• No results found

4.3 Actueel voorkomen en staat van instandhouding van de habitats

4.3.1 Actueel voorkomen

Voor het uitwerken van

instandhoudingsdoelen dient men zo nauwkeurig mogelijk de ligging en oppervlakte van de habitattypen te bepalen. Daarom werd de bestaande BWK geactualiseerd met meer gebiedsspecifieke gegevens. Om de vegetatiekaart grafisch leesbaar te maken werden de bestaande BWK-ecotopen gegroepeerd tot samenhangende natuurtypen. Tabel 15 geeft een overzicht van de natuurtypen van de vegetatiekaart, de overeenkomstige BWK-eenheden en Natura2000-habitattypen. Kaart 3 toont de vereenvoudigde vegetatiekaart van het gebied. Deze kaart werd samengesteld met behulp van de volgende bestanden:

• digitale versie van de BWK, versie 0506: Biologische waarderingskaart met de meest recente gegevens zoals beschikbaar in mei 2006;

• de vegetatiekaart van de ecosysteemvisie voor de vallei van de Zwarte beek (Mertens, W. et al, 2000); • orthofoto’s: voor de zeer grote BWK-complexen op de militaire domeinen gebeurde een verfijning van de BWK op basis van kleurenorthofoto’s van 2003: hierbij werden de open heide, landduinen, vennen, verboste heide en loofbos of naaldbos in aparte eenheden opgesplitst; • terreinkennis van het Agentschap voor Natuur en Bos. De ontwerpkaart werd voorgelegd aan de bevoegde natuur- en boswachters, waarop nog enkele manuele aanpassingen werden uitgevoerd.

De berekende oppervlaktes op basis van deze vegetatiekaart geven de best beschikbare schatting van de actuele toestand. Dit blijft echter een ruwe benadering. De vertaling van BWK-eenheid naar Natura2000-habitat gebeurde op basis van de sleutel van De Saeger S. et al (2007).

Op het terrein zijn veel habitats aanwezig onder de vorm van rompgemeenschappen. Deze kunnen niet via een BWK-vertaling naar overeenkomstige habitats omgezet worden. Dit impliceert dat de actuele oppervlakte van gedegradeerde habitats veel groter is dan aangegeven door de BWK!

Voor de berekening van oppervlaktes uit de BWK worden verder een aantal veronderstellingen gemaakt. De militaire domeinen werden zeer grof gekarteerd, voornamelijk op basis van steekproeven en luchtfoto’s, waarbij zeer grote oppervlakten vaak als complex van 4 of meer eenheden gekarteerd werden. Om hieruit de oppervlakte te berekenen werd de volgende sleutel gehanteerd:

• 100% van de oppervlakte wordt in rekening gebracht indien er slechts 1 eenheid gekarteerd werd;

• Voor complexen met 2 eenheden, wordt een waarde van 70% van de oppervlakte toegekend aan de eerste eenheid en van 30% aan de 2e eenheid; • Voor complexen met 3 habitattypen wordt de verdeelsleutel respectievelijk 70, 20 en 10%;

• Voor complexen met 4 habitattypen wordt de verdeelsleutel respectievelijk 70, 20 en 5 en 5%.

Tabel 15. Overzicht van de natuurtypen van de vegetatiekaart, overeenkomstige BWK-eenheden en Natura2000-habitattypen.

NATUURTYPE Bwk-eenheid habitat

Open zand (stuifzandbiotopen)

dm, ha(d) 2330

droge heide cg, cv 2310 indien op landduinen volgens Bodemkaart of topografische kaart

4030 elders

cm Onderscheid tussen 4010u en 4030u op basis van terreinkennis ANB, indien geen onderscheid mogelijk: 4010, 4030 u

cd, cg- 4030u

hn 6230

vochtige heide ce(s) 4010, 7150

Droge heide met boomopslag

cgb cmb

2310u,4030u

4030u: Onderscheid tussen droge en vochtige heide op basis van terreinkennis ANB, indien geen onderscheid mogelijk: 4010, 4030 u Vochtige heide met

boomopslag

ceb cmb

4010u

4030u: Onderscheid tussen droge en vochtige heide op basis van terreinkennis ANB, indien geen onderscheid mogelijk: 4010, 4030 u

ven ao, aom • Enkele/meerdere kensoorten van habitat 3130 (Vlottende

bies, Moerashertshooi, Pilvaren, Naaldwaterbies, Drijvende waterweegbree, Duizendknoopfonteinkruid, Kruipende moerasweegbree, Moerassmele, Oeverkruid, Waterlobelia, glanswieren) aanwezig, verstoringsindicatoren < 50% bedekkend: habitat 3130f

• Soortenarm met slechts beperkt aandeel van één of enkele kensoorten en/of verstoringsindicatoren > 50%: habitat 3130u

• Voedselarme wateren met helder bruin gekleurd water, vegetatieloos of begroeid met veenmossen, Klein blaasjeskruid, Knolrus en evt Pijpenstrootje: habitat 3160

• Sterk verzuurde/geëutrofieerde plassen met Knolrus, Vensikkelmos, vlottende veenmossen, Pitrus, kroossoorten: 31xxu

halfnatuurlijk grasland hc Geen habitat, tenzij in complex met ander grasland- of laagveenhabitat

hc+ m6410 hm 6230, 6410 hu 6510 hj Geen habitat ms 7140 laagveen msb 7140u

mesotrofe tot eutrofe plas a, ae 3150, gh

am 3130

moeras hf 6430

mr Geen habitat

so, sf Geen habitat tenzij andere habitats in ondergroei: deze habitats worden dan beschouwd in slechte staat van instandhouding

moerasbos va, vm, vn, vo 91EO

vt 91DO ter hoogte van Spiekelspade

91EO elders

opslag/struweel ku, se, sz, Geen habitat tenzij andere habitats in ondergroei: deze habitats worden dan beschouwd in slechte staat van instandhouding

Heide in de vuurlinie 57

Tabel 15 (vervolg). Overzicht van de natuurtypen van de vegetatiekaart, overeenkomstige BWK-eenheden en Natura2000-habitattypen.

NATUURTYPE Bwk-eenheid habitat

loofbos fs, qs • 9120f indien oud bos (Ferraris of Vandermaelen) met goede

structuur en aanwezig

• 9120 indien geen oud bos, maar goed ontwikkelde structuur aanwezig

• 9120u: hoog aandeel exoten of zwak ontwikkelde structuur

qb • 9190f indien oud bos bos (Ferraris of Vandermaelen) met

goede structuur aanwezig

• 9190 indien geen oud bos, maar goed ontwikkelde structuur

• 9190u: hoog aandeel exoten of zwak ontwikkelde structuur gemengd bos ppm+qb, gmn Geen habitat tenzij andere habitats in ondergroei: deze habitats worden

dan meestal beschouwd in slechte staat van instandhouding

populier lh*, ls Geen habitat tenzij andere habitats in ondergroei: deze habitats worden dan meestal beschouwd in slechte staat van instandhouding

naaldbos p, pa, pi, ppm*, pm Geen habitat tenzij andere habitats in ondergroei: deze habitats worden dan meestal beschouwd in slechte staat van instandhouding

waardevol cultuurgrasland hp*, hp+, hpr Geen habitat waardevol cultuurgrasland met bomenrijen hp*/ hp+/ hpr +kb Geen habitat cultuurgrasland met bomenrijen hx/hp + kb Geen habitat

KLE kb, kh, kj, kt, kw Geen habitat

intensief cultuurgrasland hp, hx Geen habitat

intensieve tuinbouwteelt kq Geen habitat

akker b, bs Geen habitat

militair ki, kz Geen habitat

urbaan u* Geen habitat

4.3.2 Beoordeling van de staat van