• No results found

5. AFDELING NIJVERHEID

Aangelegenheden betreffende de Nederlandse industrie. Volgens een notitie van vermoedelijk mr. E.D.M. Koning, vanaf einde augustus 1944 chef van de Afdeling Nijverheid, deed de Afdeling Nijverheid vanaf medio oktober 1942 de volgende werkzaamheden:

 het opstellen van een werkplan voor economische reconstructie;

 de samenstelling van het 'overzicht Nederl(andsche) Industrie';

 de opstelling van primaire metaalbehoeften na de bevrijding (ramingen en toelichtingen);

 samenwerking met de Studiegroep voor Reconstructie-Problemen

 behandeling van industrieproblemen in het algemeen en in samenwerking met andere departemeten;

 deelname aan de organisatie Allied Post War Requirements Bureau ('Leith-Ross') inzake internationale geallieerde behoefteramingen voor na de bevrijding 14

Daarnaast waren er onder meer nog een adviseur voor aangelegenheden betreffende de industriële eigendom en een regeringscommissaris in buitengewone dienst, belast met de

voorbereiding van maatregelen tot de revitaillering van Nederland na de bevrijding (het hoofd van het Voedselaankoopbureau in New York). Verder ressorteerden onder het ministerie nog diverse commissies, waaronder de Nederlandse Scheepvaart- en Handelscommissie, het Nederlands Scheepvaart Comité in New York en de Textielcommissie. Op diverse Nederlandse ministeries in Londen, waaronder Handel, Nijverheid en Scheepvaart, werden werkgroepen opgericht, die zich

14 Handgeschreven rapport over de Afdeling Nijverheid te Londen vanaf 15 oktober 1942. Zie inv.nr. 1412.

bezig hielden met de voorbereiding van ontwerp-besluiten. 15 Ook interdepartementale

commissies waren actief, waaronder de Commissie Herstel Rechtsverkeer van de departementen van Justitie en Handel, Nijverheid en Scheepvaart. 16

Na de splitsing van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart in juni 1944 in twee departementen, bemoeide het departement van Handel, Nijverheid en Landbouw zich met de volgende zaken: 17

Afdeling Economische Politiek

AFDELING ECONOMISCHE POLITIEK

Vraagstukken betreffende de toekomstige handelspolitieke verhoudingen en economische reconstructie.

 Documentatie betreffende de economische verhoudingen in bezet Nederland en elders (economische voorlichting en documentatie).

Afdeling Landbouw en Voedselvoorziening

AFDELING LANDBOUW EN VOEDSELVOORZIENING

 Ravitaillering van Nederland na de bevrijding.

 Aangelegenheden op het gebied van de landbouw en de voedselvoorziening.

Afdeling Nijverheid

AFDELING NIJVERHEID

Aangelegenheden betreffende de Nederlandse industrie.

De ambtenaren van het departement moesten vaak onder gebrekkige omstandigheden hun werk verrichten. Zo schreef ir. J.F. Straatman, werkzaam op de Afdeling Nijverheid, dat zijn sectie vóór 20 januari 1945 niet beschikte over een eigen typiste en dat het typewerk alleen op rustige momenten kon worden uitbesteed aan de algemene typekamer. Zijn sectie die zich bezig hield met de

chemisch-technologische aspecten van de nijverheid, werkte "met veel te weinig personeel, met veel te weinig geschoolde krachten, en met veel te weinig concrete gegevens". De sectie baseerde zich voor haar werkzaamheden, onder meer voor het opstellen van behoefteramingen voor bevrijd Nederland, op gegevens verkregen via een beperkte hoeveelheid gedrukte bronnen, verhoren van een twintigtal Engelandvaarders en zogenaamde Geheime Berichten, die slechts mondjesmaat aan de sectie werden verstrekt. 18 E.D.M. Koning, sedert eind augustus 1944 chef van de Afdeling Nijverheid, schreef na zijn vertrek uit bezet Nederland dat hij van een Londense collega de indruk had gekregen: "van de zeer moeilijke omstandigheden waaronder de regeering in Londen haar werk moest verrichten en van het enorme personeelstekort, waarmee speciaal Handel en Nijverheid te kampen had". 19

Afdeling Juridische en Algemene Zaken

AFDELING JURIDISCHE EN ALGEMENE ZAKEN

Aangelegenheden van wetgevende en juridische aard.

 Toepassing van de besluiten inzake het rechtsverkeer in oorlogstijd en de

eigendomsovergang aan de Staat van bezittingen in het buitenland van personen in bezet Nederland.

 Octrooizaken.

 Samenwerking met de Sectie Economische Zaken van de Staf van het Militair Gezag (sinds september 1944).

15 J.C.E. van den Brandhof, De besluitwetgeving van de kabinetten De Geer en Gerbrandy (Deventer, 1986), 110.

16 Van de Brandhof, 111.

17 Beknopte almanak van het Departement van Buitenlandse Zaken, 1945, 57.

18 J.F. Straatman, Historisch overzicht van het werk van Sectie II, Afdeling Nijverheid, Londen tot 20 Januari 1945. Zie inv.nr. 1437.

De behandeling van de zaken betreffende de afwikkeling van gestrande ladingen en contracten van goederen, bestemd geweest voor Nederland, was met de gehele Afdeling Scheepvaartzaken naar het nieuwe Ministerie van Scheepvaart en Visserij gegaan. Hiervan was drs A.B. Speekenbrink tot secretaris-generaal benoemd. Bovendien beschikte het departement over een

vertegenwoordiger bij de Missie voor Economische, Financiële en Scheepvaartaangelegenheden van het Koninkrijk voor het Westelijk Halfrond en een regeringscommissaris in buitengewone dienst, belast met de voorbereiding van maatregelen tot de revitaillering van Nederland na de bevrijding, gevestigd in New York. 20

Bij het ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw vond nog één grote reorganisatie vond plaats en wel in maart 1945. Per 12 maart 1945 was de indeling als volgt: 21

 Directie van Handel en Nijverheid, onderverdeeld in twee afdelingen:

 Afdeling Economische Reconstructie (voorheen Afd. Nijverheid)

 Afdeling Economische Politiek Binnenland

 Directie van de Handelsaccoorden

 Afdeling Voedselvoorziening

 Afdeling Juridische en Algemene Zaken

 Afdeling Economische Voorlichting

 Afdeling Comptabiliteit

Drs A.B. Speekenbrink werd secretaris-generaal, terwijl A.Th. Lamping weer zijn oude functie van directeur van de Handelsaccoorden op zich nam, zij het in de rang van Gevolmachtigd Minister. Als logisch gevolg van de overgang van Speekenbrink van Scheepvaart en Visserij naar Handel,

Nijverheid en Landbouw ging ook de bemoeienis met de liquidatie der aangehouden en gestrande ladingen over naar laatstgenoemd ministerie. Per 19 maart 1945 werd de Afdeling Handelszaken van het Ministerie van Scheepvaart en Visserij als Afdeling Afwikkeling Ladingen toegevoegd aan het Ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw. 22

Het Bureau Londen

HET BUREAU LONDEN

De bewindslieden van de beide in juni nieuw ingestelde departementen, nl. die van Handel en Nijverheid en van Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij, besloten in augustus 1945 een tijdelijk en gezamenlijk Bureau Londen in te stellen, dat verantwoordelijk zou zijn voor 23 :

 de overbrenging naar 's-Gravenhage van personen en diensten ressorterende onder het voormalige Departement van Handel, Nijverheid en Landbouw te Londen;

 het in ontvangst nemen, toetsen en doorgeven aan de Administratie voor Relief en

Rehabilitatie van aankoopopdrachten uit Nederland, zoolang deze opdrachten nog niet van uit Nederland rechtstreeks aan de Administratie voor Relief en Rehabilitatie worden

verstrekt;

 het verrichten van alle daarvoor in aanmerking komende werkzaamheden ten behoeve en in opdracht van den Economischen Voorlichtingsdienst;

 het behandelen van alle aangelegenheden, welke als uitvloeisel van de uitvoerende taak der beide Ministeries tijdelijk nog in Londen moeten worden verricht en het daartoe onderhouden van het noodige contact met geallieerde instanties;

 het behandelen van comptabele kwesties der beide Ministeries, voorzoover deze in Londen moeten worden behandeld.

20 Beknopte almanak van het departement van Buitenlandse Zaken, 1945, 57-58.

21 Circulaire van de Minister van Handel, Nijverheid en Landbouw van 20 maart 1945 no. 38914 aan de ministers. Zie inv.nr. 108.

22 Circulaire van de Minister van Scheepvaart en Visserij van 17 maart 1945 no. 7499 aan de ministers. Zie inv.nr. 99.

23 Besluit van de minister van Handel en Nijverheid, 27-8-1945 no. 3825 Afd. Kabinet, en de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, 27-8-1945 no. 30859 Afd. Kabinet. Zie inv.nr. 108.

Tot hoofd van het Bureau Londen werd benoemd ir F.Q. den Hollander, waarnemend directeur-generaal van Handel en Nijverheid in Den Haag. Zijn plaatsvervanger was mr. E.D.M. Koning, hoofd van directie Handels- en Industrieel Beleid. De dagelijkse leiding berustte bij de Bureausecretaris, drs. H. Jonker. De behandeling van zaken betreffende landbouw, visserij en voedselvoorziening lag in handen van drs. C.C.L. Eygenraam. De organisatie van het Bureau Londen zag er als volgt uit:

 Bureauleiding

 Bureau Secretariaat

 Sectie Algemene Dienst, Personeel en Archief

 Sectie Reizen en Ontvangst

 Bureau Coördinatie Aankoopopdrachten

 Bureau Londen Economische Voorlichtingsdienst

 Bureau Comptabiliteit

 Bureau Landbouw

Het ministerie van Handel en Nijverheid hief zijn gedeelte van dit Londens Bureau reeds op per 31 oktober 1945. 24 De Sectie Reizen en Ontvangst werd overgeheveld naar Administratie voor Relief en Rehabilitatie. Jonker werd belast met de verdere afwikkeling in Londen. Het Londense Bureau van het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, onder leiding van Eygenraam, bleef na 31 oktober 1945 nog bestaan.

Het Bureau Londen van de Economische Voorlichtingsdienst (ook kortweg EVD genoemd) was de opvolger van de Afdeling Economische Voorlichting van het Londense Ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw. De Economische Voorlichtingsdienst, in augustus 1945 verhuisd van Stratton House aan Stratton Street naar Mexborough House aan Doverstreet, ging per 1 november van datzelfde jaar over naar de Handelsafdeling (Economische Afdeling) van de Nederlandse ambassade in Londen. Het Bureau Londen van de Economische Voorlichtingsdienst had de volgende werkzaamheden:

 uitgave van de Netherlands Economic News en documentatievoorziening van de Engelssprekende Nederlandse consulaire posten;

 het informeren van Nederlandse overheidsinstellingen en particuliere bedrijven op verzoek;

 het voeren van de handelscorrespondentie ten behoeve van het Nederlandse consulaat-generaal in Londen;

 contacten met buitenlandse en Nederlandse consulaten ten einde economische informatie te verzamelen;

 samenwerking met de Administratie voor Relief en Rehabilitatie inzake het uitwisselen van informatie;

 het voorzien van de Economische Voorlichtingsdienst in Den Haag van relevante informatie en documentatie.

Bij de overheveling van de EVD naar de ambassade vonden er geen wezenlijke veranderingen plaats in de werkzaamheden. De contacten met de diplomatieke posten in het buitenland in het kader van de informatie- en documentatieverwerving werden teruggebracht en de activiteiten beperkt tot het Brits imperium en die plekken waar Nederland geen diplomatieke

vertegenwoordiging had. 25 Uit bezuinigingsoverwegingen is de EVD in Londen geleidelijk sterk ingekrompen. In augustus 1948 waren nog slechts 3 personen op de ambassade werkzaam, belast met economische voorlichting, vermoedelijk reguliere ambassadewerkzaamheden.

Lijsten van ministers en ambtenaren

LIJSTEN VAN MINISTERS EN AMBTENAREN

24 Brief van ir. F.Q den Hollander, directeur-generaal van het Handel en Nijverheid aan het Bureau Londen, 4 oktober 1945 (met potlood aangetekend: no. 36355A). Zie inv.nr. 1321.

Ministers van Economische Zaken in Londen, 1940-1945 - Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart 8 mei 1940 - 20 november 1941 M.P.L. Steenberghe 20 november 1941 - 8 januari

1942

J. van den Tempel (a.i) 8 januari 1942 - 31 mei 1944 P.A. Kerstens

- Ministerie van Landbouw en Visserij

8 mei 1940 - 1 mei 1941 A.A. van Rhijn

1 mei 1941 - 20 november 1941 M.P.L. Steenberghe (a.i.) 20 november 1941 - 8 januari

1942

J. van den Tempel (a.i) 8 januari 1942 - 31 mei 1944 P.A. Kerstens (a.i) - Ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw 31 mei 1944 - 23 februari 1945 J. van den Broek (a.i.) 23 februari 1945 - 24 juni 1945 J.H. Gispen

- Ministerie van Scheepvaart en Visserij 31 mei 1944 - 24 juni 1945 J.M. de Booy

Belangrijkste ambtenaren van de Ministeries van Economische Zaken in Londen

H. van Beusekom hoofd Algemene Nederlandse Invoer Centrale, 1940-1942 mr H. van Blankenstein chef Afdeling Juridische en Algemene Zaken,

(1940)1941-1944

drs C.C.L. Eygenraam medewerker Afdeling Economische Politiek, (1940)1941-1944

hoofd Afdeling Landbouw en Voedselvoorziening, 1944-1945

staffunctionaris Bureau Londen, 1945-1946

E. Gosschalk hoofd Comptabiliteit, 1940-1945

drs H. Jonker hoofd Afdeling Economische Politiek Binnenland, 1945 hoofd Bureau Londen, 1945

mr E.D.M. Koning hoofd Afdeling Nijverheid, 1944-1945

directeur-generaal van Handel en Nijverheid, 1945 A. Th. Lamping secretaris-generaal a.i. van Handel, Nijverheid en

Scheepvaart (Landbouw), 1940-1945 directeur der Handelsaccoorden, 1945

mr P.J. Moeton chef Afdeling Economische Politiek, 1942-1944

dr A.H. Philipse hoofd Afdeling Economische Politiek, (1940)1941-1942 lid van de Missie voor Economische, Financiële en

Scheepvaartaangelegenheden van het Koninkrijk voor het Westelijk Halfrond, 1942-1945

drs A.B. Speekenbrink hoofd Afdeling Scheepvaartzaken en Afdeling Nijverheid, (1940)1941-1944

waarnemend secretaris-generaal van Scheepvaart en Visserij, 1944-1945

waarnemend secretaris-generaal van Handel, Nijverheid en Landbouw, 1945

voorzitter van de Textielcommissie

D.M. de Smit vertegenwoordiger van de minister van Handel,

Nijverheid en Scheepvaart bij de Handelsafdeling van de Netherlands Shipping and Trading Committee, 1940-1943 hoofd Afdeling Handelszaken, (1940)1941-1943

lid van de Missie voor Economische, Financiële en

Scheepvaartaangelegenheden van het Koninkrijk voor het Westelijk Halfrond, 1943-1945

mej. J.M. Wentholt chef van het Kabinet, 1940-1945

dr J.H. Zeeman hoofd Afdeling Economische Politiek, 1944-1945 Enige wetsbesluiten die voor het taakgebied van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart (en later Handel, Nijverheid en Landbouw) van belang waren, voor zover niet betrekking hebbend op scheepvaartaangelegenheden 26 .

1. Terugkeerbesluiten

 Besluit op de bijzondere staat van Beleg

 Besluit van 11 september 1943 (D60), houdende vaststelling van het Besluit op de bijzondere staat van Beleg.

 Besluit Beperking Rechtsverkeer

 Besluit van 9 september 1944 (E75), houdende vaststelling van het Besluit beperking rechtsverkeer.

 Besluit Regeling In- en Uitvoer

 Besluit van 4 september 1944 (E80), houdende vaststelling van het Besluit Regeling In- en Uitvoer 1944.

 Besluit Bezettingsmaatregelen

 Besluit van 17 september 1944 (E93), houdende vaststelling van het Besluit bezettingsmaatregelen.

 Besluit herstel rechtsverkeer

 Besluit van 17 september 1944 (E100), houdende vaststelling van het Besluit herstel rechtsverkeer.

 Besluit Vijandelijk Vermogen

 Besluit van 20 oktober 1944 (E133), houdende vaststelling van het Besluit Vijandelijk Vermogen.

 Besluit berechting economische delicten

 Besluit van 31 oktober 1944 (E135), houdende vaststelling van het Besluit berechting economische delicten.

 Algemene Vorderingsregeling 1944

 Besluit van 9 oktober 1944 (E140), houdende vaststelling van de Algemene Vorderingsregeling 1940.

 Besluit Instelling Hulpbureau voor de Industriële Eigendom

 Besluit van 9 maart 1945 (F27), houdende vaststelling van het Besluit Instelling Hulpbureau.

2. Overige besluiten

 Wet Zetelverplaatsing

 Wet van 26 april 1940 (S. 200), houdende bijzondere voorzieningen met betrekking tot de in gebiedsdelen van het Koninkrijk der Nederlanden gevestigde naamloze

vennootschappen en andere rechtspersonen, alsmede met betrekking tot zeeschepen, die gerechtigd zijn tot het voeren van de Nederlandse vlag.

 Besluit vordering Nederlandse eigendommen

 Besluit van 24 mei 1940 (A1), houdende bijzondere voorzieningen ten aanzien van vorderingen, aanspraken en bezittingen, toekomende aan personen, wonende in het Rijk in Europa,in verband met het door de vijand bezet zijn van dat gebied.

 Besluit interpretatie Invoernoodwet 1939

 Besluit van 6 juni 1940 (A3), houdende een bepaling betreffende het begrip "invoer" in de huidige omstandigheden.

 Besluit Rechtsverkeer in oorlogstijd

 Besluit van 7 Juni 1940 (A6), houdende een voorziening, ten einde te verhinderen, dat het rechtsverkeer in oorlogstijd schade toebrengt aan de belangen van het Koninkrijk der Nederland.

 Deviezenbesluit 1943

 Besluit van 21 juli 1943 (D20), tot vaststelling van het Deviezenbesluit 1943.

 Besluit uitoefening industriële eigendomsrechten

 Besluit van 19 September 1943 (D37), houdende voorziening in de uitoefening van industrieele eigendomsrechten door de Commissie Rechtsverkeer in Oorlogstijd.

 Besluit Douaneovereenkomst Nederland, België en Luxemburg

 Besluit van 9 September 1944 (E77), houdende bekendmaking van de op 5 September 1944 tussen de Regeringen van Nederland, België en Luxemburg gesloten

douaneovereenkomst.

 Tariefbesluit 1944

 Besluit van 16 September 1944 (E78), houdende vaststelling van het Tariefbesluit 1944.

 Besluit Opschorting Clearingverkeer

 Besluit van 18 november 1944 (E143), houdende vaststelling van het Besluit Opschorting Clearingverkeer.

Geschiedenis van het archiefbeheer

GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER

Het archief bevat bescheiden van de Londense departementen van Handel, Nijverheid en Scheepvaart (1940-1944), Landbouw en Visserij (1940-1944), Handel, Nijverheid en Landbouw (1944-1945) en Scheepvaart en Visserij (1944-1945) en het liquidatie-orgaan van deze

departementen (met uitzondering van dat van Scheepvaart en Visserij), zijnde het Bureau Londen van de ministeries van Handel en Nijverheid en van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (1945). Daarnaast zijn er ook nog enige archivalia van commissies, ambtenaren en zelfstandige diensten aanwezig. Reeds in de tweede helft van mei 1940 werd op het ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart in Londen begonnen met postregistratie en het opbergen van bescheiden volgens een eigenhandig ontworpen rubriekenstelsel voor het taakgebied Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Een eerste opzet van het rubriekenstelsel dateert van 29 juli 1940, maar dit is naderhand diverse malen gewijzigd. Het zgn. geclasseerde archief, ook wel centraal archief genoemd, was in drie groepen ingedeeld:

 Correspondentie archief (rubrieken met letters aangeduid)

 Nota's en Stukken (rubrieken met romeinse cijfers aangeduid)

 Economische Documentatie (onderverdeeld naar land)

Zaakjes binnen een onderwerp kregen een 'dossiernummer'. Dit nummer zal hier verder met volgnummer worden aangeduid omdat in de indicateurs het woord dossiernummer staat voor de combinatie van rubrieksaanduiding, volgnummer en mapnummer. De stukken werden vervolgens in mappen geborgen. In het correspondentie archief waren deze mappen met romeinse cijfers genummerd. In het gedeelte nota's en stukken werden deze mappen voorzien van letters. Een voorbeeld van een aanduiding op stukken uit het correspondentie archief is: ER (aanduiding onderwerp) 268 (volgnummer) XII (mapnummer). Een voorbeeld van een aanduiding op stukken

uit het gedeelte nota's en stukken is: XIII (aanduiding onderwerp) 13 (volgnummer) G

(mapnummer). Naast deze aanduiding staat in de meeste gevallen ook het agendanummer (= het nummer waaronder de brieven in de indicateur zijn ingeschreven) op de stukken vermeld. In inventarisnummer 1 bevinden zich overzichten van de gebruikte

onderwerps(rubrieks)aanduidingen en overzichten van de dossiers binnen deze rubrieken met een verwijzing naar het mapnummer waarin deze waren opgeborgen. De rubriek A komt zowel voor in de betekenis 'adviezen' als in de betekenis 'ANIC'. In de inventaris is de A in de laatste betekenis aangevuld tot ANIC. De EP codes worden sinds de tweede helft van 1943 gebruikt. EP staat hoogstwaarschijnlijk voor de afdeling Economische Politiek. EP(E) codes werden gebruikt voor aangelegenheden op het gebied van de landbouw en voedselvoorziening. Eind 1945 worden de EP(E) codes vervangen door combinaties van letters die al een indicatie geven voor het onderwerp.

b.v. V.p = Vee; paarden en T.bl = Tuinbouw; bloembollen. Er zijn file aanduidingen X,Y en Z zijn gebruikt vanaf medio 1943. Ze zijn op een andere wijze onderverdeeld dan de overige rubrieken.

De stukken onder deze rubrieken werden voor het merendeel door de afdeling Nijverheid verzorgd. Naast het gecodeerde hoofdbestand (Centraal Archief) werd vanaf juni 1941 ook een bestand (Geheim Archief) met een eigen classificatiesystematiek aangelegd. Binnen dit G.A.-archief werden de rubrieken aangeduid door een letter of een combinatie van letters. Voor in de indicateurs staan overzichten van de gebruikte letters. De rubrieken GA en XVII werden gebruikt voor geheime stukken. De bescheiden voortvloeiend uit het taakgebied scheepvaart van het ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart waren geïntegreerd in het gecodeerde hoofdbestand. Bescheiden betreffende scheepvaartaangelegenheden (1940-1944) zijn bij de reorganisatie in juni 1944 uit het archief gelicht en toegevoegd aan het archief van het ministerie van Scheepvaart en Visserij (1944-1945). 27 Dit archief is door de Centrale Archiefselectiedienst in 1992 in opdracht van Directoraat-Generaal voor Scheepvaart en Maritieme Zaken

geïnventariseerd. 28 Er zijn echter stukken betreffende de scheepvaart (inv. nrs. 543-555 en 1450, 1454 en 1493) van het tijdvak vóór en na de instelling van het departement van Scheepvaart en Visserij in het hier beschreven bestand achtergebleven. De stukken betreffende de afwikkeling van gestrande en aangehouden ladingen (inv.nrs. 556-572 en 1440-1496) bevinden zich in dit archief, omdat uiteindelijk deze taak weer bij Handel, Nijverheid en Landbouw terecht is gekomen. Om praktische redenen is besloten het aangetroffen bestand bij elkaar te houden.

De departementen van Landbouw en Visserij (1940-1944) en van Handel, Nijverheid en Scheepvaart (1940-1944) in Londen beschikten weliswaar over een gezamenlijk kabinet, dat verantwoordelijk was voor de ontvangst van de poststukken, het archief en de expeditie, maar de departementen vormden slechts tijdelijk één administratie. 29 Tussen juni 1941 en juni 1943 werd voor Landbouw en Visserij een separate indicateur bijgehouden 30 , waaruit een eigen

rubriekenstelsel blijkt. Binnen dit landbouwarchief werden de rubrieken aangeduid door een letter of een combinatie van letters. Voor in de indicateur staan overzichten van de gebruikte letters. Na juni 1943 zijn de stukken betreffende de landbouw opgenomen in de centrale indicateur, maar apart opgeborgen volgens het eigen, aan wijzigingen onderhevige, rubriekenstelsel. Stukken betreffende visserij (1940-1944) zijn, voorzover bewaard gebleven, uit het bestand gelicht en afzonderlijk geïnventariseerd. 31 Dit is niet consequent gebeurd, waardoor er stukken in het hier beschreven bestand achterbleven (inv.nrs. 1231-1245). Stukken van het bureau Londen van de

27 Het betreft stukken uit de rubrieken AM, CMD, DOC en RO, alsmede nagenoeg de gehele rubrieken COK, RVV, SCH, II, VIIIa, VIIIc en IX.

28 Centrale Archiefselectiedienst, Inventaris van het Londens archief van het ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en taakopvolger het ministerie van Scheepvaart en Visserij 1940-1945 (Winschoten, 1992), 1-28.

29 De opmerking in de Inventaris van het Londens archief van het ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en taakopvolger het ministerie van Scheepvaart en Visserij (blz. 10), dat de departementen van Landbouw en Visserij (1940-1944), van Handel, Nijverheid en Scheepvaart (1940-1944), van Handel, Nijverheid en Landbouw (1944-1945) en Scheepvaart en Visserij (1944-1945) één administratie en archief vormden en één registratuurplan gebruikten is onjuist.

30 Omtrent de registratuur van het Ministerie van Landbouw en Visserij ten tijde van Van Rhijn (mei 1940-mei 1941 is niets bekend. Vermoedelijk werden de stukken niet in een agenda ingeschreven. Er zijn ook maar heel weinig stukken uit die periode bewaard gebleven.

Economische Voorlichtingsdienst (1945-1946) dragen codes die los staan van de hiervoor

genoemde aanduidingen. Naast gecodeerde stukken die in het centraal archief zijn opgenomen, worden in het archief verscheidene archivalia aangetroffen, die decentraal gevormd zijn:

bescheiden van individuele afdelingen, bureau's en ambtenaren. Het Londens archief van het departement van Handel, Nijverheid en Landbouw werd in 1969 door het ministerie van

Economische Zaken aan de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief overgedragen. 32 De omvang van het archief bedroeg bij de overdracht ca. 45 m. Later zijn er nog archivalia die

Economische Zaken aan de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief overgedragen. 32 De omvang van het archief bedroeg bij de overdracht ca. 45 m. Later zijn er nog archivalia die