het aantal uitkeringsgerechtigden met loopbaanonderbreking.

Op jaarbasis daalt zowel de gefedereerde als de fe-derale loopbaanonderbreking met respectievelijk 13,0% en 9,8% in T1 2021.

Het aantal uitkeringstrekkers met tijdskrediet heeft lange tijd een constante groei gekend, maar de in-perkingen van 2012 en 2015 hebben ervoor gezorgd dat de trend opnieuw dalende is. Het aantal onder-brekingsuitkeringen in het kader van het tijdskrediet daalt verder in T1 2021 (-5,8%) nadat in 2015 de uit-kering voor het tijdskrediet zonder motief werd af-geschaft en de leeftijd om (verhoogde) uitkeringen in het kader van het eindeloopbaanstelsel te genie-ten werd opgetrokken.

In de stelsels van de thematische verloven zet de gestage toename van de voorbije jaren zich ook in T1 2020 door: het aantal uitkeringsge-rechtigden is echter lichter gestegen met 0,5%

op jaarbasis. In vergelijking met de voorgaande trimesters is de stijging het laatste trimester veel lager. Dit komt voornamelijk doordat het corona-ouderschapsverlof slechts mogelijk was tot eind september 2020. In T1 2021 is de the-matische verloven de grootste stelsels.

Het aantal personen dat hun loopbaan onder-breekt zonder uitkeringen is sinds T4 2007 meer dan achtvoudig. Dat is het gevolg van:

• het optrekken van de duur van het ouderschaps-verlof van 3 naar 4 maanden in 2012: voor kin-deren geboren of geadopteerd vóór 8 maart 2012 konden de ouders voor de 4de maand geen aanspraak maken op uitkeringen (zie ook ver-der);

• de afschaffing van de uitkeringen voor nieuwe aanvragen voor tijdskrediet zonder motief vanaf 2015.

2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021

Loopbaanonderbreking (LO)

LO, waarvan federale entiteiten

LO, waarvan gefedereerde entiteiten

Tijdskrediet Thematische verloven Totaal

66

6.2

Tijdskrediet

Tabel 33

Evolutie van het aantal gerechtigden op tijdskrediet

In het tijdskrediet voor de werknemers van de pri-vate sector neemt het gemiddeld aantal uitkerings-gerechtigden in T1 2021 af op jaarbasis met 5,8% of 5.887 uitkeringsgerechtigden. De afname doet zich in elk van de geschetste profielsegmenten voor. En-kel de voltijdse onderbreking kent een lichte stijging met 0,5%.

Het tijdskrediet zonder motief, afgeschaft sinds 1 april 2017, blijft van toepassing op alle eerste aan-vragen en aanaan-vragen om verlenging waarvoor de werkgever een schriftelijke kennisgeving heeft ont-vangen vóór 1 april 2017. Dit verklaart de daling van 97,4% ten voordele van het aantal uitkeringsgerech-tigden met motief. Ook het aantal werknemers met tijdskrediet zonder uitkeringen daalt om dezelfde re-den: in T1 2021 zijn er gemiddeld nog slechts 7.943 werknemers per maand.

Ten opzichte van T1 2007 zien we een daling van 11,8% van de uitkeringstrekkers in tijdskrediet.

Wanneer we de verdeling voor T1 2021 bekijken volgens de beschreven profielkenmerken, stellen we vast dat 75,1% van de uitkeringsgerechtigden uit het Vlaams Gewest komt, 63,5% ouder is dan 50 jaar, 59,8% zich in een stelsel eindeloopbaan bevindt, 75,1% een vermindering van de arbeids-tijd met 1/5 verkiest en 92,4% een onderbrekings-uitkering geniet. De vrouwen zijn in de meerder-heid met een aandeel 58,3%.

Vanaf 1 juli 2020 werd corona-tijdskrediet inge-voerd om de economische moeilijkheden door de coronacrisis het hoofd te bieden. Het is enkel be-doeld voor werknemers die werken bij een werk-gever van wie de onderneming is erkend als in herstructurering of in moeilijkheden. Het betreft een gedeeltelijke onderbreking (halftijds of 1 vijfde) met een minimumduur van 1 maand en een maximumduur van 6 maanden. In T1 2021 waren er in dit kader 74 betalingen.

T1 2007 T1 2020 T1 2021 Evol. T1 2007

-T1 2021

Evol. T1 2020 -T1 2021 Gewest

Vlaams Gewest 78.013 76.130 72.162 -7,5% -5,2%

Waals Gewest 25.235 21.898 20.401 -19,2% -6,8%

Brussels Hfdst. Gewest 5.682 3.984 3.562 -37,3% -10,6%

Geslacht

Mannen 39.833 40.882 40.117 +0,7% -1,9%

Vrouwen 69.098 61.131 56.008 -18,9% -8,4%

Leeftijd

< 30 jaar 4.662 2.634 2.331 -50,0% -11,5%

30 - 49 jaar 44.867 34.673 32.740 -27,0% -5,6%

50 jaar of meer 59.402 64.705 61.054 +2,8% -5,6%

Stelsel

Einde loopbaan 55.445 60.719 57.529 +3,8% -5,3%

Met motief 0 39.952 38.561 - -3,5%

Zonder motief 53.485 1.342 35 -99,9% -97,4%

Onderbreking

Voltijds 11.690 4.017 4.039 -65,4% +0,5%

Halftijds 31.570 21.873 19.922 -36,9% -8,9%

Vermindering met 1/5 65.671 76.122 72.164 +9,9% -5,2%

Totaal 108.930 102.012 96.125 -11,8% -5,8%

Zonder uitkeringen 795 9.102 7.943 +898,7% -12,7%

Totaal 109.726 111.114 104.068 -5,2% -6,3%

Tijdskrediet, thematisch verlof, loopbaanonderbreking

67

6

Grafiek 39

Profiel van de uitkeringsgerechtigden in tijdskrediet

72.162 Brussels Hfdst. Gewest

40.117 50 jaar en ouder

57.529

Vermindering met 1/5

96.125

68

6.3

In document 1 Conjuncturele context ... 7 (pagina 63-68)