• No results found

ADVIES VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING

aan de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie internationale handel

inzake de aanbevelingen voor de onderhandelingen over een nieuw partnerschap met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

(2020/2023(INI))

Rapporteur voor advies: Pascal Arimont

SUGGESTIES

De Commissie regionale ontwikkeling verzoekt de bevoegde Commissie buitenlandse zaken en de bevoegde Commissie internationale handel onderstaande suggesties in hun

ontwerpresolutie op te nemen:

A. overwegende dat het cohesiebeleid van zwaarwegend belang is voor het bevorderen van de solidariteit tussen de regio’s van de EU en van de mogelijkheden om gebruik te maken van de kansen die de interne markt biedt; overwegende dat het VK, indien het besluit om als lid toegang te krijgen tot de interne markt, een financiële bijdrage moet leveren aan solidariteit en cohesie, en het horizontale beleid moet respecteren, onder meer op het gebied van de opwarming van de aarde, klimaatverandering, milieu, landbouw en visserij, zoals het geval is voor landen van de Europese Economische Ruimte (EER);

B. overwegende dat veel regio’s van de EU nadelige gevolgen zullen ondervinden van de invoering van nieuwe belemmeringen op het gebied van handel en het verkeer van personen tussen de EU en het VK, met name de regio’s die een land- of zeegrens delen met het VK, en om die reden behoefte zullen hebben aan extra steun uit de

cohesiefondsen;

C. overwegende dat de bescherming van grensoverschrijdende economische activiteit bijzonder belangrijk is, en dat grensarbeiders die pendelen tussen de EU en het VK moeten kunnen blijven werken;

D. overwegende dat het VK weliswaar een derde land is, maar dat het goed zou zijn om de Interreg-programma’s tussen regio’s in de EU en het VK voort te zetten;

E. overwegende dat de cohesiemiddelen van speciaal belang zijn voor Noord-Ierland en de Ierse grensregio’s; overwegende dat het PEACE-programma een belangrijke rol heeft gespeeld bij de verzoening van gemeenschappen en de vredesopbouw, en door middel

PE650.385v02-00 72/147 RR\1207540NL.docx

NL

van grensoverschrijdende activiteiten duizenden mensen met elkaar in contact heeft gebracht, onder meer door de ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen, gemeenschapsgerichte organisaties die projecten leiden gericht op verzoening en cultureel begrip, en grensoverschrijdende projecten gericht op vaardigheden, leren en opleiding, te ondersteunen;

F. overwegende dat dankzij het ontwikkelings- en cohesiebeleid van de EU vruchtbare samenwerking tot stand is gekomen tussen de overzeese gebieden van de EU en die van het VK, en dat dit in de toekomst moet worden voortgezet;

G. overwegende dat de terugtrekking van het VK zonder dat een akkoord zou worden bereikt over de toekomstige betrekkingen met de EU zeer schadelijke gevolgen zou hebben en een aanzienlijke last voor de openbare financiën van de EU zou opleveren;

overwegende dat het niet bereiken van een akkoord over de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK de toepassing van het solidariteitsbeginsel zou rechtvaardigen;

overwegende dat het Parlement reeds zijn goedkeuring heeft gehecht aan het toepassen van het solidariteitsbeginsel in een dergelijk geval;

1. is van mening dat, indien het Verenigd Koninkrijk geen volwaardig deelnemer van de interne markt wordt, het geen middelen mag ontvangen uit de cohesiefondsen, behalve voor projecten die overeenkomstig de oprichtingsverordeningen van deze fondsen zijn toegelaten; is van mening dat het Verenigd Koninkrijk voor de periode 2021-2027 moet bijdragen aan de cohesiefondsen indien het uiteindelijk toch de interne markt wenst te betreden;

2. is van mening dat in het nieuwe akkoord rekening moet worden gehouden met de behoeften van de regio’s die gevolgen ondervinden van de brexit, met name de regio’s die een land- of zeegrens met het VK delen, zoals de grensregio’s van Ierland en Zuid-Spanje en de kustregio’s aan het Kanaal, de Atlantische Oceaan en de Noordzee;

herinnert eraan dat de gevolgen van de brexit voor kleine en middelgrote

ondernemingen die actief zijn in regio’s die een land- of zeegrens met het VK delen in kaart moeten worden gebracht;

3. herinnert aan het belang van eerlijke arbeidsmobiliteit; dringt erop aan dat de

toekomstige overeenkomst bepalingen bevat inzake de voortgezette bescherming van de inkomens van grensarbeiders, onder meer voor nieuwe arbeidsbetrekkingen, met name voor grensarbeiders die over de Ierse grens werken of pendelen tussen het VK en België, Frankrijk of Nederland;

4. wijst erop dat de grensoverschrijdende en transnationale programma’s die worden gefinancierd via Interreg een cruciale rol spelen bij het stimuleren van samenwerking tussen regio’s en burgers in de verschillende lidstaten, en stelt voor om de

Interregprogramma’s toegankelijk te houden voor het VK en voor de landen die samen het VK vormen, mits een passende financiële bijdrage wordt geleverd; herinnert eraan dat via de Interreg-programma’s tevens ondersteuning wordt geboden aan inclusieve beleidsmaatregelen en strategieën om groeiende ongelijkheid in grensoverschrijdende gemeenschappen te voorkomen;

5. benadrukt de belangrijke rol van het EU-cohesiebeleid voor Noord-Ierland, met name wat betreft hulp bij de opbouw van kansarme stedelijke en plattelandsgebieden, de strijd

RR\1207540NL.docx 73/147 PE650.385v02-00

NL

tegen klimaatverandering en het leggen van grensoverschrijdende contacten en

contacten tussen gemeenschappen in het kader van het vredesproces; benadrukt dat het van het grootste belang is dat het PEACE-programma in Noord-Ierland en de Ierse grensregio’s wordt voorgezet, en autonoom wordt beheerd door het orgaan voor speciale EU-programma’s;

6. is van oordeel dat samenwerking tussen de ultraperifere regio’s en overzeese landen en gebieden van de EU enerzijds, en de overzeese gebieden van het VK anderzijds, met name het Caraïbisch gebied en de gebieden in de Stille Oceaan, moet worden

voortgezet; pleit voor specifieke bepalingen om toekomstige gezamenlijke projecten in het kader van het Europees Ontwikkelingsfonds en de cohesiefondsen, in voorkomend geval, mogelijk te maken;

7. onderstreept dat het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF), door financiële middelen beschikbaar te stellen via de EU-begroting, een tastbare uiting van solidariteit is wanneer zich ernstige gevolgen voor onder meer de economie van een of meer regio’s van de EU of van een land dat kandidaat is voor toetreding, voordoen; herinnert eraan dat het toepassingsbereik van het EUSF uitgebreid moet worden, zodat het ook gebruikt kan worden voor het financieren van een deel van de extra overheidsuitgaven die gedaan moeten worden ter voorbereiding op of volgend op het einde van de

overgangsperiode zonder dat een aansluitend akkoord over de toekomstige betrekkingen tussen het VK en de EU is bereikt, zoals reeds is gebeurd in het kader van de aanpak van de COVID-19-crisis; vraagt de Commissie een voorstel ter zake in te dienen, aansluitend bij het eerder gedane voorstel voor het opvangen van de gevolgen van het niet ratificeren van het terugtrekkingsakkoord, door het Parlement aangenomen op 24 oktober 20191;

8. verzoekt de Commissie voorbereidingen te treffen voor de gevolgen van een no-deal-scenario indien het VK niet om verlenging van de overgangsperiode vraagt.

1 Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 24 oktober 2019 op het voorstel voor een

verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) 2012/2002 van de Raad om financiële steun te verlenen aan lidstaten om de ernstige financiële lasten te dragen als gevolg van een terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie zonder akkoord, Aangenomen teksten,

P9_TA(2019)0045.

PE650.385v02-00 74/147 RR\1207540NL.docx

NL

INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Datum goedkeuring 12.5.2020

Uitslag eindstemming +:

–:

0:

38 0 5

Bij de eindstemming aanwezige leden François Alfonsi, Mathilde Androuët, Pascal Arimont, Adrian-Dragoş Benea, Tom Berendsen, Erik Bergkvist, Stéphane Bijoux, Andrea Cozzolino, Corina Crețu, Rosa D’Amato, Tamás Deutsch, Christian Doleschal, Francesca Donato, Raffaele Fitto, Chiara Gemma, Cristian Ghinea, Mircea-Gheorghe Hava, Krzysztof Hetman, Peter Jahr, Manolis Kefalogiannis, Ondřej Knotek, Constanze Krehl, Elżbieta Kruk, Cristina Maestre Martín De Almagro, Pedro Marques, Nora Mebarek, Martina Michels, Andżelika Anna Możdżanowska, Niklas Nienaß, Andrey Novakov, Younous Omarjee, Alessandro Panza, Tsvetelina Penkova, Caroline Roose, André Rougé, Vincenzo Sofo, Irène Tolleret, Valdemar Tomaševski, Monika Vana

Bij de eindstemming aanwezige vaste

plaatsvervangers Vlad-Marius Botoş, Daniel Buda, Sandro Gozi, Simone Schmiedtbauer

RR\1207540NL.docx 75/147 PE650.385v02-00

NL

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

38

+

ECR Raffaele Fitto, Elżbieta Kruk, Andżelika Anna Możdżanowska, Valdemar Tomaševski GUE/NGL Martina Michels, Younous Omarjee

NI Rosa D'Amato, Chiara Gemma

PPE Pascal Arimont, Tom Berendsen, Daniel Buda, Tamás Deutsch, Christian Doleschal, Mircea-Gheorghe Hava, Krzysztof Hetman, Peter Jahr, Manolis Kefalogiannis, Andrey Novakov, Simone Schmiedtbauer

RENEW Stéphane Bijoux, Vlad-Marius Botoş, Cristian Ghinea, Sandro Gozi, Ondrej Knotek, Irène Tolleret

S&D Adrian-Dragoş Benea, Erik Bergkvist, Andrea Cozzolino, Corina Crețu, Constanze Krehl, Cristina Maestre Martín De Almagro, Pedro Marques, Nora Mebarek, Tsvetelina Penkova

VERTS/ALE François Alfonsi, Niklas Nienaß, Caroline Roose, Monika Vana

0

-5

0

ID Mathilde Androuët, Francesca Donato, Alessandro Panza, André Rougé, Vincenzo Sofo

Verklaring van de gebruikte tekens:

+ : voor - : tegen 0 : onthouding

PE650.385v02-00 76/147 RR\1207540NL.docx

NL

26.5.2020