• No results found

In dit hoofdstuk staat het onderzoek naar Poesjkin als nationale dichter centraal. Wederom wordt de positie van de dichter ten opzichte van de staat bepaald – zowel tijdens zijn leven als na zijn dood. Het hoofdstuk begint met een biografische schets van zijn jeugd en zijn opbloeiende dichterscarrière. Hoe beïnvloedde zijn karakter en zijn levensloop zijn werk? Hierna worden verschillende van zijn werken behandeld aan de hand van de thema's nationalisme, vaderlandse geschiedenis, Napoleon, literatuurtraditie, zelfpresentatie en canonisatie. De historische context van Rusland wordt tegelijkertijd door het verhaal heen verweven. Ten slotte wordt Poesjkin in transnationaal verband geplaatst en zo vergeleken met Tollens en Oehlenschläger. Aleksandr Poesjkin stamde uit een zeshonderd jaar oud adellijk geslacht en was daar trots op.138 In de Russische geschiedenis hadden enkele van zijn

familieleden prominente plaatsen ingenomen, hoewel ze vanaf het eind van de zestiende eeuw aan macht verloren – ze vielen in ongenade bij de Romanov dynastie. Poesjkin identificeerde zich met het lot van zijn voorouders, waarvan enkele bekend stonden als buitenstaanders en samenzweerders, gevallenen en vervolgden. Hij was gefascineerd door zijn overgrootvader, een Afrikaanse slaaf die een bliksemcarrière had gemaakt aan het Russische hof door het tot informele secretaris van tsaar Peter de Grote te schoppen. Als dank voor zijn loyale dienst werd hem een adellijke titel toegekend. Poesjkin identificeerde zich met zijn familiehistorie – hij leek patent te hebben op heroïek en zelfdestructie. Hij zou vooral kracht putten uit het lot van zijn nobele voorouders ten tijde van zijn ongehoorzame en eigengereide band met de staat en de tsaar. De tsaar was voor Poesjkin slechts de primus inter pares, zijn autoritaire macht gold minder vanzelfsprekend dan dat de koninklijke macht voor Tollens en Oehlenschläger had gegolden. Maar laten we niet op de zaken

vooruitlopen. Het begint allemaal bij zijn jeugd.

Poesjkin kwam uit een gezin dat boven haar stand leefde. Zijn ouders waren dan wel van adel, ze hadden niet het inkomen om hun aristocratische levensstijl te 138 David Bethea en Sergei Davydov, 'Pushkin's life', in: Andrew Kahn (red.), The Cambridge

kunnen bekostigen. Zijn ouders waren niet buitengewoon gesteld op de kleine Aleksandr, hij had vooral een warme band met zijn oma en zijn kinderoppas.139

Poesjkin woonde tussen 1811 en 1817 op het Tsarskoe Selo Lyceum, een exclusieve privéschool grenzend aan het zomerpaleis van Catherina de Grote. Tsaar Alexander de Eerste had de school, die gold als de meest vooruitstrevende opleiding van Rusland, in 1811 persoonlijk ingewijd.140 Wat afkomst en scholing betrof, overtrof

Poesjkin Tollens en, zij het in mindere mate, Oehlenschläger. Een opvallende

gelijkenis tussen de Deense en Russische schrijver was dat beiden al sinds hun jeugd dichtbij het monarchale milieu leefden – dit zou, zoals later duidelijk zal worden, zijn positie in de verhouding tot de staat minder onderworpen, minder volgzaam maken. Poesjkin publiceerde zijn eerste gedicht op vijftienjarige leeftijd. In zijn jeugd werd hij vooral door (neo-)classicistische schrijvers geïnspireerd, zoals Homerus,

Vergilius, Horatius, Racine en Voltaire. Wat hierbij opvalt, is dat Poesjkin zich al op vroege leeftijd interesseerde voor de Westerse literatuurtraditie, hoewel hij ook sterk beïnvloed werd door Russische schrijvers.141 Poesjkins roem groeide van mond tot

mond, en hij werd al snel liefdevol opgenomen in de cirkel rondom de beroemde historicus Nikolaj Karamzin. Daar moedigden verscheidene schrijvers hem aan zijn talent verder te ontwikkelen. Op het Lycée kende hij een mooie tijd en maakte hij vrienden voor het leven. Hij was net als Oehlenschläger een middelmatig leerling geweest en slaagde voor zijn examen met een cijferlijst die behoorde tot een van de laagste van zijn klas.142

Rusland maakte een roerige tijd door toen Poesjkin op school zat. Een jaar nadat hij werd aangenomen op de privéschool, in 1812, viel Napoleon Rusland binnen. De desastreuze campagne duurde maar kort, van juni tot december. Met Kerst was het Franse leger verslagen, met honderdduizenden Russische doden en een economische crisis tot gevolg.143 Na deze traumatische gebeurtenis kenterde de

Russische waardering voor Europa en met name de Franse cultuur; een patriottistisch nationalisme won aan populariteit. Tot die tijd was Rusland als een soort poreuze 139 Bethea en Davydov, 'Pushkin's life', 12.

140 Ibid.

141Russische schrijvers die hem inspireerden waren bijvoorbeeld de dichter Derzjavin, de toneelschrijver Fonvizin en de historicus Karamzin.

142 Irina Reyfman, 'Pushkin the Titular Councilor', in: Alyssa Dinega Gillespie (red.), Taboo Pushkin (Wisconsin 2012), 41-59, aldaar 43.

143 Alexander Martin, ‘Russia and the Legacy of 1812’ in: Dominic Lieven (red.), The Cambridge

muur tussen de Oosterse en Westerse wereld altijd al beïnvloed geweest door zowel oriëntaalse als occidentaalse culturen. De Franse cultuur had sinds de zeventiende eeuw in toenemende mate aanzien genoten bij een groot deel van de aristocratie. De Russische elite had zich de Franse etiquette, de Franse taal en de Franse kunsten massaal toegeëigend als symbool van beschaafdheid en goede smaak.144 Vóór

achttienhonderd hadden de vorsten Peter de Grote en Catharina de Grote aansluiting gezocht bij het Westen om het enorme Rusland te moderniseren – ze nodigden verschillende Europese kunstenaars, architecten, scheepsbouwers en filosofen uit aan het hof of bezochten ze in hun thuisland. Tegelijkertijd bleef Rusland een

autocratisch-feodale samenleving die grotendeels steunde op lijfeigenschap, archaïsche landbouw en een devote orthodoxie.145

Begin negentiende eeuw begon de elitaire preoccupatie met Europa al te veranderen. Catherina de Grote werd in 1801 opgevolgd door tsaar Alexander I. Rond deze tijd raakten nationalistische noties ook in Rusland verspreid. Begrippen als volksgeest, vaderlandsliefde en vaderlandse geschiedenis werden driftig

bediscussieerd in de publieke sfeer van het theater, de letteren of de salon. Een hernieuwde oriëntatie op de eigen geschiedenis en identiteit confronteerde de elite met een problematisch zelfbeeld: was ze door de Europeanisering niet vervreemd geraakt van het gewone volk, van haar eigen wortels? De Russische aristocratie raakte verdeeld. Sommigen pleitten voor een zuiver Slavische cultuur zonder inmenging van Europese elementen; anderen betoogden dat de Russen gebruik moesten maken van de rijkdom die de Europese cultuur te bieden had.146 Deze

sluimerende tweespalt raakte gepolariseerd met de inval van Napoleon in 1812. Volgens de historicus Alexander Martin wekte de aanval van Napoleon reactionaire en xenofobe nationalistische sentimenten op. De Franse cultuur representeerde plots voor velen decadentisme en degeneratie, ze was in de ogen van nationalisten

immoreel en vooral on-Russisch. Het nationalistische zelfbeeld van Rusland werd nu hoofdzakelijk gedefinieerd in niet-progressieve termen als de absolute monarchie, de strenge sociale hiërarchie en het orthodoxe geloof.147

144 Lindsey Hughes, ‘Russian Culture in the Eighteenth Century’ in: Dominic Lieven (red.) The

Cambridge History of Russia, (Cambridge 2006), 67-91, aldaar: 67-8.

145 Hughes, ‘Russian Culture in the Eighteenth Century’, 67-8. 146 Martin, ‘Russia and the Legacy of 1812’ 145-8.

Na zijn schooltijd droomde Poesjkin van een militaire carrière, maar hij kon zich de aanschaf van een cavalerie-uniform niet veroorloven. Zo werd hij op achttienjarige leeftijd in St. Petersburg gestationeerd als medewerker van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het werk als Student-Secretaris Tiende Klasse stelde weinig voor en Poesjkin had zodoende alle tijd om zich uit te leven als jonge dandy.148 Hij sloot zich, net zoals Tollens dat had gedaan aan het begin van zijn

dichterscarrière, aan bij literaire genootschappen. Arzamas was een literatuur-cum- dinergezelschap dat een moderne en elegante Russische taal voorstond; de Groene

Lamp was een politiek-liberale champagne- en theaterclub die bekend stond om zijn

kritische houding ten opzichte van de regering. De leden vermaakten zich onderwijl vooral met drinken, gokken en subversieve rituelen.149 Poesjkin was politiek liberaal

georiënteerd, maar hij werd net als veel generatiegenoten in zijn progressieve verwachtingen door tsaar Alexander I teleurgesteld. Geclaimde constitutionele hervormingen die de aristocratie politieke inspraak zouden moeten geven werden niet gehonoreerd door de vorst. Ook aan de door Poesjkin onderschreven oproep tot slavenemancipatie werd niet tegemoetgekomen. In deze tijd flirtte Poesjkin met de radicale liberalen en schreef hij enkele kritische dan wel spottende gedichten. Ondanks dat Poesjkins radicale gedichten over vrijheid populariteit genoten bij de revolutionairen, werd zijn persoonlijke engagement door deze groep niet serieus genomen. Hij was te eigenzinnig en leefde een te losbandig leven voor de anti- monarchalen. Juist om deze reden – zijn liberale en libertijnse levenshouding, die doorklonk in een aantal van zijn radicalere jeugdwerken – wekte hij in 1819 de woede van de tsaar op. Alleen dankzij tussenkomst van zijn aristocratische en

artistieke netwerk, bij monde van onder andere Karamzin en de moeder van de tsaar, wist hij te ontsnappen aan een enkele reis Siberië. Hij werd aan het eind van zijn tienerjaren naar het zuiden verbannen om administratief werk te verrichten voor de regering.150

Tussen 1820 en 1823 werkte Poesjkin in Kisjinev (de Kaukasus) als vertaler van Generaal Inzov. Hij schreef in deze periode verschillende gedichten en zijn literaire kwaliteit groeide gestaag. Hij las veel van de zwarte romanticus Lord Byron, een inspiratiebron die niet is terug te vinden in de werken van Oehlenschläger en 148 Irina Reyfman, 'Prose Fiction', in: Andrew Kahn (red.), The Cambridge Companion to Pushkin (Cambridge 2006), 90-104, aldaar 96.

149 Bethea en Davydov, 'Pushkin's life', 13. 150 Bethea en Davydov, 'Pushkin's Life', 14.

Tollens.151 Ook vocht Poesjkin zonder al te veel schade op te lopen meerdere duels

uit. Het duel was in deze tijd een geijkte manier om de aantasting van de eer te herstellen. Juist in een maatschappij waar de aristocratie was gemarginaliseerd tot tandeloze vazallen van de tsaar, werd de eer als uitdrukking van eigenwaarde vaak hooggehouden door middel van een duel.152 In 1823 werd Poesjkin overgeplaatst naar

Odessa waar hij onder de hoede werd genomen van Gouverneur-Generaal Graaf Vorontsov. Poesjkin kende een goede tijd in de kosmopolitische havenstad aan de Zwarte Zee, hij kon het aanvankelijk uitstekend vinden met zijn meerdere. De graaf was een Engels-opgevoede, liberale aristocraat die als held uit de oorlog met

Napoleon was teruggekomen. Helaas werd Poesjkin verliefd op Vorontsovs vrouw en was een breuk onafwendbaar. Voordat zijn aanvraag tot overplaatsing echter goed en wel door de regering in behandeling werd genomen, was Poesjkin al uit de gratie gevallen bij de tsaar wegens blasfemie. De staat had een controversiële brief van de dichter onderschept, waarin hij aan een vriend schreef dat atheïsme ‘helaas het meest plausibele’ geloof was.153 Poesjkin werd door de tsaar ontheven uit zijn statelijke

functie en in 1824 verbannen naar het landgoed van zijn moeder in het verre

Mikhailovskoe. Daar werd hij ontvangen door de politie en onder toezicht geplaatst van de lokale abt en zijn eigen vader – die overigens na een ruzie met de jonge Poesjkin al snel vertrok. Geïsoleerd van het wereldse leven bereikte Poesjkin een opmerkelijke productiviteit en maakte hij een grote artistieke groei door.154

In 1825 stierf tsaar Alexander I onverwacht; hij zou door zijn jongere broer Nikolaas worden opgevolgd. Tijdens het korte machtsvacuüm dat ontstond

probeerden revolutionairen, de zogenaamde Decembristen, een coup te plegen. De opstand werd geleid door een aantal Russische officieren. Zij waren tijdens de Napoleontische Oorlogen naar West-Europa gezonden en kwamen daar in aanraking met het liberalisme. Terug in Rusland namen ze een kritische houding aan tegenover het autoritaire regime en poogden, gebruik makend van de onzekere situatie rond de troonopvolging, in plaats van Nikolaas I zijn broer Konstantin op de troon te krijgen. De opstand werd uiteindelijk redelijk gemakkelijk neergeslagen en de Decembristen

151 Andrew Kahn, Pushkin's Lyric Intelligence (Oxford 2008), 36.

152 Andrew Kahn, 'Introduction', in: Andrew Kahn (red.), The Cambridge Companion to Pushkin (Cambridge 2006), 1-7, aldaar 4.

153 Bethea en Davydov, 'Pushkin's Life', 16. 154 Bethea en Davydov, 'Pushkin's Life', 17.

werden naar Siberië verbannen of geëxecuteerd.155 Nikolaas I, die zou regeren van

1825-1855, zag vanaf dat moment nog meer af van een verlichte, westers

georiënteerde politiek. Dit was echter nog niet duidelijk voor Poesjkin, die hoopte op enkele gematigde hervormingen van de nieuwe vorst. Poesjkin stond idealiter – in navolging van het gedachtegoed van Benjamin Constant en Montesquieu en naar voorbeeld van het Engelse parlementaire stelsel – een constitutionele monarchie voor, waarin de adel een belangrijke bemiddelende rol zou spelen. Een

aristocratische persoonlijkheid, zo was Poesjkins gedachte, impliceerde een nobel karakter, intellectuele zelfstandigheid en persoonlijk eergevoel. Bovendien had de aristocratie in de Russische geschiedenis altijd al een speciale rol gespeeld.156

Belangrijker nog dan zijn politiek-utopische verwachtingen ten aanzien van de nieuwe machthebber, was Poesjkins persoonlijke hoop op gratie door de tsaar. Poesjkin droomde van artistieke onafhankelijkheid, die de keizer kon waarborgen door de wettelijke invoering van persvrijheid. De dichter gaf immers met zijn

literatuur, zo vond Poesjkin, betekenis aan de complexiteit van het enorme Russische rijk en juist hij kon het nationale prestige hooghouden.157 Zijn hoop op een

gelijkwaardige alliantie met Nikolaas bleek echter ijdel. Na de Decembristen Opstand trok de tsaar de teugels van zijn autocratie stevig aan en versterkte zijn absolute macht door de bureaucratische centralisering verder uit te breiden. Naar aanleiding van de opstand werd Poesjkin in eerste plaats ondervraagd over zijn banden met de Decembristen. Hij wist daarbij niet dat verschillende rebellen hadden aangegeven te zijn geïnspireerd door Poesjkins radicalere gedichten. Poesjkin gaf toe dat hij velen persoonlijk kende, maar hij ontkende deelgenoot te zijn geweest van de rebellie – een verklaring die hoogstwaarschijnlijk juist is geweest. Omdat zijn

familielandgoed 300 kilometer van Sint Petersburg verwijderd lag, was Poesjkin niet in staat geweest de actuele politieke verwikkelingen op de voet te volgen, laat staan eraan deel te nemen. Bovendien was Poesjkins libertijnse levenshouding

onacceptabel voor de Decembristen.158 De nieuwe tsaar Nikolaas verleende nochtans

155 Martin, ‘Russia and the Legacy of 1812’, 160-1.

156 Oleg Proskurin, ‘Pushkin and Politics’ in: Andrew Kahn (red.), The Cambridge Companion

to Pushkin (Cambridge 2007), 105-117, aldaar 110.

157 Katya Hokanson, 'Politics and Poetry: The "Anti-Polish" Poems and "I Built Myself a Monument Not Made by Human Hands"', in: Alyssa Dinega Gillespie (red.), Taboo Pushkin (Wisconsin 2012), 283- 317, aldaar 309.

158 Igor Nemirovsky, 'Why Pushkin Did Not Become a Decembrist, in: Alyssa Dinega Gillespie (red.),

clementie aan wat hij noemde ‘Ruslands meest intelligente man’ en beëindigde zijn verbanning.159 De tsaar was inmiddels overtuigd geraakt van de grote

maatschappelijke impact van Poesjkins verzen en wilde zijn talent gebruiken voor eigen doeleinden160 – hij schakelde over naar een vergelijkbaar cultuurbeleid als van

de Deense vorst Friedrich II en de Nederlandse koning Willem I. Hij stelde voor om als de persoonlijke censor van de dichter op te treden. Poesjkin kon niet anders dan het aanbod aanvaarden en werd zo in feite nog meer aan de macht van de tsaar gebonden. Hij leek vrij, maar hij moest nu toestemming aanvragen bij het hoofd van het veiligheidsdepartement om te kunnen reizen, publiceren of voor te dragen.161 Zijn

artistieke vrijheid was meer beknot dan ooit tevoren.

Na drie jaar in zijn hernomen ‘vrijheid’ in Zuid-Rusland te hebben gewoond en gewerkt, vroeg hij de oogverblindende, zestienjarige Natalia Gontsjarova ten huwelijk in 1830. Natalia aanvaardde in Moskou een derde aanzoek met tegenzin. Poesjkin leefde in een tijd waarin de literatuur als professionele discipline nog in de kinderschoenen stond. Ook al groeide het lezerspubliek en ontstond er zoiets als een literaire markt, voltijds schrijven was nog steeds voorbehouden aan een elite die zich kon handhaven door familievermogen. Ook Poesjkin verdiende met zijn auteurschap slechts een bescheiden inkomen. Ter vergelijking: waar Tollens van zijn Gedichten (1822) 10,000 kopieën verkocht, daar werden er maar 1,000 kopieën van het

meesterwerk Jevgeni Onegin (1833) verkocht. Een welvarende industrieel verdiende al gauw het tienvoudige van Poesjkin.162 Natalia gold daarentegen als een van de

mooiste vrouwen van Rusland en kon zelfs op de bewondering van de tsaar rekenen. Nadat Poesjkin van zijn vader een landgoed met twee dorpen en tweehonderd horigen als bruidsschat had ontvangen, kon hij eindelijk beschikken over de

benodigde achtbaarheid om een interessant aanzoek te doen. Na zijn huwelijk werd Poesjkin door de tsaar aangesteld als de koninklijke historiograaf163 – en werd zo

ingelijfd, vergelijkbaar met Oehlenschlägers staatsambt, door het staatsapparaat. Hij kreeg de opdracht om, in samenhang met de natievormende agenda van de regering, een monarchale geschiedenis te schrijven. Poesjkin begon aan De Geschiedenis van 159 Bethea en Davydov, 'Pushkin's Life', 18.

160 Proskurin, 'Pushkin and Politics', 111.

161 Oleg Proskurin, 'Pushkin and Metropolitan Philaret: Rethinking the Problem', in: Alyssa Dinega Gillespie (red.), Taboo Pushkin (Wisconsin 2012), 112-56, aldaar 128.

162 Kahn, 'Introduction', 5.

Peter de Grote, waarvan hij later materiaal zou gebruiken voor zijn befaamde gedicht De Bronzen Ruiter. Zijn ambitieuze geschiedproject mislukte echter en hij verkleinde

zijn onderzoek tot een spraakmakende achttiende-eeuwse episode uit de

tsarengeschiedenis. In 1833 benoemde Nikolaas Poesjkin tot Junior Jonkheer van de Slaapkamer.164 Hij werd op vierendertigjarige leeftijd hofdienaar, een onderhorig

symboolambt dat veel tijd in beslag nam, weinig geld opleverde en weinig aanzien verschafte. Hij leende voortdurend geld of vroeg subsidies aan om het aristocratische leven te kunnen blijven leiden. Zijn afhankelijkheid van de tsaar en de staat werd zo groter en groter. Hij vroeg tijdelijk ontslag aan als hofdienaar om de financiële situatie op zijn landgoed te verbeteren, maar dit werd hem niet gegund. In deze financieel benarde situatie slaagde de dichter er toch wonderwel in productief te blijven en hoogstaande literatuur te scheppen.165

In 1836 kwam Poesjkin erachter dat Georges d’Anthès, een Franse officier die in de Russische Koninklijke Garde diende, zijn vrouw het hof maakte. Eerst kreeg hij een anoniem ‘diploma’ opgestuurd, waarin hij werd benoemd tot

Vertegenwoordigend Grootmeester en Historiograaf van de Meest Nobele Orde der Bedrogen Echtgenoten. Belangrijke leden van de high society kregen eveneens een kopie toegestuurd. Toen Natalia bekende dat d’Anthès achter haar aanzat, maar dat ze zijn pogingen niet had beantwoord, daagde Poesjkin de Fransman uit voor een duel om de eer van Natalia en hemzelf te redden. D’Anthès weigerde en beweerde plotseling dat hij verliefd was op Natalia’s mindere mooie zuster Ekatrina. Poesjkin zag hier met genoegen een daad van lafheid in en deed de zaak af als een

persoonlijke overwinning.166 De mondaine wereld zag d’Anthès’ weigering echter als

offer om de eer van zijn heimelijke geliefde te redden (een duel zou immers een oneervolle betrekking tussen Natalia en d’Anthès bewijzen of op zijn minst haar reputatie schade berokkenen). Nadat d’Anthès trouwde met Natalia's zuster, ging de Franse officier vrolijk verder met het versieren van zijn droomvrouw. Na een publiekelijke, obscene toespeling aan het adres van Natalia op een Russisch bal, voelde Poesjkin zich genoodzaakt de zaak nu voorgoed af te sluiten met een duel. Op 27 januari vond het fatale duel plaats. Poesjkin werd dodelijk geraakt, d’Anthès raakte lichtgewond door een schampschot. Twee dagen later stierf de dichter. 164 Reyfman, 'Pushkin the Titular Councilor', 43.

165 Bethea en Davydov, 'Pushkin's life', 21. 166 Ibid., 22.

Duizenden mensen treurden om zijn dood. Om heiligverklaring en opstand te voorkomen, lieten de autoriteiten zijn begrafenis plaatsvinden in een klein, besloten kerkje in Sint Petersburg. Het omliggende gebied werd afgegrendeld door de politie en alleen een select gezelschap van familie, diplomaten en hofdienaren kreeg