• No results found

Algemene bepalingen

1. De stichting A+O VVT (hierna: A+O VVT) heeft ten doel het bevorderen van een goed functionerende en toekomstbestendige arbeidsmarkt in de sector VVT, waarbij alle relevante maatschappelijke, sectorale, en sector overstijgende ontwikkelingen betrokken worden binnen de door de sociale partners in de sector VVT gestelde financiële en in onderstaande

inhoudelijke kaders.

2. Voorts stelt het A+O VVT zich ten doel ten behoeve van werkgevers en werknemers in de branche VVT, als nader benoemd in de reglementen van de stichting, een bijdrage te leveren aan een toekomstbestendige uitvoering van het Sociaal Akkoord d.d. 11 april 2013 over de bovenwettelijke WW en WGA-uitkering.

Artikel 1.2: Definities

In deze CAO wordt verstaan onder:

1. Werkgever: de werkgever in de zin van artikel 1.1 lid 1 CAO VVT 2021 (algemeen

verbindend verklaard bij Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 november 2021, Staatscourant d.d. 18 november 2021 Nr. 44061)

2. Werknemer: de werknemer in de zin van artikel 1.1 lid 2 CAO VVT 2021 (algemeen

verbindend verklaard bij Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 november 2021, Staatscourant d.d. 18 november 2021 Nr. 44061)

3. Gedispenseerde werkgever: De werkgever in de zin van artikel 2 lid 1 van deze CAO, die lid is van één van de CAO-partijen aan werkgeverszijde, én gedispenseerd is van de toepassing van de Verzamel-CAO PAWW wegens het hanteren van een gelijkwaardige regeling.

4. Verzamel-CAO PAWW: de CAO Private Aanvulling WW en WGA – sector (Semi) publieke dienstverlening (w.o.) Zorg en Onderwijs; sector 5 – No. 03.

5. Commissie Cao-aangelegenheden Cao PAWW: de commissie als bedoeld in artikel 6 van de Verzamel-Cao PAWW.

6. CAO VVT: CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen, Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg.

7. Stichting PAWW: de Stichting Private Aanvulling WW en WGA, statutair gevestigd te Den Haag en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 663999971.

8. Alternatieve PAWW-regeling: de Alternatieve Private Aanvulling WW en WGA voor de VVT, inclusief een uitgebreide WIA-dekking, die door een gedispenseerde werkgever wordt gehanteerd, al dan niet op basis van een Uitvoerders Alternatief

Aanvullingsreglement, voor zover die minimaal voorziet in de Aanvullingsuitkeringen als opgenomen in het Aanvullingsreglement A+O VVT en geldt als gelijkwaardige regeling in de zin van deze CAO.

9. Gelijkwaardige regeling: de alternatieve PAWW-regeling die minimaal voorziet in de Aanvullingsuitkeringen als opgenomen in het Aanvullingsreglement A+O VVT waarvan de Commissie Cao-aangelegenheden CAO PAWW heeft vastgesteld dat die al dan niet in combinatie met een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement ten minste gelijkwaardig is aan de Regeling private aanvulling WW en WGA.

10. Uitvoerder: een onderneming die in opdracht van het A+O VVT de door de gedispenseerde werkgever gehanteerde Alternatieve PAWW-regeling uitvoert.

11. Aanvullingsreglement PAWW: het reglement van de Stichting PAWW met als volledige naam

‘Aanvullingsreglement – Private Aanvulling WW en WGA’.

12. Regeling private aanvulling WW en WGA: de regeling aanvullingsuitkering WW en WGA zoals omschreven in de Verzamel-Cao en het Aanvullingsreglement PAWW.

13. Aanvullingsreglement A+O VVT: het reglement van A+O VVT dat als bijlage 1 bij deze CAO is aangehecht en waarin is vastgelegd in welke hoogte en duur de aanvullingsuitkeringen op basis van een Alternatieve PAWW-regeling minimaal dienen te voorzien.

14. Aanvullingsuitkering WGA: de privaat geregelde aanvulling op de wettelijke WGA-uitkering, zoals nader uitgewerkt in deel C van het Aanvullingsreglement A+O VVT

15. Aanvullingsuitkering WW: de privaat geregelde aanvulling op de wettelijke WW-uitkering, zoals nader uitgewerkt in deel B van het Aanvullingsreglement A+O VVT

16. Aanvullingsuitkeringen: de Aanvullingsuitkering WGA en de Aanvullingsuitkering WW gezamenlijk, zoals beschreven in het Aanvullingsreglement A+O VVT en nader uitgewerkt in een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement;

17. Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement: het aanvullingsreglement van een Uitvoerder.

Wanneer de Uitvoerder een verzekeraar is, hebben de polisvoorwaarden van de Uitvoerder als Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement te gelden, doch uitsluitend indien en voor zover deze door de Commissie Cao-aangelegenheden zijn beoordeeld als gelijkwaardige regeling in de zin van deze CAO (hierna: UAA).

18. Loon: het bruto loon in geld, te weten elke bruto verstrekking in geld door de Werkgever aan de Werknemer uit hoofde van de bedongen en/of verrichte arbeid; het bedrag van het loon is op jaarbasis gemaximeerd op het bedrag van het maximum premieloon op jaarbasis, zoals dat jaarlijks door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via een

uitvoeringsregeling wordt vastgesteld. De feitelijke vaststelling van het maximum premieloon vindt gedurende het kalenderjaar plaats volgens de systematiek waarop de premies werknemersverzekeringen worden berekend. Het Aanvullingsreglement A+O VVT en de Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement bevatten nadere bepalingen over de hoogte van de bedragen.

19. WW: Werkloosheidswet.

20. WGA: de regelgeving inzake werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten, zoals beschreven in de WIA.

21. WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Artikel 1.3: Werkingssfeer

1. Deze CAO is van toepassing op werkgevers zoals bedoeld in artikel 1.2 lid 1 van de CAO en werknemers zoals bedoeld in artikel 1.2 lid 2 van deze CAO.

2. De bepalingen van Hoofdstuk 3 van deze CAO alsmede Bijlagen 1 en 2 zijn daarnaast van toepassing op gedispenseerde werkgevers in de zin van artikel 1.2 lid 3 van deze CAO en hun werknemers in de zin van artikel 2 lid 2 van deze CAO.

Hoofdstuk 2: A+O VVT 2.1. ALGEMENE BEPALINGEN 2.1.1 Uitvoering

De uitvoering van deze cao is aan A+ O VVT opgedragen en geschiedt

volgens de statuten van A+O VVT. De statuten van A+O VVT zijn een integraal onderdeel van deze cao en zijn als bijlage aan deze cao gehecht. De statuten zullen geen bepaling bevatten in strijd met deze cao. A+O VVT kan de uitvoering delegeren aan een

administrateur onder verantwoordelijkheid van het bestuur van A+O VVT.

2.1.2 Gegevensverstrekking

Werkgevers en werknemers zijn verplicht de gegevens te verstrekken die door A+O VVT dan wel die door de A+O VVT aangewezen administrateur in het kader van de uitvoering van de statuten worden opgevraagd.

Werkgevers en werknemers zijn verplicht zich te houden aan het bepaalde in de statuten van A+O VVT.

Indien de werkgever of de werknemer – ook na aanmaning - niet voldoet, is A+O VVT, dan wel de door A+O VVT aangewezen administrateur, bevoegd deze gegevens zelf naar beste weten vast te stellen.

2.1.3 Uitwisseling van gegevens

A+O VVT en de door A+O VVT aangewezen administrateur zijn gerechtigd bij elkaar en de uitvoeringsinstelling gegevens op te vragen en uit te wisselen die nodig zijn voor een goede uitvoering van de regelingen, ongeacht de vraag of de betreffende gegevens al dan niet na aanmaning bij de werkgever zijn opgevraagd.

Hierbij worden de bepalingen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht genomen.

2.1.4 Rechten van werknemer en werkgever

In beginsel heeft iedere werknemer en iedere werkgever het recht deel te nemen aan c.q. gebruik te maken van (de resultaten van) de door A+O VVT

gefinancierde of gesubsidieerde activiteiten. Deze activiteiten zijn in doelstellingen uitgewerkt in de statuten van A+O VVT.

2.2 DOEL

2.2.1 Doelstelling

A+O VVT heeft ten doel het bevorderen van een goed functionerende en toekomstbestendige arbeidsmarkt in de sector Verpleeg-, Verzorgingshuizen, Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg ("VVT"), waarbij alle relevante maatschappelijke, sectorale, en sector overstijgende

ontwikkelingen betrokken worden binnen de door de sociale partners in de sector VVT gestelde financiële en in onderstaande inhoudelijke kaders.

2.2.2 Activiteiten

A+O VVT tracht het in lid 1 omschreven doel te bereiken door:

a. het geheel of gedeeltelijk financieren of subsidiëren van activiteiten gericht op de ontwikkeling van goed werkgeverschap, waarbij de werkgever de randvoorwaarden schept en in stand houdt waarbinnen medewerkers prettig kunnen werken, zoals arbeidsvoorwaarden,

arbeidsomstandigheden en ontwikkelmogelijkheden en goed werkgeverschap en waarbij medewerkers positief in hun werk staan met de juiste motivatie, betrokkenheid, fysieke en mentale conditie, loyaliteit en een zekere trots;

b. het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten op het terrein van de arbeidsmarkt, arbeidsomstandigheden, scholingsmogelijkheden en scholingsbehoeften in de sector VVT;

c. het verrichten van die activiteiten die de werking van de arbeidsmarkt bevorderen of verbeteren;

d. het uitvoeren van informatie-en communicatieactiviteiten voor werkgevers en werknemers in de sector VVT teneinde een goede werking van de arbeidsmarkt in de sector te bewerkstelligen en professionalisering van de sector te stimuleren;

e. het verwerven van middelen voor de financiering van activiteiten, waaronder het aanvragen van subsidies, onder andere in het kader van het Europees Sociaal Fonds.

2.2.3 Alternatieve PAWW-regeling

Voorts stelt A+O VVT zich ten doel ten behoeve van werkgevers en werknemers in de branche VVT, als nader benoemd in de reglementen van A+O VVT, een bijdrage te leveren aan een toekomstbestendige uitvoering van het Sociaal Akkoord van elf april tweeduizend dertien over de bovenwettelijke WW en WGA-uitkering. A+O VVT tracht dit doel te bereiken door het aangaan van samenwerkingen met derden ten behoeve van een toekomstbestendige WW en WGA

uitkering, middels een Alternatieve Private Aanvulling WW en WGA na dispensatie ("Alternatieve PAWW–regeling"); zie hoofdstuk 3.

2.3. FINANCIËN 2.3.1 Subsidies

A+O VVT financiert jaarlijks vele activiteiten. Vanwege het werken met subsidies wordt veelal gewerkt met cofinanciering. In dit kader wordt ook een subsidieaanvraag gedaan bij SZW voor de MDIEU-regeling (‘Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden’).

2.3.2 Premiebijdragen

Cao-partijen hebben de ambitie in 2022 toe te werken naar toereikende inkomsten voor het fonds.

Cao-partijen streven na dat zij de mogelijkheid in de cao creëren -deze zal daarvoor in de loop van 2022 voor tussentijdse wijziging worden voorgelegd bij SZW- een heffing op te leggen aan de werkgevers in de sector die lid zijn van één van de cao-partijen aan werkgeverszijde. A+O VVT zal daarbij -naast haar andere taken- voor de inning van deze premiebijdragen gaan zorgdragen.

Hoofdstuk 3: Alternatieve PAWW-regeling Artikel 3.1: Alternatieve PAWW-regeling

1. De statuten en eventuele aanvullende reglementen van A+O VVT maken integraal onderdeel uit van de CAO.

2. A+O VVT voert een Alternatieve PAWW-regeling uit die door de gedispenseerde werkgever wordt gehanteerd op basis van een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement, voor zover minimaal wordt voldaan aan de Aanvullingsuitkeringen als opgenomen in het

Aanvullingsreglement A+O VVT en niet eerder dan nadat werkgever van de Commissie Cao-aangelegenheden Cao PAWW dispensatie heeft gekregen als bedoeld in artikel 12 van de Verzamel-cao PAWW.

3. A+O VVT is door de CAO-partijen gemachtigd om al datgene te verrichten dat nuttig en noodzakelijk kan zijn voor de uitvoering van een Alternatieve PAWW-regeling. Hieronder wordt onder meer begrepen:

a. Het (laten) ontvangen van bijdragen afkomstig van werknemer, waarbij deze bijdragen zijn ingehouden op het loon van werknemers en afgedragen door gedispenseerde werkgevers;

b. Het beheer van de ontvangen bijdragen, waarbij een gescheiden administratie wordt gevoerd ten aanzien van de inkomsten ten behoeve van de Alternatieve PAWW en de overige inkomsten van het Fonds A+O VVT, en

c. Het verrichten van betalingen aan en aangaan van samenwerkingen met één of meer uitvoerder(s) teneinde uitvoering van een door de gedispenseerde werkgever gehanteerde Alternatieve PAWW-regeling mogelijk te maken.

4. A+O VVT kan de uitvoering van een Alternatieve PAWW-regeling laten verrichten door één of meer uitvoerder(s). Eventuele (administratieve) lasten die samenhangen met de uitvoering van een Alternatieve PAWW-regeling door één of meer Uitvoerder(s) komen in dat geval voor rekening van de Uitvoerder(s).

Artikel 3.2: Naleving

5. Gedispenseerde werkgevers zijn jegens A+O VVT verplicht tot nakoming van Hoofdstuk 3 van de CAO en het Aanvullingsreglement A+O VVT, alsmede van de overige verplichtingen op grond van een Alternatieve PAWW-regeling en bijbehorend Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement.

Artikel 3.3: Alternatieve PAWW-regeling

1. Werknemers nemen deel aan een Alternatieve PAWW-regeling die door de gedispenseerde werkgever wordt gehanteerd die minimaal voorziet in de Aanvullingsuitkeringen als genoemd in het Aanvullingsreglement A+O VVT en nader is beschreven in een bijbehorend Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement.

2. Een Alternatieve PAWW-regeling die door de gedispenseerde werkgever wordt gehanteerd en waaraan de werknemers deelnemen is geen gelijkwaardige voorziening in de zin van artikel 7:673b Burgerlijk Wetboek.

Artikel 3.4: Financiering Alternatieve PAWW-regeling

De werknemer is vanwege deelname aan de door de gedispenseerde werkgever gehanteerde Alternatieve PAWW-regeling een bijdrage verschuldigd van 0,38% van het loon, zoals nader is uitgewerkt in deel D van het Aanvullingsreglement A+O VVT, inclusief eventuele aanvullende bepalingen als opgenomen in een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement.

Artikel 3.5: Verplichtingen werkgever

1. De gedispenseerde werkgever is verplicht zich bij het A+O VVT aan te melden op de door het A+O VVT in het Aanvullingsreglement A+O VVT voorgeschreven wijze.

2. De gedispenseerde werkgever is verplicht om op het loon van de werknemer op elke dag waarop het loon wordt uitbetaald de bijdrage in houden die de werknemer op grond van het Aanvullingsreglement A+O VVT en/of Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement verschuldigd is ten behoeve van een Alternatieve PAWW-regeling, en deze bijdrage af te dragen aan het A+O VVT op de wijze zoals door het A+O VVT bepaald.

3. De gedispenseerde werkgever is op grond van het Besluit fondsen en spaarregelingen verplicht om het op het loon van de werknemers in te houden percentage aan bijdrage voor het volgend jaar uiterlijk op 1 december van het lopende jaar schriftelijk of elektronisch te melden. Werknemers die na 1 december van enig jaar bij de gedispenseerde werkgever in dienst treden ontvangen deze informatie uiterlijk op de dag van indiensttreding. Bij inwerkingtreding van het Aanvullingsreglement A+O VVT verstrekt de gedispenseerde werkgever deze informatie binnen drie dagen na deze inwerkingtreding aan zijn werknemers.

4. Indien de gedispenseerde werkgever zijn verplichting om de op het loon van de werknemers ingehouden bijdragen af te dragen aan het A+O VVT niet nakomt, heeft het A+O VVT een zelfstandig recht op invordering jegens de gedispenseerde werkgever.

5. De gedispenseerde werkgever is verplicht om aan het A+O VVT alle gegevens te verstrekken die A+O VVT voor de uitvoering van een Alternatieve PAWW-regeling nodig acht.

Artikel 3.6: Looptijd CAO

1. Deze CAO heeft een looptijd van 1 december 2021 tot 1 december 2026.

2. De CAO kan tussentijds worden gewijzigd.

3. Deze CAO kan worden opgezegd met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn.

4. Cao-partijen komen overeen dat zij zes maanden voor het einde van de looptijd van de cao met elkaar in overleg treden over de vraag of de cao al dan niet zal worden verlengd of vernieuwd.

BIJLAGE 1: Aanvullingsreglement A+O VVT DEEL A

Artikel 1: Definities

In dit Aanvullingsreglement A+O VVT wordt aangesloten bij de definities uit de CAO A+O VVT. In aanvulling daarop wordt verstaan onder:

1. Aanvullingsgerechtigde: de natuurlijke persoon die deelneemt in aan Alternatieve PAWW-regeling en op grond van het Aanvullingsreglement A+O VVT recht heeft op een

Aanvullingsuitkering WW of aanvullingsuitkering WGA.

2. Bestuur: het bestuur van A+O VVT.

3. LAU: de loonaanvullingsuitkering, zoals bedoeld in artikel 60 en verder WIA.

4. LGU: de loongerelateerde uitkering, zoals bedoeld in artikel 59 en verder van de WIA.

5. UWV: het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

6. VVU: de vervolguitkering, zoals bedoeld in artikel 60 en verder van de WIA.

7. Werkloos(heid): werkloos(heid) in de zin van de WW.

8. Werknemer: de Werknemer zoals gedefinieerd in artikel 2 van de CAO.

9. WGA: de regelgeving inzake werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten, zoals neergelegd in de WIA.

10. WGA-uitkering: de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsongeschikten, zoals bedoeld in de WIA.

11. WW-uitkering: de uitkering bij werkloosheid op grond van de WW.

12. ZW: de Ziektewet

13. ZW-uitkering: de uitkering van ziekengeld op grond van de ZW.

Artikel 2: Samenwerkingen A+O VVT

1. Het A+O VVT draagt er zorg voor dat de op het loon van werknemers ingehouden bijdragen die door de gedispenseerde werkgevers worden afgedragen met betrekking tot uitvoering van een Alternatieve PAWW-regeling door haar worden geïnd en dat samenwerking(en) met één of meer uitvoerder(s) en/of andere partijen worden aangegaan teneinde nakoming te

waarborgen van de Alternatieve PAWW-regeling.

2. Eventuele verdere invulling van afspraken met betrekking tot de Aanvullingsuitkeringen die de in dit Aanvullingsreglement A+O VVT zijn opgenomen zijn nader uitgewerkt in een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement van de betrokken uitvoerder(s).

3. De in het Aanvullingsreglement A+O VVT opgenomen aanspraken ten aanzien van de hoogte en de duur van de Aanvullingsuitkeringen gelden als minimumaanspraken die

Aanvullingsgerechtigden op basis van een Alternatieve PAWW-regeling dienen te hebben. In een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement van een Uitvoerder kan uitsluitend ten gunste van de Aanvullingsgerechtigden van de bepalingen uit het Aanvullingsreglement A+O VVT worden afgeweken.

Artikel 3: Inwerkingtreding

Het A+O VVT stelt vast per welke datum het Aanvullingsreglement A+O VVT in werking treedt.

DEEL B – AANVULLINGSUITKERING WW Artikel 4: Recht op Aanvullingsuitkering WW

1. Recht op een Aanvullingsuitkering WW, onder de voorwaarden als uitgewerkt in het

Aanvullingsreglement A+O VVT en een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement, heeft de deelnemer in een Alternatieve PAWW-regeling die:

a. Werknemer is in de zin van de CAO en die direct aansluitend recht heeft gekregen op een WW-uitkering; of die

b. Werknemer is in de zin van de CAO en die direct aansluitend recht heeft gekregen op een ZW-uitkering, gevolgd door een WW-uitkering, of die

c. Werknemer is in de zin van de CAO en die aansluitend binnen een periode van vier weken onder toepassing van artikel 46 ZW recht heeft gekregen op een ZW-uitkering, gevolgd door een WW-uitkering,

en die

d. voor de volledige door het UWV toegekende duur de WW-uitkering heeft ontvangen, en na afloop van de WW-uitkering nog steeds werkloos is.

2. Recht op een Aanvullingsuitkering WW, onder de voorwaarden als uitgewerkt in het

Aanvullingsreglement A+O VVT en een Uitvoerders Alternatief Aanvullingsreglement, heeft tevens de deelnemer in een Alternatieve PAWW-regeling die:

a. Werknemer is in de zin van de CAO en die direct aansluitend recht heeft gekregen op een LGU; of die

b. Werknemer is in de zin van de CAO en die aansluitend recht heeft gekregen op een ZW-uitkering, direct gevolgd door een LGU; of die

c. Werknemer is in de zin van de CAO en die aansluitend binnen een periode van vier weken, onder toepassing van artikel 46 ZW, recht heeft gekregen op een ZW-uitkering gevolgd door een LGU;

en die

d. Na afloop van de LGU geen recht meer heeft op een uitkering ingevolge de WIA, omdat hij bij het einde van de LGU voor minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt geacht, voor zover hij de LGU voor de volledige door het UWV toegekende duur heeft ontvangen en na afloop van de LGU nog steeds werkloos is.

3. Voorts heeft recht op een Aanvullingsuitkering WW deelnemer aan een Alternatieve PAWW-regeling die een Aanvullingsuitkering WGA ontvangt als bedoeld in deel C van het

Aanvullingsreglement A+O VVT Alternatieve PAWW-regeling, en die gedurende de looptijd van de Aanvullingsuitkering WGA door het UWV voor minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt geacht, zodat de LAU of VVU eindigt, terwijl de looptijd van de Aanvullingsuitkering WGA nog niet is verstreken.

4. Het recht op de Aanvullingsuitkering WW, als hiervoor in dit artikel bedoeld, ontstaat onafhankelijk van de omstandigheid of de Werkgever de bijdrage of premie ten behoeve van de Aanvullingsuitkeringen feitelijk aan het A+O VVT heeft afgedragen.

5. Geen recht op een Aanvullingsuitkering heeft de deelnemer aan een Alternatieve PAWW-regeling aan wie door het UWV onder toepassing van artikel 27 eerste, tweede of derde lid WW een sanctie is opgelegd als gevolg waarvan de WW-uitkering blijvend geheel is geweigerd, of op wiens uitkering onder toepassing van artikel 27 lid 11 WW een bedrag ter hoogde van het volledige uitkeringsbedrag in mindering is gebracht.

Artikel 5: Duur van de Aanvullingsuitkering WW

1. De duur van de Aanvullingsuitkering WW wordt als volgt vastgesteld:

a. Ingeval van artikel 4 lid 1 berekent het A+O VVT, dan wel een Uitvoerder, aan de hand van de tekst van de WW zoals die gold tot en met 31 december 2015 de duur van de WW-uitkering, alsof die tekst nog zou gelden op het moment waarop de

Aanvullingsgerechtigde werkloos is geworden. De duur van de Aanvullingsuitkering WW is het verschil tussen de duur volgens deze berekeningswijze en de door het UWV

Aanvullingsgerechtigde werkloos is geworden. De duur van de Aanvullingsuitkering WW is het verschil tussen de duur volgens deze berekeningswijze en de door het UWV