• No results found

voor afhankelijke variabele: psychologische controle In een derde APIM-analyse analyseren we psychologische controle De vaders laten gemiddeld

een lagere mate van psychologische controle zien (M=1.36, SE=0.41) dan de moeders (M=1.41, SE=0.40). Dit verschil tussen vaders en moeders is echter niet significant (p=.440). We zien geen significant actoreffect voor de vader (b=0.07, p=.208) maar wel voor de moeder (b=0.24, p=.002). Dit wil zeggen dat moeders die een hogere mate van parentale burnout rapporteren, ook een hogere mate van psychologische controle laten zien en andersom. Hoewel het actoreffect van de moeder sterker is dan dat van de vader, blijkt dit verschil niet significant te zijn (p=.107). Als we verder kijken naar de partnereffecten zien we dat er een significant partnereffect is van de parentale burnout van de moeder op de mate van psychologische controle door de vader (b=0.27, p=.002), maar niet andersom (b=0.04, p=.456). Dit verschil in partnereffect als het gaat om parentale burnout op psychologische controle is bovendien significant (p<.05). In Figuur 3 zijn de resultaten van de APIM-analyse van het actor- en partnereffect van parentale burnout op psychologische controle weergegeven.

Figuur 3

Resultaten APIM-analyse van parentale burnout op psychologische controle

We stellen dus vast dat we enkel bij psychologische controle een partnereffect terugvinden.

Bij alle APIM-analyses zijn twee covariaten meegenomen, de burgerlijke staat van de actor en de leeftijd van het kind. In de analyse naar het verband tussen parentale burnout en responsiviteit blijkt burgerlijke staat van de actor een significante covariaat (b=-0.29, p<.05) en deze speelt eveneens een significante rol in de analyse naar het

Tabel 3

Actor- en partnereffecten van parentale burnout op behoefte-ondersteunend opvoeden met behulp van APIM Vaders Moeders Afhankelijke variabele* β t p β t p Responsiviteit Actor effect -0.20 -3.59 .001 -0.15 -1.80 .075 Partner effect -0.16 -1.94 .055 -0.04 -0.06 .501 Autonomie ondersteuning Actor effect -0.11 -1.84 .069 -0.20 -2.57 .012 Partner effect 0.09 -1.13 .260 0.01 0.19 .846 Psychologische controle Actor effect 0.07 1.27 .208 0.24 3.16 .002 Partner effect 0.27 3.24 .002 0.04 0.75 .456

verband tussen parentale burnout en psychologische controle (b=0.32, p<.05). De leeftijd van het kind blijkt geen significante covariaat in de APIM-analyses.

Discussie

Parentale burnout blijkt na een grondige literatuurstudie een zeer jong concept waarover men nog weinig concrete cijfergegevens geanalyseerd en gerapporteerd heeft (Séjourné et al., 2018). Niettemin blijkt in de meeste studies waar ze gezonde populaties onderzochten dat 20% van de moeders klachten van parentale burnout heeft (Lindström, Åman, & Norberg, 2010; Séjourné et al., 2018). In dit onderzoek zijn we geïnteresseerd in welke mate parentale burnout een impact heeft op de opvoedingsvaardigheden van ouders. Deze studie tracht het huidig onderzoeksdomein uit te breiden door zowel moeder als vaderrapportage mee te nemen in de analyses. Om dit te doen maakten we gebruik van APIM-analyses. Het reeds bestaande onderzoek put vaak uit data die men hoofdzakelijk verzamelde bij moeders. Om dit te verwezenlijken verzamelden we aan de hand van een uitgebreide vragenlijstdata bij de beide ouders van een kind (N = 103).

Onderzoeksbevindingen

Onderzoeksvraag 1: Samenhang tussen parentale burnout en opvoeding bij vaders en moeders. Zoals we vooropgesteld hadden vinden we in onze

resultaten een samenhang terug tussen parentale burnout en opvoeding. Dat konden we zien in zowel onze correlaties, regressieanalyses als mixed model-analyses. Zowel voor vader als voor moeder blijkt dat klachten van parentale burnout samenhangen met minder autonomieondersteuning en responsiviteit en meer psychologische controle. In de mixed model-analyses zijn geen verschillen gevonden in de sterkte van deze verbanden tussen vaders en moeders.

We kijken ook even naar de geïntegreerde achtergrondvariabelen en hun invloed. Net zoals de bevindingen van Mikolajczak et al. (2018) wordt in Séjourné et al. (2018) gesteld dat het hebben van meer dan één kind niet gelinkt is aan de parentale burnout en ook in onze analyses vonden wij hier geen significante invloed van deze controlevariabele. Ook vonden wij geen verband tussen sociaaleconomische status en scholingsgraad zoals men in eerder onderzoek (Mikolajczak, et al., 2018) ook reeds rapporteerde. Onze resultaten voor de moeders en vaders lieten ook geen effect zien van

het geslacht van het kind. Wel toonden onze resultaten dat gehuwde of samenwonende vaders minder responsiviteit laten zien dan gescheiden vaders en moeders die samenwonend of gehuwd zijn; die laatsten rapporteren juist meer psychologische controle ten aanzien van hun kind dan gescheiden moeders.

Onderzoeksvraag 2: In welke mate hangt de mate van parentale burnout bij de ene ouder samen met de opvoedingsgedragingen van de andere ouder? Als we keken naar de correlaties zagen we al dat er een sterke samenhang bleek te zijn tussen de mate van parentale burnout bij de vader en de mate van parentale burnout bij de moeder.

Uit onze APIM-analyses kwam tegen onze verwachtingen in slechts één significant partnereffect voor de vader naar voor. We zagen dat er een verband is tussen de mate van parentale burnout bij de moeder en de psychologische controle bij de vader. Deze relatie zagen we zowel in de correlaties, hiërarchische regressieanalyse als in de APIM-analyses. In tegenstelling tot dit partnereffect bij de vader was het opvallend dat de relatie tussen de mate van parentale burnout bij de vader en psychologische controle bij de moeder zwak was en niet significant bleek te zijn. Mogelijks komt er wanneer de moeders opgebrand zijn meer druk te staan op de vaders waardoor ze meer psychologische controle gaan hanteren in hun opvoeding.

Praktische Implicaties

Aangezien we kunnen concluderen dat er wel degelijk een samenhang is tussen het opgebrand zijn als ouder en de opvoeding is het van belang voor de ondersteuning aan ouders en gezinnen dat hulpverleners zich bewust zijn van dit fenomeen en van de mogelijke bijbehorende implicaties. Zo zijn reeds onderzoeken verschenen die aangeven dat parentale burnout ook kan samengaan met een meer gewelddadige opvoeding (Smith, Oliver, & Innocenti, 2001). We zagen hoofdzakelijk een terugkerende relatie in de data als het gaat over psychologische controle. Veel onderzoek heeft zich reeds op psychologische controle toegelegd en hieruit bleek duidelijk dat er een positieve relatie is tussen psychologische controle door de ouder en internaliserende problemen bij het kind, zelfs wanneer gecontroleerd werd voor andere opvoedingsdimensies (Barber, Stolz, Olsen, Collins, & Burchinal, 2005). Dit maakt ons ervan bewust dat we in de

hulpverlening moeten inzetten op het ondersteunen van deze jongeren en hun gezin zodat ze niet in deze negatieve spiraal terechtkomen.

Limitaties van het Onderzoek

De opzet van deze studie is cross-sectioneel, bijgevolg konden we geen uitspraken doen over causale verbanden. Longitudinaal onderzoek had deze limitatie kunnen voorkomen. Wij betreuren dat we er niet in geslaagd zijn dit onderzoek door te voeren tot een longitudinaal onderzoek. Initieel hadden wij de bedoeling om in een tweede wave de ouders opnieuw te bevragen. Helaas konden we door de COVID-19-epidemie niet overgaan tot het herbevragen van de ouders. Het bleef dus bij een enkele bevraging van de ouders. We hebben dit gedaan aan de hand van zelfrapportage vragenlijsten waardoor er mogelijks sprake is van een self report bias. Die hebben we kunnen beperken door steeds het koppel te bevragen en niet enkel de moeders. De dataverzameling werd dus bekomen door zowel moeder als vader te bevragen. Idealiter hadden wij ook de kinderen mee betrokken en hen een vragenlijst laten invullen. In de toekomst zou er kunnen gewerkt worden met andere informanten maar ook andere meetmethodes om de meetfouten te beperken. Zo zou men een dagboekstudie of observationeel onderzoek kunnen doen ter ondersteuning van de data.

Suggesties voor Toekomstig Onderzoek

We stonden in deze studie stil bij de impact van parentale burnout (d.i. het welzijn van de ouder) op opvoeding. Daarnaast zijn er nog factoren die een directe of mogelijks een indirecte impact kunnen hebben op het verband tussen het welzijn van de ouder en het gezinsleven. Wij stelden ons in de loop van dit onderzoek reeds de vraag of er mogelijks een impact is van het kind op ouderlijke burnout en opvoeding. Zijn er mogelijks kindeffecten? Dit zou een interessante suggestie zijn voor toekomstig onderzoek. Daarom hopen wij dat in verder onderzoek ook deze kwestie zal bevraagd en onderzocht zal worden. In de traditionele literatuur stelt men dat het ouderlijk gedrag een impact heeft op het gedrag van hun kinderen: zo vond reeds veel onderzoek plaats naar de invloed van de opvoeding van de moeder op het welzijn van de psyche van de adolescent en zijn ontwikkeling (Cummings & Davies, 1994; Goodman et al., 2011). Toch is het waarschijnlijk dat het psychosociaal functioneren van kinderen ook het gedrag

van ouders kleurt (Vansteenkiste & Soenens, 2013). In eerder onderzoek werd reeds aangetoond dat het van belang is om niet alle schuld zomaar in de schoenen van de ouders te schuiven. Zo haalden Kerr en collega's (2003) verschillende onderzoeken uit het verleden aan waar effecten gezien werden als oudereffecten die mogelijks ook kindereffecten hadden kunnen zijn. Vaak wordt in de maatschappij de schuld gegeven aan de ouders wanneer een kind ongewenst of delinquent gedrag vertoont, dan wordt er al snel gezegd dat de ouders hem mogelijks niet genoeg aandacht hebben gegeven. In de studie van Kerr et al. (2003) werd echter het omgekeerde gevonden en werd gesteld dat het gedrag van ouders ‘reacties’ zijn op het probleemgedrag van hun kind. Verder tonen hun resultaten aan dat hoe meer de ouders kennis hebben over het delinquente gedrag van hun kind, hoe minder moeite ze zullen doen om controle te hebben op de activiteiten en bezigheden van het kind. Ouders lijken zich terug te trekken bij probleemgedrag en geen controle meer te houden over het gedrag en de bezigheden van hun kinderen. Ze deden hetzelfde voor emotionele reacties en vonden daar ook opnieuw over het algemeen kindeffecten.

In dit onderzoek stonden we niet stil bij beschermende factoren en hoe we ouders kunnen beschermen tegen parentale burnout. We focusten ons vooral op het krijgen van een breder beeld van het concept. We hebben getracht het breder beeld te schetsen en zowel voor vader als moeder een inzicht te krijgen van het verband tussen parentale burnout en opvoeding. Toekomstig onderzoek zal moeten nagaan hoe ouders zich kunnen wapenen tegen de uitputting in hun rol als ouder.

Conclusie

In deze masterproef hebben we getracht een breder beeld te scheppen van parentale burnout en welke impact het heeft op de opvoedingsgedragingen van ouders. We hebben dit proberen in kaart te brengen voor zowel moeders als vaders. Na het overschouwen van onze resultaten kunnen we concluderen dat er een verband is tussen de parentale burnout en de opvoedingsgedragingen van de ouders. Als er een hogere mate van parentale burnout wordt waargenomen, wordt zowel door vader als moeder ook een lagere mate van responsiviteit en autonomieondersteuning gerapporteerd evenals een hogere mate van psychologische controle.

De resultaten in deze studie toonden ook een relatie tussen het opgebrande gevoel bij moeders en de mate van psychologische controle door de vader. Dit maakt duidelijk dat het voor ouders moeilijk wordt om nog uit deze dynamiek te geraken wanneer ze het opgebrande gevoel ervaren. Toekomstig onderzoek zal dit verder in kaart moeten brengen door ook bijvoorbeeld kindeffecten mee in kaart te brengen. Zo kan er ingezet worden op een grondig preventieve ondersteuning van de ouders. Dit zal zeer belangrijk zijn voor de vaders maar zeker ook voor de moeders want we zagen reeds dat de mate van parentale burnout bij de moeder een voorspeller kan zijn voor meer psychologische controle door vader.

Literatuur

Berting, J. (2006). De versplinterde samenleving: de gevolgen van moderniteit en

modernisering in de 21e eeuw. Delft: Eburon.

Bhattacharyya, D., Sur, T. K., Jana, U., & Debnath, P. K. (2008). Controlled programmed trial of Ocimum sanctum leaf on generalized anxiety disorders. Nepal Medical

College Journal : NMCJ, 10(3), 176‐179.

Brenning, K. M., Soenens, B., Van Petegem, S., & Kins, E. (2017). Searching for the Roots of Overprotective Parenting in Emerging Adulthood: Investigating the Link with Parental Attachment Representations Using An Actor Partner Interdependence Model (APIM). Journal of Child and Family Studies, 26(8), 2299–2310. doi:10.1007/s10826-017-0744-2

Cook, W. L., & Kenny, D. A. (2005). The actor-partner interdependence model: A model of bidirectional effects in developmental studies. International Journal of

Behavioral Development, 29(2), 101–109. doi:10.1080/01650250444000405

Craeynest, P. (2005). Inleiding in de ontwikkelingspsychologie. Psychologie van de

levensloop. Leuven: Acco.

Cummings, E. M., & Davies, P. T. (1994). Maternal Depression and Child Development.

Journal of Child Psychology and Psychiatry, 35(1), 73–122. doi: 10.1111/j.1469-

7610.1994.tb01133.x

Danner-Vlaardingerbroek, G., Kluwer, E. S., van Steenbergen, E. F., & van der Lippe, T. (2013). The Psychological Availability of Dual-Earner Parents for Their Children After Work. Family Relations, 62(5), 741–754. doi: 10.1111/fare.12039

Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The &quot;What&quot; and &quot;Why&quot; of Goal Pursuits: Human Needs and the Self-Determination of Behavior. Psychological

Inquiry, 11(No.4), 227–268.

Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2015). Self-Determination Theory. International

Encyclopedia of the Social & Behavioral Sciences, 486–491. doi: 10.1016/B978-0-

08-097086-8.26036-4

Field, A. (2018). Discovering statistics using IBM SPSS statistics. Sage, (5).

Goodman, S. H., Rouse, M. H., Connell, A. M., Broth, M. R., Hall, C. M., & Heyward, D. (2011). Maternal Depression and Child Psychopathology: A Meta-Analytic Review. Clinical Child and Family Psychology Review, 14(1), 1–27.

doi:10.1007/s10567-010-0080-1

Grolnick, W. S. (2003). The Psychology of Parental Control. Psychology Press. doi: 10.4324/9781410606303

Grolnick, W. S. (2009). The role of parents in facilitating autonomous self-regulation for education. School Field, 7(2), 164–173. doi: 10.1177/1477878509104321

Hubert, S., & Aujoulat, I. (2018). Parental Burnout: When Exhausted Mothers Open Up.

Frontiers in Psychology, 9, 1021. doi: 10.3389/fpsyg.2018.01021

Jackson, S. E., & Leiter, M. P. (1997). The Maslach Burnout Inventory Manual. California. doi: 10.1002/job.4030020205

Joussemet, M., Landry, R., & Koestner, R. (2008). A self-determination theory perspective on parenting. Canadian Psychology (Vol. 49, pp. 194–200). doi: 10.1037/a0012754

Kerkhofs, J., Dobbelaere, K., & Voyé, L. (1992). De versnelde ommekeer : de waarden

van Vlamingen, Walen en Brusselaars in de jaren negentig. Tielt: Lannoo.

Kerr, M., Stattin, H., Biesecker, G., & Ferrer-Wreder, L. (2003). Relationships With Parents and Peers in Adolescence. Handbook of Psychology (pp. 395–419). Hoboken, NJ, USA: John Wiley & Sons, Inc. doi:10.1002/0471264385.wei0616 Layne, L. L. (2006). The Mommy Myth: The Idealization of Motherhood and How It Has

Undermined All Women. Susan J. Douglas &amp; Meredith W. Michaels. Journal

of Marriage and Family, 68(1), 255–256. doi: 10.1111/j.1741-3737.2006.00247.x

Le Vigouroux, S., Scola, C., Raes, M.-E., Mikolajczak, M., & Roskam, I. (2017). The big five personality traits and parental burnout: Protective and risk factors. Personality

and Individual Differences, 119, 216–219. doi: 10.1016/J.PAID.2017.07.023

Lindström, C, Åman, J., & Norberg, A. (2010). Increased prevalence of burnout symptoms in parents of chronically ill children. Acta Paediatrica, 99(3), 427–432. doi: 10.1111/j.1651-2227.2009.01586.x

Lindström, Caisa, Åman, J., & Norberg, A. L. (2011). Parental burnout in relation to sociodemographic, psychosocial and personality factors as well as disease duration and glycaemic control in children with Type 1 diabetes mellitus. Acta Paediatrica,

100(7), 1011–1017. doi: 10.1111/j.1651-2227.2011.02198.x

Macfadyen, A., Swallow, V., Santacroce, S., & Lambert, H. (2011). Involving fathers in research. Journal for Specialists in Pediatric Nursing, 16(3), 216–219. doi:

10.1111/j.1744-6155.2011.00287.x

Maslach, C., & Goldberg, J. (1998). Prevention of burnout: New perspectives. Applied

and Preventive Psychology, 7(1), 63–74. doi: 10.1016/S0962-1849(98)80022-X

Meeussen, L., & Van Laar, C. (2018). Feeling Pressure to Be a Perfect Mother Relates to Parental Burnout and Career Ambitions. Frontiers in Psychology, 9, 2113. https: doi: 10.3389/fpsyg.2018.02113

Mikolajczak, M., Brianda, M. E., Avalosse, H., & Roskam, I. (2018). Consequences of parental burnout: Its specific effect on child neglect and violence. Child Abuse &

Neglect, 80, 134–145. doi: 10.1016/j.chiabu.2018.03.025

Mikolajczak, M., Raes, M.-E., Avalosse, H., & Roskam, I. (2018). Exhausted Parents: Sociodemographic, Child-Related, Parent-Related, Parenting and Family- Functioning Correlates of Parental Burnout. Journal of Child and Family Studies,

27(2), 602–614. doi: 10.1007/s10826-017-0892-4

Mikolajczak, M., & Roskam, I. (2018). A Theoretical and Clinical Framework for Parental Burnout: The Balance Between Risks and Resources (BR2). Frontiers in

Psychology, 9, 886. doi: 10.3389/fpsyg.2018.00886

Phares, V., & Compas, B. E. (1992). The Role of Fathers in Child and Adolescent Psychopathology: Make Room for Daddy. Psychological Bulletin (Vol. III).

Roskam, I., Brianda, M.-E., & Mikolajczak, M. (2018). A Step Forward in the Conceptualization and Measurement of Parental Burnout: The Parental Burnout Assessment (PBA). Frontiers in Psychology, 9, 758. doi: 10.3389/fpsyg.2018.00758 Roskam, I., & Mikolajczak, M. (2018). Le burn-out parental Comprendre, diagnostiquer

et prendre en charge. Leuven: De Boeck Superieur.

Roskam, I., Raes, M.-E., & Mikolajczak, M. (2017). Exhausted Parents: Development and Preliminary Validation of the Parental Burnout Inventory. Frontiers in

Psychology, 8, 163. doi: 10.3389/fpsyg.2017.00163

Roth, G., Assor, A., Kanat-Maymon, Y., & Kaplan, H. (2007). Autonomous Motivation

for Teaching: How Self-Determined Teaching May Lead to Self-Determined Learning. doi: 10.1037/0022-0663.99.4.761

Ryan, M., & Deci, L. (2002). Overview of Self-Determination Theory: An Organismic Dialectical Perspective. Handbook of self-determination research (pp. 3–33). Rochester.

Ryan, M., & Deci, L. (2017). Self-determination Theory. New York: the guildford press. Ryan, R. M., Deci, E. L., Grolnick, W. S., & La Guardia, J. G. (2006). The Significance of Autonomy and Autonomy Support in Psychological Development and Psychopathology. Developmental Psychopathology (pp. 795–849). Hoboken, NJ, USA: John Wiley & Sons, Inc. doi: 10.1002/9780470939383.ch20

Schrooyen, C., Beyers, W., & Soenens, B. (2020). How to avoid that parenting burns you out: on the importance of having a clear identity as a parent (in prep).

Séjourné, N., Sanchez-Rodriguez, R., Leboullenger, A., & Callahan, S. (2018). Maternal burn-out: an exploratory study. Journal of Reproductive and Infant Psychology,

36(3), 276–288. doi: 10.1080/02646838.2018.1437896

Smetana, J. G. (2017). Current research on parenting styles, dimensions, and beliefs.

Current Opinion in Psychology, 15, 19–25. doi:10.1016/J.COPSYC.2017.02.012

Smith, T. B., Oliver, M. N. I., & Innocenti, M. S. (2001). Parenting stress in families of children with disabilities. American Journal of Orthopsychiatry, 71(2), 257–261. doi: 10.1037/0002-9432.71.2.257

Soenens, B., & Vansteenkiste, M. (2010). A theoretical upgrade of the concept of parental psychological control: Proposing new insights on the basis of self-determination theory. Developmental Review, 30(1), 74–99. doi: 10.1016/J.DR.2009.11.001 Sorkkila, M., & Kaisa Aunola, •. (2019). Risk Factors for Parental Burnout among

Finnish Parents: The Role of Socially Prescribed Perfectionism. Journal of Child

and Family Studies. doi: 10.1007/s10826-019-01607-1

Van Bakel, H. J. A., Van Engen, M. L., & Peters, P. (2018). Validity of the Parental Burnout Inventory Among Dutch Employees. Frontiers in Psychology, 9, 697. doi: 10.3389/fpsyg.2018.00697

Vansteenkiste, M., & Soenens, B. (2013). Vitamines van groei: over de motiverende rol

van ouders in de opvoeding. Gent: Academia Press.

Vansteenkiste, M., & Soenens, B. (2015). Vitamines voor groei: ontwikkeling voeden

vanuit de Zelf-Determinatie Theorie. Leuven: Acco.

Vigouroux, S. Le, & Scola, C. (2018). Differences in Parental Burnout: Influence of Demographic Factors and Personality of Parents and Children. Frontiers in