• No results found

II. CONTRACTUELE BEPALINGEN

II.4 B ETALINGSTERMIJN

De betaling van het aan de dienstverlener verschuldigde bedrag vindt plaats, al naargelang:

1° 50 dagen na de datum van ontvangst door de aanbestedende overheid van de schuldvordering of de factuur;

2° indien de datum van ontvangst van de schuldvordering of de factuur niet vaststaat, 50 dagen na de datum van het beëindigen van de diensten;

3° indien de aanbestedende overheid de schuldvordering of de factuur eerder ontvangt dan het beëindigen van de diensten, 50 dagen na het beëindigen van de diensten.

II.5 Het globale huurbedrag

Het globale huurbedrag is van toepassing op perceel I van het bestek. Het globale huurbedrag omvat de volgende elementen:

1. De afschrijvingen en intresten;

2. De inschrijvingstaks;

3. De belasting op inverkeerstelling;

4. De uitrusting, wettelijk vereist door de wegcode of door iedere andere reglementaire bepaling op het moment van levering van het voertuig;

5. De kosten van automobielinspectie in de gevallen waar deze vereist zou zijn door de wet, voor de inverkeerstelling van het voertuig;

6. De door de constructeur voorziene onderhoudsbeurten;

7. De mechanische herstellingen, te wijten aan de gebruiksslijtage van het voertuig;

8. De levering van banden volgens artikel III.6 van onderhavig lastenboek;

9. De verzekeringen: BA+, rechtsbijstand, diefstal, brand, glasbreuk stoffelijke schade (volgens specificaties in artikel III.7 van onderhavig lastenboek);

10. Rapportering voor opvolging van het wagenpark;

11. De bijstand 24u op 24u in Europa;

12. Het vervangvoertuig van categorie C (gezinswagen), te leveren na 24u immobilisatie van de voertuigen;

Blijven ten laste van het bestuur:

1. Iedere uitgave m.b.t. het gebruik van het voertuig die niet in de huur is inbegrepen (bv. parkeerkosten, boetes, toezicht, carwash, brandstof,…);

2. De kost van elke levering of prestatie aan het voertuig die niet uitdrukkelijk voorzien is in de huurprijs.

II.6 Prijs per kilometer

Het totaal aantal kilometer zal 180.000 kilometer bedragen.

De inschrijver zal in zijn offerte de prijs vermelden voor de bijkomende kilometers die het bestuur bij het verstrijken van het contract zou gereden hebben, evenals die prijs die zal teruggestort worden voor de niet gereden kilometers.

II.7 Herziening van de huur

Er is geen mogelijkheid tot herziening binnen de looptijd van het contract.

II.8 Vergissingen en leemten

Indien de inschrijver in dit bestek of in de aanvullende documenten vergissingen of leemten vaststelt (verschillen in de teksten, gebrek aan samenhang, tegenstrijdigheden, ….), zodat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de opdrachtgever, krachtens de bepalingen van artikel 98 van het KB van 8 januari 1996.

De inschrijvers kunnen zich niet beroepen op mogelijke vormgebreken, fouten of leemten in hun offerte (KB 08-01-1996, artikel 99).

Het opdrachtgevend bestuur verbetert de rekenfouten en de kennelijke materiële fouten in de offertes, zonder dat zij voor niet ontdekte fouten aansprakelijk is (KB 08-01-1996, artikel 114 § 1).

II.9 Boete voor laattijdige levering

De boete voor laattijdige levering van een voertuig is bepaald op 0,07% van de som der huren verschuldigd voor dit voertuig, per kalenderdag vertraging; het maximum van de boete is bepaald op 5% van de som van de verschuldigde huren.

De afhouding is van rechtswege verschuldigd zonder verplichting voor het gemeentebestuur, bij exploot van een deurwaarder of eender welke akte, zelfs brief of verklaring, vast te stellen of te doen vaststellen dat de leveringstermijn verstreken is.

II.10 Termijn van ter beschikkingstelling van de voertuigen

De inschrijver bepaalt in zijn offerte de terbeschikkingstellingstermijnen van de voertuigen, klaar voor gebruik.

Deze termijnen zullen in kalenderdagen bepaald worden, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de bestelbon door de verhuurder.

II.11 Indienstneming van de voertuigen

De verhuurder zal het bestuur telefonisch of per post inlichten dat een voertuig overeenstemmend met zijn bestelbon ter beschikking staat van de leverancier.

Een verklaring omtrent de effectieve indienstneming van de voertuigen door de gemandateerde van de aanbestedende overheid zal weergegeven worden in een proces-verbaal van oplevering, opgemaakt door de aanbestedende aanbestedende overheid. De inschrijver zal iedere modaliteit betreffende de

leveringsprocedure van de voertuigen bekend maken.

II.12 Gebruiksvoorwaarden van de voertuigen

De inschrijver zal de regels m.b.t. het gebruik van de voertuigen bepalen.

Het bestuur zal de voertuigen evenwel mogen gebruiken buiten de grenzen van het koninkrijk en dit in het kader van de geldende reglementering, en enkel in de landen vermeld op de groene verzekeringskaart. Voor elk ander land dat niet vermeld staat op de groene kaart, zal het bestuur het aangaan van een specifieke garantie op voorhand aantonen.

II.13 Waarborg

Het verhuurde voertuig is gedekt door de waarborg van de constructeur voor een periode die bepaald is in de boorddocumenten van het voertuig. De inschrijver zal iedere specifieke modaliteit in zijn offerte meedelen.

De passagiers- en zijdelingse airbags mogen uitgeschakeld worden in functie van de ombouw van de voertuigen en bijgevolg mag de inschrijver de uitschakeling van deze airbags niet als een argument gebruiken om de waarborg te laten vallen.

II.14 Vroegtijdige ontbinding, wijziging en onderbreking

De inschrijver zal de mogelijkheden hiertoe beschrijven, alsook de schadevergoeding of de boetes die het bestuur in dat geval zal moeten betalen aan de inschrijver. Het zal niettemin mogelijk zijn het huurcontract van elk voertuig zoveel te wijzigen als nodig gedurende de gehele duurtijd van het contract, meer bepaald indien het aantal kilometer een andere duurtijd van het contract zou toelaten.

De inschrijver geeft alle noodzakelijke en nuttige inlichtingen.

II.15 Ontbinding van het contract bij totaal verlies of diefstal

Het contract zal van rechtswege ontbonden worden in geval van:

- Totaal verlies van het voertuig: hier eindigt de huur op datum van het ongeval;

- Diefstal van het voertuig: niet teruggevonden binnen de dertig dagen; in dit geval eindigt de huur de dertigste dag volgend op de diefstal.

II.16 Teruggave van het voertuig

Op het einde van de huur of bij ontbinding van het contract in geval van totaal verlies, zal het bestuur het gehuurde voertuig teruggeven, ten laatste op de dag van de ontbinding, op de dag van het verstrijken van het contract, of nog op de met de verhuurder overeengekomen dag, hetzij in het teruggavecentrum van de verhuurder, hetzij bij een consessiehouder van het merk van het voertuig indien het bestuur een nieuwe wagen in ontvangst neemt. Het voertuig zal moeten teruggegeven in de toestand waarin het zich bevond bij de levering, weliswaar rekening gehouden met de maximaal toegelaten slijtage. De standaardstaat van het voertuig, alsook de procedure tot teruggave, zal beschreven worden door de inschrijver.

Bij de terugname van het voertuig op het einde van de huur of bij ontbinding van het contract in geval van totaal verlies, verbindt de inschrijver zich ertoe om alle specifieke politie-uitrusting, ook deze die eigendom is van de opdrachtgever, te ontmantelen. De politie-uitrusting die eigendom is van de opdrachtgever zal na de ontmanteling aan de opdrachtgever worden overhandigd, tenzij met de opdrachtgever anders werd

afgesproken (bv. bij inbouw in nieuw voertuig). Met specifieke politie-uitrusting wordt bedoeld:

- Lichtbalk;

- Sirene;

- Bepantsering;

- Striping;

- Gunlock;

- MDT, ANPR, dienstradio’s, e.a.

- Enz….

De opdrachtgever behoudt zich het recht om te beslissen de politie-uitrusting die haar eigendom is, niet terug te nemen. Ook in dit geval verbindt de inschrijver zich ertoe ze te ontmantelen op zijn kosten. De

opdrachtgever zal in dit geval geen compenserende vergoeding kunnen eisen van de inschrijver. De keuze (ontmantelen en behouden of in het voertuig laten) hoeft niet voor alle uitrusting dezelfde te zijn.

De kosten voor het verwijderen van deze materialen zijn ten laste van de inschrijver. Indien de inschrijver van mening is dat deze ten laste vallen van de verzekeraar van het voertuig, dient hij zelf de nodige maatregelen te treffen en afspraken te maken met de verzekeraar.

III. Technische bepalingen

III.1 Algemene technische bepalingen

Aantal voertuigen: 2 (twee), volgens de hierna beschreven bepalingen:

1 De levering moet nieuw zijn, vrij van elk gebrek of fabricagefout, dat het uitzicht, de goede werking en/of de gebruiksduur zou kunnen schaden;

2 Carrosserie: 5-deurs SUV;

3 Aantal plaatsen (chauffeur inbegrepen): 5;

4 Motor:

a. Brandstof: loodvrije benzine of diesel;

b. Cylinderinhoud: minstens 1950 cc;

c. Vermogen: minstens 190 pk;

5 Transmissie: automatische versnellingsbak met vierwielaandrijving in noodgevallen;

6 Totaal aantal kilometers voor de volledige duurtijd van de huur wordt geschat op 180.000 km;

7 Kleur van het voertuig: wit met genormaliseerde politie-striping lokale politie 8 Gewenste opties:

a. ABS

b. Traction controle c. Radio

d. Navigatiesysteem met bluetooth (geen aparte gsm-carkit)

e. Airconditioning (bij voorkeur met automatische temperatuurregeling) f. Elektrische en verwarmde buitenspiegels;

g. Achterruitontdooiing;

h. Achterruitenwisser;

i. Centrale deurvergrendeling;

j. De bestuurderskant moet uitgerust zijn met airbags;

k. Gordelspanners vooraan;

l. Transponder beveiliging of gelijkwaardig in contactsleutel;

m. Parking – assist (minimaal achteraan);

n. Voorzetels regelbaar in de hoogte;

o. Verdonkerde zijruiten passagiers achteraan (indien dit niet via de fabriek leverbaar is, moet dit door de ombouwer worden aangebracht d.m.v. een folie).

III.2 Technische specificaties

Vereisten inzake uitrusting:

1 De voertuigen mogen niet uitgerust zijn met een start-stop-systeem, of indien zij er wel mee zijn uitgerust, moet dit kunnen worden uitgeschakeld door de inschrijver of ombouwer;

2 Politie-striping die voldoet aan de normering;

3 Dakbelettering die voldoet aan de normering. De dakletters zullen door de opdrachtgever worden meegedeeld;

4 Lichtbalk pack 5 (voor berline) (bestaande uit lichtbalk met 2 series van 14 leds, een defileerlichtbalk met 6 modules in lichtbalk, zoeklicht, sirene met public adress – luidspreker 100 W onder motorkap, 2 led kalenderlichten (3e generatie));

5 Geluidstoestel met P/A-installatie. Men dient met een druk op de claxon te kunnen wisselen van soort sirene. Bij het rijden met zwaailicht op dient bij het drukken op de claxon 1 (één) cyclus van de sirene te worden gegeven;

6 Twee blauwe led-lichten in het rooster vooraan de voertuigen;

7 Twee blauwe led-lichten achteraan in het voertuig (moeten zichtbaar blijven met open kofferdeksel);

8 Levering en plaatsing van een geo-fleetlogger. De geo-fleetloggers moeten zo geïnstalleerd worden dat het onmogelijk is om zich met de voertuigen te verplaatsen, als de geo-fleetlogger niet wordt gebruikt.

9 Wettelijke uitrusting (gevarendriehoek, brandblusser en verbanddoos);

10 Volwaardig reservewiel (band en velg);

11 Drie sets sleutels;

12 Tankdop met sleutel;

13 Installatie boordradio, ANPR en MDT volgens de bepalingen vermeld in punt III.4 van onderhavig bestek;

14 Gepantserde deuren vooraan, die bestand is tegen geschut van 9mm parabellum;

15 Veiligheidsfolie op zij- en achterruiten, die kleurloos is en tussen de 100 en 250 micron dik en waar levenslange garantie op is;

16 Alle elektrische politie-uitrusting dient te worden aangesloten op een tweede accu (gelbatterij) welke van een scheidingsrelais is voorzien. De accu dient een capaciteit te hebben van minstens 80A/h;

17 Aparte zekeringsdoos voor bijkomende politie-uitrusting met de vermelding waarvoor welke zekering dient in het voertuig;

18 Levering en plaatsing van een gunlock voor een machinegeweer van het type Heckler en Kock UMP – model UMP SF01 in het voertuig. De gunlock mag enkel geplaatst worden in samenspraak met de opdrachtgever. Deze gunlock dient bij voorkeur in de koffer te worden geïnstalleerd, waarbij het mogelijk moet zijn deze van vooraan in het voertuig te ontgendelen met een wachttijd van 30 seconden om de collega de tijd te geven om naar de koffer te lopen en deze te openen vooraleer de ontgrendeling gebeurt. Indien het niet mogelijk zou zijn om de gunlock in de koffer te plaatsen dient in samenspraak met de opdrachtgever een andere plaats te worden gekozen. In ieder geval dient er voor gezorgd te worden dat het wapen van buiten het voertuig niet zichtbaar is (via een afdekkap of dergelijke). De ontgrendeling moet via een knop en via een aparte sleutel kunnen gebeuren.

19 De voorzetels en achterzetels dienen te worden overtrokken door afwasbare hoezen. De hoezen van de voorzetels moeten bovendien bestand zijn tegen het veelvuldig schuren van de politiegordel tegen de zetel. Inden dit tijdens het gebruik van de voertuigen niet zo blijkt te zijn, zal de opdrachtgever de inschrijver vragen op zijn kosten een andere type hoes te installeren;

20 In de kofferruimte dient een streamlight te worden geplaatst met een apart stopcontact 12V;

21 Tussen de voorzetels en de achterbank dient een doorzichtige scheidingswand te worden voorzien zodat de chauffeur en de passagier vooraan op geen enkele mogelijke wijze kunnen geraakt worden vanop de achterbank. Na plaatsing van de scheidingswand dient er voor de bestuurder voldoende ruimte te zijn om in volledige politie-uitrusting, met kogelvrije vest en politiegordel met toebehoren op een vlotte manier te kunnen in- en uitstappen en het voertuig vlot te kunnen besturen. Na

plaatsing van de scheidingswand dient er voor de passagiers op de achterbank ook voldoende beenruimte te zijn en dienen de passagiers op een veilige manier te kunnen plaatsnemen;

22 Tussen het passagiersgedeelte achteraan en het koffergedeelte dient ook een onbreekbare scheidingswand te worden geïnstalleerd;

23 De vloerbekleding van het passagiersgedeelte achteraan dient afwasbaar te zijn;

24 Aan de passagierskant vooraan dient een supplementaire kaartverlichting te worden geplaatst zodat de passagier vooraan documenten kan inkijken zonder dat de chauffeur last heeft van de lichtbron;

25 De eventuele armsteun in het passagiersgedeelte dient weggenomen te worden of geblokkeerd te worden, zodat het onmogelijk is om er iets achter weg te stoppen;

26 De inbouw van de kasten dient in samenspraak met de opdrachtgever te gebeuren (in de kofferruimte dient voldoende plaats te zijn minimaal de volgende voorwerpen: 2 kogelvrije vesten, 10 kleine verkeerskegels, 4 flitslampen, 1 materiaalkoffer, 2 interventietassen (die de grootte van een pilotentas hebben), 1 wielklem en 1 ademanalysetoestel). Hierbij dienen de kasten zodanig te worden

ontworpen dat een maximale kofferruimte kan worden benut, in functie van het voertuig dat gegund wordt. De inschrijver dient ook alle beschikbare mogelijkheden te voorzien (opstaande randen, netten, elastieken,….) om er voor te zorgen dat bij vervoer van opgesomd materiaal niets kan verschuiven tegen de ruiten of scheidingswand of vallen. Indien dit tijdens het gebruik van de voertuigen niet zo blijkt te zijn, zal de opdrachtgever de inschrijver vragen op zijn kosten de nodige aanpassingen te doen opdat het materiaal niet meer beweegt tijdens het vervoer;

27 Het voertuig dient geleverd te worden met een bijkomende brandblusser van ten minste 5 kg blusmiddel, en een sleepkabel welke voldoet aan de het gewicht van het voertuig. Er mogen geen losse onderdelen aan de sleepkabel zijn;

28 De voertuigen dienen te worden uitgerust met een stopcontact aan de buitenkant (voeding 220 V) met bijhorende kabel om alle batterijen waarmee het voertuig is uitgerust te kunnen opladen bij stilstand van de voertuigen. De inschrijver dient er voor te zorgen dat de voertuigen onmogelijk kunnen vertrekken zo lang de stekker van de oplaadkabel in het stopcontact van de voertuigen zit. De inschrijver dient er ook voor te zorgen dat het opladen van de voertuigen steeds op een veilige manier kan gebeuren, ook bij regenweer of sneeuw. Hiertoe dienen zowel de kabel als het stopcontact voldoende beveiligd te zijn. De inschrijver staat garant voor deze veiligheid;

29 Indien dit mogelijk is op het type voertuig dat aangeboden wordt, moet het voertuig voorzien zijn van een key-out systeem (of gelijkaardig);

30 De inschrijver dient een schema bij de voertuigen te leveren van alle elektrische installaties waarop duidelijk alle componenten zijn te raadplegen zijn;

31 De inschrijver dient voor de ontstoring van de elektrische uitrusting te zorgen, zodat de radio-uitrusting goed functioneert;

32 Alle elektrische apparatuur dient in een volledig afzonderlijk circuit geplaatst te worden zodat deze op geen enkel moment de goede werking van de voertuigen in het gedrang kan brengen;

33 De inschrijver blijft gedurende de volledige duur van de huurperiode eindverantwoordelijk voor de goede werking van alle technische en mechanische uitrusting. In geval van storing en/of defect van deze uitrustingen, zorgt de inschrijver ervoor dat deze binnen de twee dagen hersteld worden.

Facultatieve uitrusting (optioneel)

Indien de inschrijver specifieke opties naar politiegebruik toe kan aanbieden wordt dit aanzien als een meerwaarde. Dit kan gaan om verstevigde remmen, aangepaste schokdempers, andere stabilisatorstangen, bescherming van motor en versnellingsbak, … De inschrijver dient dit echter wel te specificeren in de offerte.

Inschrijvers die hieraan niet kunnen voldoen worden niet uitgesloten van de opdracht.

III.3 Ombouw voertuig

De inschrijver dient aan de opdrachtgever de keuze te laten door welke firma de ombouw zal gebeuren. De inschrijver kan echter wel bij meerdere ombouwfirma’s offertes opvragen.

De specifieke politie-uitrusting die eigendom is van de politiezone, met name de dienstradio’s, de MDT en de ANPR zullen bij voorkeur door de leveranciers van deze uitrusting (voor de dienstradio’s en ANPR is dit Zenitel, voor de MDT is dit Koning en Hartman) worden ingebouwd in de nieuwe voertuigen en niet door de firma die

de ombouw doet van de voertuigen, maar dient in dit geval wel inbegrepen te zijn in de prijs die de ombouwer vraagt. Indien de ombouwer toch beslist om zelf in te staan voor deze inbouw, dient dit in samenspraak te zijn en gekeurd te worden door Zenitel en Koning en Hartman en draagt de ombouwer voor de looptijd van het huurcontract de eindverantwoordelijkheid indien er zich problemen met deze uitrusting voordoen. De opdrachtgever zal zich bijgevolg bij problemen met deze uitrusting steeds tot de ombouwer richten, die vervolgens de moet instaan voor het herstel.

De gegevens van Zenitel zijn: Research Park Zellik, Pontbeek 63 te 1731 Zellik – Tel 02 370 53 11.

De gegevens van Koning en Hartman zijn: Woluwelaan 31 te 1800 Vilvoorde – Tel 02 257 02 00.

De opdrachtgever zal door de inschrijver en de ombouwer voor de oplevering van de voertuigen bij de ombouwer worden uitgenodigd om een eerste controle te doen op de ombouw van de voertuigen, zodat de nodige aanpassingen nog kunnen gebeuren voor de voertuigen effectief worden geleverd en opgeleverd.

III.4 Onderhoud

Dit moet bestaan uit het onderhoud en de herstellingen van de voertuigen gedurende de gehele duurtijd van het huurcontract, evenals de bijstand en de depannage.

Daartoe zal de inschrijver een detail van deze drie diensten bijvoegen, en meer bepaald betreffende de verleende dekkingen en de voorziene uitsluitingen. Alle mechanische en koetswerkherstellingen dienen te gebeuren bij één hersteldienst, gekozen in samenspraak met het bestuur.

III.5 Banden

De inschrijver zal de vervanging van een onbeperkt aantal zomerbanden (géén winterbanden) in geval van slijtage, pech (bv. klapband), vandalisme en diefstal voorzien. Dienen inbegrepen te zijn in de prijs:

bandenwissels, uitbalancering en eventuele uitlijning van de banden.

Hij zal de leveringsmodaliteiten van deze dienst beschrijven. De bandenwissels en –herstellingen dienen te gebeuren in een bandencentrale of consessiehouder binnen een straal van 10 kilometer.

III.6 Verzekeringen

Het bestuur zal de verhuurder machtigen en verplichten om overeenkomstig de wettelijke bepalingen en voor de rekening van het bestuur de volgende verzekeringspolissen af te sluiten:

- Burgerlijke aansprakelijkheid

De inschrijver zal in zijn offerte de bonus malusgraad en de vrijstellingen vermelden.

De inschrijver moet de aanbestedende overheid de mogelijkheid bieden de voertuigen te laten verzekeren via een eigen verzekeringsonderneming. De inschrijver dient daarom telkens een offerte inclusief en exclusief verzekeringskost over te maken.

Het bestuur zal ieder schadegeval aan de verzekeringsmaatschappij melden. Het bestuur zal zijn volledige medewerking verlenen aan de verzekeringsmaatschappij en de inschrijver met het oog op het bepalen van de oorzaken en het herstellen van de door ongeval of diefstal geleden schade, en zal alle elementen of inlichtingen leveren die de verhuurder hem hierover zou kunnen vragen. De inschrijver stelt minimum één (1)

contactpersoon voor afhandeling van het administratieve gedeelte. Voor het bestuur is dit Vanessa Vanden

contactpersoon voor afhandeling van het administratieve gedeelte. Voor het bestuur is dit Vanessa Vanden