• No results found

7.5.1. Bevoegdheid

Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

a. het bepaalde in lid 7.4 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor bedrijven, welke naar de aard en de invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de genoemde bedrijven onder de categorieën 1 en 2 in Bijlage 2 , mits:

1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 , maar die qua milieubelasting

gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere

milieubelasting hebben;

2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;

b. het bepaalde in lid 7.4 onder d in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang

met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits:

1. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum van 60 m², zal bedragen;

2. de functie vanuit de bestaande bebouwing wordt uitgeoefend, terwijl er verder van vormen van detailhandel wordt uitgegaan met een lokaal verzorgingsgebied.

3. geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de invloed op het winkelapparaat in de diverse kernen;

c. het bepaalde in lid 7.4 onder h in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits:

1. de paardrijbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken;

2. de paardrijbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd;

3. een paardrijbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m);

4. geen lichtmasten bij een paardrijbak worden gebouwd.

5.6.2. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a. het straat- en bebouwingsbeeld;

b. de woonsituatie;

c. de milieusituatie;

d. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden;

e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

7.6. Wijzigingsbevoegdheid

7.6.1. Mogelijk heden voor wijziging

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

a. de aanduiding 'horeca' wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;

b. de aanduiding 'horeca' wordt toegevoegd.

7.6.2. Voorwaarden

De wijzigingsbevoegdheden kunnen uitsluitend worden toegepast indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a. het straat- en bebouwingsbeeld;

b. de woonsituatie;

c. de milieusituatie;

d. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden;

e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 8: Gemengd- 2

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd- 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:

1. woonhuizen, al dan niet met ruimte voor:

a. een aan-huis-verbonden beroep;

b. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1;

c. mantelzorg;

2. bedrijven, welke zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidszoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

3. detailhandel, in de vorm van winkels;

4. een supermarkt, ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';

5. dienstverlening;

6. horecabedrijven, in categorie I en II ter plaatse van de aanduiding 'horeca' met uitzondering van een discotheek, al dan niet in combinatie met ruimten voor personeelsverblijven;

7. maatschappelijke voorzieningen;

8. bedrijfswoningen al dan niet met ruimte voor:

a. een aan-huis-verbonden beroep;

b. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1;

c. mantelzorg;

b. bijbehorende bouwwerken;

c. groenvoorzieningen;

d. evenementen;

met de daarbijbehorende:

e. sloten, bermen en beplanting;

f. paden;

g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2. Bouwregels

8.2.1. Algemeen

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen, tenzij het bestaande percentage groter is, in welk geval het bestaande bebouwingspercentage als maximum geldt.

8.2.2. Gebouwen en overk appingen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

a. een hoofdgebouw mag ten hoogste 20,00 m vanaf de naar de weg(en) gekeerde perceelgrens(zen) te worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als maximale afstand geldt;de voorgevel van een hoofdgebouw dient te worden gebouwd in de naar de weg gekeerde voorgevellijn;

b. per voorziening, zoals genoemd in lid 7.1 sub a onder 2 t/m 5, mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;

c. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;

d. de goothoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste 4,00 7,50 m bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', in welk geval de in het

aanduidingsvlak aangegeven goot- en bouwhoogte als maximum geldt. tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval die goothoogte als maximum geldt;

e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste 10,00 m bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', in welk geval de in het

aanduidingsvlak aangegeven goot- en bouwhoogte als maximum geldt. tenzij de bestaande

bouwhoogte hoger is, in welk geval die bouwhoogte als maximum geldt;

f. de afstand van een hoofdgebouw of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen tot de

zijdelingse perceelgrens dient ten minste 2,00 m te bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt;

g. het aantal woonhuizen zal per bestemmingsvlak ten hoogste één bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximum aantal wooneenheden", in welk geval het in het

aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt;

8.2.3. Bijbehorende bouwwerk en

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

a. de bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het woonhuis/de bedrijfswoning hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden

gebouwd;

b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt in geval van 2 naar de weg gekeerde gevels dat 3,00 m achter de naar de weg gekeerde voorgevellijn dan wel het verlengde daarvan dient te worden gebouwd;

c. bijbehorende bouwwerken mogen, voor zover ze zijn gelegen in een strook van 3,00 m vanaf de perceelsgrens, geen grotere goothoogte hebben dan 3,00 m en geen grotere dakhelling dan 60°;

d. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 50 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte mag bedragen;

e. de goothoogte dan wel de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedragen;

f. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 3,00 m bedragen;

g. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 6,00 m bedragen;

h. de dakhelling van een vrijstaand bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste

8.2.4. Overige bouwwerk en, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m mag bedragen;

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.